Klassiek liberaal Schaap vertoont christendemocratische trekken
Samenvatting
Door de eeuwen heen is trust, ‘vertrouwen’, altijd belangrijk geweest. Binnen overheden, tussen overheden en mensen, en binnen de maatschappij. In de middeleeuwen kende het feodaal stelsel (leenheer-leenman) de elementen trouw, steun en bescherming over en weer. Gilden dachten in dezelfde lijnen, en de negentiende-eeuwse coöperaties vormden ook een goede mix van economie en vertrouwen. De samenleving heeft dat nodig. Eveneens en zeker tussen overheden en hun burgers. Deze structuren geven vertrouwen, overzicht en zekerheid. Vandaag de dag is dat vertrouwen nog steeds cruciaal – maar in de ogen van velen eroderend.

Sybe Schaap
Als alle vertrouwen wegvalt. Over de waardering van het burgerschap
Damon | 2022 | 283 pp. | ¤ 24,90 | ISBN 9789463403177
Postmodernisme verdringt gezag
Politiek filosoof Sybe Schaap houdt een pleidooi voor hernieuwd burgerschap in een complexe wereld waarin de bestaande orde verschuift en zekerheden wegvallen. Hij illustreert aan de hand van een tocht door de geschiedenis waar de kwetsbaarheden liggen en waar het fout ging. De Brits-Ierse filosoof Edmund Burke, maar ook de Nederlandse politicus Johan Rudolph Thorbecke zijn zijn ankerpunten. Ruwe verstoorders zijn de communistische machthebbers, de nationaalsocialist Adolf Hitler, en hedendaagse populisten als Donald Trump. Schaap bepleit steeds dat de burgers, de mensen, moeten kunnen vertrouwen op de overheid en hun dienaren, de politici en ambtenaren. Juist dit vertrouwen ziet hij op allerlei manieren verdwijnen. Zijn vertrouwen in een Tweede Kamer met eindeloos veel partijen is weg. De wetgevende macht wordt steeds zwakker, aldus Schaap, ondanks getoonde ‘daadkracht en ambitie’. Oud-senator Schaap stelt: ‘(…) deze daadkracht wordt gefrustreerd door een groeiend tekort aan deskundigheid op het gebied van wetgeving en uitvoering. (…) Wetten dalen als het ware top-down neer op de samenleving: van haar wordt aanpassing gevraagd aan wat de wetgever voor ogen staat’ (p. 249).
In verschillende hoofdstukken geeft Schaap aan waar zaken misgegaan zijn en het vertrouwen verdween. De voornoemde autoritaire stromingen noemt hij uitingen van postmodernisme. Hij benoemt en ontmaskert ze. Bij het communisme staat de partij boven staat, wet, recht en moraal; bij het nationaalsocialisme staat de leider boven alles en iedereen. Hij betoogt dat het ideologisch fundament van deze nieuwe bewegingen zwakker is dan dat van hun historische voorgangers. Momenteel hebben we een verkeerd samenspel tussen postmodernisme, neoliberalisme en populisme. Deze genereren daarmee ook een zekere kwetsbaarheid jegens het burgerschap. Gezag wordt ingeruild voor macht. Met de mogelijkheden van de nieuwe media is dat nog gevaarlijker. Het populisme is dan een symptoom en een gevolg van deze zwakkere fundamenten.
Voortdurend wijst Schaap in zijn boek op het belang van de gemeenschap met haar cultuur, riten en ceremonieën, die voorafgaan aan wetten. Geschreven én ongeschreven wetten sluiten aan bij een burgerschap dat niet enkel rechten omvat, maar ook plichten. Geen vrijblijvendheid dus tussen burgers en overheid; over en weer.
Tolerantie als doel?
Voorts benadrukt de liberaal Schaap het belang van ‘tolerantie’. Hij vindt die belangrijk, en ziet deze als een cruciaal iets in de verhoudingen tussen mensen. Is dat zo? We lezen en horen vaak dat tolerantie het antwoord is of moet zijn op polarisatie. De vraag is of tolerantie het juiste alternatief is. Tolerant zijn betekent ‘verdragen’, dus dat je de ander met zijn standpunt in zijn waarde laat en accepteert dat hij zo denkt. Ondertussen blijft echter de onenigheid bestaan. Tolerantie is vaak niet meer dan agree to disagree; van empathie is dus eigenlijk geen sprake. Of, zoals Theo de Wit onlangs de socioloog Kees Schuyt citeerde in het Thijmessay: ‘Tolerantie is de onderdrukking van de neiging te onderdrukken.’1 Ik zie tolerantie zelf ook meer als ingehouden afkeuring, als een dun laagje; ze vormt daarmee slechts een schijnoplossing, omdat ze niet oprecht voldoet aan de wens voor pluriformiteit. Overigens betoogt Schaap de waarde van pluriformiteit. Hij noemt het verscheidenheid, die het gelijkheidsstreven pareert dat leidt tot verkeerd centralisme. Wel waarschuwt hij meteen weer voor het risico van discriminatie en vooroordelen, die ook weer kunnen terugkomen in wetten en regels. Daarom zijn rechtsbeginselen en onderliggende waarden belangrijk: die zorgen ervoor dat de verscheidenheid goed landt.
Tolerantie is een schijnoplossing, omdat ze niet oprecht voldoet aan de wens voor pluriformiteit
Terecht refereert Schaap aan het boek The invisible hand? van professor Bas van Bavel, hoogleraar Economie & Maatschappij aan de Universiteit Utrecht. In dit boek, eerder besproken in CDV,2 betoogt Van Bavel dat een samenleving stabiel is wanneer er een goede balans is tussen economie, arbeidsverhoudingen en instituten. Schaap ziet op dit punt in ons land een forse scheefgroei ontstaan. De mensen aan de top, zowel in de politiek als in het bedrijfsleven, hebben meer oog voor hun eigen positie dan voor de mensen. Dan verdwijnt het vertrouwen, de kern van Schaaps verhaal, van de mensen in de boven hen gestelden. Het is ook wat Van Bavel zegt wanneer een relatief kleine groep onevenredig profiteert ten koste van de anderen, vaak de middenklasse. Deze anderen komen dan onder druk te staan. Christopher Lasch beschrijft dit in zijn boek The revolt of the elites and the betrayal of democracy.3 De elite verzaakt hier, en doet zijn noblesse oblige tekort.
Katholiek sociaal denken door liberaal
Schaap is een liberaal, zoals je ook kunt merken in de terminologie. Zijn pleidooi voor ‘burgerschap’, waar mensen nadrukkelijk als individu rechten en plichten hebben en midden in de maatschappij staan en moeten staan, raakt aan het personalisme. Dit begrip ‘personalisme’,4 afkomstig uit het katholiek sociaal denken, noemt hij niet. Dat is jammer, want ‘burgerschap’ klinkt weer net iets afstandelijker. Wel geeft Schaap de juiste connotatie mee aan dit burgerschap. Schaap benadrukt dat iedere persoon uniek is en dat de samenleving deze pluriformiteit ook nodig heeft. Explicieter is Schaap over het katholieke subsidiariteitsbeginsel, dat hij ook benoemt als waardevol in een samenleving waarin mensen en overheden samen moeten optrekken. In dat kader is Schaap een supporter van de meent, de gezamenlijke weide waar mensen vroeger bij elkaar kwamen om het vee te laten grazen, en waar ieder zijn fair share heeft, als alternatief voor de tragedy of commons, waar de negatieve kant van vrijheid en het individu naar boven komen. Schaap omarmt ook het Griekse denken over autarkie: ‘zelfstandigheid, onafhankelijkheid, zelfbewustzijn, zelfverheffing en tevredenheid’. Met name dat laatste is niet onbelangrijk voor burgerschap.
Bij de begrippen ‘volk’ en ‘volkssoevereiniteit’ zet Schaap kanttekeningen. Te vaak hebben politieke leiders, populisten en andere mensen die macht (willen) uitoefenen, zich beroepen op het volk en de volkssoevereiniteit. Dat is gevaarlijk, omdat dan ‘samenstellende individualiteiten tot een massawezen worden omgevormd’, wat leidt tot verkeerde dynamieken waar de mensen niet beter van worden. ‘Populisme politiseert door wantrouwen, cynisme en ressentiment op te roepen en de mensen te mobiliseren.’ Een terechte observatie van Schaap. Wat Schaap bij de drie genoemde autoritaire stromingen ook mist, is humor. ‘Humor’, zegt Schaap, ‘relativeert en tracht te relateren.’ We hebben als samenleving behoefte aan partijen en politici met een positieve kijk op de toekomst en gevoel voor humor, terwijl momenteel venijn en afrekening domineren, ten koste van relativering en vergeving.
Zoeken naar verbinding
Schaap schrijft met enige heimwee over de oude zuilen. Nu durf ik te betogen dat noch de verzuiling noch de ontzuiling het probleem vormt voor de hedendaagse fragmentatie en onbestuurbaarheid, maar de ‘herzuiling’. Allerlei kleine eendimensionale partijtjes met een enkel belang claimen het eigen gelijk, maar nu zonder dat er, zoals in de tijd van de verzuiling, verbinding is tussen de zuiltjes. Het eigen belang en de angst voor de achterban domineren. Het grotere belang is uit het zicht geraakt, en de volkspartijen hebben het nakijken. Geen wonder dat het parlement niks voor elkaar krijgt en vastloopt in een overload aan informatie, onderlinge strijd en een niet-aflatende stroom nietszeggende moties, terwijl het zicht op een gedegen uitvoering er niet meer is. Ja, dan valt het vertrouwen snel weg – en dat is het grote punt van zorg bij Sybe Schaap en bij veel andere mensen.
Door duiding van het heden aan de hand van oude denkers geeft Schaap met zijn boek richting voor de toekomst. Opvallend is dat Schaap op veel punten christendemocratisch denkt en redeneert. Hij geeft feilloos aan waar de behoefte ligt bij mensen: tussen links, libertijns en populisme in. Wát een kansen voor het CDA, zeg ik dan. In de begrippen is Schaap veelal nog liberaal, maar dan van de oude stempel – meer Thorbecke dan Rutte zeg maar. Zoals iedere liberaal de artikelen en boeken van christendemocraten zou moeten lezen, zo is dit boek van de liberale filosoof Schaap voor christendemocraten zeer de moeite waard. Dat de boeken van Schaap in het Oekraïens en het Russisch vertaald zijn geeft hoop. Boeken winnen het van wapens.
Noten
- 1.Theo de Wit, Godenstrijd in de liberale democratie. Denken met Carl Schmitt over orde en subversie (Thijmessay 2020). Nijmegen: Valkhof Pers, 2021.
- 2.Frank van den Heuvel, ‘Op zoek naar balans tussen economie en mensen’ (bespreking van The invisible hand? van Bas van Bavel), Christen Democratische Verkenningen 37 (2017), nr. 2, pp. 174-177.
- 3.Christopher Lasch, The revolt of the elites and the betrayal of democracy. New York/Londen: Norton, 1995.
- 4.Zie ook: Frank van den Heuvel, ‘Personalisme: van Antigone tot het Binnenhof’ (bespreking van De mens centraal van Dries Deweer en Steven Van Hecke), Christen Democratische Verkenningen 38 (2018), nr. 1, pp. 133-135; en Frank van den Heuvel, ‘Personalisme: hét alternatief voor Zoom’ (bespreking van Rechtvaardigheid, persoon en creativiteit van Claudia Bouteligier en Timo Slootweg), Christen Democratische Verkenningen 40 (2020), nr. 2, pp. 120-123.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.