‘Het buitenland van de EU wordt steeds belangrijker’
Samenvatting
Een sterk Europa waar dat moet, en een divers Europa waar dat kan: zo zou je de Europese agenda van Tom Berendsen kunnen samenvatten. Het is volgens hem een illusie om te denken dat Nederland in een steeds instabielere wereld zijn eigen boontjes kan doppen. ‘Onze toekomst is binnen de EU. Sterker nog: het buitenland van de Europese Unie wordt steeds belangrijker. Zo staat of valt een effectief migratiebeleid met goede samenwerking met landen in Afrika. Zonder perspectief op duurzame ontwikkeling in die landen gaat Europa het zwaar krijgen.’
Berendsen is lijsttrekker van het CDA voor de Europese verkiezingen. Hij doet zijn werk bewust vanuit Breda. Dat houdt hem ‘met beide voeten op de grond’, zegt hij. Hij is voortdurend op pad om na te gaan wat de impact is van Brussel op het leven van mensen. Wat is zijn visie op de toekomst van de christendemocratie en wat zijn in zijn optiek de belangrijkste uitdagingen voor Europa? We spreken hem hierover in restaurant De Colonie op de Grote Markt in Breda. Eens te meer valt op hoezeer de christendemocratische agenda verschilt van Wilders’ agenda van ‘Nederland eerst’: ‘Alleen samen staan we sterk. Daarom moeten we als Europa naar buiten toe meer internationale slagkracht ontwikkelen. Door te werken aan strategische autonomie van de EU op het gebied van defensie, duurzame economie, energietransitie en migratie. Naar binnen toe moet er meer ruimte zijn voor verscheidenheid en diversiteit, en verschillende vormen van samenwerking tussen regio’s. Dat is voor de komende tijd de agenda. Hoopvol op het terrein van Europese samenwerking, en kritisch waar de Europese Unie op de stoel van de lokale of nationale overheden gaat zitten.’
Tom Berendsen is geboren en getogen in Breda. Hij groeide op in het verenigingsleven en was actief in het voetbal. Op zijn zesde begon hij daarmee en toen hij op 15-jarige leeftijd geblesseerd raakte, is hij trainer geworden van de allerkleinsten. Daarna werd hij als twintiger lid van het hoofdbestuur van vv Baronie.
Tom Berendsen
Hoe vormde deze achtergrond u?
‘De vereniging is een samenleving in het klein. Hier leer je dat je het met elkaar moet rooien. Je leert omgaan met verschillen, en dat je verantwoordelijkheid moet dragen voor het geheel. Dat bracht mij ook bij het CDA: wat mij aansprak was vooral het appel dat de partij doet op iedereen om een steentje bij te dragen aan de samenleving. Ook het carnaval is mij met de paplepel ingegoten. Mensen die niet met carnaval zijn opgegroeid zien het soms als een soort verkleed uitgaan, maar het is veel meer dan dat. Het is een feest van onderlinge saamhorigheid dat van generatie op generatie wordt doorgegeven, en daarnaast een vrijwilligersfeest bij uitstek. Het gezag wordt er niet zelden met een grap te kijk gezet, waardoor je ook leert relativeren. Je moet jezelf niet altijd al te serieus nemen.’
Is het CDA naar uw smaak te protestants geworden?
‘Ik heb niet veel op met dat soort in zichzelf gekeerde discussies. Sterker nog, op het moment dat deze de boventoon zouden voeren in onze partij, dan zou ik me niet meer thuis voelen bij het CDA. Voor mij is het CDA juist bij uitstek de partij die dat soort hokjesgeest overstijgt. Het is qua overtuiging een brede volkspartij. Wat ons bindt is het gemeenschappelijke verhaal, de visie op de samenleving en het relationele mensbeeld. Het gaat er niet om of je protestants, katholiek of moslim bent, of juist niet gelovig. We verwelkomen iedereen die zich aangesproken voelt door de basiswaarden en politieke beginselen, en door de wijze waarop we die vertalen in hoopvolle en verbindende politiek voor Nederland in Europa.’
Is er genoeg aandacht voor het Europese verhaal in Nederland? Partijen hebben in de verkiezingscampagne vooral de zorgen in Nederland centraal gezet.
‘Henri Bontenbal heeft het goede voorbeeld gegeven met zijn Europa-lezing.1 Onze toekomst ligt hoe dan ook in Europa, en Europese en internationale samenwerking is essentieel. Onze bestaanszekerheid staat op veel grotere schaal op het spel dan veel partijen lijken te beseffen. In deze turbulente wereld is onze manier van leven niet meer vanzelfsprekend; vrede en veiligheid zijn dat evenmin. Ongeveer een eeuw geleden woonde één op de vier mensen ter wereld in Europa, dus 25 procent. Aan het einde van deze eeuw zal dat ongeveer 5 procent zijn. Onze getalsmatige invloed neemt in rap tempo af. We weten niet of we op de VS kunnen blijven rekenen voor onze veiligheid. Op het terrein van energie kunnen en willen we niet van Rusland afhankelijk zijn. Om in een wereld van klimaatverandering toekomstbestendig te kunnen zijn, zal ook onze economie anders en duurzamer moeten worden ingericht.’
Onze bestaanszekerheid staat op veel grotere schaal op het spel dan veel partijen lijken te beseffen
Wat moeten we in onze manier van leven beschermen, en hoe doen we dat?
‘Dan gaat het allereerst om het beschermen van Europa als waardegemeenschap: het pal staan voor de democratische rechtsstaat met onder andere vrijheid van pers en rechten van minderheden. De rechtsstaat staat onder druk in de wereld, helaas ook binnen de Europese Unie, en soms ook in Nederland. Ten tweede gaat het om het beschermen van Europa op het terrein van vrede en veiligheid. Hoe nodig dat is, maakt de oorlog in Oekraïne duidelijk. Op het terrein van defensie noemde ik al onze afhankelijkheid van de VS. Als Trump weer aan de macht komt, is het maar de vraag of we op de VS kunnen blijven rekenen voor onze veiligheid. Ten derde: de economie van de toekomst zal duurzaam moeten zijn, en liefst zo circulair mogelijk. Dat betekent dat we minder afhankelijk moeten worden van grondstoffen en producten van elders in de wereld. Daarnaast moeten wij als EU samen fors investeren in het mogelijk maken van de energietransitie. Dat zijn vier belangrijke uitdagingen die we alleen effectief kunnen aanpakken in samenwerking met de landen om ons heen.’
Zijn dat de voornaamste uitdagingen?
‘Ja, dat denk ik wel. Daarbij komt nog het onderwerp migratie. Mijn collega Jeroen Lenaers werkt daar dagelijks hard aan in het Europees Parlement. Het migratiesysteem zoals we dat nu hebben werkt voor niemand. Voor de vluchtelingen werkt het niet: ze riskeren hun leven om hier te komen en betalen er veel geld voor. De vraag is bovendien of hiermee daadwerkelijk de kwetsbaarste vluchtelingen geholpen zijn. Voor de ontvangende landen werkt het ook niet: het zorgt voor druk op voorzieningen en gemeenschappen, en bovendien worden vluchtelingen door mensen als Poetin en Loekasjenko als drukmiddel tegen ons ingezet. Ook het migratieprobleem zullen wij met de landen om ons heen moeten oplossen. De buitengrenzen zullen beter gecontroleerd moeten worden. Er zal een duidelijker systeem moeten komen dat aansluit bij onze handelspolitiek en ontwikkelingssamenwerking. Onderdeel van investeringen in andere landen zal moeten zijn dat landen uitgeprocedeerde asielzoekers moeten terugnemen, en dat er actief gewerkt wordt aan een toekomstperspectief buiten Europa, zodat de wens om te vertrekken vermindert.’
Wat is uw focus de komende tijd?
‘Ik streef vooral naar intensievere samenwerking op de genoemde vier, vijf grote thema’s. Dat is essentieel voor een veerkrachtig en sterk Europa. Daarnaast moet er ook meer ruimte komen voor diversiteit en maatwerk. Wat voor Europa willen we zijn? Meer integratie met een klein aantal landen, of meer landen met minder integratie? De manier die we ooit bedacht hebben om samen te werken met zes of negen landen, voldoet niet met 27 landen, laat staan met nóg meer uitbreiding. Maar er is geen alternatieve route ontwikkeld. Daar moeten we het met elkaar over hebben. Een krachtig sanctiebeleid is moeilijk met de bestaande veto’s. Daarnaast is het Europa van de toekomst wat mij betreft ook een Europa waarin de kracht van regio’s centraal staat. Daar passen verschillende snelheden en variaties van Europese samenwerking bij.’
Een krachtig sanctiebeleid is moeilijk met de bestaande veto’s
Op welke terreinen is dan diversiteit nodig?
‘Neem de Europese wetgeving aangaande de energieprestaties van gebouwen. We schrijven in Europa gedetailleerd voor, tot drie cijfers achter de komma, hoe gerenoveerde gebouwen eruit moeten zien – en dat terwijl een gebouw in hartje Amsterdam totaal anders is dan een gebouw op het platteland van Italië. Daarbij was het streven om de energielabels in Europa te harmoniseren. Dat zou Nederland 1 miljard euro kosten, terwijl dat geld niet eens naar het daadwerkelijk verduurzamen van huizen en flatgebouwen gaat. Zulke dure papieren resultaten zijn weinig waard. Het gaat erom daadwerkelijk stappen te zetten. Ja, wij staan achter de groene ambities van Europa. Maar hoe je die ambities behaalt, kun je vaak beter overlaten aan de lidstaten of de lokale overheden.’ ‘Het tweede voorbeeld is de natuurherstelwet.
Daar hebben we in de huidige vorm tegen gestemd. Waarom? Van de wetgeving rond stikstof hebben we geleerd dat we heel nauwkeurig moeten zijn wat we wel en niet in een wet opschrijven. Deze natuurherstelwet is voor een dichtbevolkt land als Nederland niet houdbaar. De eisen zijn daarvoor te stringent: voorgeschreven is dat op geen enkele manier, ook buiten Natura 2000-gebied niet, de natuur erop achteruitgaat. Dat zet een dichtbevolkt land als Nederland met meer dan vijfhonderd mensen per vierkante kilometer – tegenover bijvoorbeeld zestien voor Finland – min of meer op slot en blokkeert ook projecten op het gebied van de energietransitie en woningbouw. Er is dus maatwerk nodig en ruimte voor diversiteit tussen de lidstaten.’
Maar hoe ver gaat die ruimte voor diversiteit dan? Ook in Hongarije of Polen is de situatie weer heel anders en zal men maatwerk kunnen eisen.
‘Wacht even, die waardegemeenschap is wat mij betreft een rode lijn. U noemt nu juist deze landen, er zijn natuurlijk zaken waarmee je op geen enkele manier kunt marchanderen. Dat geldt voor de eisen op het terrein van rechtsstaat en democratie. Daar moeten we heel strikt op zijn. Dat betekent wat ons betreft dat regeringen van landen alleen fondsen krijgen als ze aan de rechtsstatelijke voorwaarden voldoen, en dat fondsen niet worden uitbetaald als dat niet het geval is. Uiteindelijk kan een lidstaat ook het stemrecht ontnomen worden, of als ultieme sanctie dat het land de EU moet verlaten.’
U zet zich Europees in voor groene energiepolitiek, een onderwerp dat ook door CDA-lijsttrekker Bontenbal sterk is benadrukt. Welke accenten zou u leggen, mede in contrast met linkse en rechtse politiek?
‘Grofweg zou je kunnen zeggen dat links ernaar streeft om zo snel mogelijk een klimaatneutrale energietransitie te realiseren, zonder oog voor de consequenties voor de economie en het verdienvermogen van Nederland. Deze strategie werkt noch voor de economie, noch voor het klimaat, omdat de industrie zich dan verplaatst naar landen die méér vervuilen. Rechts staat op de rem wat betreft de klimaatambities, en steekt daarmee zijn kop in het zand.’
‘Bij ons staan de ambities recht overeind; we zijn ons zeer bewust van onze verantwoordelijkheid naar toekomstige generaties om de aarde goed door te geven. Dat kunnen we alleen doen in samenwerking met bedrijven en kennisinstituten, en door ons Europees in te zetten om de duurzaamste economie ter wereld te worden. Ook overheden hebben hier een belangrijke rol in.’
Horen daar hogere belastingen voor bedrijven bij?
‘Als CDA en EVP zijn we heel duidelijk. Hier geldt het principe van “de vervuiler betaalt”, dat stringent moet worden toegepast. Maar dat moeten we dan wel Europees doen, omdat er anders een ongelijk speelveld ontstaat. Het is zaak om binnen een eerlijk speelveld zowel te verduurzamen als concurrerend te blijven. En dan mag het bedrijfsleven ook van de overheid verwachten dat de energie-infrastructuur op orde is; aan die kant moet ook geleverd worden.’
De Green Deal kan niet zonder industriebeleid
Denkt u dat dit kan?
‘Ik zie het al gebeuren. Het is een belangrijk onderdeel van de hoopvolle en realistische agenda voor Europa voor de komende jaren. Het is indrukwekkend wat er al gedaan is om de transitie naar een duurzame economie mogelijk te maken. Zo functioneert het emissiehandelssysteem, dat werkt volgens het genoemde principe van “de vervuiler betaalt”, al goed. Hierdoor is de uitstoot van vervuilende bedrijven daadwerkelijk naar beneden gegaan. Ook worden er maatregelen genomen om oneerlijke concurrentie op de wereldmarkt tegen te gaan, zoals via de CO2-heffing aan de grens. Verder investeren overheden fors mee in de benodigde infrastructuur en innovaties.’
Hoe voorkom je dan dat Europa de duurzaamste economie wordt ten koste van de rest van de wereld?
‘We zijn afhankelijk geworden door in de afgelopen decennia elders in de wereld de grondstoffen goedkoop in te kopen. Vervuilende mijnbouw hebben we uit de EU verbannen. Ik vind daarom dat we zelf, op een verantwoordelijke manier, meer moeten gaan mijnen in Europa. Wat lithium betreft zijn er plekken in Europa waar dat goed kan, bijvoorbeeld in Zweden en Spanje. Ten tweede is een steviger inzet op een circulaire economie nodig. En ten derde is er het belang van innovatie: batterijen zonder lithium maken bijvoorbeeld. De eerste fabriek op dat gebied kwam op het laatste moment niet in Duitsland maar in de Verenigde Staten, vanwege gunstigere voorwaarden daar. Dit betekent dat ook in Europa een actieve industriepolitiek nodig is die zorgt dat er verduurzaamd wordt, en dat we ook hier aan nieuwe, schone technologieën werken. De Green Deal kan niet zonder industriebeleid; dat zijn twee kanten van dezelfde medaille. Dat wordt weleens vergeten.’
Is dat daadwerkelijk bij de Green Deal vergeten dan?
‘Dat zat er in ieder geval in eerste instantie onvoldoende in. Als rapporteur groene industriepolitiek in het Europees Parlement heb ik mij ingezet voor het versterken van die verbinding. Nu worden er in Europa, in navolging van de VS, ook forse stappen gezet om de inzet van groene technologie te stimuleren. Deze stevige stappen binnen Europa zijn nodig om tot een effectieve Green Deal te kunnen komen.’
Lukt die aanpak van de klimaatcrisis zo ook? Extinction Rebellion denkt dat het nu de laatste kans is om de planeet te redden. Eigenlijk moeten we met verlies leren omgaan, omdat het welbeschouwd al te laat is.
‘Ik deel de urgentie die hieruit spreekt, maar niet het fatalisme. Ik vind wel dat we meer moeten doen, op een verstandige manier. De problemen rond droogte, hitte en overstromingen ten gevolge van het veranderde klimaat zijn nu al enorm, en de uitdagingen wat betreft klimaatverandering en klimaatadaptatie zullen alleen maar nog groter worden. Dat betekent ook dat we de creativiteit van alle partijen, inclusief die van bedrijven, kennisinstellingen en burgers, keihard nodig hebben om tot een duurzame levensstijl te komen.’
‘Daar past bij dat we in Europa inzetten op consumptie- en productiepatronen die minder verspillend zijn. Het is tijd om onze economie op een andere leest te schoeien, waarbij het voor producenten lonend is om spullen te maken die langer meegaan. Nu is dat niet zo. Daarom moeten we de komende jaren bijvoorbeeld toe naar een afdwingbaar recht op reparatie. Zo’n eis kan een kwalitatief goede maakindustrie een boost geven. Ik ben al met al hoopvol over hetgeen we de komende jaren voor elkaar kunnen krijgen. Volgens mij kan en moet dat ook kunnen op een wijze die van internationale solidariteit getuigt.’
Het kan alleen goed gaan met ons als het ook goed gaat met de landen om ons heen
Hoe ziet u in dit opzicht het contrast met de BBB en de NSC? Ze trappen beide meer op de rem qua Europese samenwerking, en plaatsen het Nederlandse perspectief voorop.
‘Ik heb niet zo’n behoefte om mij te positioneren ten opzichte van BBB en NSC; ik ga liever uit van ons eigen verhaal. Het is wellicht zo dat zij meer inzetten op wat ze níét willen, op vetorechten en opt-out-opties. Dit kan de Europese samenwerking laten stagneren. Dat is niet de christendemocratische weg die wij kiezen. Ik kies liever voor een hoopvolle agenda, waarbij we wel kritisch zijn op hoe we de samenwerking vormgeven. Wij staan als christendemocraten aan de basis van de Europese samenwerking en willen dat ook naar de toekomst toe vol overtuiging doen. Je moet kritisch zijn op wat ter tafel komt, dat spreekt vanzelf. Europese samenwerking is altijd een middel geweest en geen ideologisch doel.’ ‘Ook andere internationale samenwerkingsverbanden zijn belangrijk, zoals de Noordzee-samenwerking op het gebied van energie, veiligheid en dataverkeer met België, Denemarken, Noorwegen en het VK. Wij erkennen volop het belang van bondgenoten in de wereld binnen en buiten de EU. We zien ook het belang van handelsverdragen nieuwe stijl, waarvan duurzaamheid, energie, grondstoffen en migratie in toenemende mate deel uitmaken.’
‘Natuurlijk zijn er problemen die in de Nederlandse context opgelost kunnen worden, zoals goed bestuur, zorg en onderwijs. Maar de toekomst van Nederland, in een steeds instabielere wereld, ligt hoe dan ook in Europa. Het kan alleen goed gaan met ons als het ook goed gaat met de landen om ons heen. Dat besef zit diep in onze waarden en beginselen verankerd, en zetten we niet op het spel.’
De wereld staat in brand. Europa kan moeilijk een vuist maken, zie ook de onmacht in het Midden-Oosten. Hoe kan de slagkracht van Europa worden vergroot?
‘Het is allereerst belangrijk om in te zien dat er een lotsverbondenheid is tussen de landen van Europa. We liggen waar we liggen, en in zaken als veiligheid en klimaatverandering zijn we onlosmakelijk met elkaar verknoopt. Wat ons ook verbindt is hoe andere grootmachten zich tot ons verhouden. Vaak wordt gezegd dat Europa een zwakke speler is met een onduidelijk gezicht. Toch is er meer eensgezindheid dan er lijkt te zijn. Dat zien wij bijvoorbeeld in de oorlog in Oekraïne, waarin het Rusland niet gelukt is om ons uit elkaar te spelen. Al zijn er scheurtjes in het front en staat het vetorecht op sancties effectieve actie tegen Rusland soms in de weg. Dat zou dus ook moeten veranderen.’
‘Daarnaast is het overduidelijk dat we slagkracht moeten winnen door een defensiemacht op te bouwen binnen Europa. Dat betekent geen Europees leger, maar een samenwerking van verschillende defensiemachten op het terrein van inzet van materieel en nieuwe technologie. We kunnen de defensiebudgetten veel beter gebruiken dan nu gebeurt. Als we alle defensiebudgetten bij elkaar optellen doen wij echt mee in de wereld, maar niet als je ziet wat wij er nu mee doen. Door dezelfde soort tanks of vliegtuigen te gebruiken, kunnen we samen materiaal inkopen en samen nieuwe technologie ontwikkelen. Dan kun je met hetzelfde budget veel meer doen. We kunnen onze eigen broek op het gebied van veiligheid nu niet ophouden, en dat is wel nodig. Als we samenwerken kunnen we gezamenlijk een slagkracht van belang bouwen in de EU.’
We moeten als EU meer strategisch autonoom worden?
‘Ja, dat klopt. Neem China. Dat land wil in 2049 het machtigste land ter wereld zijn, zodat de rest van de wereld afhankelijk is van China. Voor deze ambitie zijn wij lange tijd blind geweest. Twee derde van de containercapaciteit in de Rotterdamse haven is op dit moment in handen van bedrijven uit China en Hongkong; dat moeten we niet willen. Je moet de sleutels van kritieke infrastructuur niet in buitenlandse handen geven, en dat is wel gebeurd. Daarin is een hele generatie politici extreem naïef geweest. We hebben bij het Russische gas gezien hoe die afhankelijkheid ons kwetsbaar maakt en ze tegen ons gebruikt kan worden. We hebben spionage en sabotage gezien in aanloop naar de Russische invasie in Oekraïne. Er waren opmerkelijk meer storingen en onderhouds-werkzaamheden dan normaal. Onze gasvoorraad, geproduceerd en beheerd door Russische partijen op Europees grondgebied, was lang niet zo goed gevuld als andere winters. Het uit handen geven van kritieke infrastructuur maakt ons vatbaar voor sabotage en chantage. We zijn daardoor veel te kwetsbaar geworden.’
Je moet de sleutels van kritieke infrastructuur niet in buitenlandse handen geven, en dat is wel gebeurd
Kunnen wij als burgers daarin nog iets doen?
‘Wat betreft de afhankelijkheid van spullen uit China zeker. Daarbij past ook een appel op consumenten. We willen altijd maar het goedkoopste, zonder rekening te houden met wat daar de implicaties van zijn. Als we allemaal meer in Europa kopen, meer repareren en dingen langer gebruiken, maken we China minder groot. Daar ligt een gedeelde verantwoordelijkheid.’
‘Dat brengt mij ook op een ander belangrijk structureel punt. Ook op het terrein van de digitale technologie en AI zijn wij te afhankelijk geworden van digitale platforms uit de Verenigde Staten en China. We moeten ervoor zorgen dat nieuwe technologieën ten dienste staan van mensen zelf. Het kan niet zo zijn dat mensen louter als een datamijn worden gebruikt door bedrijven. We hebben via Europese wetgeving de marktmacht van bedrijven als Amazon al ingeperkt.
Nu moeten we nog strikter zijn op zaken als het verspreiden van nepnieuws of kinderporno via anonieme kanalen. We hebben al met al te veel aan de markt overgelaten en, overigens niet alleen met betrekking tot onze havens en kritieke (digitale) infrastructuur, publieke belangen overboord gezet.’
U bent ook lid van de Delegation for relations with the Pan-African Parliament (DPAP) van het Europees Parlement. Soms denk ik dat Afrika nog steeds het vergeten continent van de wereld is. Herkent u deze vorm van blindheid?
‘Ik vind dat er te weinig aandacht is voor de relatie tussen Europa en Afrika, terwijl China en Rusland hun belangen in Afrika verder hebben uitgebouwd. In Nederland is bijvoorbeeld CDA-Tweede Kamerlid Mustafa Amhaouch hier overigens een positieve uitzondering op geweest. Afrika is niet alleen belangrijk geweest in onze geschiedenis, ook voor de toekomst is dat continent essentieel. Het bevolkingsaantal zal alleen maar groeien, en als miljoenen mensen op drift raken door effecten van oorlog, klimaatverandering en gebrek aan perspectief, gaat dat de druk op Europa alleen maar vergroten. Het is dus cruciaal dat er meer perspectief op ontwikkeling komt in Afrika. Ook is er een groot potentieel qua grondstoffen en energie. China en Rusland zien dit al langer en handelen hiernaar, zonder dat Afrikaanse landen hier per se beter van worden. Hierin ligt dus een kans voor een partnerschap tussen Europese en Afrikaanse landen. Geen ontwikkelingshulp oude stijl, maar een nieuwe vorm van samenwerking op basis van gezamenlijke belangen rond energie, grondstoffen en investeringen in een duurzame economie.’
Meer dan ooit is er nu een stevige antipolarisatieagenda nodig
Is dat nu te veel een achterhoedegevecht?
‘Het staat op de agenda, maar niet hoog genoeg. Ik hoop dat het belang gaat toenemen, maar dan wel uit politieke overtuiging, dus vanwege het evidente belang ervan, en niet vanwege de gebeurtenissen in de actualiteit, bijvoorbeeld een acute water- of voedselcrisis. Wat er in Afrika gebeurt zal enorm veel impact hebben op de Europese Unie. Die impact zal positief zijn als we de goede samenwerking met perspectief weten te vinden, en negatief als we daar niet in slagen.’
‘Een goede Afrika-politiek is essentieel voor Europa. Het continent is onze directe buur. We hebben qua samenwerking veel naar het Oosten gekeken, of over de Atlantische Oceaan. Nu is het tijd om naar Afrika te kijken en dat continent volop als bondgenoot te erkennen.’
Hoe kijkt u tegen de verkiezingswinst van de PVV aan? Wat betekent die voor de christendemocratische agenda?
‘Ik heb er al veel vragen over gehad in Europa. Mijn analyse is dat de kiezer vooral een overduidelijk signaal heeft afgegeven dat het anders moet in Nederland, dat men wil dat de politiek er ook echt voor de mensen is. PVV-programmapunten als een nexit en het stoppen van de steun aan Oekraïne zijn geen onderwerp geweest in de campagne. Ik hoop dat de kiezer bij de Europese verkiezingen een duidelijk signaal afgeeft dat we pal achter internationale samenwerking staan. Alleen samen staan we sterk. Ook een effectief migratiebeleid staat of valt met goede en eerlijke Europese afspraken hierover. De wereld staat in brand, en toch krijgen wij het in Nederland voor elkaar dat we meer tegenover elkaar komen te staan, in plaats van dat we naast elkaar gaan staan. Meer dan ooit is er voor een klein land als Nederland nu een stevige antipolarisatieagenda nodig, want de polarisatie van beide kanten moeten we tegengaan. De inzet op internationale samenwerking is ook van groot belang. Hier gaan we ons met vereende krachten voor inzetten.’
Noot
- 1.Henri Bontenbal, ‘De herleving van de Europese droom’, lezing gehouden in Tolbert op 11 november 2023. Zie https://www.cda.nl/actueel/nieuws/de-herleving-van-de-europese-droom
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.