De christendemocratie herleeft in andere gedaanten
Samenvatting
De christendemocratie is een politieke stroming die haar programma baseert op beginselen die wortelen in de christelijke traditie en de democratie. Ze is een moderne politieke vertaling van onder meer de sociale leer van de rooms-katholieke kerk zoals deze eind negentiende eeuw werd geformuleerd, en van de emancipatiebeweging van Abraham Kuyper, die opkwam voor de ‘kleine luyden’. Nadrukkelijk staan christendemocratische partijen, zoals het CDA, ook open voor niet-christenen. Volgens deze definitie zijn alle andere partijen in de Nederlandse politiek geen christendemocratische partijen. Nu kan de christendemocratie natuurlijk ook aanwezig zijn of voortleven in andere partijen dan alleen het CDA – maar van ‘herleven’ in een andere gedaante, een politieke partij, is pas sprake als de christendemocratie binnen de oorspronkelijke partij op sterven na dood is. En het CDA bestaat nog.
De laatste maanden wordt vaak gezegd dat de BoerBurgerBeweging (BBB) en Nieuw Sociaal Contract (NSC) ook christendemocratische partijen zijn en dat deze het CDA vervangen of aanvullen. Kort gezegd: volgens de zojuist geschetste definitie is dit niet zo. Wel kunnen we zeggen dat beide partijen kenmerken hebben van de christendemocratie, maar dat geldt voor meer partijen.
Allereerst de BBB. Van de kernwaarden van deze partij haken ‘authenticiteit’ en ‘noaberschap’ aan bij de christendemocratische onderwerpen personalisme, solidariteit en subsidiariteit. Het gaat dan om katholiek-sociaal denken, niet vanuit de christelijke traditie of filosofie, maar meer vanuit de praktijk. Het verkiezingsprogramma van de BBB sluit aan bij de christendemocratie, die nadruk legt op minder overheid en meer samenleving.
NSC, meer een partij van ambtenaren, beleidsmakers en intellectuelen, put uit allerlei filosofieën, maar doet dit niet primair vanuit christelijke denkers, maar meer vanuit enkele verlichtingsfilosofen. Programmatisch is NSC sterk gericht op de staat, de overheid; die moet anders. Het gaat hier om allerlei procedurele en juridische plannen die meer aansluiten bij het denken van partijen als D66 dan bij dat van een christendemocratische partij die midden in de samenleving staat. Ook oplossingen zoekt NSC vaak bij de overheid, wat niet echt christendemocratisch is, want de christendemocratie zoekt – en vindt – oplossingen primair in de samenleving. De warmte van de christendemocratie blijkt bij NSC ook beduidend minder wanneer asiel en migratie aan de orde komen.
Andere partijen, zoals SP en VVD, hebben eveneens christendemocratische aspecten. De SP, groot geworden in de industriesteden van katholiek Nederland, heeft veel elementen van het katholiek-sociaal denken, en heeft duidelijke wortels in de vroegere KVP. De VVD streeft, evenals de christendemocratie, naar een kleine overheid. Het verschil is echter dat bij de liberalen een kleine overheid het startpunt is, en bij de christendemocratie de resultante van meer samenleving. Ook partijen als de ChristenUnie en de SGP hebben christendemocratische elementen, maar deze partijen zijn expliciet christelijk en dus niet christendemocratisch. Nogmaals: volgens de politicologische definitie is enkel het CDA christendemocratisch.
De procedurele en juridische plannen van NSC sluiten meer aan bij het denken van partijen als D66 dan bij dat van een christendemocratische partij
Terug naar de BBB en NSC, die steeds als CDA 2.0 gezien worden. Dat is onzin. Partijen die gemodelleerd worden rondom één persoon en zich bezighouden met slechts enkele issues (stikstof, bestaanszekerheid, staatkundige vernieuwing), ontberen de historie, de traditie, de vlieguren, de doorwrochte inbedding in de samenleving van onze partij. Je zou deze ‘ik-partijen’, die een grote afhankelijkheid hebben van hun oprichter en voorman/-vrouw, bijna het spiegelbeeld kunnen noemen van een in alle vezels van de samenleving opererende christendemocratische partij. En dat BBB en NSC nu meer stemmen hebben dan het CDA maakt ze nog niet christendemocratisch. Christendemocratie is een kwalitatief begrip (inhoud, organisatie en positionering), géén kwantitatief begrip.
Daarbij speelt ook dat NSC zich afficheert middels een ‘contract’ tussen staat en burgers. Dat ‘contract’ klinkt technocratisch, regelgevend, procedureel, top-down. Christendemocraten willen wetgeving vanuit de overheid hooguit en op zijn vroegst als codificatie van hetgeen als common sense geldt in de samenleving. Daarom vraag ik me af of dat denken in een contract echt christendemocratisch is. Het katholieke en christelijke denken gaat uit van mensen, geeft een richting aan, te modelleren en toe te passen naar moment, situatie en locatie. Daartoe worden mensen opgeroepen. En ja, dat raakt solidariteit, personalisme, gerechtigheid, subsidiariteit, waarbij de belangrijkste letter van het CDA dan de ‘A’ is, van Appèl. We doen hiermee een oproep aan de mensen als persoon en als onderdeel van de samenleving. Een appel doen is zoveel fluïder, warmer, aansporender, activerender dan een contract afsluiten: het gaat erom dat mensen uit zichzelf meedoen. Het kan nog steeds zo zijn dat andere partijen dan het CDA kenmerken hebben van de christendemocratie, maar de verankering van dit denken landt op de langere termijn echt alleen in de samenleving middels dit appel.
Misschien nog een punt waarom de stelling toch wel zou kunnen kloppen. De christendemocratie herleeft altijd ook door mensen. Mensen die de juiste inhoud naar voren brengen. De huidige CDA-leider, in de gedaante van Henri Bontenbal, heeft in de afgelopen maanden vele malen meer christendemocratie in inhoud en beleving laten zien dan oud-CDA-leider Wopke Hoekstra in drie jaar. Maar dat is slechts de gedaante van één persoon, en de christendemocratie wil altijd méér zijn dan één persoon.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.