Schaap verdedigt parlement in een rumoerige tijd
Samenvatting
‘De winst van de PVV is een slag in het gezicht van de democratie’, aldus minister Sigrid Kaag twee dagen na de recente verkiezingen. Neen, de winst van de PVV ís de democratie. Kaag heeft het volste recht om teleurgesteld te zijn over de uitslag, maar als minister mag ze niet twee miljoen kiezers zo wegzetten. Dan doet ze de democratie, het parlement en deze mensen onrecht. Dit is weer een denigrerende opmerking van een politicus die vanuit een mooie positie in de uitvoerende macht een verkeerd oordeel geeft over de wetgevende macht, waarop het recente boek van filosoof en oud-VVD-senator Sybe Schaap een helder licht kan werpen. Schaap neemt het in ongeveer 250 pagina’s op voor het parlement, de wetgevende macht. Juist omdat we veel concessies hebben gedaan aan de kwaliteit en de relevantie van ons parlement, zijn we terechtgekomen in een politieke maalstroom die lastig te beheersen is.
Trias politica herstellen
Met de leer van de trias politica van de Franse filosoof Montesquieu als basis wijst Schaap op de teloorgang van ons parlement, zowel de Tweede als de Eerste Kamer. Deze leer houdt in dat er een scheiding is van de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Alle drie hebben ze een rol, een positie en relevantie. Idealiter houden deze drie geledingen, respectievelijk parlement, regering en rechters, elkaar in balans. Geen enkele macht kan, mág domineren. Dat betekent in Nederland dat het parlement de wetgever is en uiteindelijk de wetten al dan niet goedkeurt. De regering (koning en kabinet) voert vervolgens het beleid uit in lijn met de wet. Bij onenigheid kunnen mensen, ondernemingen en andere partijen de zaak, interpretatie van de wet, voorleggen aan de rechter. Daarbij geeft Schaap ook aan dat het primaat in wezen ligt bij het parlement, en dan ook nog eens in de juiste rolverdeling tussen Tweede en Eerste Kamer. De gewenste balans is echter zoek. Schaap noemt allerlei voorbeelden van ontsporingen in de politiek met denkers van de afgelopen eeuwen als leidraad. Ook gaan alle politieke partijen slordig om met de verhoudingen binnen genoemde trias politica, vaak vanwege eigenbelang. Iemand als oud-CDA-leider Wopke Hoekstra overwoog in 2021 niet eens om na de verkiezingen in de Tweede Kamer te gaan zitten.

Sybe Schaap
Politiek in een maalstroom. Over het lot van de representatieve democratie
Damon | 2023 | 247 pp. | € 24,90 | ISBN 9789463403528
Dat getuigt van weinig gevoel voor de staatsrechtelijke verhoudingen. Juist ook omdat het verstandig is als een partij die niet de grootste is (en dan niet de premier levert) de politiek leider als fractievoorzitter in de Tweede Kamer positioneert. En dat doet dan ook recht aan de door Schaap bepleite rol en positie van het parlement.
Representatie en geen afspiegeling
Scherp geeft Schaap aan hoe tegenwoordig alles draait om de uitvoerende macht, het kabinet, en dat het parlement dat laat gebeuren. En het is ook ingewikkeld, want de nieuwe Tweede Kamer is sinds begin december voor de helft nieuw – en de andere helft zit ook pas enkele jaren. Geen onderneming zou dit soort wisselingen van personeel goed kunnen overleven. Schaap hunkert naar pluriformiteit, oprechte vertegenwoordiging en deskundigheid van Kamerleden, en is kritisch naar de kaste van mensen die langs politieke partijen en ‘Haagse’ functies omhoogklimmen om vervolgens zelf Kamerlid te worden. Hier komt bij dat partijen steeds minder leden hebben, en dus ook minder verbinding met het niet-Haagse. De Tweede Kamer is tegenwoordig vaak een doorgangshuis van politici die dit enkele jaren willen doen en dan weer door; het liefst naar het kabinet. Want politici zien hun carrière als mislukt wanneer ze niet minstens staatssecretaris geweest zijn. En, eerlijk gezegd, Kamerleden worden ook snel weer afgeserveerd door pers, partij en publiek. Vernieuwing van kandidatenlijsten lijkt het doel te zijn, en de kiezer doet de rest. Een nieuwe generatie klinkt goed, maar vlieguren in het parlement zijn ook van waarde. Schaap legt met name nadruk op de representatierol van het parlement. En, let wel: dat is iets heel anders dan ‘afspiegeling’, want ‘afspiegeling’ houdt in dat iedere bevolkingsgroep, in al zijn schakeringen, ook daadwerkelijk in de Tweede Kamer zit. Hetgeen overigens ondoenlijk is, gezien de maatschappelijke pluriformiteit.
Een nieuwe generatie klinkt goed, maar vlieguren in het parlement zijn ook van waarde
Uitvoerende macht trekt primaat naar zich toe
De fixatie op de uitvoerende macht heeft ook een internationale oorzaak. Ministers en zeker de premier moeten vaak namens Nederland aanwezig zijn bij Europese en andere internationale topbijeenkomsten. Deze halen het nieuws en vallen op, en juist niet het ambachtelijke handwerk in het parlement. We zagen het ook bij majeure gebeurtenissen als de coronacrisis: ministers kondigden maatregelen aan per persconferentie. Enkele dagen daarna gingen de top-downmaatregelen in, nadat het parlement nog even een spoedwet of noodpakket had goedgekeurd. Dat is een aanslag op democratie, parlement en samenleving. Ook de akkoorden en plannen die de uitvoerende macht buiten het parlement om in elkaar timmert (zoals bij klimaat, stikstof en pensioenen) zijn een schoffering van het parlement, dat zich op deze wijze in een vroeg stadium buitenspel laat zetten. Wanneer vervolgens Kamerleden constateren dat ze door de uitvoerende macht buitenspel gezet worden waar het de inhoud betreft, dan verdwijnt voor Kamerleden de inhoud steeds meer naar de achtergrond en vervalt men in procedurele opmerkingen en politiek-strategische trucjes. Het ultieme middel van de uitvoerende macht is natuurlijk het regeerakkoord. Hierin is het beleid opgenomen waarmee Tweede Kamerfracties worden ingesnoerd. Meer en meer worden ook Eerste Kamerleden van tevoren al gekoppeld aan dit beleidsstuk van het aanstaande kabinet. Hoe slordig politici hiermee omgaan bleek in 2021, toen na de Kamerverkiezingen minister Ollongren en VVD-fractievoorzitter in de Eerste Kamer Jorritsma tot verkenners op weg naar een nieuw kabinet werden benoemd. De Tweede Kamer legde hiermee deze rol neer bij iemand van de uitvoerende macht én bij een senator die later een eigenstandige rol moet kunnen houden. Chaos volgde ook al snel, mede hierdoor. Oud-senator Schaap is terecht kritisch op deze parlementaire erosie.
Omtzigt moet Schaap lezen
Schaap vreest voor de inhoud. Eindeloos veel moties (in 2022: 5001) en eindeloos veel vragen aan het kabinet staan de echte inhoud in de weg. Weinig zien we dat Kamerleden op cruciale vraagstukken een vergaande visie presenteren over waar we heen moeten als land en als Europa. Het vlaggetje van de motie is het makkelijke wapenfeit voor Kamerleden. En natuurlijk, het parlement heeft niet een cohort medewerkers, zoals het kabinet als uitvoerende macht dat wel heeft: vele duizenden ambtenaren. Econoom Jasper Lukkezen pleitte in Het Financieele Dagblad voor meer ondersteuning voor Kamerleden,1 en in de Tweede Kamer pleitten de partijen Volt en ChristenUnie voor een uitbreiding van de Tweede Kamer naar 250 leden. Beide voorstellen bepleiten meer inhoud. Of zouden beide uitbreidingen kunnen leiden tot nóg meer vragen en profileringsdrang? Schaap bepleit juist meer kwalitatieve oplossingen, moed en scherpte bij parlementariërs binnen het huidige stelsel. En dat kan ook. Dat betekent dat Kamerleden zich niet moeten laten gebruiken voor deelbelangen waardoor het algemeen belang uit het zicht verdwijnt, zoals ook Ilja Leonard Pfeijffer beschrijft in zijn recente boek Alkibiades.2 Pfeijffer beschrijft kritisch dat het oude Athene al overwoekerd werd door deelbelangen en ego’s zonder oog voor het algemeen belang. Dit punt behandelde Schaap ook in zijn eerdere boek Als alle vertrouwen wegvalt: de tijd van de verzuiling kende tenminste overzicht en oog voor het bredere belang.3 Vervolgens verwijst Schaap terecht veel naar Immanuel Kant, Hannah Arendt en Johan Rudolph Thorbecke, die allen in hun werk steeds dat bredere belang voor ogen hadden.
In zijn boek geeft Schaap aan dat Kamerleden een eed hebben afgelegd die betekent dat ze het algemeen belang van álle mensen vertegenwoordigen en representeren. Dus daarmee zijn ze geen verantwoording schuldig aan deelbelangen, zoals een partij, beroepsgroep of individuele burgers. Ook passen compromissen prima in een representatieve democratie, aldus Schaap. Direct en indirect heeft hij veel kritiek op programmapunten van NSC en het optreden van Pieter Omtzigt. Omtzigt legt, aldus Schaap, te vaak de oorzaak van het falen bij de uitvoerende macht en niet bij het parlement, terwijl dat de eindverantwoordelijke is voor het proces van wetgeving: ‘het parlement beschikt al over de door Omtzigt gevraagde macht’. Ook creëren veel eisen van Omtzigt (zoals de instelling van een constitutioneel hof, een ander kiesstelsel en een alternatief belastingsysteem) nieuwe wetgeving en verantwoordingsrapportages (gecodificeerd wantrouwen), een nieuwe bureaucratie (‘despotisme van bureaucratische regeldwang’) en daarmee weer versterking voor de uitvoerende macht. Fascinerend hoe Schaap zo op veel punten het programma van NSC en de optredens van Omtzigt fileert en onderuithaalt, en benoemt dat ze de wetgevende macht ondermijnen.
Veel eisen van Omtzigt creëren een nieuwe bureaucratie en daarmee weer versterking voor de uitvoerende macht
Perspectief en hoop?
Waar leidt dit alles toe? Schaap is somber, en op veel punten heeft hij zeker gelijk. En misschien lopen we tegen het eind van ons systeem aan. Pfeijffer beschrijft in Alkibiades dat de democratie kan leiden tot ochlocratie (heerschappij van de chaos), en dat ‘de staat geregeerd wordt door de angst voor volksgerichten en de volatiliteit van de publieke opinie’. Overigens verzuchtte de Griekse staatsman Perikles toen ook al: ‘Het probleem is niet zozeer het principe van het stemrecht, als wel het feit dat het volk de onverbeterlijke neiging vertoont om verkeerd te stemmen.’ Dat lijkt op de eerdergenoemde uitspraak van Kaag.
Is het in andere landen anders, beter? Neen. In Frankrijk is het parlement vaak een applausmachine voor de zittende president, en in het Verenigd Koninkrijk kennen we een monistisch stelsel: leden van het kabinet moeten een eigen zetel in het parlement hebben. Hoe absurd dat is bleek recentelijk toen David Cameron benoemd werd als minister van Buitenlandse Zaken, maar nog wel even benoemd moest worden als lord om zitting te kunnen nemen in het Hogerhuis.
Is er hoop? Altijd. Onlangs vroeg een Tweede Kamerlid aan mij of ik het telefoonnummer had van een partijgenoot van hem in de Eerste Kamer. Ik heb hem enerzijds gecomplimenteerd omdat hij blijkbaar niet zó close was met het desbetreffende Eerste Kamerlid dat Tweede en Eerste Kamerfracties alles al van tevoren afspraken. Zorgwekkend was wel dat hij blijkbaar toch dat overleg wilde met ‘de overkant’. Ik heb hem beide punten genoemd, en daarbij verwezen naar het boek van Sybe Schaap.
Zeker, het is geen eenvoudig boek. Schaap hekelt de kuddegeest in het parlement, waarschuwt voor wolfachtige politici in schaapskleren, en zoekt parlementariërs met vijf poten. En, de eerdere uitspraak van Kaag indachtig, is het de uitdaging voor alle partijen, inclusief de PVV als grote winnaar van de verkiezingen, om te laten zien dat deze uitslag uiteindelijk een teken is van democratie. Dat de uitslag de rechtsstaat niet in het geding brengt, en die waar mogelijk zelfs versterkt.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.