MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Artikel indienen
  • Abonnementen
    • Abonneren
    • Proefabonnement
  • Over CDV
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 2022 / nummer 3
PDF  

CDA en landbouw: boerenslimheid of boerenwijsheid?

Ton Duffhues
4 december 2025

Samenvatting

Het CDA doet er goed aan de vaak electoraal gedreven boerenslimheid van de korte termijn in te ruilen voor de boerenwijsheid die gericht is op de langere termijn. De partij is mede verantwoordelijk voor de crisis in de landbouw en ontkomt er daarom niet aan om moreel leiderschap te tonen. Scherpe keuzes zijn onvermijdelijk om boeren én burgers, landbouw én natuur van dienst te zijn. Daarvoor is aansluiting bij wat zich rond het boerenerf afspeelt, onontbeerlijk.

Bijna drie jaar geleden schreef ik voor CDV het volgende essay: ‘CDA en landbouw: historische intelligentie of erfelijk belast?’1 De gebeurtenissen daarna rond stikstof en andere vraagstukken met betrekking tot landbouw en natuur hebben me niet optimistischer gestemd over de keuzes die het CDA gemaakt heeft. De partij heeft haar historische intelligentie onvoldoende ingezet om die vraagstukken aan te pakken vanuit een breed waardeperspectief via een toekomstgerichte dialoog met alle betrokkenen. In korte notities kaart ik hierna enkele dilemma’s aan waarmee het CDA de afgelopen drie jaar is blijven worstelen, en plaats ze in het perspectief van boerenslimheid dan wel boerenwijsheid. ‘Boerenslimheid’ is voor mij synoniem met kort op de bal spelen, opportunisme en eigenbelang; ‘boerenwijsheid’ staat voor een langetermijnvisie en -aanpak en focust op collectief (maatschappelijk) belang.2

Het bestuurlijke drama rond stikstof

Het politiek-bestuurlijke drama rond stikstof kent vele markeringspunten. Het begon decennia geleden, in de jaren tachtig van de vorige eeuw, en heeft zich voortgesleept via een ketting van vooral bestuurlijk-juridische en technische trajecten. De stikstofkaarten van minister Van der Wal (juni 2022) en de uitspraak van de Raad van State over emissiearme stallen (september 2022) vormen het voorlopige sluitstuk. Als één partij had moeten weten dat ingekleurde kaartjes bij boeren argwaan oproepen, is dat het CDA wel. De lessen rond ruilverkavelingen en andere ruimtelijke reconstructies rond erf en land van boeren zijn kennelijk vergeten. Dat een minister van een andere partij hiervoor verantwoordelijk is, mag geen excuus zijn voor het CDA als coalitiepartij. In klassiek-bestuurlijke zin getuigt het mogelijk van daadkracht en boerenslimheid om meteen maar voor iedereen de grenspaaltjes – qua tijd en plaats – vast te zetten; vanuit het oogpunt van draagvlak en betrokkenheid valt het echter niet onder boerenwijsheid.

Stikstof en andere prangende vraagstukken rond landbouw en voedsel zijn te lang op hun beloop gelaten, alsof er vanzelf wel een oplossing zou komen: komt tijd, komt raad. Dit opportunisme heeft te maken met het onwankelbare geloof in zowel technisch kunnen als innovatief ondernemerschap en krachtige netwerken. Voor het CDA als politieke partij gold dit als vrijbrief om (te) lang op dezelfde voet door te gaan: er werd nauwelijks sturing gegeven, men volgde slechts de bestaande weg rechtdoor. Dit optimisme over een bij veel boeren en gevestigde agrobelangen passende koers, heeft de partij blind gemaakt voor een groeiende onderstroom van nieuwe maatschappelijke bewegingen rond landbouw en voedsel, alsmede voor de neveneffecten op sociaal en ecologisch gebied voor boeren en natuur. Het CDA kan zich niet onttrekken aan medeverantwoordelijkheid voor de kritieke situatie die is ontstaan. Vanuit zelfkennis en nederigheid zijn wel degelijk lessen te leren die de grondslag kunnen vormen van een nieuwe koers. De uitdaging is om moreel leiderschap te tonen en inspirerende verbindingen te leggen tussen traditionele waarden als rentmeesterschap, zorg voor Moeder Aarde, sociale rechtvaardigheid en subsidiariteit met de huidige en toekomstige uitdagingen rond klimaat en stikstof.

Draagvlak: kiezers of principes

De spanning in de partij moet te snijden zijn, nu uit peilingen blijkt dat de BoerBurgerBeweging veel boeren naar zich toe trekt en veel aandacht heeft in zowel traditionele als social media. Het doet pijn als plotseling een concurrent ten tonele verschijnt die vertrouwen wekt bij een snelgroeiend deel van de achterban op een terrein waar het CDA zich tot voor kort superieur waande. Door plotseling afstand te nemen van een door de regeringscoalitie overeengekomen deadline van 2030 voor het halen van de gewenste stikstofnormen, heeft CDA-partijleider Hoekstra die spanning binnen de partij en bij haar agrarische kiezers niet kunnen wegnemen. Het is te hopen dat deze al te opzichtige boerenslimheid van de partijleider binnen de partij ruimte heeft gecreëerd voor indringend beraad over principes en standpunten. De tijd van het CDA als plattelandspartij is al lang voorbij.

Dat one-issuepartijen als de BoerBurgerBeweging de rouw over dit verlies weten aan te wakkeren, geeft aan dat de partij nog steeds met die erfelijke belasting worstelt.

Stikstof en andere prangende vraagstukken rond landbouw en voedsel zijn te lang op hun beloop gelaten

Loslaten en afstand nemen

Wat opvalt in het maatschappelijke en politieke debat rond stikstof en andere gevoelige kwesties rond landbouw, is de framing. De slogan ‘Nooit meer honger’ van Sicco Mansholt dateert van driekwart eeuw geleden, maar komt voortdurend terug als legitimering voor de ontwikkelingen die de Nederlandse landbouw tot op de dag van vandaag doormaakt op het pad van schaalvergroting, intensivering en specialisatie.

Ik zie dit als een te gemakkelijk en eenzijdig frame, omdat het tekortschiet voor drie generaties van boeren en directbetrokkenen die telkens nieuwe keuzes hadden kunnen maken en ook gemaakt hebben. Een soortgelijk mechanisme ter legitimering geldt voor ‘Zonder boer geen voer’, ‘Wij voeden de wereld!’ en meer van dat soort slogans. Het is niet zo moeilijk om deze uitspraken op basis van feiten te weerleggen, maar veel lastiger om de achterliggende emoties van onbegrip en slachtofferschap op waarde te schatten en te verbinden met nieuwe perspectieven. Om niet in de val van de defensieve framing te vallen, is er nood aan nieuwe taal en begrippen. Dé boer bestaat niet; erken daarom de diversiteit in opvattingen en praktijken, ook in het beleid. In het verlengde hiervan zijn ook centrale begrippen als ‘ondernemer’, ‘ondernemerschap’, ‘ontwikkeling’, ‘gemeenschap’ en ‘vrijheid’ aan herijking toe. De dominante taal en begrippen van de laatste drie à vier decennia passen niet meer. Het getuigt van boerenwijsheid om samen met betrokkenen deze begrippen nieuwe betekenissen te geven.

Het is zaak de samenhang te bewaken van wat er van de verschillende bestuurlijke niveaus aan wetten, regels en voorschriften op het boerenerf terechtkomt

Sterke netwerken en losse eindjes

Wie zou als boer niet enigszins de weg kwijt zijn? Op het boerenerf komen veel verschillende werelden bij elkaar. In de eerste plaats die van gezin en familie, buren, collega’s en eventueel werknemers. Minder nabij, maar wel aanwezig zijn de zogenoemde erfbetreders met een zakelijk belang, variërend van bank, afnemers, leveranciers, adviseurs, controleurs tot accountants. Ook de bezoekende burger/ consument valt in deze kring. Daarbij komt dan de representatie via wetten, regels en voorschriften van Europa en de nationale, provinciale en gemeentelijke overheden. Ieder zingt zijn eigen lied, en de boer moet er een enigszins verstaanbare melodie uit halen om met zijn bedrijf verder te kunnen. Met veel valse en losse noten valt dit niet mee. Sommigen besluiten alleen nog maar naar zichzelf te luisteren en houden zich verder doof voor alles wat afwijkt van hun eigen melodietje. Anderen lopen vast in de kakofonie van geluiden, weten het niet meer, verzetten zich of kijken lijdzaam toe hoe de tijd hen inhaalt. Ten slotte zijn er boeren die de meerstemmigheid verstaan en dan proberen hun stem hierin mee te laten klinken. Hoe dan ook, op het boerenerf is sprake van een kluwen van individuele, private en publieke belangen – van lokaal tot mondiaal – die elk hun eigen logica en regels volgen. Er lag en ligt een belangrijke opdracht voor een partij die zich het lot van boeren en het belang van een volhoudbare landbouw aantrekt om in haar beleidsvisie de vele losse eindjes aan elkaar te knopen en vooral de samenhang – qua inhoud én tijd – te bewaken van wat er van de verschillende bestuurlijke niveaus aan wetten, regels en voorschriften op het boerenerf terechtkomt. Dit zal het CDA helpen om gewenste en ongewenste ontwikkelingen en maatregelen voor boeren én burgers tijdig en beter te duiden, en om zelf een consistentere en geloofwaardige koers te varen.

Politieke en maatschappelijke arena

Als betrokken burger kan ik het nauwelijks nog aanzien hoe de politieke arena gereduceerd wordt tot een schouwspel dat de toeschouwer moet vermaken. Elkaar vliegen afvangen, niet op de bal maar op de man of vrouw spelen – met kijkcijfers en peilingen als dagelijkse graadmeter voor succes. Als antropoloog kijk ik anders, en zie ik deze ‘grote’ politiek in parlement en raadzaal als een ingewikkeld spel met geschreven en ongeschreven regels en rituelen. De deelnemers – politici en partijen – raken erin verstrikt en gaan zelf geloven dat hun arena een spiegel van de realiteit is. De enige manier om hieraan te ontkomen is, lijkt mij, voortdurend en intensief te participeren in de maatschappelijke arena. Haal de samenleving naar binnen door te horen en te zien wat er bij burgers leeft rond landbouw, voedsel en natuur. Hoe verhelderend en inspirerend kan het zijn om kennis te nemen van de wijze waarop veel nieuwe burgercollectieven vraagstukken oppakken rond gemeenschapsvorming, gebiedsinrichting, gebruik en beheer van collectieve middelen (land, kapitaal, kennis) en opschaling? De wereld, die voor velen groot en complex voelt, brengen zij terug tot een kleinere, menselijke maat, niet uit angst of ter verdediging van het eigen erf (populisme, nationalisme), maar vanuit het besef dat nabijheid het vertrekpunt is voor meer openheid en verbondenheid met mens en natuur als ongedeelde schepping.

Om een voorbeeld te noemen: de Herenboerderij, waarbij 200 huishoudens eigenaar zijn van een coöperatieve boerderij en een boer in dienst nemen. Een drietal principes gelden als leidraad: economisch gedragen, sociaal en cultureel verbonden, en natuurgedreven. Een levend voorbeeld van een door waarden gedreven aanpak. Wat dit en veel andere burgercollectieven vanuit ‘rentmeesterschap’ bijzonder maken, is dat burgers leren omgaan met de verdeling van schaarste: genoeg is voldoende. Daarnaast hanteren ze een strategie van opschaling die past bij de behoefte van veel burgers om zelf zeggenschap te houden. Geen verticale structuren en schaalvergroting door fusies, maar polycentrische netwerken waarin onderlinge verbondenheid en behoud van autonomie samengaan. Kortom, nieuwe praktijkvoorbeelden voor het CDA, met zijn van oudsher sterke affiniteit met coöperaties en maatschappelijke verenigingen’.

CDA: sluit aan bij nieuwe praktijkvoorbeelden

Het CDA staat voor een dilemma: in de politieke arena telt vooral boerenslimheid, maar in de maatschappelijke arena vindt boerenwijsheid meer weerklank. Boerenslimheid werkt uiteindelijk niet, omdat vroeg of laat altijd ontmaskering volgt. Als kompas voor een koers naar een duurzame toekomst van partij, landbouw en natuur, blijft dus alleen boerenwijsheid over.

Noten

  • 1.Ton Duffhues, ‘CDA en landbouw: historische intelligentie of erfelijk belast?’, Christen Democratische Verkenningen 39 (2019), nr. 4, pp. 24-28.
  • 2.Anselm Grün, Ton Duffhues en Hein Pieper, Boerenwijsheid. Inspiratiebron voor een duurzame samenleving. Kampen: Ten Have, 2010.
Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 4, winter 2025

ABONNEER je nu Laatste editie VORIGE editie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Christen Democratische Verkenningen
t.a.v. drs. M. Janssens

Postbus 30453
2500 GL Den Haag

marc.janssens@wi.cda.nl

 

 

 

Administratie

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl