Sociale media: vloek of zegen voor de democratie?
Samenvatting
Democratieën zijn vatbaarder voor manipulatie via sociale media door autocraten dan dat autocratieën vatbaar zijn voor manipulatie vanuit democratieën. Autocraten kunnen immers één helder narratief gebruiken, terwijl een democratie juist door haar openheid, transparantie en pluriformiteit een wispelturig karakter lijkt te hebben. De democratie moet zich tegen deze manipulaties wapenen door haar eigen waarden te benadrukken en de bedoelingen van autocraten te ontmaskeren.
De opkomst van het internet en daarmee sociale media (zoals Facebook, Twitter, Instagram) heeft grote voordelen. Sociale media overbruggen tijd en afstand tussen vrienden, maar ook tussen bedrijf en klant, of tussen burger en overheid. Sociale media globaliseren de wereld, waarbij niet enkel de elites nader tot elkaar komen – zoals klassiek de hotline tussen Washington en Moskou.1 Dankzij sociale media communiceert iedereen met iedereen: ongeacht afstand, taal of hiërarchie. Sociale media zijn daarmee ook nuttig bij politieke campagnes. Het is gemakkelijker mailberichten of appjes te versturen dan huis-aan-huis te flyeren. Daarnaast is het mogelijk met data-analyses van gedrag via sociale media een veel gerichter en op maat gemaakt bericht te sturen.
Sociale media hebben niet alleen een functie bij de sociale of commerciële netwerken, ook bij (inter)nationale confrontaties kunnen ze een aanjager zijn. De Oranjerevolutie in Oekraïne in 2004, de Arabische Lente van 2010 en de Russische beïnvloeding tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 zijn voorbeelden van de rol van sociale media tijdens confrontaties of interventies.
Het gebruik van sociale media kan echter ook potentiële ‘kwetsbaarheden’ voor een samenleving opleveren. Ten eerste: sociale media dringen als geen ander medium door tot in de haarvaten van de maatschappij, met name in open maatschappijen, ofwel democratische politieke systemen, zoals in West-Europa en Noord-Amerika. Hoewel dit enerzijds nuttig is bij publieks- en voorlichtingscampagnes (zoals tijdens een pandemie), ligt het risico – en dus de kwetsbaarheid – van misbruik voor de verspreiding van desinformatie op de loer. Ten tweede: sociale media zijn een machtsmiddel in de handen van statelijke actoren en strijdende partijen. Ze kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om andere staten te beïnvloeden of om de eigen bevolking te controleren, zoals bij het Chinese sociaalkredietsysteem.
Als gevolg hiervan vragen wij ons af in hoeverre sociale media ‘nuttiger’ zijn voor een autocratie dan wel voor een democratie. Deze bijdrage behandelt de volgende vragen: Hoe werkt beïnvloeding via sociale media, en waarom is een democratie daar kwetsbaar voor? Is een democratie kwetsbaarder vergeleken met een autocratie, en zo ja, waarom? De relevantie van deze kwesties schuilt uiteindelijk in de vraag hoe Nederland zich (beter) kan wapenen tegen beïnvloeding via sociale media vanuit autocratieën.
Beïnvloeding via sociale media
Een frame koppelt een thema aan iets wat ons raakt; het benadrukt daarbij bepaalde aspecten en laat andere gemakshalve weg
Beïnvloeden is het uitoefenen van macht waardoor de ene actor een andere zijn wil oplegt. Die machtsuitoefening kent vele gezichten: ze kan onder andere plaatsvinden via geweld, cultuur, kennis of (economische) sancties.
Beïnvloeding vindt niet plaats in een vacuüm. Groepen of samenlevingen kennen natuurlijke momenten om meningen te delen, zoals in de aanloop naar verkiezingen of voorafgaande aan een persconferentie. Op deze momenten worden maatschappelijke kwesties bediscussieerd: het uiterlijk van Zwarte Piet, de hypotheekrenteaftrek of de coronamaatregelen. Dit publieke discours biedt ‘optimale’ aanknopingspunten voor beïnvloeding, zeker als het gaat om breuklijnen in de samenleving.
Het moment van discussie, publiek discours en engagement gaat niet altijd gepaard met ontvankelijkheid voor de woorden, beelden of argumenten die het discours inhoudelijk kenmerken. De inhoud moet ook emoties, normen en waarden raken. Maatschappelijke thema’s zijn daarom vaak ‘geframed’. Een frame koppelt een thema aan iets wat ons raakt; het benadrukt daarbij bepaalde aspecten en laat andere gemakshalve weg. Door het COVID-19-beleid van de regering te koppelen aan het frame van vrijheid van meningsuiting (of juist de inperking daarvan) krijgt de discussie een andere lading. Het inperken van onze fundamentele vrijheden is ongewenst, waardoor ook het COVID-19-beleid ongemakkelijke aspecten krijgt. Een directe (causale) relatie tussen beide elementen is voor beïnvloeding volstrekt irrelevant.
Beïnvloeding kan op drie manieren vorm krijgen. Allereerst door overtuiging met argumenten, en ten tweede via dwang. In beide gevallen is het ‘slachtoffer’ zich bewust van de beïnvloeding. Als beïnvloeding echter gebruikmaakt van technieken als framing, wordt misbruik gemaakt van cognitieve snelkoppelingen, ofwel heuristieken, in ons brein.2 Doordat deze derde vorm van beïnvloeding onbewust plaatsvindt, heeft de beïnvloeding een manipulatief karakter.
Sociale media zijn dankzij de grote hoeveelheid – vrijwillig verstrekte – data en de toepassing van algoritmes in staat correlaties te vinden tussen personen, gedrag en percepties. Dat maakt ze bijzonder geschikt voor manipulatieve beïnvloeding. Manipulatie vindt plaats door het opzettelijk veranderen of framen van de inhoud of de vorm van een bericht, waarmee de ontvanger van dat bericht de mogelijkheid ontnomen wordt de inkomende gegevens goed te valideren, of waardoor verwarring en twijfel ontstaat. Manipulatie kan daarnaast via het verspreiden van desinformatie of het lekken van gevoelige data geschieden.
Democratie versus autocratie
Dat manipulatieve berichtgeving via sociale media op schijnbaar eenvoudige wijze samenlevingen beïnvloedt, bleek wel tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016. In de aanloop naar deze verkiezingen mengden Russische agenten zich in het publieke debat. Zij vermomden zich via sociale mediafora als Amerikaanse virtuele personages (Facebookaccounts). Ze hitsten Amerikaanse kiezers op om in opstand te komen tegen raciaal politiegeweld en riepen – in navolging van de brexit – op tot de afscheiding van Texas (‘texit’).
Wat maakt een democratie zoals de Verenigde Staten, Duitsland of Nederland zo kwetsbaar voor deze vorm van beïnvloeding, terwijl dit soort incidenten in autocratische landen niet lijken plaats te vinden?
In het kort komt het erop neer dat de kracht van de democratie tevens een uit te buiten kwetsbaarheid omvat. Ten eerste is het publieke discours, waarbinnen open en competitieve verkiezingen, vrijheid van meningsuiting en een vrije pers centraal staan, een van de fundamenten van een democratie. In landen waar deze vrijheden zijn ingeperkt, vindt minder debat plaats, waardoor dus de mogelijkheid tot beïnvloeding van buitenaf beperkt is. Ten tweede kennen democratieën vrije media. Dit in tegenstelling tot Rusland, waar mediakanalen als RT en Sputnik een spreekbuis zijn voor het centraal gestuurde narratief of gedachtegoed.3 Een onafhankelijke ‘vierde macht’ staat daarentegen ook open voor alternatieve geluiden die het regeringsbeleid wellicht tegenspreken. Ten slotte sluiten veel autocratieën de informatieomgeving van de eigen burgers af, soms letterlijk door het internet af te sluiten. Of anders controleren en censureren zij informatie.4 Het gevolg is dat burgers gepacificeerd of zelfs apolitiek zijn, en zich wel twee keer bedenken voor ze zich uitspreken tegen het staatsbeleid of tegen staatsberichten.5 Dit in tegenstelling tot een democratie als Nederland, waar dat laatste tot een kunst verheven lijkt.
Wapenen tegen digitale beïnvloeding
Democratieën zijn kwetsbaar voor beïnvloeding via sociale media, juist vanwege het DNA van de democratie
Democratieën zijn kwetsbaar voor beïnvloeding via sociale media, juist vanwege het DNA van de democratie, dat zich juist kenmerkt door transparantie. Autocratische politieke systemen zijn minder gevoelig voor deze beïnvloeding omdat zij meer controle uitoefenen op informatie (via internet en sociale media). Daardoor zijn ze beter in staat een coherent en consistent narratief naar buiten brengen, ook in de richting van andere staten, van democratieën.
De vraag is dan hoe democratieën zich hiertegen kunnen weren. Het is verleidelijk om vuur met vuur te bestrijden, maar die weg ondermijnt alles waar de democratie voor staat: openheid, transparantie en gelijkheid.
Het pareren van digitale beïnvloeding door autocratieën vereist allereerst begrip van de drijfveren van menige autocratie.6 Primair wil een autocratisch bewind aantonen dat dit systeem stabieler is en effectiever functioneert dan de ‘wispelturige’ democratie.7 Autocratieën vergroten de nadelen van de democratie uit om de ankerpunten ervan – zoals de integriteit van bestuurders en vertrouwen in de media – te ondermijnen.
Het is daarom zaak de waarden van de democratie en de voordelen als vrijheid en gelijkwaardigheid juist te benadrukken. En vervolgens de bevolking bewust te maken van het gevaar van desinformatie: zowel vanuit autoritaire staten als van binnenuit. Bewustwording en educatie werken slechts indien de polarisatie in de samenleving niet te ver is doorgeslagen. Ruimte voor politieke zelfgenoegzaamheid is daarbij uit den boze, want de democratische en rechtsstatelijke basis komt er niet vanzelf. Recente verkiezingen hebben laten zien dat kiezers van ‘de politiek’ eisen dat deze meeontwikkelt met de veranderende maatschappij. Zo wilde het Amerikaanse electoraat af van de oude elite – waarvan Hillary Clinton deel uitmaakte – en stemde het in 2016 op Trump: een frisse wind in het politieke klimaat. Macrons zege in Frankrijk valt eveneens (deels) toe te schrijven aan zijn status als nieuwkomer; er was ‘nieuw elan’.
Tot slot
Sociale media zijn niet de oorzaak van tweedracht en polarisatie in een samenleving; ze benadrukken deze slechts
Sociale media vormen een communicatiemiddel dat tot in de haarvaten van de samenleving doordringt. Ze zijn handig als politiek communicatiemiddel om een afgesloten of afkerend electoraat weer bij de samenleving te betrekken, maar helaas ook geschikt om buitenlandse kiezers (of de eigen bevolking) te beïnvloeden en te manipuleren. Sociale media zijn daarmee zowel een vloek als een zegen voor democratieën. Maar let wel: sociale media zijn niet de oorzaak van tweedracht en polarisatie in een samenleving; ze benadrukken deze slechts.
Artikel in het kort:
- Sociale media kunnen een positieve rol in een samenleving spelen; zo is communicatie mogelijk over hiërarchische en taalgrenzen heen
- Daarnaast kunnen ze de (inter)nationale politiek beïnvloeden: zowel ten goede, zoals bij de Oranjerevolutie in Oekraïne in 2004 en de Arabische Lente van 2010, als ten kwade, zoals bij de Russische beïnvloeding van de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 en het sociaalkredietsysteem in China
- Vanwege de grote hoeveelheid beschikbare data zijn sociale media bij uitstek geschikt om mensen manipulatief te beïnvloeden
- Democratieën zijn door hun openheid vatbaarder voor manipulatie van buitenaf via sociale media dan autocratieën
- Autocratieën kunnen mensen van sociale media afschermen en één coherent narratief overbrengen, waar democratieën via vrije media meer stemmen moeten toestaan
- Om zich tegen manipulatie te wapenen, zullen democratieën hun eigen waarden moeten blijven verdedigen, en mensen bewust moeten maken van mogelijk nepnieuws en beïnvloeding
Noten
- 1.De hotline, ook wel bekend als de ‘rode telefoon’, werd ingesteld na de Cubacrisis van 1962.
- 2.Johan E. Korteling, Maaijke Duistermaat en Alexander Toet, Subconscious manipulation in psychological warfare. Soesterberg: TNO, 2018.
- 3.Daniel Cohen en Ofir Bar’el, The use of cyberwarfare in influence operations. Tel Aviv: Blavatnik Interdisciplinary Cyber Research Center, oktober 2017.
- 4.James Shires, The politics of cybersecurity in the Middle East. Londen: Hurst, 2021.
- 5.Johana Evelyn Montalvan Castilla en Christer Pursiainen, ‘Cyberspace effects on civil society. The ultimate game-changer or not?’, Journal of Civil Society 15 (2019), nr. 4, pp. 392-411.
- 6.Anne Applebaum, ‘The bad guys are winning’, The Atlantic, 15 november 2021. Zie www.theatlantic.com/magazine/archive/2021/12/the-autocrats-are-winning/620526
- 7.Alina Polyakova, Marlene Laruelle, Stefan Meister en Neil Barnett, The Kremlin’s Trojan horses. Russian influence in France, Germany, and the United Kingdom. Washington D.C.: Atlantic Council, 2016.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.