Hoe we ongewild onszelf ondermijnen
Samenvatting
Nederland en de EU drijven door hun economische, klimaatpolitieke en geopolitieke keuzes landen binnen en buiten de EU, zoals Portugal, Griekenland en IJsland, onbedoeld in de richting van autocratische regimes. Europese politici moeten daarom meer verdisconteren wat hun kortetermijnpolitiek voor gevolgen kan hebben voor de keuze waarvoor landen staan: worden democratische of juist autocratische tendensen versterkt?
Dit artikel, dat vóór de Russische inval in Oekraïne is afgerond, bespreekt een aantal beleidsterreinen waarop het door democratische landen gevoerde niet-militaire beleid ongewild de democratie ondermijnt. Ik behandel de wijze waarop we met crises omgaan, de houding ten aanzien van mogelijke toetreders tot de Europese Unie, de klimaatcrisis en verantwoord financieren.
In een crisis leer je je vrienden kennen
De wijze waarop op een economische crisis wordt gereageerd, kan democratische krachten versterken maar ook ondermijnen. De manier waarop de financieeleconomische Azië-crisis van 1997-1998 is aangepakt, heeft de westerse landen in een kwaad daglicht geplaatst en is daardoor een belangrijke oorzaak van de kredietcrisis van 2007-2008 geworden. In de periode vóór 1997 hadden westerse investeerders veel geld in verschillende Aziatische landen belegd. Toen de rendementen tegenvielen, probeerde men snel het geld weer uit die landen te halen en ontstond de crisis. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) werd door verschillende Aziatische landen opgeroepen om de ontstane tekorten te financieren. Met name door druk van de Verenigde Staten eiste het IMF dat overheidsuitgaven zouden worden verminderd. Alleen was dit niet het probleem. Het probleem was veeleer een nauwe band tussen de overheid en de private sector: het zogeheten crowny capitalism.1 Het Fonds ging toen zo veel hervormingen eisen dat onduidelijk werd welke hervorming prioriteit had. Na afloop van deze crisis begonnen economen in te zien dat het contraproductief kan zijn om midden in een crisis hervormingen te eisen. Verder voelde de Aziatische bevolking zich vernederd door de onnodige bezuinigingen. Voor sommige Aziatische landen, China voorop, was de les dat je maar beter uit de handen van het IMF en daarmee die van westerse landen kon blijven.
China heeft daarna door exporten een groot buitenlands vermogen opgebouwd. Dit vermogen belegde het land vooral in Amerikaans schatkistpapier, waardoor de rente in de wereld daalde. Deze lage rente was een belangrijke oorzaak van de kredietcrisis. In deze crisis raakte IJsland in moeilijkheden doordat het binnenlandse bankwezen te veel risico’s was aangegaan. De IJslandse regering besloot alleen voor de depositogaranties van de eigen ingezetenen garant te staan. De buitenlandse tegoeden wilde ze niet garanderen; die moesten óf door de buitenlandse overheden worden gegarandeerd, óf uit de boedel van de IJslandse banken worden gefinancierd. De Nederlandse en Britse regeringen namen dit de IJslandse regering zo kwalijk dat ze kredieten door het IMF aan IJsland blokkeerden, en het Verenigd Koninkrijk (VK) zette het land zelfs op een lijst van terroristische organisaties. IJsland moest op zoek naar andere financiers, en kwam daardoor bij China terecht. Een klein land moet immers ergens beschutting zoeken.2 Uiteindelijk is IJsland met beperkte kosten en financiële schade uit deze crisis gekomen, maar ondertussen hebben Europese landen het land wel van zich vervreemd.
IJsland moest op zoek naar andere dan Europese financiers, en kwam daardoor bij China terecht
In Griekenland waren het de overheidsfinanciën die totaal uit het lood waren geslagen. Bovendien had de conservatieve regering van premier Kostas Karamanlis (2004-2009) gelogen over de omvang van het tekort en de totale schuld. Ook in het geval van Griekenland toonden de EU-lidstaten zich slechte helpers. Allereerst wilden ze (met name Duitsland, Frankrijk, Nederland), tegen de wens van het IMF in, de Griekse schuld niet verlichten. Hierdoor dwongen ze het IMF deel te nemen aan een programma waaraan het IMF niet mag deelnemen. Het IMF mag namelijk alleen leningen verstrekken als de schuld daarmee op een houdbaar niveau komt. In het begin van de crisis wilden de crediteuren, inclusief de Europese Centrale Bank (ECB), ook nog winst maken op hun ‘reddingsoperaties’. Verder wilden ze dat Griekenland en Spanje verplichtingen naar crediteuren niet zouden nakomen, waardoor het gevaar van een lange juridische strijd ontstond. In het geval van Portugal was er nog iets anders aan de hand. De Portugese regering bleek de belasting op bedrijfswinsten moeilijk te kunnen verhogen, omdat deze bedrijven via fiscale constructies hun winsten in Nederland lieten belasten. Ten slotte werden Griekenland en Portugal gedwongen openbaarnutsbedrijven te verkopen, zoals watermaatschappijen (Portugal) en havens (Griekenland). Dit bood in het geval van de haven van Piraeus China de mogelijkheid om zijn initiatief ‘One Belt, One Road’ te versterken, en daarmee zijn grip op lidstaten van de EU.3 Sindsdien heeft Griekenland vaak een standpunt ingenomen ten voordele van China.
Een rode draad door deze voorbeelden van IJsland, Griekenland, Portugal en Spanje is dat de Europese Unie (EU), het IMF of individuele EU-lidstaten de hulp conditioneel verstrekken, waardoor niet alle aandacht uitgaat naar het oplossen van het probleem. De kosten van de ‘redding’ voor de getroffen lidstaten worden onnodig hoog. Politici en bevolking daar worden sceptisch ten aanzien van democratische landen die hun de duimschroeven aandraaien, en zoeken als ze daartoe de mogelijkheid zien, ergens anders hulp. Vaak is dat bij China.
Uitbreiding van de EU
Ook ten aanzien van de uitbreiding van de EU is het van belang te beseffen dat we door ons eigen optreden landen van ons af kunnen stoten in de richting van een autocratie of dictatuur. Het lijkt dat in de huidige discussie over de waarde en bedreiging van de democratie vaak wordt vergeten dat diverse lidstaten van de EU zoals Spanje, Portugal en Griekenland, een halve eeuw geleden nog dictaturen waren. Nu zijn het redelijk tot goed functionerende democratieën. De ervaringen met Polen en Hongarije illustreren dat de gang naar een democratie een moeizaam proces is.
De komende tijd staan verschillende Balkanlanden op de lijst om mogelijk toe te treden. Ook deze landen zijn geen perfecte democratieën. Te weinig wordt echter beseft dat binnen deze landen verschillende machten werken. Degenen die belang hebben bij de status quo en denken aan aansluiting bij een autocratie (China, Rusland of Turkije), staan tegenover degenen die aansluiting bij de EU willen en daarmee een meer democratische en inclusieve samenleving voorstaan. Het afwijzen van een verzoek tot het starten van onderhandelingen nadat men al aan de door de EU gestelde eisen heeft voldaan, verzwakt de democratische krachten in de desbetreffende landen. Het is zaak dat alle inspanningen zich richten op het versterken van de democratische krachten, en vaak zijn dat niet de politieke leiders maar de burgers en niet-gouvernementele organisaties. Het zou daarom goed zijn wanneer de vertegenwoordigers van de EU het publiek in duidelijke taal informeren over de voortgang van het democratiseringsproces en de concrete doelen die nog gehaald moeten worden.4 Met een land wel of niet serieus onderhandelen over toelating tot de EU is de keuze voor een situatie zoals met Polen, waar binnen de kaders van de EU de democratie vorm kan krijgen, of die met Oekraïne, waar met een niet-EU-lid om invloed gestreden moet worden.
Onbedoelde neveneffecten van verduurzaming en verantwoord financieren
Het overhaaste besluit van Duitsland om te stoppen met kernenergie vergroot de Duitse afhankelijkheid van Russisch gas
Naast de hiervoor genoemde tijdelijke crises bevindt de wereld zich ook in een zich langzaam voltrekkende crisis: de klimaatcrisis. Ook hier geldt dat gekozen oplossingen democratieën kunnen versterken en verzwakken. Uitgangspunt hierbij is dat momenteel de meeste vindplaatsen van fossiele brandstof zich in handen bevinden van autocratische regimes (Midden-Oosten en Rusland). Het stimuleren van alternatieve energiebronnen kan daarom de autocratie verzwakken. Het overhaaste besluit van Duitsland om te stoppen met kernenergie vergroot de Duitse afhankelijkheid van Russisch gas. Hiermee versterkt het een autocratisch regime. Dit geldt ook voor alle activiteiten die onnodig veel energie vragen, zoals datacentra en het mijnen van bitcoins. Van belang is de energiebehoefte te verminderen, en te voorkomen dat de nieuwe bronnen autocratieën ondersteunen.
Van een vergelijkbare orde is het streven naar verantwoord ondernemen en daaraan gekoppeld verantwoord financieren. Momenteel worden criteria voor verantwoord financieren geformuleerd. Men denkt eraan investeringen in de wapenindustrie als onverantwoord te classificeren.5 Dit is begrijpelijk om te voorkomen dat autoritaire leiders dergelijk materieel gebruiken om onwelgevallige onderdanen te onderdrukken en elders chaos te creëren. Maar Europa moet zichzelf wél kunnen verdedigen, en deze investeringen zijn daarvoor nodig. Veel beter is het om geen vergunningen te geven voor het exporteren van wapens en andere producten die voor het onderdrukken van een bevolking gebruikt kunnen worden.
Conclusie
In het voorgaande heb ik duidelijk willen maken dat de EU en haar lidstaten door hun economische, klimaatpolitieke en geopolitieke keuzes onbedoeld de democratische krachten in landen binnen en buiten de EU verminderen en mensen in de handen van autocratische regimes duwen. Europese politici moeten daarom meer verdisconteren wat hun kortetermijnpolitiek, hun economische oogkleppen en hun klimaatpolitiek voor gevolgen kunnen hebben voor de keuze waarvoor landen staan: worden democratische of juist autocratische tendensen versterkt? Leidt het beleid tot meer of minder afhankelijkheid van autocratieën?
Artikel in het kort:
- Democratische landen kunnen door hun economische, klimaatpolitieke en geopolitieke beleid landen van zich afstoten in de richting van autoritaire regimes
- Zo moest IJsland in de kredietcrisis naar nieuwe financiers op zoek, omdat Nederland en het VK kredieten van het IMF aan IJsland blokkeerden; het land klopte vervolgens bij China aan
- Ook bij Spanje, Griekenland en Portugal werden de bankschroeven aangedraaid. Zo werden de laatste twee landen gedwongen openbaarnutsbedrijven te verkopen, waardoor China invloed in de haven van Piraeus kreeg
- Democratische krachten in Balkanlanden kunnen verzwakt worden als een aanvraag tot EU-lidmaatschap wordt afgewezen, terwijl de landen wel aan alle EU-eisen hebben voldaan
- EU-politici moeten daarom goed bezien welke gevolgen hun kortetermijnpolitiek heeft voor de vraag of democratische of juist autocratische machten en tendensen worden versterkt
Noten
- 1.‘Crowny capitalism’ verwijst naar een economisch systeem waarin bedrijven winst maken doordat ze connecties hebben met de overheid en niet doordat ze concurrerend zijn. De term is voor het eerst gebruikt als karakterisering van het Filipijnse economische systeem onder dictator Ferdinand Marcos. Door de Azië-crisis is het begrip populair geworden.
- 2.Zie: Caroline de Gruyter, ‘Waarom kleine landen steun moeten zoeken’ [interview met Baldur Thorhallsson], NRC Handelsblad, 19 juni 2019.
- 3.Volgens Luuk van Middelaar deed deze mogelijkheid zich voor omdat de haven van Rotterdam niet in Piraeus wilde investeren. Zie: Luuk van Middelaar, Een Europees pandemonium. Kwetsbaarheid en politieke kracht. Groningen: Historische Uitgeverij, 2021, p. 166.
- 4.Zie: Wouter Zweers, Giulia Cretti, Myrthe de Boon, Alban Dafa, Strahinja Subotic, Milena Muk, Arbër Fetahu, Ardita Abazi Imeri, Hata Kujrakovic en Emina Kuhinja, The EU as a promoter of democracy or ‘stabilitocracy’ in the Western Balkans? A report by The Clingendael Institute and the Think for Europe Network (TEN). Den Haag: Clingendael Instituut, 2022. Zie: www.clingendael.org/pub/2022/the-eu-as-a-promoter-of-democracy-or-stabilitocracy
- 5.Peggy Hollinger, ‘EU risks its own security by branding defense industry socially harmful’, Financial Times, 1 december 2021.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.