Migrant, waar ben je (niet)?
Samenvatting
‘Zolang er mensen waren, was er migratie, en waar de migratie ophoudt en de vlucht begint, is een grijze zone. De mens is net als het paard een vluchtdier [...], al meent hij in de spiegel dikwijls een held te zien. Daarmee is niet gesteld dat we allemaal vluchtelingen zijn, hooguit dat we het kunnen worden, misschien makkelijker dan menigeen denkt’, aldus Arnon Grunberg in De vluchteling, de grenswacht en de rijke Jood. Duidelijk wordt in dit citaat van dit kleinkind van vluchtelingen waarom het vluchtelingen- en migratievraagstuk zo onder onze maatschappelijke huid kan kruipen en veel emoties kan losmaken.
Vreemd eigenlijk, zou je zeggen, want migratie binnen en naar Europa is van alle tijden. Sterker nog: de basis van Nederlands welbevinden en vrijheid van geloven en denken is in de vijftiende tot de zeventiende eeuw ontstaan mede door de immigratie van Franse hugenoten, Sefardische joden, Duitse protestanten en talloze anderen met eigen geloofsstromingen, handel en wandel. En was Europa in de negentiende en aan het begin van de twintigste eeuw vooral een emigratiecontinent geworden – Ieren, Italianen en Oost-Europese Joden vertrokken en masse naar Amerika –, vooral vanaf de jaren vijftig en zestig is Europa, mede door het onafhankelijk worden van veel koloniën, veranderd in een immigratiecontinent. Ook Zuid-Europese, Noord-Afrikaanse en Turkse gastarbeiders hielpen ons land verder uit te bouwen tot wat het nu is. Nederland is eigenlijk een migratieland.
Inmiddels hebben wij hiermee wel leren omgaan, zou je denken. Niets lijkt minder waar: de Europese Unie bood met het grootste migratie-experiment ooit, de openstelling van interne grenzen voor verkeer van mensen en goederen, een aantrekkelijk perspectief op welvaart, ook voor niet-EU-ingezetenen. Asielzoekers vluchten om politieke, godsdienstige of andere redenen uit geboortelanden. Europa lijkt geplaagd te worden door bestuurlijk onvermogen over hoe om te gaan met groepen wanhopige migranten in gevaarlijke bootjes, hun leven riskerend voor een beter bestaan in Europa. Nederland kent overvolle asielcentra en talloze arbeidsmigranten die als tweederangs burgers in een te krappe behuizing leven en soms na baanverlies op straat komen. Tegelijkertijd krijgt de ‘oude’ bevolking bij deze aangroei van vluchtelingen en arbeidsmigranten vaak het gevoel (te) veel te moeten inleveren. Dat we in november plots hebben moeten stemmen, staat symbool voor deze toestand. Links en rechts staan ideologisch ouderwets tegenover elkaar, waarbij beschuldigingen van onmenselijkheid en doemscenario’s om het hardst (publiekelijk) lijken te schreeuwen. Weg Nederlands tolerante pragmatiek?
Arnon Grunberg
De vluchteling, de grenswacht en de rijke Jood
Uitgeverij Pluim i.s.m. De Groene Amsterdammer | 2023 | 296 pp. | € 22,99 | ISBN 9789493304048
Ruud Koopmans
De asielloterij. Het Europese vluchtelingenbeleid van 2015 tot de Oekraïneoorlog en hoe het beter kan
Prometheus | 2023 | 272 pp. | € 23,50 | ISBN 9789044652697
Hein de Haas
Hoe migratie echt werkt. Het ware verhaal over migratie aan de hand van 22 mythen
Spectrum | 2023 | 520 pp. | € 24,99 | ISBN 9789000386857
Mensen, cijfers en zicht op oplossingen
Toch niet helemaal. Recent verschenen drie ieder op hun eigen manier indrukwekkende studies over migratie: De vluchteling, de grenswacht en de rijke Jood van Arnon Grunberg; Ruud Koopmans’ De asielloterij.
Het Europese vluchtelingenbeleid van 2015 tot de Oekraïneoorlog en hoe het beter kan; en ten slotte het lijvige Hoe migratie echt werkt. Het ware verhaal over migratie aan de hand van 22 mythen van Hein de Haas. Deze drie auteurs wijzen al snel op het relatief kleine deel vluchtelingen (0,3%) van het aantal internationale migranten (3,3%) van de wereldbevolking, terwijl de beeldvorming meestal dramatischer is. Individuele verhalen zijn (meestal) indrukwekkender dan anonieme getallen.
Waar Arnon Grunberg als onderzoeksjournalist/participerend ‘antropoloog’ vanuit de persoonlijke invalshoek heeft gesproken met vluchtelingen, grenswachters tot en met de staatssecretaris, richt socioloog Koopmans zich vooral op het Europees asielbeleid. Zijn collega De Haas ten slotte ontzenuwt 22 mythen rond migratie wereldwijd. Veel gedeelde inzichten, bijna uitputtend onderbouwd (De Haas en Koopmans), naast soms ontluisterende persoonlijke relazen van vluchtelingen, bemiddelaars, IND-medewerkers en vrijwilligers over hoe het is om onderdeel te zijn van deze complexe ‘industrie’ (Grunberg). Bij het lezen van deze auteurs klinkt één grondtoon door: de werkelijkheid is zoveel complexer dan politieke oneliners en oplossingsrichtingen aangeven. En omdat deze werkelijkheid over mensen in nood en op zoek naar geluk/ verbetering zo complex is, verdient zij beter te worden begrepen dan nu vaak gebeurt.
Zo laat Grunberg zien hoe iedereen in de vluchtelingenketen een eigen ‘rol’ heeft in wat veel insiders ‘The Game’ noemen: hoe kom ik met mijn verhaal op de beste plek in Europa terecht (en mag ik daar blijven)? Zonder onrespectvol (of cynisch) te worden vertelt hij hun verhalen, geregeld ook zelf – als participerend journalist – dilemma’s verwoordend, bijvoorbeeld welk vluchtverhaal hij zelf zou geloven en welk niet. Of ook de bestuurlijke dilemma’s, al dan niet vergezeld door pittig terloops commentaar van de journalist: ‘“Een IND’er stelde voor,” zeg ik nog snel, “in een poging het systeem te ontstoppen, om alle Syriërs een status te geven. Want in de meeste gevallen krijgen ze toch wel een status.” “Dat kun je doen,” zegt de stas [staatssecretaris; red.]. “Maar dan moeten alle Europese landen dat doen, anders komen ze allemaal hierheen. Zo werkt de markt.” En met die woorden nemen we afscheid. Wat markt is zal onvermijdelijk markt blijven.’
De werkelijkheid is zoveel complexer dan politieke oneliners en oplossingsrichtingen aangeven
Bijzonder is te zien dat praktische vertaling van de universele idealen van gelijkheid van unieke mensen voor de wet uit de christelijke en humanistische traditie ervoor gezorgd heeft dat er vooral naar oplossingen voor individuele migranten gezocht wordt. De spanning tussen ideaal en rauwe praktijk spat van Grunbergs beschrijvingen af. Hij komt ook met oplossingszoekende vragen over het heroverwegen van het privilege van de natiestaat. Het Nederlands paspoort is simpelweg goud waard: ‘Wie de verrotting in de humanistische bureaucratie [van asielbeleid- en uitvoering; red.] wenst aan te pakken, zal andere legale migratiewegen dan asielprocedures en miljoeneninvesteringen uit de grond moeten stampen. Het humanisme zou al een zware last van de schouders genomen zijn wanneer de zwarte markt voor reisbegeleiders vervangen werd door een wat wittere markt voor paspoorten en visa. Als alles te koop is op deze wereld, waarom het paspoort dan niet? Waarom zou het paspoort alleen te koop mogen zijn voor de superrijken?’ Veel concreter dan dit wil, en kan, Grunberg ook niet gaan.
Socioloog Koopmans vliegt het onderwerp Europees aan en stelt in zijn De asielloterij: ‘Na afloop van de Koude Oorlog verklaarden westerse politici de oorlog aan migratie.’ Het werd het beleidsthema om problemen mee te adresseren en oplossingen aan te dragen. Migratiebeleid bestaat uit ‘meningen’
en ‘wensdenken’, zodanig zelfs dat beleidsmaatregelen ‘gedoemd’ zijn te mislukken ‘omdat ze deel uitmaken van de eigenlijke oorzaken van de problemen die ze pretenderen op te lossen’, wat in een notendop zichtbaar wordt als we kijken naar de uitwerking van het morele grondbeginsel van het asielrecht, vastgelegd in het Vluchtelingenverdrag van Genève (1951) en het daarop gebaseerde Europees Verdrag, ‘dat mensen wier leven en vrijheid in gevaar zijn, geholpen moeten worden. De praktijk is echter veel banaler. Iedereen die erin slaagt een Europese grens te bereiken, kan aanspraak maken op de bescherming van het asielrecht, ongeacht of er daadwerkelijk dwingende redenen voor bescherming zijn. [...] In het voordeel zijn degenen die jong, mannelijk en gezond zijn, over voldoende financiële middelen beschikken en die uit landen komen die binnen het bereik van Europa liggen.’ Hierdoor ontstaan, aldus Koopmans, tien redenen waarom het Europees asielstelsel ‘doodziek’ is: er is sprake van overbelasting van de opvangcapaciteit, moeizame integratie en bedreiging van de binnenlandse veiligheid, en het stelsel eist meer levens dan het redt.
Politici van links tot rechts raken verstrikt in hun eigen leugens; iedereen gebruikt migratie voor de eigen politieke doelen. Leugens worden daarmee mythen zonder wetenschappelijke onderbouwing. Zowel Koopmans als De Haas, in zijn Hoe migratie echt werkt, hamert op de noodzaak van grondige analyses van dit complexe fenomeen.
In vergelijkbare lijn met Grunberg stelt Koopmans een (logischerwijs) veel meer uitgewerkt ‘radicaal gedachteexperiment’ voor: van individueel asielrecht naar humanitaire contingenten (oftewel groepen met bepaalde criteria). Dergelijke oplossingen lijken op het Canadese model: humanitaire quota van bepaalde (beroepsgroepen) uit bepaalde landen, die wel vergezeld gaan van deskundige veiligheidsonderzoeken en terugnameakkoorden met landen, om zo irreguliere migratie terug te dringen. Ook andere modellen komen langs, zoals het Australische: wel veilig opvangen, maar niet op de eindbestemming/eigen grondgebied, maar op een verder weg gelegen eiland in de Pacific. Europa heeft die mogelijkheid met Lampedusa niet echt, of alle lokale inwoners zouden naar het Italiaanse platteland moeten migreren. Een ander voorbeeld is het Franse model: meer roulerende arbeidsmigratie in geval van seizoensarbeid. Koopmans noemt ook het Japanse model: zeer strikt als het gaat om arbeidsmigratie, maar dan wel arbeidsmarktvergrijzing oplossen via meer technologie én het accepteren van een lager welzijnsniveau. Uiteindelijk geeft Koopmans goede richtingen aan, zonder in de valkuil te stappen om één concreet beleidsadvies te geven; vandaar het prikkelende slothoofdstuk ‘Een concrete utopie’.
Politici van links tot rechts gebruiken migratie voor eigen politieke doelen
Hein de Haas ‘ontmaskert’ 22 hardnekkige mythen over wereldwijde migratie. Denk bijvoorbeeld aan: immigratie van migranten is mislukt; arbeidsmigranten zijn niet nodig.
Of: mensensmokkel is de oorzaak van illegale immigratie – door rechts én links graag verspreid rond migratie. Een paar concrete ontmaskeringen. ‘De ontwikkeling van arme landen remt migratie af.’ Niet waar: de echte armen kunnen niet over de grens migreren en gaan eerder naar de stad. Een bepaald welvaartspeil is nodig om de lange reis te maken naar verder weg gelegen urbane samenlevingen waar al kennissen/familieleden wonen. Juist met iets meer geld en vooral ook contacten is de migrant succesvoller in andere landen. Deze instroom blijkt alleen af te nemen als het herkomstland zelf een hogelonenland wordt, zodat mensen thuisblijven. Een andere mythe, vaak uit linkerhoek: ‘Mensen slaan op de vlucht voor klimaatgevolgen.’ Niet waar: mensen verhuizen juist en masse naar lager gelegen rivierdelta’s want ‘de goede grond is daar waar de overstroming is’. Voor de helderheid: De Haas ontkent zeker niet de klimaatverandering, maar kan hier geen reden voor migratie in ontdekken uit vele studies. Hier kun je natuurlijk tegen inbrengen dat het misschien nog niet erg genoeg is; ijstijden bijvoorbeeld hebben wel degelijk tot volksverhuizingen geleid. Maar wat dit punt zeker aantoont is dat beelden in debatten vaak niet op feiten gebaseerd zijn. En als meer partijen dit doen, dan blokkeert dit het nodige gesprek op weg naar échte oplossingen.
Willen we echt een samenleving creëren waarin de elites worden bediend door een nieuwe onderklasse?
Een mooi inzicht is de migratieparadox: hoe meer reguliere arbeidsmigratie wordt bemoeilijkt, des te meer mensen voor permanente migratie kiezen, omdat circulaire migratie niet meer kan (de zogenoemde nu-of-nooit-migratie). De Haas: ‘Ahmed, de chauffeur, vroeg me wat ik voor werk deed. Toen ik hem vertelde dat ik een migratieonderzoeker was, riep hij uit: “Ik ben ook een migrant!” Enthousiast haalde hij zijn ID-kaart tevoorschijn. Het bleek een permanente Italiaanse verblijfsvergunning te zijn. Hij liet hem aan me zien en riep uit: “Toen ik deze kreeg, ging ik terug [naar Marokko; red.].”’
Aangetekend moet worden dat De Haas veel internationaal onderzoek gedaan heeft. Daarmee is niet helemaal duidelijk of dit telkens een-op-een ook op de Nederlandse situatie van toepassing is, al klinken resultaten ook in de Nederlandse situatie vaak logisch.
Omdat vooral arbeidsmigratie structurele problemen oplevert op het gebied van huisvesting en voorzieningen, stelt De Haas de volgende politiekideologische vraag: ‘Willen we per se leven in samenlevingen waar drukke tweeverdienersgezinnen hun huishoudelijke klussen – schoonmaken, koken, wassen, strijken, en het onderhoud van huis en tuin – uitbesteden aan arbeidsmigranten? Willen we echt een samenleving creëren waarin de elites worden bediend door een nieuwe onderklasse die vooral bestaat uit arbeidsmigranten? Willen we toelaten dat een geprivatiseerde zorg voor onze kinderen en ouderen meer en meer zal worden uitbesteed aan buitenlandse arbeidsmigranten, of vinden we dat de overheid verantwoordelijk is voor het bekostigen van goede zorgfaciliteiten?’ Migratie raakt ieder domein van ons samenleven.
Migratie integraal onderdeel beleid
Het migratiedebat gaat dus uiteindelijk over wat voor duurzame samenleving wij met en voor elkaar wensen.
Alleen als we in deze bredere context migratievraagstukken begrijpen en wíllen oplossen, zal onze toekomst leefbaar blijven. Opmerkelijk daarbij is dat, als mensen los van politieke actualiteiten geïnterviewd worden over immigratie, het beeld niet zwart-wit, maar genuanceerd is: immigratie is voor veel Nederlanders mogelijk, mits we deze goed organiseren. Migratie is wellicht minder een maatschappelijk probleem per se, als wel een politieke (leer)opdracht. Welke partijen ook de nieuwe regering (gaan) vormen, hun ideologen op het gebied van migratie, werkgelegenheid, volkshuisvesting, onderwijs enzovoort doen er goed aan hun ingenomen partijstandpunten langs de strekkende meters inzicht van Koopmans, De Haas en Grunberg te leggen.
Migratie en vluchtelingen zijn met klimaatverandering, bestaanszekerheid en zorg multidimensionale onderwerpen die laten zien waarvoor politiek ooit is ontstaan: voor uitdagingen die gezinnen, bedrijven, gemeenschappen (inclusief landen) te boven gaan. Deze onderwerpen zijn zo complex omdat ze gaan over het voor generaties rechtvaardig verdelen van schaarsten, kansen en risico’s (rentmeesterschap) en wie dan steun en solidariteit verdienen. De boodschap in het verlengde van Koopmans, De Haas en Grunberg is dan ook: leg goed uit waarom je welke beleidskeuzes op het gebied van migratie maakt.
Na het lezen bekruipt je als lezer de volgende gedachte: zijn wijzelf niet eigenlijk ook op weg, als niet ‘op de vlucht’ dan in ieder geval op zoek naar geluk? Want zeg nu zelf: hoeveel dagelijks socialmediagebruik is eigenlijk een ‘vlucht’ naar andere werelden, terwijl ons lichaam in het hier-en-nu blijft? De migrant-in-ons mijmert soms van een leven, een functie elders, een nieuw begin als wereldburger. Maar dan wel iemand die toegerust is met verhalen van individuele gevallen én de (toegepaste) macrogetallen over (mede) mensen in beweging. Misschien dat één boodschap daarom wat onrustig blijft bungelen, vooral voor wie gelooft slechts op doorreis te zijn, namelijk het slot van Der Wanderer: ‘Dort, wo du nicht bist, dort ist das Glück.’1
Noot
- 1.Der Wanderer van Georg Philipp Schmidt, door Franz Schubert getoonzet in 1816-1821.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.