Oekraïne moet versneld lid worden van de EU
Samenvatting
Met de ondertekening van het Verdrag van Maastricht in 1992 heeft de EU de vorm gekregen die ze vandaag nog altijd heeft. Dat verdrag is ondertekend in mijn eigen provincie, Limburg. Misschien dat ik mij daarom altijd onbewust verbonden voel met het Europese project. Dat project is vaak stroperig; proactief beleid wordt geremd door talloze deelbelangen en eindeloos overleg. Grote stappen voorwaarts lijken telkens voort te komen uit crises. De discussie over toetreding van Oost-Europese landen was dan ook jarenlang een kort gesprek. En toch lijken we nu plots aan de vooravond te staan van de grootste koerswijziging sinds Maastricht. Daarom moeten we het gesprek zorgvuldig voeren.
De oorlog in Oekraïne bewijst hoe het onmogelijke ineens toch mogelijk blijkt. In een paar maanden tijd is er een zestal sanctiepakketten tot stand gekomen en ligt Europees lidmaatschap voor Oekraïne, Moldavië en Georgië, alle drie bedreigd door Rusland, op de Europese gesprekstafel. Het is goed dat we dit gesprek voeren. Wel merk ik dat de dialoog bestaat uit onderbuikgevoelens en emotie. Hoewel ik het sentiment begrijp, is een fundamentele discussie over uitbreiding van de Unie er niet mee gebaat wanneer de inhoud het aflegt tegen het sentiment. Versneld lidmaatschap is geen doel, het is een middel. Het daadwerkelijke doel is perspectief. Vanuit een waardeperspectief en een strategisch perspectief pleit ik daarom tegen een versneld lidmaatschap voor Oekraïne.
Waarden
De EU is primair een waardegemeenschap. Het economische belang is nooit het doel geweest, maar werkt als middel om landen dichter bij elkaar te brengen. Een waardegemeenschap kan niet bestaan zonder overtuigend gemeenschappelijk verhaal. Dat vergt leiderschap met een politiek van hoop, tegen angst en cynisme. Het gedachtegoed van de christendemocratie past bij dat Europese verhaal. Kijk naar het EVP-congres in Rotterdam, waar we collectief uitspraken als EU schouder aan schouder te staan met Oekraïne. Met kernwaarden als barmhartigheid en solidariteit zijn wij het als christendemocraten aan de Oekraïners verplicht hen te steunen.
Toch laat de geschiedenis van het Europese project ook zien dat uitbreiding gepaard gaat met twijfel en onrust. Belangen van de Unie zoals vrede en welvaart moeten collectief gewaarborgd blijven. Zal versnelde toetreding ertoe leiden dat we onze en de Oekraïense belangen nu én morgen blijven waarborgen? Het zal de oorlog niet plots doen verdampen. En hoe kunnen we onszelf overtuigen dat Oekraïne versneld lid mag worden, als landen in de westelijke Balkan al jaren wachten op perspectief? Als we onze waardegemeenschap willen uitbreiden, kan dat alleen met een eerlijk, realistisch en acceptabel perspectief voor onszelf en de ander.
Perspectief op toetreding na de oorlog is voor nu de juiste keuze
Het strategisch belang
De verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog waren nodig om stappen te zetten richting integratie, vrede en collectieve welvaart. De gedachte hierachter was dat onderling oorlog voeren onmogelijk zou worden als kolen en staal gezamenlijk werden beheerd. Van wantrouwen naar samenwerken als het gemeenschappelijke strategische belang. Nu is er weer een oorlog op ons continent nodig die ons noodzaakt om een stap terug te doen en te reflecteren op hoe het zover heeft kunnen komen. We sloten geleidelijk aan de vensters van onze waardegemeenschap; enkel het economische belang keek nog naar buiten.
Het strategische belang van onze waardegemeenschap zien we nu eindelijk weer in. Het afgelopen decennium, met de opkomst van China als wereldspeler, toont dat de Unie niet enkel met een economische bril op naar de wereld kan blijven kijken. We moeten proactief inschatten of Europese landen die zich verbonden voelen met onze waarden bedreigd worden. De sancties richting Rusland tonen dat we die inschatting kunnen maken. Het tot het uiterste tegenhouden van de Russische agressie geeft ook ons een morele verantwoordelijkheid op perspectief. Dit zal een mentale opsteker zijn voor het Oekraïense volk en een domper voor Poetin. Het toelaten van een land in oorlog tot de Unie kan onze strategische autonomie verzwakken, terwijl een toetreding ná de oorlog er juist voor kan zorgen dat we samen sterker staan als Europese wereldmacht. Via wederopbouw en een Europees marshallplan. Perspectief op toetreding na de oorlog is daarom voor nu de juiste keuze.
Conclusie
De Kopenhagencriteria vormen de ratio voor toetreding. Versnelde toetreding zou betekenen dat deze criteria (deels) niet meer opgaan. Die criteria zijn er echter niet voor niets. Oekraïne staat onder aan de corruptieranglijsten en het overheidsapparaat moet hervormd worden. Hard om te zeggen, maar wel een eerlijk verhaal. Want als deze eisen niet meer gelden voor Oekraïne, hoeven andere kandidaten zich daar dan nog aan te houden? Ik ben van mening dat de criteria de leidraad voor toetreding moeten blijven. Bij de wederopbouw kunnen met die criteria in de hand naast de infrastructuur ook de rechtsstaat en de overheid worden verbeterd. Ook moeten we de statussen voorafgaande aan volwaardige toetreding beter uitkristalliseren, zodat kandidaat-landen beter weten waar ze zijn en wat er nog moet gebeuren. We moeten hen niet aan het lijntje houden, maar serieus perspectief bieden. Een helder kader met duidelijke verwachtingen enerzijds, en een stevige handreiking anderzijds: dat geeft landen wel het perspectief op onderdeel worden van onze Unie, maar garandeert ook dat onze Europese gemeenschap niet gaat lijden aan metaalmoeheid.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.