Naar een revitalisering van de christendemocratie!
Samenvatting
Terwijl de wereld in 2022 grimmiger is geworden, dendert de politiek door alsof er niets veranderd is. Burgers zijn via sociale media van alles op de hoogte maar haken gefrustreerd af omdat ze via hun partijen, waaronder het CDA, nauwelijks invloed kunnen uitoefenen. Wrok en weerzin tegen een onmachtig Den Haag is het gevolg. Dat sentiment raakt ook het CDA. Om deze ontwikkeling te keren moet het CDA de huidige lethargie achter zich laten en radicaal vernieuwen. Te beginnen door het politieke primaat weer bij de partij te leggen en de communicatie met de burgers te herstellen.
Het jaar 2022 zullen we ons nog lang herinneren! Wat betreft de internationale verhoudingen heeft de Russische inval in Oekraïne ons beeld van veiligheid en vrede drastisch verstoord. Opeens is oorlog geen theoretische mogelijkheid meer, en dat bewustzijn hangt nu al bijna tien maanden over ons heen. Een clash of civilisations! De westerse leefwijze is de heer Poetin kennelijk een doorn in het oog.
Daarnaast zorgen onderwerpen als milieu, klimaat, energie, stikstof, landbouw, huisvesting, asiel en immigratie voor veel ophef. Aanpassingen worden gevraagd zonder dat er daarmee ‘licht aan het eind van de tunnel’ wordt geboden. Het lijken allemaal open-end-inspanningen. Als we nu, wat het asielbeleid betreft, statushouders gespreid huisvesten, is er dan in Ter Apel een probleem opgelost, of hebben we alleen ruimte gemaakt voor weer meer asielzoekenden? Met dus opnieuw problemen straks?
Versmelting van het politieke midden
Bij dit alles komt dat het politieke midden smelt. In 1986 hadden de vier ‘centrale’ partijen (PvdA, D66, CDA en VVD) 142 Kamerzetels. In 2021 was dat aantal teruggelopen tot 82, en in de laatste sondering van Peilingwijzer (oktober 2022) staat deze combinatie op 58 Kamerzetels. Het vertrouwde politieke huis verkruimelt, en het is niet zichtbaar wat daarvoor in de plaats komt. De zuilen zijn praktisch verdwenen, en ook geloven in kerkelijk verband is op zijn retour. Daarmee verdween ook de overzichtelijkheid van het bestaan.
De verticale lijnen uit het verleden lijken nu te worden vervangen door een horizontale indeling tussen (vaak) hoogopgeleide inwoners uit de Randstad, inwoners van het buitengebied en inwoners in de meer landschappelijke regio’s.1 Deze trend toont het beeld van een gemoderniseerde burger die los is komen te staan van de kaders uit het verleden. Het eigenbelang en het groepsbelang lijken te winnen van de erkenning van een algemeen belang. Eigen welzijn eerst!2
Schijnbaar ongelimiteerde vrijheid
Ondertussen hebben informatietechnologie en telecommunicatie vroegere barrières van tijd en plaats fundamenteel veranderd, en daarmee de reikwijdte van ons waarnemen en handelen. We kunnen overal alles en iedereen bereiken. We bestellen onze goederen, onze cultuur, ons amusement en zelfs onze sociale contacten online. En Oekraïne is even dichtbij als Utrecht. Zo wordt Nederland, ook door de Europese samenwerking, algauw partij in situaties die we vroeger afstandelijk beleefden.
De individueel ervaren vrijheid van burgers gaat samen met een collectief ervaren bedreiging vanuit wereld en maatschappij
En juist als we enigszins gewend zijn aan het omgaan met internet kondigen Meta (vroeger Facebook) en Microsoft aan hun investeringen in het driedimensionale internet (Metaverse) verder op te voeren, en zet Elon Musk zijn investering in Twitter toch door om met dat platform straks 1 miljard mensen te bereiken. Een ongekend mediabereik met wellicht ook politieke consequenties. Er ontstaat zo een schril contrast tussen wat we individueel allemaal kunnen en wat we kennelijk collectief niet tot stand kunnen brengen.
Het beeld ontstaat van een samenleving waarin de burger voor zichzelf een euforie van vrijheid ervaart en zichzelf als de maat der dingen ziet tegen de achtergrond van fundamentele veranderingen en bedreigingen in de maatschappij. Op zichzelf al een spookachtig beeld! En het wordt er niet beter op als we daarnaast de onmacht van politiek en bestuur meebeleven zoals die ons vanuit Den Haag bereikt. Een onmacht die betrekking heeft op de aanpak van problemen, het gebrek aan samenhang en daadkracht in de coalitie, en fundamentele tekortkomingen in de communicatie met belangengroepen en burgers. Ook al doordat partijen die geen deel uitmaken van de regeringscoalitie zich vrij kunnen uiten maar geen of zeer beperkte invloed op het beleid hebben, terwijl partijen die in de coalitie zitten wel invloed op het beleid hebben maar niet of nauwelijks vrijelijk kunnen spreken. Gevolg: onherkenbare besluitvorming en -uitvoering, met irritatie op alle niveaus als gevolg.
Staatkundige gevolgen
Als gevolg van al deze ontwikkelingen:
- ontstaat de noodzaak om de identiteit van de Nederlandse samenleving opnieuw te verwoorden en waar nodig te beschermen;
- verandert de economische realiteit in haar impact op de verhouding tussen kapitaal en arbeid;3
- verandert de verwachting van de burger met betrekking tot de rol van de overheid: het gaat minder om vanzelfsprekend gezag, en meer om bewezen kwaliteit in bestuur en dienstverlening;
- veranderen de rol en de taakuitoefening van de volksvertegenwoordiging en daarmee van politieke fracties. Op kwaliteit, kennis, ervaring en uithoudingsvermogen wordt een groot beroep gedaan. De noodzaak van invoering van een kiesdrempel dringt zich op; • verandert de positie van de burger in het politieke debat. Sociale media enzovoort verschaffen iedere burger de mogelijkheid om zich te uiten en te organiseren om politieke meningsvorming actief te beïnvloeden. Maar niet iedereen is daarin even handig, en zo ontstaan onevenwichtige beeldvorming, wrok en onbegrepen gevoelens.
Gezocht: politieke vitaliteit
Gelet op de taken waar politici voor staan is een revitalisering van de Nederlandse politiek aan de orde. Traditioneel mondt zoiets dan uit in een roep om de sterke man of een zakenkabinet. Maar daarmee doet Nederland zich tekort. In werkelijkheid zijn goede mensen en een uitgebreid instrumentarium beschikbaar, waarvan zowel regering als parlement zich kan bedienen om grip op de werkelijkheid te krijgen. Politieke partijen zouden bij zo’n revitalisering een belangrijke rol kunnen en moeten spelen. Dat geldt in ieder geval voor het CDA, vanwege zijn opvattingen over verantwoordelijkheid en de traditioneel gouvernementele houding. Maar in werkelijkheid verkeert het CDA in een existentiële crisis. De eerdergenoemde Peilingwijzer schat het aantal CDA-Kamerzetels nu op 7 tot 9. Een drastische koerswijziging is noodzakelijk!
Vernieuwing van de christendemocratie
Revitalisering van het CDA vergt dat de partij zich opricht om over haar eigen schaduw heen te stappen. Te lang heeft men lijdelijk ondergaan dat de historie kennelijk geen grote opdracht voor haar in petto heeft, gezien het verlies aan Kamerzetels en leden. Maar de werkelijkheid vergt ook te erkennen dat de resulterende bescheiden politieke positie het gevolg is van een gebrek aan visie, aan politieke overtuiging en aan effectieve communicatie. Het gevolg is een scherp dalend ‘marktaandeel’ en een organisatie die is stilgevallen. Het politieke debat is nagenoeg verstomd.
We moeten deze passieve houding van ons afschudden! Op dat punt volgen hierna enkele suggesties.
Het primaat van de politiek
Voor de politieke profilering van het CDA moet straks het primaat bij de partij liggen, en niet meer bij enkele politici in het kabinet of de Tweede Kamerfractie. Deze positiebepaling wordt gerealiseerd door het bestuur in interactie met leden, en uitgedragen door de partijvoorzitter. De laatste functie is allereerst strategisch en politiek van aard, en in mindere mate organisatorisch. De partijvoorzitter is ook de partijleider! Zij of hij moet het contact met de kiezers herstellen.
Om het primaat weer bij de partij en niet bij enkele politici te krijgen, moet de partijvoorzitter de partijleider worden
Het CDA-smaldeel in een regering verbindt zich aan een coalitieakkoord dat men, als de kunst van het haalbare, loyaal zal willen uitvoeren, aanvaardend dat er zo een zichtbaar verschil kan ontstaan tussen partijstandpunt en kabinetstandpunt.4 Dat moet dan maar! Het alternatief verlamt de partij.
Grondslag
Het christendemocratisch gedachtegoed van de partij is van grote waarde. De kern is dat haar leden en haar beleid zich bij de inbreng in de samenleving laten inspireren door het geloof dat de mens op aarde een missie heeft. Een missie én een verantwoordelijkheid. Het is aan ieder individueel om zich tot geloof, Bijbel en kerk te verhouden, maar binnen het CDA herkent men elkaar aan het functioneren van deze factor als opdracht en als bron van inspiratie. En als het goed is herkent de maatschappij CDA-politici om dezelfde reden. De zo beschikbare fundamentele visie op mens en samenleving moet worden omgezet in moderne begrippen die zich naar alle leeftijdsgroepen toe laten vertalen. En van daaruit kunnen onze maatschappijvisie en de praktische uitwerking daarvan voor iedereen zichtbaar worden.
Debat
Hoewel de rudimenten van een ooit levendige debatcultuur hier en daar nog wel aanwezig zijn, moet worden vastgesteld dat het stil is geworden in de, al dan niet elektronische, vergaderlokalen van het CDA. De archieven van het CDA liggen vol met rapporten van commissies die het beste voorhadden met de partij. Aanbevelingen genoeg, maar meestal werd daar weinig mee gedaan.
De rijksoverheid moet alle partijen een politiek neutrale IT-structuur aanbieden die hen helpt bij onderzoek, organisatie en communicatie
Zo is er een lezenswaardig essay uit 2019 beschikbaar, opgesteld door een groep actieve partijleden die in 54 pagina’s beleidsopties schilderen.5 Een goede bron van inspiratie voor politieke positionering. Maar de follow-up is onzichtbaar! Revitalisering van het CDA vergt dat de leden zich actief én effectief kunnen bezighouden met hoofdstukken van beleid via goed ingerichte en modern ondersteunde debatfaciliteiten. Daardoor kan gedachtewisseling en standpuntbepaling effectief vorm krijgen, en niet meer in rokerige zaaltjes worden verdrongen door de behoefte aan gezelligheid.
Organisatie en financiën
Het moet weer spannend en modern worden om je met politieke meningsvorming bezig te houden, en dat kan als moderne technologische hulpmiddelen, onderzoeksfaciliteiten en organisatieondersteuning beschikbaar worden gesteld. Dat vergt een professionele staf binnen de centrale organisatie van het CDA, en het vergt ook de bijbehorende financiële middelen.
Op al deze punten zijn er op dit moment grote tekorten, en een fundamenteel nieuwe visie op partijfinanciering hoort bij de beoogde revitalisering. Deze nieuwe visie baseert zich ook op het feit dat wat organisatie en financiën betreft de situatie in andere politieke partijen én in het parlement niet veel anders of beter is dan binnen het CDA. Daarom hier het pleidooi om een voor alle politieke partijen toegankelijke en politiek neutrale IT-infrastructuur te ontwikkelen waarmee het interne functioneren (denk aan onderzoek en overleg) en de externe communicatie van het politieke en parlementaire bedrijf op moderne wijze kan worden ondersteund.
Er bestaan nauwelijks nog grote politieke partijen die zo’n inspanning zelf zouden kunnen realiseren. Maar er bestaan wel degelijk heel grote marktpartijen die, na hun veroveringen op het gebied van amusement en sociaal berichtenverkeer, met belangstelling kijken naar de rol die ze zouden kunnen spelen op het gebied van maatschappelijke opinievorming.
We hebben er als Nederland en als Europa groot belang bij dat de democratie robuust en weerbaar functioneert. Ouderwetse opvattingen over het individuele Kamerlid aan wie het functioneren van de democratie zou zijn toevertrouwd, zonder deze de middelen te verschaffen om effectief te kunnen functioneren, zijn schadelijk voor het aanzien van de politiek en gevaarlijk voor de toekomst van ons land. Om die reden is het legitiem om van ons allemaal, via de rijksoverheid, de middelen te vragen die nodig zijn om het goed functioneren van partijen en parlementsleden te faciliteren.
Alles bij elkaar
Elk punt dat in het voorgaande werd aangevoerd vergt nadere uitwerking, maar dat heeft alleen zin als het CDA de noodzaak tot revitalisering onderschrijft. Het CDA in zijn huidige conditie staat er belabberd bij, en een serieus alternatief is niet zichtbaar. Dat is, gegeven het vrijgekomen politieke middenveld, zowel een probleem als een kans!
Een moderne samenleving vergt een moderne christendemocratie als een maatschappelijke beweging die weer een brug slaat tussen het individu en de samenleving. Als het CDA de beschikbare positie in het politieke landschap wil claimen, dient er overtuigend te worden ingegrepen.
Het politieke profiel van de partij moet dan nieuw onder woorden worden gebracht, de organisatie en de werkwijze moeten worden gemoderniseerd, en de communicatie naar de kiezer moet worden hersteld. En het effect moet zichtbaar zijn, allereerst voor de kiezers, want die beslissen over ons mandaat.
Kan dat allemaal? Naar mijn overtuiging: ja, dat kan. Maar een andere houding is dan nodig. En niet alleen een houding, maar ook gevoel voor de urgentie die hier aan de orde is. Zien we lijdelijk toe, of pakken we de handschoen op?
Dat het CDA er belabberd bij staat maar ook een serieus alternatief ontbreekt, is zowel een probleem als een kans
Het gaat in alle gevallen om overtuiging, kunde, daadkracht en vasthoudendheid. Op individueel niveau binnen het CDA in ruime mate voorhanden. Wat let ons?
Niet handelen kan ook. De afloop lijkt me voorspelbaar!
Noten
- 1.Zie: Josse de Voogd en René Cuperus, Atlas van Afgehaakt Nederland. Over buitenstaanders en gevestigden, december 2021.
- 2.Zie hiervoor: Roxane van Iperen, Eigen welzijn eerst. Hoe de middenklasse haar liberale waarden verloor. Amsterdam: Thomas Rap, 2022.
- 3.Thomas Piketty beschrijft in Een kleine geschiedenis van de gelijkheid (De Geus, 2022) de steeds schever wordende verdeling van de welvaart – ook weer een gevolg van de schaalvergroting die door technologie wordt mogelijk gemaakt en waarbij enkelen excessieve vermogens vergaren waar eerder een betere beloning van de factor arbeid geboden zou zijn.
- 4.Eind augustus ontstond er ruzie binnen het kabinet toen minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra (CDA) in een interview met dagblad AD pleitte voor een nieuwe start van het stikstofproces, ‘zonder dogma’s’. Het doel van 2030 noemde hij ‘niet heilig’ (Niels Klaassen en Hans van Soest, ‘CDA legt bom onder coalitie: “2030 is niet heilig”’, AD, 19 augustus 2022). Stikstofminister Christianne van der Wal (VVD) zei destijds dat het haar raakte: ‘Als je je zó inzet voor een dossier en dan zo’n interview leest.’ Premier Mark Rutte (VVD) vond Hoekstra’s publieke afkeuring van het coalitieakkoord lastig, maar ‘staatsrechtelijk nét kunnen’, omdat Hoekstra naast minister ook CDA-leider is (Philip de Witt Wijnen en Tristan Theirlynck, ‘Grote ruzie in kabinet na uitspraken Hoekstra’, NRC, 19 augustus 2022).
- 5.Jeroen Kremers, Lans Bovenberg, Raymond Gradus, Frank van den Heuvel en Bas van Os, ‘Verandering en vertrouwen. Oproep tot inhoudelijk debat vanuit het christendemocratisch midden van de politiek’, 21 april 2019.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.