Naar een Europese federale unie
Samenvatting
‘Wij leven in een bezeten wereld. En wij weten het’, zo waarschuwde historicus Johan Huizinga in 1935.1 Dit geldt onverkort voor de wereld van vandaag. De inval in Oekraïne, de klimaatcrisis, massale migratie en pandemieën zullen hopelijk leiden tot een versnelling van het integratieproces van de Europese Unie. Wopke Hoekstra, onze minister van Buitenlandse Zaken, zei het treffend in zijn Europarede van 9 mei jongstleden: ‘We hebben meer Europese slagkracht nodig voor het beschermen van onze democratie, onze waarden, onze vrijheden, onze economie, onze manier van leven.’2 Meer Europese slagkracht vraagt om verdere Europese integratie. In het laatste nummer van CDV waarschuwt Eddy van Hijum voor een Europese superstaat. Hij pleit voor subsidiariteit en vreest federalisering en verlies van soevereiniteit.3 Die vrees van mijn oud-fractiegenoot deel ik niet. Dit artikel is een pleidooi voor verdergaande Europese integratie, wat door sommigen ‘federalisering’ wordt genoemd. De vrees dat federalisering leidt tot verlies van soevereiniteit levert halfslachtige keuzes op, waardoor de Nederlandse burger onvoldoende wordt meegenomen in het onvermijdelijke proces van verdere integratie. Federalisering, waarbij verantwoordelijkheid zo veel mogelijk gespreid wordt naar regionaal en nationaal niveau, zal juist meer subsidiariteit en behoud van soevereiniteit opleveren. De termen ‘soevereiniteit’ en ‘federalisme’ zijn aan herijking toe. Soevereiniteit betekent nu al niet meer wat het ooit betekende, en een verder uitgebouwd Europees federatief model zal een federatie sui generis zijn, onvergelijkbaar met bestaande federatieve staatsvormen.
Onbeperkt toegang tot het online archief?
Wilt u dit artikel en alle andere artikelen in het archief onbeperkt kunnen lezen?
Log in of neem een abonnement.
© 2009-2023 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.