MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Artikel indienen
  • Abonnementen
    • Abonneren
    • Proefabonnement
  • Over CDV
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 2022 / nummer 3
PDF  

Revitalisering vrijheid van onderwijs nodig

Marc Janssens, Sophie van Bijsterveld, Bert Jan Lietaert Peerbolte
4 december 2025

Samenvatting

De onderwijsvrijheid zoals die nu wordt ingevuld, is op sterven na dood, omdat leerlingen en scholen vanuit Den Haag vooral gewaardeerd worden voor zover zij bijdragen aan dominante, door het liberalisme gestempelde verwachtingen. Het onderwijs moet weer echt vrij worden, zodat het aansluit bij wat groepen en personen vanuit zichzelf bij te dragen hebben.

De onderwijsvrijheid ligt geregeld onder vuur, bijvoorbeeld als er weer eens een school op religieuze grondslag negatief in het nieuws gekomen is. Vaak is dat een islamitische of reformatorische middelbare school die serieus werk maakt van haar religieuze identiteit, maar daardoor ook in aanvaring kan komen met de dominante interpretatie van de waarden vrijheid en tolerantie in de Nederlandse samenleving.1 Opvallend genoeg zijn het echter juist veel reformatorische en islamitische basisscholen die goed scoren bij de jaarlijkse eindtoets.2 Een religieuze overtuiging staat dus de kwaliteit van een school niet in de weg.

Gevolg van de periodieke nieuwsberichten is dat het debat over de vrijheid van onderwijs zich over een betrekkelijke smal spoor uitstrekt. Niet de waarde van de onderwijsvrijheid staat centraal, maar de vraag wat te doen met scholen die er volgens de meerderheid verouderde of verontrustende visies op na houden. Wat mag nog net wel, en wat kan echt niet meer onderwezen worden, is dan de vraag. Niet vrijheid maar afgrenzing vormt dan het speerpunt, iets wat ook zichtbaar is rond de komst van nieuwe scholen, zoals de Renaissancescholen die vanuit Forum voor Democratie worden opgericht. Als de onderwijsvrijheid dergelijke scholen voortbrengt, moet ze dan niet afgeschaft, ingeperkt of in ieder geval gemoderniseerd worden? Diverse politici van GroenLinks, D66, PvdA, VVD en Volt laten zich zo nu en dan in zulke bewoordingen uit. De PvdA bereidt zelfs een wetsvoorstel voor wijziging van de Grondwet voor, waarin ze onder andere een acceptatieplicht wil vastleggen.

De positie van de christendemocratie en de christelijke partijen is in dit debat een bijzondere. Christendemocraten wordt vaak verweten dat zij enkel in de verdediging kruipen en willen vasthouden aan ‘hun eigen scholen’, en zodoende modernisering van de onderwijsvrijheid tegenhouden. Indirect zouden zij zich zelfs schuldig maken aan segregatie, omdat bevolkingsgroepen los van elkaar in aparte scholen opgroeien. Dat katholieke en protestants-christelijke scholen juist het minst bijdragen aan segregatie, is aan dovemansoren gericht.3 Hun bestaan rechtvaardigt immers ook het bestaan van scholen die er in de meerderheidsopvatting ‘extreme’ visies op na houden.

Eenheidsdeken

In dit themanummer willen wij het debat over de vrijheid van onderwijs van een andere kant benaderen en een vernieuwing van de invulling van de onderwijsvrijheid bepleiten. Want als er iets gezamenlijks uit de bijdragen in dit nummer naar voren komt, is het dat er wel degelijk iets mis is met de onderwijsvrijheid in Nederland. Dit betreft echter niet zozeer de uitwassen van kleine, zogenaamd extreme groepen in de samenleving, maar veeleer de eenheidsdeken die de dominante, vooral door het liberalisme gestempelde, cultuur over het onderwijs heeft uitgespreid. Scholen hebben zich zozeer in de mangel van dit denken gewrongen dat er van een eigenheid en vrijheid zelfs bijzonder weinig overblijft, zo betogen diverse schrijvers en geïnterviewden, onder wie theoloog Erik Borgman, hoogleraar Gerdien Bertram-Troost en vertegenwoordigers van onderwijsorganisatie Verus, vereniging voor katholiek en christelijk onderwijs.

Gevolg van deze dominantie die mede van overheidswege wordt afgedwongen, is dat de meerderheid in de samenleving wel roept dat iedereen uniek is en dat diversiteit een belangrijke waarde is, maar dat de meeste scholen erg op elkaar zijn gaan lijken. Borgman maakt de vergelijking met de omroepwereld: ook daar zijn de oude op de verzuiling gebaseerde omroepverenigingen een slap aftreksel geworden van wat ze eens waren, en hebben ze plaatsgemaakt voor een gemeenschappelijk efficiency- en marktdenken. Het bijzondere is volgens hem echter dat scholen zich hiervan nauwelijks bewust zijn, en dat ook gerenommeerde adviesorganen als de WRR en de Onderwijsraad in rapporten blijk geven van een denken dat scholen te weinig echte vrijheid laat. Leerlingen moeten opgeleid worden om bij te dragen aan de toekomstige samenleving, maar de inhoud daarvan is van tevoren al ingevuld, zo luidt de kritiek van diverse auteurs in deze CDV. Van toekomstige burgers wordt immers verwacht dat ze hun steentje bijdragen aan de economische ontwikkeling van Nederland, en dat ze qua overtuiging, waarden en normen niet te ver van de opvattingen van de meerderheid afwijken.

In dit themanummer wordt een andere opvatting van de onderwijsvrijheid bepleit, een die weer aansluit bij wat werkelijk vrijheid is: vanuit de eigen overtuiging een bijdrage aan een goede samenleving leveren. Opvallend genoeg is het deze visie die ook oorspronkelijk aan de basis van de onderwijsvrijheid lag. Historicus John Exalto betoogt in zijn bijdrage dat het standaardbeeld dat de liberalen in 1917 min of meer contrecoeur de onderwijsvrijheid aan de confessionelen hebben gegund in ruil voor het algemeen kiesrecht, niet correct is. Het waren juist grote liberale politici als Thorbecke en Cort van der Linden die er diep vanbinnen van overtuigd waren dat niet de overheid maar de groepen in de samenleving het onderwijs moesten verzorgen, omdat dit de samenleving als geheel ten goede kwam. Na de Tweede Wereldoorlog hebben de christendemocraten de onderwijsvrijheid als hun ‘kroonjuweel’ omarmd, maar feitelijk is dit dus eerder een kroonjuweel van Cort van der Linden, aldus Exalto.

Ook de bestuurskundigen Marlies Honingh en Lars Stevenson betogen dat de onderwijsvrijheid uit 1917 juist goed past in de huidige laatmoderne samenleving, waar een veelheid aan identiteiten en wereldbeelden naast elkaar bestaan. Afschaffing van de onderwijsvrijheid of inperking daarvan zou volgens hen dan ook een eenheid veronderstellen of forceren die er in de praktijk helemaal niet is.

De invulling van de onderwijsvrijheid op basis van de verzuiling mag dan zo goed als dood zijn – ondanks het feit dat er nog altijd meer bijzondere dan openbare scholen zijn4 –, een revitalisering van de onderwijsvrijheid is juist nu urgent. Betekent dit dat we daardoor de spanning in de samenleving kunnen onderdrukken? Juist niet. In de artikelen die specifiek gaan over het islamitisch en reformatorisch onderwijs wordt terecht betoogd dat moslims en reformatorische christenen een waardevolle bijdrage aan de samenleving willen leveren, maar dat dit soms op gespannen voet staat met de dominante cultuur in Nederland. Zo stellen betrokkenen in het islamitisch onderwijs dat een goede moslim ook een goed burger van Nederland moet zijn, maar ervaren sommigen wel dubbele standaarden in hun bejegening vanuit het politieke en maatschappelijke debat. Enerzijds mogen moslims geen hoofddoek dragen op het werk, anderzijds wordt van hen verwacht dat ze homoseksualiteit niet alleen tolereren, maar ook accepteren.

Vanuit reformatorisch perspectief betogen Kees de Groot en Jaco Brink dat het reformatorisch onderwijs gebaat is bij de Nederlandse rechtsstaat en daaraan uit volle overtuiging wil bijdragen. Maar tegelijk ervaren ze spanning als het gaat om de dominantie van ‘seculier mainstreamdenken’, dat haaks staat op de eigen overtuiging. Juist die spanning is volgens hen echter nodig voor een vitale pluriforme samenleving. Als de meerderheidsopvatting over de minderheidsopvatting heerst, is de spanning weliswaar afwezig, maar is ook de pluriformiteit verdwenen.

‘De onderwijsvrijheid is eerder een kroonjuweel van de liberaal Cort van der Linden’

Riskante vrijheid

Democratie is niet voor bange mensen, en juist deze nieuwe invulling van de vrijheid van onderwijs sluit bij die overtuiging aan. Onderwijsvrijheid is ergens een riskante vrijheid, stellen Mark Buck en Berend Kamphuis, omdat leerlingen en ook scholen – in jouw ogen – verkeerde antwoorden kunnen geven. Jenny Vermaas, CDA-raadslid in Westland, zegt in een interview eerlijk dat ze het jammer vindt dat meisjes op een islamitische basisschool niet gestimuleerd worden om aan sport te doen. Tegelijk is het haar vaste overtuiging dat de integratie niet geholpen is wanneer van één type onderwijs gezegd wordt: dat willen we niet.

Omdat onderwijs niet waardenvrij is, levert vrijheid van onderwijs per definitie spanning op, en dat is maar goed ook. Volgens Lobke Vlaming van de stichting Ouders & Onderwijs zorgt de vrijheid er nu voor dat de inspectie vaak te laat ingrijpt als de kwaliteit op een school te wensen overlaat. De overheid zou dan ook in bepaalde gevallen dichter op de huid van scholen moeten zitten, bepleit ze in een interview. En Jan Jacob van Dijk staat stil bij de vraag of de – op zich nobele – kansengelijkheid wel een rechtvaardige samenleving oplevert. In de praktijk blijkt dat leerlingen onbewust gedwongen worden een ‘zo hoog mogelijk’ diploma te halen, met alle frustraties van dien. Uiteindelijk staat daarmee niet de leerling of het kind centraal, zoals een veelgehoord adagium luidt, maar de visie die veel volwassenen, inclusief beleidsmakers en politici, aan leerlingen opleggen. Dat is eveneens de overtuiging van pedagoog Gert Biesta, die stelt dat er in het debat over de vrijheid van onderwijs één grote afwezige is: het kind zelf, dat tegenwoordig aan allerlei eisen moet voldoen.

Met dit themanummer hopen wij het debat over de vrijheid van onderwijs op zo’n manier nieuw leven in te blazen dat het loskomt uit de oude loopgravenoorlog van ‘goed’ of ‘achterhaald’. De huidige onderwijsvrijheid is een onrustig bezit, deels omdat ze in een ontzuilde samenleving achterhaald lijkt te zijn, maar vooral omdat er steeds minder afwijkende visies worden getolereerd. Het gevolg kan zijn dat dergelijke visies dan maar ondergronds gaan en zich uit de samenleving terugtrekken. Dat is niet alleen jammer – omdat het de dynamiek uit de samenleving haalt en collectieve oogkleppen creëert die ervoor zorgen dat we het missen als de ander onverwacht toch iets waardevols te zeggen heeft – maar ook gevaarlijk – omdat wat ondergronds zit bij gebrek aan lucht en licht kan gaan etteren totdat het als pus weer opkomt.

Het gevaar is dat niet de leerling of het kind centraal staat, maar de visie van volwassenen

Onderwijs is een groot goed, omdat jongeren aan de hand van anderen kunnen leren hoe zij vrijheid en autonomie kunnen verwerven, zoals Erik Borgman stelt. Dat is een wezenlijk andere visie dan de liberale, die ervan uitgaat dat jongeren al vrij en autonoom zijn, waardoor hun ontdekkingstocht in het onderwijs ontdaan wordt van alle mogelijke spanning en avontuur. Als politiek en samenleving die vrijheid van onderwijs weer centraal stellen, komt de pluriformiteit in de samenleving weer tot haar recht, en daarmee datgene wat jongeren samen en elk afzonderlijk te bieden hebben aan het geheel. Het is hard nodig dat de vrijheid van onderwijs nieuw leven ingeblazen wordt.

Noten

  • 1.Een eerste voorbeeld is het Cornelis Haga Lyceum, dat in 2019 in het nieuws kwam omdat er sprake geweest zou zijn van salafistische invloeden. Hiervan werd de school later vrijgesproken. Een ander voorbeeld is het reformatorische Gomarus College, dat in 2021 het nieuws haalde omdat de school kinderen verplicht had om hun ouders over hun homoseksuele gevoelens te vertellen.
  • 2.Dit bleek onder andere in 2020, bij de jaarlijkse toets die RTL Nieuws uitvoert. Zie: Jasper Bunskoek, ‘Zo scoren basisscholen in jouw buurt op de eindtoets’, website RTL Nieuws, 9 maart 2020.
  • 3.Willem Boterman en Inge de Wolf, ‘Woonsegregatie bepaalt in grote mate schoolsegregatie’, Economisch-Statistische Berichten 103 (2018), nr. 4768, pp. 536-539. Zie ook het interview met Erik Borgman in dit CDV-themanummer.
  • 4.Volgens het CBS waren er in het schooljaar 2021-2022 in totaal 430.913 leerlingen op openbare scholen voor primair onderwijs, tegen 1.047.025 leerlingen op bijzondere scholen. In het voortgezet onderwijs waren er 249.942 leerlingen op openbare scholen, en 679.729 op bijzondere scholen. Zie https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/03753/table?fromstatweb
Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 3, herfst 2025

ABONNEER je nu Laatste editie VORIGE editie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Christen Democratische Verkenningen
t.a.v. drs. M. Janssens

Postbus 30453
2500 GL Den Haag

marc.janssens@wi.cda.nl

 

 

 

Administratie

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl