De spiegel van de autocratische dreiging
Samenvatting
De autocratische dreiging is met de Russische inval in Oekraïne opeens concreet geworden. Toch lag deze al jaren op de loer, en dan gaat het niet slechts over gevaar van buitenaf. Autocraten houden ons ook in de Europese Unie en in Nederland een spiegel voor.
De inval van Rusland in Oekraïne heeft Europa gruwelijk met zijn neus op de feiten gedrukt. De wereld blijkt niet zo vredelievend als wij hadden gehoopt en op basis van de langdurige vrede op ons continent – met uitzondering van de Balkanoorlogen – hadden verwacht. Dat besef was natuurlijk al langer aan het groeien. Het thema van deze Christen Democratische Verkenningen is reeds ruim vóór de oorlog in Oekraïne vastgesteld, en had aanvankelijk de titel ‘Democratie versus autocratie’ of ‘De autocratische verleiding’. We zagen het immers al gebeuren: waarden van vrijheid en democratie zijn niet vanzelfsprekend, en waar we 25 jaar geleden de, wellicht naïeve, hoop hadden dat steeds meer landen het vrije, westerse spoor zouden volgen, kwam zeker de laatste tien jaar over die hoop een sombere roes van realiteitszin.
De Arabische Lente in 2010 bleek een uiterst kortstondig voorjaar te zijn. Turkije keerde terug van zijn schoorvoetende stappen richting meer democratie. China, dat onder Deng Xiaoping voor meer economische openheid koos, ontpopte zich onder Xi Jinping tot een nietsontziende autocratie die minderheden als christenen en Oeigoeren maar ook Hongkong geen eigenheid meer gunt. En Afghanistan en Irak, waar het Westen onder aanvoering van de VS in een neoconservatieve vlaag van overmoed democratieën hoopte te vestigen, zijn niet veel opgeschoten. Sterker nog: Afghanistan is na het recente vertrek van westerse troepen praktisch terug bij af, want het is opnieuw in de handen van de Taliban gevallen.
Tegelijk doet het probleem van weerzin tegen de liberale democratische rechtsstaat zich niet alleen buiten Europa en de VS voor. De VS heeft onder Trump laten zien vatbaar te zijn voor autocratische verlangens, en ook nu is de Amerikaanse democratie allerminst uit de gevarenzone, zoals Eric Janse de Jonge in zijn bijdrage in deze CDV laat zien. Alleen de rechterlijke macht functioneert er volgens hem nog naar behoren. Democraten en Republikeinen zijn tot bijna geen enkel compromis meer bereid, en Republikeinen maken zelfs onbeschroomd misbruik van hun macht om de komende stembusuitslag te beïnvloeden. Het is daarmee de vraag of de VS over drie jaar wel een ordentelijke machtsoverdracht zullen kennen, stelt Luuk van Middelaar in een interview in dit nummer. Tegelijkertijd kampen ook Europese lidstaten met een hang naar ‘sterke leiders’ die weinig ophebben met de principes van de democratische rechtsstaat, zoals een vrije pers, een volwaardige rol voor oppositionele krachten, en een onafhankelijke rechtspraak. En wat gebeurt in Polen en Hongarije is, zij het in mindere mate, ook in West-Europese landen bij diverse partijen zichtbaar.
Geopolitieke uitdagingen
In deze CDV onderzoeken we wat deze ‘autocratische dreiging’ betekent, met name voor onze buitenlandse politiek en ons zelfbeeld in Europa. Kunnen we nog wel van ‘universele waarden’ spreken als het gaat om de democratische rechtsstaat, wanneer zoveel mensen in de wereld een andere visie zijn toegedaan? En wat hebben we eraan om mensen als Poetin en Xi Jinping de waarden van vrijheid en mensenrechten voor te houden, als zij zich eerder door brute macht laten weerhouden dan door morele woorden? Moeten we als Nederland en Europa niet veel meer streetwise worden, en de soft power van praten laten varen, of in ieder geval vergezeld laten gaan met de hard power van militaire macht? Biedt de intern en op regels gerichte EU nog wel voldoende antwoorden op de geopolitieke uitdagingen van deze tijd? Of wijst Duitsland ons de weg, nu het land steeds meer op weg is machtspolitiek handelen te verkiezen boven het naleven van de eigen regels? Eerder deed het dat al bij de coronacrisis, toen het voor het eerst gemeenschappelijk Europese schulden wilde aangaan om de zuidelijk lidstaten tegemoet te komen, en inmiddels heeft het land ongekende militaire investeringen aangekondigd.
Moeten we niet veel meer streetwise worden, en de soft power van praten vergezeld laten gaan met de hard power van militaire macht?
Van Middelaar gaat op deze vragen in en benadrukt dat Europa geopolitiek moet ontwaken om de geschiedenis die aan de deur klopt, tegemoet te treden. Daarbij past zijns inziens bescheidenheid en zelfbewustzijn, maar vooral de terugkeer naar strategische afwegingen. De EU moet niet denken dat haar visie op waarden en mensenrechten universeel is en dat ze deze eenvoudig aan autocraten of dictators kan voorhouden. Volgens Van Middelaar is het veel beter om te erkennen dat er sprake is van een machtsverschuiving in de wereld, dat we zelf lange tijd onder de paraplu van het Amerikaanse imperium gescholen hebben, en dat zich nu andere, ons helaas minder vriendelijk gezinde machten aandienen, waartegen we ons als EU moeten verdedigen. De tijd van het offensief uitdragen van democratische waarden zonder dat dit pijn gaat doen, is volgens hem voorbij, wat uitgaat van een soort realpolitik die vooral in termen van macht en strategie denkt.
Een andere insteek hebben Ernst Hirsch Ballin en Theo Brinkel in hun bijdragen, die vooral ingaan op de universaliteit van waarden. De eerste stelt dat de wereld ‘onverbeterlijke realisten’ kent die klaarstaan om Nederland en de EU te laten weten dat grote mogendheden als China en Rusland toch niet naar hen luisteren. Hirsch Ballin wijst erop dat onze Grondwet de regering voorhoudt dat ze de internationale rechtsorde moet bevorderen, en stelt dat internationale organisaties als Unicef, de Unesco en het World Food Programme hierbij een wezenlijke rol kunnen spelen. Ook Brinkel wil zich niet neerleggen bij een ‘realpolitike’ houding die de naleving van mensenrechten in de wereld slechts als westerse moraalpolitiek beschouwt. Hij benadrukt dat opkomen voor de onafhankelijkheid van Oekraïne, de studenten in Hongkong en verdrukte Oeigoeren geen misplaatst westers moralisme is, maar een juridische plicht.
Simon Polinder vraagt zich met name af wat in de internationale verhoudingen mogelijk is. Enkel morele verontwaardiging uiten richting China of Rusland draagt er volgens hem niet aan bij dat we de positie van de Russen en de Chinezen leren begrijpen vanuit hún wereldbeeld en visie op machtsverhoudingen (wat overigens iets anders is dan de Oekraïense inval of Oeigoerse onderdrukking goedkeuren), en kan bovendien bijdragen aan escalatie van conflicten. Hij bepleit daarom een ‘moreelrealistische’ benadering: we moeten wel rekening houden met machtsverschuivingen en het machtsevenwicht in de wereld, en ook beseffen dat we soms ongemakkelijke compromissen moeten sluiten, maar we moeten tegelijk proberen de wereld wat rechtvaardiger te maken. Polinder ziet hierbij, net als Hirsch Ballin, een belangrijke rol weggelegd voor wat hij ‘een internationaal maatschappelijk middenveld’ noemt.
Dicht op de huid
Ondertussen blijkt de hang naar autocratie ons zo dicht op de huid te zitten dat ze zelfs tot in de eigen geledingen is doorgedrongen. Volgens Evert van der Zweerde is het in dit verband goed te beseffen dat de scheidslijn tussen autocratie en democratie minder scherp is dan vaak wordt gedacht. Democratieën hebben eveneens krachtig leiderschap nodig, terwijl autocraten uiteindelijk ook niet zonder steun van hun bevolking kunnen. Hij verkiest, wellicht vanzelfsprekend, de democratie boven de autocratie, maar die democratie moet wel gepaard gaan met een vorm van leiderschap of autoriteit die via het begrip subsidiariteit van onderop gelegitimeerd wordt.
Kortetermijnpolitiek in de EU ten aanzien van financiën en klimaatpolitiek zorgt voor versterking van autocratische tendensen op de lange termijn
Kathleen Ferrier houdt in haar bijdrage vanuit haar ervaringen in het buitenland de westerse democratieën een spiegel voor. Door hun zelfgenoegzame en zelfs arrogante houding zijn deze blind geworden voor wat zich in autocratieën als Rusland voordoet, maar ook voor de sluimerende teloorgang van de democratische rechtsstaat in eigen geledingen. Het democratische systeem, zo stelt ze, moet daarom bij zichzelf te rade gaan en zich vanuit geloof in eigen kracht beter wapenen tegen het autocratische systeem. Maar dit moet volgens haar niet ontaarden in geweld of polarisatie. Veel beter is het om het gesprek met de ander te blijven aangaan, zowel op nationaal als op internationaal niveau.
Ook Eelke de Jong houdt de EU een spiegel voor. Hij beschrijft hoe Europa op verschillende manieren door zijn eigen handelen lidstaten en buurlanden in de richting van autocratieën heeft geduwd. Kortetermijnpolitiek ten aanzien van financiën en klimaatpolitiek zorgt dan voor versterking van autocratische tendensen op de lange termijn. Zo is de haven van Piraeus bij Athene deels in Chinese handen gekomen omdat de EU het nodig vond dat behoeftige lidstaten hun nutsvoorzieningen zouden verkopen. In hun bijdrage over de rol van sociale media gaan Peter Pijpers en Paul Ducheine in op de vraag welk systeem het best gebruik kan maken van sociale media. Democratieën zijn volgens hen vatbaarder voor manipulatie via sociale media door autocratieën dan andersom. Autocratieën kunnen namelijk één helder narratief gebruiken, terwijl democratieën, doordat zij prat gaan op hun openheid en pluriformiteit, een minder eenduidig verhaal kennen. Blijvende investering in het onderhouden van democratische waarden is dan ook nodig.
Humanitaire interventie
Een van de wrangste aspecten van de verschuivende machtsverhoudingen in de wereld is het feit dat we ons in het vrije Westen vaak machteloos voelen als het gaat om misstanden elders. Om die reden is in de jaren negentig het begrip ‘humanitaire interventie’ ontstaan, onder welke vlag in de Balkan door de NAVO is ingegrepen. Maar inmiddels hebben we in Afghanistan en Irak gezien dat ingrijpen ook averechts kan werken. Qader Shafiq beschrijft wat er is misgegaan in Afghanistan, en vertelt hoe ogenschijnlijk goede bedoelingen uitliepen op een situatie waarin de Afghanen zich juist in de steek gelaten voelen. Martijn Kitzen evalueert de humanitaire interventie en komt tot de conclusie dat we onderscheid moeten maken tussen grootschalige interventies die een heel land beogen te hervormen, en korte interventies met een concreet doel, zoals het beëindigen van een burgeroorlog of genocide. Het eerste type werkt vaak averechts, terwijl het laatste wel degelijk effectief kan zijn.
Ondertussen is het extra wrang dat Poetin woorden als ‘humanitaire interventie’ gebruikt om de annexatie van de Krim en de inval in Oekraïne goed te praten. Listig weten hij en Xi Jinping de begrippen vanuit het democratische systeem te kopiëren voor eigen gewin en ondertussen het Westen van dubbele standaarden te beschuldigen. Dat betekent op de eerste plaats dat deze autocraten begrijpen dat ze niet zonder dergelijke begrippen kunnen. Dat betekent daarnaast ook dat we naar onszelf en de kwetsbaarheid van ons eigen, democratische systeem moeten kijken. Mensenrechtenschendingen en democratisch tekort gaan iedereen aan, niet alleen ver weg, maar ook in eigen land en regio. In die zin houdt een themanummer over autocratie ons altijd ook een spiegel voor: hoe reageren wij op de autocratische dreiging en het gebrek aan democratisch en rechtsstatelijk besef, zowel van buitenaf als van binnenuit?
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.