Veel mensen komen buiten hun schuld in de schulden
Samenvatting
Gerechtsdeurwaarders zijn onafhankelijke bemiddelaars, die – tegen het gangbare beeld in – juist het welzijn van mensen met schulden op het oog hebben, zegt Chris Bakhuis, voorzitter van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders. Werkzaamheden schuiven steeds meer op in de richting van onbetaalde preventie-inspanningen. ‘In samenwerkingsprojecten met de overheid is een preventietarief op zijn plaats, wanneer we voorkomen dat iemand steeds verder in de schulden komt.’ Dat laatste ligt vaak niet aan de mensen zelf, aldus Bakhuis. ‘De grens tussen wel of geen grote schulden is flinterdun.’
Ik spreek met Chris Bakhuis, voorzitter van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG). Volgens haar is het vak fundamenteel veranderd, en doen clichébeelden hierover absoluut geen recht aan de werkelijkheid. ‘Mijn schatting is dat in circa tachtig procent van de gevallen het zetje van de deurwaarder net het duwtje in de goede richting is dat mensen nodig hebben om de financiële zaken weer op de rails te krijgen.’ Veel zaken worden dan ook minnelijk zonder tussenkomst van de rechter geregeld, voordat het geheel uit de hand loopt. Ook spreekt zij tegen dat er bij de inning van schuld sprake is van een verdienmodel dat mensen van de regen in de drup helpt.
Dat neemt niet weg dat er nog wel het een en ander te verbeteren valt om te voorkomen dat burgers in de geldproblemen komen. Te beginnen bij de overheid, die nu niet bepaald het goede voorbeeld geeft.
Kunt u aangeven hoe het vak van de deurwaarder zich ontwikkeld heeft?
‘Van oudsher is het beeld van de deurwaarder dat van iemand die beslag legt, executeert en ontruimt. Dat beeld bestaat nog steeds, maar de praktijk is veranderd. Nu proberen wij bij het innen van een vordering al het mogelijke doen te doen om de gang naar de rechter te voorkomen en de zaken in een eerder stadium te regelen: “in der minne schikken” heet dat dan. De rol is nu vooral contact maken aan de deur, nagaan wat de problemen zijn en hiervoor oplossingen zoeken. Uiteraard is onze wettelijke taak wel om te handhaven, maar dat is niet linksom of rechtsom beslagleggen en andere executiemaatregelen treffen. Dat is wel het clichébeeld van de deurwaarder dat is blijven hangen, zoals bijvoorbeeld neergezet in Karakter, de roman van Bordewijk, die de persoon van Dreverhaven neerzet: een hardvochtige man in een morsige regenjas met een dubbele rij knopen die uit is op ons geld en onze ondergang. Maar Dreverhaven bestaat allang niet meer.’

Chris Bakhuis
Wat voor organisatie is de KBvG?
‘Wij zijn geen belangenorganisatie voor schuldeisers, zoals weleens gedacht wordt, maar een onafhankelijke Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (PBO), een neutrale partij die tussen de schuldeisers en de burger in staat. Die schuldeisers kunnen diverse partijen vanuit de overheid zijn, bijvoorbeeld het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) voor de bekeuringen, de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), de Belastingdienst, gemeenten, maar ook de zorgverzekeraars, energieleveranciers, woningcorporaties of het mkb.’
‘Wij zijn een beroepsorganisatie compleet met een beroepscode, bijbehorende wet- en regelgeving en een toezichtstelsel. Gerechtsdeurwaarders zijn van rechtswege – tegen wil en dank, zeg ik weleens gekscherend – verplicht lid van de KBvG.’
‘We zijn vergelijkbaar met het notariaat, en vallen onder het bestuursrecht en het ambtenarenrecht. Overigens zijn we maar een kleine beroepsgroep als je het afzet tegen bijvoorbeeld de advocatuur, waar 17.000 mensen werken. In vergelijking daarmee: er zijn 630 deurwaarders verdeeld over 142 kantoren. Er werken in totaal zo’n 2500 tot 3000 mensen in deurwaardersland. Het werk richt zich niet alleen op het incasseren van vorderingen. De gerechtsdeurwaarder reikt bijvoorbeeld ook echtscheidingsverzoeken en faillissementsoproepingen uit, en kan mensen voor de rechter dagvaarden als getuige.’
U benadrukt vooral de bemiddelende functie tussen schuldeiser en schuldenaar.
‘Dat klopt. Wij zien voor onszelf vooral een coördinerende rol weggelegd, als een spin in het web in het schuldsaneringstraject. “Schuldenaar” vind ik overigens een vervelend woord; alsof degene die schuld heeft ook daadwerkelijk schuldig is. Ook hier zit de oude beeldvorming wat in de weg, denk ik, hoewel het wel nog steeds de geldende vaktermen zijn.’
Hoe groot is de schuldenproblematiek?
‘De afgelopen vijftien jaar zagen wij het aantal schulden enorm toenemen. Voor mensen was het moeilijk om hiermee om te gaan, ook omdat ze verschillende schuldeisers op hun dak kregen, die van elkaars bestaan niet afwisten. Om aan deze ongewenste situatie een einde te maken, hebben we als KBvG het Digitaal Beslagregister (DBR) ingericht, met bijbehorende wet- en regelgeving. Wanneer een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding gaat uitbrengen of beslag wil leggen, is deze verplicht eerst in het DBR te controleren of er door andere gerechtsdeurwaarders al beslagen zijn gelegd bij de betreffende schuldenaar. Als dat het geval is, moet de gerechtsdeurwaarder een afweging maken of de vordering verhaalbaar is binnen drie jaar. Is de vordering niet verhaalbaar, dan heeft de gang naar de rechter geen zin. Door het inrichten van het DBR is het aantal beslagleggingen fors afgenomen.’
‘Schuldenaar’ vind ik een vervelend woord; alsof degene die schuld heeft ook daadwerkelijk schuldig is
‘Eind 2021 waren er 3,1 miljoen dossiers in behandeling, goed voor 11,9 miljard euro aan vorderingen. Er werden 1,8 miljoen dossiers afgesloten, waarvan 52 procent succesvol, met een totaal aan hoofdsommen van 4,8 miljard euro.1 Uit onze cijfers over het eerste halfjaar van 2022 blijkt dat er een afname is van het aantal geopende executiedossiers, wat wijst op een toename van het aantal minnelijke betalingsregelingen die de gerechtsdeurwaarders administreren. Het zou heel goed zijn als dat nog meer zou kunnen worden. Dit aantal ambtshandelingen is, zoals gezegd, significant gedaald door het Digitaal Beslagregister. Het is overigens opvallend dat de Belastingdienst, als veruit de grootste en belangrijkste schuldeiser, niet bij het DBR is aangesloten. Het zou zo fijn zijn als dat wel het geval was!’
Waarom is dat niet het geval?
‘Ik weet het niet. Het zal vermoedelijk gaan om digitale problemen bij de Belastingdienst waardoor het een en ander niet tot stand komt. Ik neem tenminste aan dat hier geen onwil in het spel is.’
Zitten er nog meer voordelen aan het DBR?
‘Met de inrichting van het Digitaal Beslagregister is ook de beslagvrije voet geborgd. Met dit eenduidig en voor iedereen vast te stellen bestaansminimum – met behulp van een rekentool van de KBvG – is er geen onduidelijkheid meer. Vroeger buitelden verschillende schuldeisers over elkaar heen. Aan deze praktijk is nu een einde gekomen voor wat betreft de vorderingen die bij de gerechtsdeurwaarder in behandeling zijn. Onze rekentool, waarvoor we de informatie van het UWV gebruiken, is niet afhankelijk van informatie die burgers zelf moeten aanleveren. Dat hoort ook zo, want burgers die in een vervelende situatie zitten, zijn dikwijls murw geslagen en zitten bepaald niet op het aanleveren van extra informatie te wachten. Als er dan toch aan het bestaansminimum wordt getornd, kan de burger een klacht indienen bij de tuchtkamer. Ook dergelijke waarborgen horen bij het publieke stelsel waarbinnen wij functioneren.’
Toch zijn de aantallen mensen met schulden behoorlijk groot. Achter de getallen gaat veel leed schuil. Hoe kijkt u daartegen aan?
‘Mij is vooral duidelijk geworden dat de grens tussen wel of niet in de schulden komen flinterdun is. Je kunt zomaar je baan verliezen en een val in inkomen krijgen. Een binnenbrandje kan zo een uitslaande brand worden. Daarom is het ook zaak de kwestie zo tijdig en zorgvuldig mogelijk aan te pakken.’
Er wordt wel gezegd dat schulden te snel groeien door oplopende boetes, waardoor mensen van de regen in de drup komen. ‘De een zijn schuld is de ander zijn verdienmodel’, heet dat dan. Wat vindt u daarvan?
‘Ik heb moeite met de term “verdienmodel”. De tarieven voor de ambtshandelingen van gerechtsdeurwaarders zijn wettelijk vastgelegd. Het gaat om de kosten die daarmee verbonden zijn en een kleine vergoeding voor de geleverde inspanningen. Deze ambtshandelingen zijn de afgelopen jaren al fors afgenomen en strikt gereguleerd. Het is misleidend om in dit geval over “verdienmodel” te spreken, alsof winstbejag het onderliggende commerciële motief zou zijn. Dat is onjuist.’
‘Verder zijn er volop pilots waarin wij met gemeenten samenwerken in het kader van vroegsignalering. Ook van onze kant wordt er alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat de problemen niet groter worden dan ze zijn. Onze beroepsgroep is daarbij ook nog eens gebonden aan een beroepscode die zulk preventief handelen ook voorschrijft.’
De overheid is schuldeiser, vaardigt haar eigen dwangbevelen uit, en kan ook nog eens beslag leggen op inkomsten
Zou het niet goed zijn om het verdienmodel zodanig aan te passen dat deurwaarders vooral betaald krijgen voor inspanningen om problemen te voorkomen?
‘Afgezien van mijn eerdere bezwaren tegen de term “verdienmodel”, kan ik mij inderdaad voorstellen dat er in de samenwerkingsprojecten met gemeenten zoals die nu gestalte krijgen zoiets als een preventietarief komt. Dat zou een gezonde prikkel zijn. Nu is het zo dat onze preventie-inspanningen niet beloond worden, terwijl daarmee wel een heleboel toekomstige kosten bespaard worden. Het is overigens lastig om te bepalen hoe dat tarief eruit komt te zien en wie dat betaalt. Moet dat de gemeente zijn, omdat je voorkomt dat mensen met problematische schulden daar terechtkomen? Of moet dat de landelijke overheid zijn?’
Zou het niet goed zijn dat de automatische incasso’s van de overheid veranderen, zodat de onbetaalde rekeningen van burgers niet nodeloos oplopen?
‘Dit is een kwestie die niet de gerechtsdeurwaarders betreft, maar de overheid. Ik vind het vooral eigenaardig dat de overheid schuldeiser is en vervolgens haar eigen dwangbevel uitvaardigt en ook nog eens beslag kan leggen op inkomsten. Dat is vanuit de trias politica gezien een vreemde opeenstapeling van rollen en nogal in strijd met het idee van machtenscheiding. Het zou zuiverder zijn dat op het moment dat er niet betaald wordt, de zaak direct aan een gerechtsdeurwaarder en een daarmee verbonden incassobureau wordt overgedragen. Wij zijn een onafhankelijke instantie en wij worden gecontroleerd en op onze vingers getikt als we dingen fout doen.’
Hoe kan dat model van de machtenscheiding nader worden ingevuld?
‘Kijk bijvoorbeeld naar de huidige praktijk bij een bekeuring van het Centraal Justitieel Incassobureau. Als er na de eerste en tweede verhoging nog steeds niet wordt betaald, vaardigt het CJIB een dwangbevel uit en incasseert die zelf of via een deurwaarder. Het beste zou zijn dat als een vordering na een aanmaning niet gelukt is, de schuldeiser direct naar de deurwaarder gaat, omdat het eerste zetje door ons mensen vaak helpt om uit de problemen te komen. Daarna pas, als dat nodig mocht zijn, kan de rechter een titel uitvaardigen op basis waarvan de executie kan plaatsvinden. Dan zijn de rollen helder: de overheid als schuldeiser, de deurwaarder als uitvoerende macht, en de rechterlijke macht die ingrijpt als dat nodig is. Maar dan wel tegen een lager tarief dan nu gangbaar is. Je hebt nu griffierechten die bij een relatief kleine vordering al 128 euro kunnen bedragen. Voor vorderingen van 500 euro bedraagt het griffierecht al 322 euro. Dit terwijl de kosten voor het afgeven ervan laag zijn. Een tarief voor griffierechten van 50 euro zou al kunnen volstaan.’
Wat zouden wat u betreft nog meer veranderingen ten goede kunnen zijn?
‘Wij pleiten al langer voor transparantie van vermogen en de mogelijkheid tot inzage in de bankgegevens. Uitgangspunt is en blijft dat mensen in principe aan hun verplichtingen moeten voldoen. Als we een bank bevragen – en op basis van een uitspraak van de rechter kan dat –, dan wil je dat inzicht in mogelijk vermogen hebben. Als er geen geld of inkomen of vermogen is, valt er niets te halen. Maar als dat vermogen er wel is, liggen de zaken anders.’
Maak het kopen op afbetaling een flink stuk lastiger
Moet er dan niet ook een wettelijke verankering komen van het recht op een betalingsregeling ter bescherming van consumenten?
‘Rechters willen zo’n recht graag in de wet laten opnemen. Maar dat is in veel gevallen mosterd na de maaltijd. Een betalingsregeling is veelal onderdeel van het minnelijke traject. Als mensen bij de rechter komen, is dit al een gepasseerd station, en zijn de mogelijkheden voor een betalingsregeling al uitgeput. Ik begrijp de wens van de rechters, maar ik zie de toegevoegde waarde ervan niet zo.’
Welke tips heeft u nog meer om tot een verantwoorde omgang met schulden te komen?
‘Wij moeten er met z’n allen voor zorgen dat we de zware schuldenproblematiek vóór zijn. In dat kader geldt simpelweg: “Voorkomen is beter dan genezen.” De problemen beginnen soms al bij het aangaan van een verplichting. Het is te gemakkelijk om schulden te maken. Ik zou zeggen: maak daarom het kopen op afbetaling een flink stuk lastiger. Dat betekent overigens niet dat alle problemen beginnen bij het te veel kopen op afbetaling. Zoals al gezegd: de grens is flinterdun; iedereen kan in de schulden terechtkomen. Stel, je verdient tweeduizend euro netto en je raakt je baan kwijt. Dan kun je bijvoorbeeld met de vaste lasten al onder de streep uitkomen. Ook kunnen mensen die net een nieuw huis gekocht hebben en geconfronteerd worden met een nieuw energiecontract dat honderden euro’s duurder uitvalt, al snel van een koude kermis thuiskomen. Ook arbeidsongeschiktheid of een echtscheiding kan mensen in de penarie brengen. Kortom, mensen kunnen buiten hun schuld in de schulden terechtkomen. Daarbij is het belastingsysteem met allerlei toeslagen voor velen ook nog eens te ingewikkeld. Veel mensen die recht hebben op toeslagen maken er geen gebruik van omdat dat te ingewikkeld is of omdat ze niet weten dat ze er gebruik van kunnen maken. Problematisch is dat het doenvermogen van burgers door de overheid systematisch wordt overschat.’
Interview in het kort:
- Het vak van deurwaarder is ingrijpend veranderd in de richting van het voorkomen van het verder oplopen van kosten
- Voor deze inspanningen zou er een preventietarief moeten komen
- Via het Digitaal Beslagregister is het aantal beslagleggingen al drastisch teruggebracht
- De overheid geeft niet het goede voorbeeld en overschat het doenvermogen van burgers
Noot
- 1.Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders, Jaarverslag 2021. Initiatief en resultaat. Den Haag: KBvG, 2022, p. 6.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.