Politiek, neem je verantwoordelijkheid!
Samenvatting
De rijksoverheid moet dringend aan de slag met de ruimtelijke ordening van Nederland, betogen drie CDA’ers die werken op diverse, voor dit onderwerp relevante, plekken in de samenleving. De polder is daarbij nog steeds nodig, maar iedereen moet beseffen: het gezamenlijk belang gaat vóór het deelbelang.
Denkend aan Holland zag dichter Hendrik Marsman in 1936 brede rivieren traag door oneindig laagland gaan. Hij zag ijle populieren en in de ruimte verzonken de boerderijen verspreid door het land. En boomgroepen, dorpen, geknotte torens, kerken en olmen, en dat alles in ‘een grootsch verband’.
Een romantisch beeld uit vervlogen tijden, zo lijkt het. Of valse nostalgie, want keek Marsman wel naar de planologische uitdagingen van zíjn tijd? Inmiddels zijn er parodieën verschenen waarin geschamperd wordt over Vinexwijken, diep gezonken verspreid door het land, samen met bedrijfsterreinen, megastallen en rotondes ‘ruimtelijk geordend in een groots verband’.
Met het gedicht van Marsman trappen we het tweegesprek met CDA’ers Sjaak van der Tak en Maxime Verhagen af. Hoe zien zij de toekomst van de ruimtelijke ordening in Nederland? Je zou zeggen dat de voormannen van de boeren (Van der Tak) en de bouwers (Verhagen) elkaar in de weg zitten, omdat bouwen weleens ten koste van het boerenland zou kunnen gaan, maar niets is minder waar. Niet voor niets zetten zij in het voorjaar hun handtekening onder een plan waarin Natuurmonumenten, Natuur & Milieu, LTO Nederland, VNO-NCW, MKB-Nederland en Bouwend Nederland gezamenlijk onder meer voorstellen om binnen negen jaar de uitstoot van stikstof in Nederland met 40 procent terug te dringen.1 En ook nu, tijdens het gesprek, gevoerd via videobellen, reiken ze elkaar de hand, stemmen in met elkaars woorden of steken letterlijk hun duim omhoog richting de camera. Wat bindt hen?
‘Het gedicht van Hendrik Marsman is mooi’, begint Verhagen. ‘Het roept bij mij de vraag op hoe we ons landschap met z’n eigen karakteristieken inrichten. Die discussie gaat door: de strijd tegen water, woningbouw, stikstof, plaatsen van windmolens, en hoe ga je om met de industrie? Kijk naar de discussie over Tata Steel. Of denk aan de vreselijke overstromingen in het zuiden van het land. Het geeft allemaal aan dat de discussie over hoe we omgaan met onze ruimtelijke omgeving heel actueel is. En de vraag hoe je de karakteristieken behoudt, hoort daarbij.’

Sjaak van der Tak

Maxime Verhagen
Interview in het kort:
- Verschillende claims op de beschikbare ruimte hoeven niet tegengesteld aan elkaar te zijn, maar kunnen elkaar versterken
- De uitdagingen op het gebied van klimaat, economie en energietransitie vragen om een integrale aanpak en een daadkrachtige overheid met lef, maar beide elementen ontbreken
- Op het terrein van stikstof heeft de regering twee jaar niets gedaan
- Er moet meer aandacht komen voor energieleverende bebouwing
- De polder heeft zijn werk gedaan; nu is Den Haag aan zet
Wat moet er gebeuren?
Verhagen: ‘We moeten efficiënter omgaan met de beschikbare ruimte. En er moet meer landelijke regie komen op ruimtelijke ordening. Dat betekent overigens niet dat je de uitvoering weghaalt bij de lagere overheden. Bovendien moeten we beseffen dat de claims op het gebied van duurzaamheid en landbouw niet tegengesteld hoeven te zijn. Nee, ze kunnen ook versterkend zijn. De vraag is hoe we met innovaties de uitdagingen kunnen aangaan. Denk aan boeren die productiviteit, natuurversterking en duurzaamheid verenigen. Dat is een goede manier van omgaan met de beschikbare ruimte.’
De landelijke overheid moet doorpakken met een gebiedsgericht kader, in samenspraak met provincie en gemeente
‘Je moet verder kijken dan alleen een effectieve regeerperiode van twee jaar. Daar is bestuurlijke moed voor nodig. Als CDA – willen we relevant blijven – moeten we ons de volgende vraag stellen: hoe kunnen we, gelet op de beperkte ruimte, alle belangen met elkaar verenigen én in de toekomst ons geld blijven verdienen? Dat is de uitdaging waar we voor staan, maar het vraagt om een integrale benadering. Alle ministeries werken in hokjes langs elkaar heen, terwijl landbouw, woningbouw, natuurversterking en industrie juist alles met elkaar te maken hebben. Het is beter om die te combineren in plaats van ze op te delen.’
Wat moet dat opleveren?
Verhagen: ‘Dat kan leiden tot meer energieleverende bebouwing. Kijk eens op hoeveel daken in Nederland nog geen zonnepanelen liggen! Als je op elk dak van Nederland zonnepanelen legt, heb je minder beslag van windmolens op het land nodig. Of denk aan adaptief bouwen: als je groen, grijs en blauw op een betere manier combineert, door het slim laten samengaan van natuur met bouwplannen en waterbeheer, neemt de klimaatadaptie toe. Tja, als je hele steden vol met stenen plempt, schiet het niet op … Ik was onlangs in RijswijkBuiten, een wijk die gasloos is opgezet en energieneutrale woningen heeft. Maar al die achtertuinen lagen vol stenen. En dan verbaasd zijn dat de zaak onderloopt als er een regenbui valt … Ook in zo’n wijk zou je gezamenlijk tot een oplossing moeten kunnen komen.’
Sjaak van der Tak, wat staat er volgens u op het spel?
Van der Tak: ‘Ik zie Nederland als een delta met een hoge kwaliteit van landbouw, woningen, infrastructuur en natuur. In die delta moeten juist de maatschappelijke partijen – zoals wij hier om de tafel zitten, zij het dan via de computer – de uitdagingen gezamenlijk oppakken. Dat is gebeurd, maar nu moet de landelijke overheid doorpakken met een gebiedsgericht kader, in samenspraak met provincie en gemeente. Niet door te vervallen in de gedetailleerde centrale planning van voor 2000, maar door als Den Haag druk op het proces te zetten door een hoeveelheid geld beschikbaar te stellen en er een deadline aan te verbinden. De overheid moet de lijnen schetsen voor de inrichting van het land op het gebied van woningbouw, natuur, industrie en landbouw. In 2019 oordeelde de Raad van State dat bij het uitgeven van vergunningen te weinig rekening werd gehouden met de gevolgen van stikstofuitstoot op natuurgebieden. Maar dat is al anderhalf jaar geleden. Het stikstofvraagstuk verlamt het hele land, in alle sectoren. De overheid dient nu een gebiedsgericht kader te maken; ze moet durven doorpakken en zeggen: ‘Kom op, maatschappelijk middenveld!’, zoals wij dat met zes organisaties eerder hebben gedaan met het akkoord Een duurzaam evenwicht.’
Verhagen: ‘Kijk ook naar de honderdduizenden mensen die geen woning kunnen vinden. Deze woningzoekenden komen knel te zitten omdat er onvoldoende betaalbare woningen zijn. We hebben een aantal uitdagingen op het gebied van klimaat, geld verdienen, schaarste aan grondstoffen en energietransitie. Tegelijkertijd hechten we als christendemocraten aan het belang van goed rentmeesterschap. Helaas moeten we constateren dat we in relatie tot bijvoorbeeld klimaat en grondstoffen niet goed zijn omgegaan met wat we gekregen hebben. De afspraken uit het klimaatakkoord van Parijs heeft de regering over de schutting gegooid bij de gemeenten. Dat gaat niet! Er is niet gekeken of er wel voldoende geld en ambtenaren zijn om de doelstellingen uit te voeren. Men is bij de decentralisatie vergeten om er voldoende financiële middelen bij te zetten, of de nodige mankracht. Nu blijkt dat veel gemeenten het niet aankunnen. Dat heeft ook te maken met rentmeesterschap en de rechten van de mens om in alle vrijheid te wonen en te recreëren – en dat geldt niet alleen voor onze generatie, maar ook voor de volgende generaties. Dan moeten we de ruimte daarop aanpassen. Dit alles vraagt om meer regie van de landelijke overheid!’
De afspraken uit het klimaatakkoord van Parijs heeft de regering over de schutting gegooid bij de gemeenten
Dat kun je niet aan de polder overlaten?
Verhagen: ‘Sjaak en ik hebben onze verantwoordelijkheid genomen in het plan uit het voorjaar dat we met andere organisaties bereikt hebben. Maar de overheid heeft haar verantwoordelijkheid niet genomen! De politiek heeft het nagelaten om naar het gezamenlijke belang te kijken. Ze heeft twee jaar niets gedaan! Na de uitspraak van de Raad van State in 2019 is er niets gebeurd! LTO Nederland, Natuurmonumenten, Bouwend Nederland, Natuur & Milieu, VNO-NCW en MKB-Nederland hebben gezamenlijk een duurzaam perspectief voor de landbouw aangereikt, waarbij ook de natuur versterkt wordt. Het kabinet kwam niet verder dan 26 procent stikstofuitstootreductie; wij kwamen met 40 procent!’
Van der Tak: ‘Maxime heeft absoluut gelijk! Als je met elkaar om de tafel zit, kan het rentmeesterschap leiden tot een betere regie op de ruimte. Leg zonnepanelen bijvoorbeeld niet op grasland, maar op al die daken van logistieke panden of op kantoren.’
Obesitas
Naast rentmeesterschap op het gebied van ruimte, snijdt Van der Tak een ander punt aan: de mensheid moet gezonder leven. ‘Er is nog steeds te veel obesitas’, stelt hij vast. ‘Dus de vraag is: durven we ook op dit punt keuzes te maken vanuit rentmeesterschap? De wereldbevolking groeit immers, en als boeren willen we voor de samenleving van morgen gezonde producten leveren. Gezond voedsel als antwoord op het dagelijkse voedseltekort van ongeveer 800 miljoen mensen in de wereld! Bovendien zie je in het beheer van natuur ook steeds meer ontwikkelingen voor natuurinclusief boeren ontstaan.’
Wat vinden jullie van de reacties op jullie plan?
Verhagen: ‘Extreem groene organisaties vinden het niet snel genoeg gaan. Maar dat kun je verwachten, aangezien we niet van plan waren om van het hele land een natuurgebied te maken. Maar ook extremere boerenorganisaties hebben er moeite mee: zij vinden dat de boeren te veel geraakt worden. En rechtse partijen vinden ons plan te duur. Maar al deze groepen redeneren vanuit één deelbelang, in plaats van het gezamenlijke belang te zoeken.’
Van der Tak: ‘Een tijdje geleden was ik bij LandvanWaarde, een nieuw sturingsmodel voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer in Overijssel. Zo’n dertig aangesloten boeren denken gezamenlijk na over waterbeheer en energieneutrale woningen in de regio. Het is een mooi voorbeeld van gespreide verantwoordelijkheid. Laat de redelijkheid eens terugkeren.’
Verhagen: ‘In ons stikstofakkoord lopen we niet weg voor de juridisch te verankeren doelstellingen. Na twee jaar evalueren we en komen we eventueel met aanvullende maatregelen. Dat is wat anders dan direct beginnen over het verplicht uitkopen van boeren.’
Het verschil tussen vertrouwen en wantrouwen?
Verhagen: ‘Ja, maar niet ongeclausuleerd vertrouwen. We binden ons aan aanvullende maatregelen, mocht dat van de Raad van State nodig zijn.’
Van der Tak: ‘De boer wil veranderen! Boeren willen ook stikstofvermindering, maar natuurlijk gaat het niet vanzelf. Op dit punt is er ruimhartig beweging, al is er natuurlijk ook een kleine minderheid tegen. Het geeft dan totaal geen pas dat de overheid geen enkele intentie lijkt te hebben het stikstofakkoord uit te voeren, en in plaats daarvan met dwangmaatregelen dreigt. Dat is contraproductief en frustreert de veranderingsbereidheid.’
Geen halfbakken maatregelen, CDA!
Maar de reactie van het Planbureau voor de Leefomgeving was ook kritisch. Volgens het PBL is het de vraag of het voorgestelde reductietempo wel realistisch is, en ook of de doelstellingen gehaald kunnen worden zonder een mate van dwang.
Verhagen: ‘Ik vond het PBL juist opvallend positief over de plannen. Waar men vooral aan twijfelde was het vermogen van de overheid om de plannen uit te voeren. Bij ons duurzaam integraal pakket hoort ook 1,7 miljard aan investeringen. Hetzelfde geldt in essentie voor het klimaatakkoord, dat al lang klaarligt: heeft het kabinet het lef daar uitvoering aan te geven?’
Van der Tak: ‘De vraag is inderdaad vooral: kan de overheid de uitvoering nog aan, en is ze bereid te investeren in de noodzakelijke omslag naar duurzaamheid?’
En het CDA?
Verhagen: ‘We hebben ambities, maar we moeten ook aan de slag. Daar heb je daadkracht voor nodig. In het CDA-verkiezingsprogramma lees ik wel dat er elektrisch vervoer moet komen, maar hóé, daar lees ik niets over. Dat moet anders, want de subsidie op elektrisch vervoer wordt opgeheven en dat heeft veel consequenties voor de bouw, de agrarische sector en de vervoersector. Als ik als wegenbouwer een elektrische generator aanschaf, is dat tien keer zo duur als een dieseloplossing. Dat betekent dat een weg automatisch duurder wordt. Kortom: elektrisch vervoer kost geld, dus doe niet alsof het niets kost.’
Van der Tak: ‘Eens! Geen halfbakken maatregelen, CDA!’
Wat vindt u van de nieuwe landbouwvisie van het CDA?
Van der Tak: ‘Ik ben het daarmee eens, maar ze zou een stapje verder kunnen gaan. Zo vinden we duurzaam consumeren belangrijk. LTO wil dat er gezond voedsel in de schappen ligt. Nu komt dat eten soms uit Spanje, terwijl er ook Nederlandse duurzaam geproduceerde producten zouden kunnen liggen. De wereldbevolking groeit en die moeten we zien te voeden. Klimaat staat op 1, maar we moeten óók nadenken over al die mensen die elke dag met honger opstaan en vervolgens ook weer met honger naar bed gaan. Met deze mensen bezig zijn is óók een vorm van rentmeesterschap.’
De polder heeft laten zien over de eigen schaduw heen te kunnen springen. Maar hoe zit dat in de politiek?
Verhagen: ‘Ik zie veel versplintering in de politiek. Niet alleen zitten er achttien partijen in de Tweede Kamer, maar bovendien zijn er veel politici die deelbelangen boven het algemene belang stellen. Juist middenpartijen als het CDA moeten over de schaduw heen springen om het algemene belang te realiseren. Als ik vanuit Bouwend Nederland zeg dat er woningen bij moeten, vraagt dat om een houding waarbij ik niet alleen van mijn eigen gelijk uitga, maar mijzelf ook afvraag hoe ik de stikstofcrisis ga oplossen. Als ik zou zeggen: “Het mag me allemaal niets kosten”, houd ik mijzelf voor de gek.’
Van der Tak: ‘Exact. Met alle respect, maar de BoerBurgerBeweging en de Partij voor de Dieren hebben geen stikstofplan.’
Verhagen: ‘Het is niet eenvoudig, want het klimaat is een enorme opgave. Maar als we nu niets doen, wordt de opgave alleen maar groter. Maar ik wil optimistisch blijven: als we samen de schouders eronder zetten, dan moet het lukken.’
Nederland moet als de bliksem een beroep doen op de Europese herstelfondsen
Om de scope nog iets groter te maken: wat vindt u van de Europese klimaatplannen van Frans Timmermans die afgelopen zomer werden gepresenteerd?
Van der Tak: ‘In de kern pakt Timmermans het probleem niet aan. Hij maakt plannen zónder boeren en zónder het bedrijfsleven. LTO is vóór vegetarisch eten of biologische landbouw, maar dan moeten onze boeren wel de ruimte krijgen om daarmee aan de slag te gaan, in plaats van de beknibbelingen via tal van verordeningen en richtlijnen die we nu ervaren.’
Verhagen: ‘Over deze terechte bezwaren moeten we inderdaad praten, maar ik vind het wel goed dat we deze Europese plannen hebben. Je moet immers oneerlijke concurrentie binnen Europa voorkomen. Klimaat is een internationaal probleem dat ook internationaal aangepakt moet worden. Maar het zou ook goed zijn als Nederland als de bliksem een beroep doet op de Europese herstelfondsen om uit de coronacrisis te komen. Er ligt gewoon zes miljard euro op de plank, maar ons kabinet doet er niets mee en schuift het door naar het volgende kabinet. Omdat de formatie nog steeds bezig is, blijft die zes miljard liggen, terwijl andere landen er al mee aan de slag zijn. Dat is toch te gek voor woorden! Het is gewoon een gebrek aan daadkracht. We kunnen niet in de wachtstand blijven zitten. Er is in de samenleving een wantrouwen naar beslissers en politici. Om dat vertrouwen te herstellen is er maar één ding nodig: samen aan de slag. En wel heel snel!’
Van der Tak: ‘Dat onderschrijf ik graag. De wissel moet worden omgezet in de richting van een duurzame toekomst, en daar is nú maatschappelijk draagvlak voor. Een nieuwe minister van LNV is aan zet. De onzekerheid van nu knaagt aan de samenleving!’
‘We hebben ruimtelijke ordening laten verslonzen’
CDA’er Pieter van Geel – voorzitter van de sectortafel Landbouw en landgebruik in het Klimaatoverleg en staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in de kabinetten-Balkenende I, II en III – reageert op de vraag wat de uitdagingen zijn voor de ruimtelijke ordening.
Denkend aan Holland in 2050 ziet Pieter van Geel ‘een leefbaar en aantrekkelijk landschap’. Van Geel: ‘Ruimtelijke ordening in ons land is méér dan het toedelen van vierkante meters naar bepaalde functies. Het gaat er ook om qua ontwerp een leefbaar aantrekkelijk landschap te creëren. Dat spreekt mensen aan, en zo krijgt de abstracte ruimte een identiteit.’
Wat moet er volgens Van Geel gebeuren? De eerste stap is om de ruimtelijke ordening ‘in ere te herstellen’. ‘De kern is dat het een publieke taak is die door de overheden wordt uitgevoerd. Het is “ordenen”, en dat betekent actief en normatief handelen. Aan het begin van deze eeuw hebben overheden, het rijk voorop, hiervan afscheid genomen. Ordenen werd bijna een taboe. We kregen geen Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, maar een Nota Ruimte. We moeten niet terug naar de gedetailleerde centrale planning van voor 2000, maar ook niet in de valkuil stappen de ordening helemaal los te laten.’

Pieter van Geel. Foto: Leonard Walpot
Van Geel ziet graag meer respect voor de andere overheden en de samenleving. Dat begint met het goed vastleggen van wat het rijk op verschillende gebieden wil bereiken, waarbij ook heel duidelijk moet zijn welke rol het wil vervullen. ‘Dan pas kunnen heldere kaders en randvoorwaarden geformuleerd worden en kan het speelveld voor samenleving en overheden bepaald worden. Dat voorkomt onbegrepen ad-hoc-ingrepen.’
De vraag is welke rol er voor de inrichting van het landschap weggelegd is voor ‘de polder’. ‘Het is hilarisch dat sommigen denken dat we het poldermodel ten grave kunnen dragen met als these dat “de politiek” moet besluiten en zich niet mag verschuilen achter een stroperige polder. Daar zit een aantal misverstanden achter. Alsof op politiek niveau niet dezelfde tegenstellingen zichtbaar zijn. Ook daar is soms sprake van moeizame en trage besluitvorming, met evenveel compromissen waarbij de kool en de geit niet gespaard worden, maar juist allebei beschadigd raken. En alsof duurzame stabiele oplossingen in dit land mogelijk zijn als je niet Nederland meeneemt en achter je krijgt. Wat wel nodig is, is dat de politiek leert om heldere randvoorwaarden en doelen te formuleren en die aan de polder meegeeft. In het Klimaatakkoord is dat deels wel gelukt – denk aan de reductietaakstelling en de verdeling van de opgaven over de vijf tafels –, maar het is ook deels niet gelukt – denk aan inkomenseffecten en de vage formuleringen over de veestapel.’
Ruimtelijke ordening ‘hebben we te lang laten verslonzen’, meent Van Geel. ‘Ook de herstructureringsopgave in onze steden en dorpen is gigantisch. Denk alleen al aan de vele snel verouderende bedrijventerreinen, die waanzinnig veel ruimte innemen en een nieuwe bestemming moeten krijgen. Verder vind ik het belangrijk dat wat wij bouwen bijdraagt aan essentiële doelstellingen op het gebied van klimaat, zuinig ruimtegebruik, stedelijke/ruimtelijke kwaliteit, en versterking van de infrastructuur van het openbaar vervoer. Dat staat op gespannen voet met het verdund bouwen in het landelijk gebied, dat uitgaat boven de per saldo natuurlijke groei en onnodig beslag legt op landbouwgrond. Minder vee betekent met een kringlooplandbouw als perspectief niet minder landbouwgrond.’
Hoe beziet Van Geel de recente kabinetsplannen om boeren te onteigenen om op die manier het stikstofprobleem op te lossen? ‘Als planoloog heb ik in mijn jeugdige jaren onderschat wat het betekent als je als landbouwer grond die al generaties familiebezit is, moet afstaan voor het bouwen van bijvoorbeeld woningen. Dat kunnen echt familiedrama’s zijn. Maar ik heb ook meegemaakt dat een villabewoner halsstarrig weigerde een strookje van twee meter te verkopen om langs een levensgevaarlijke weg een veilig fietspad te kunnen creëren voor schoolkinderen. Onteigening kan alleen het sluitstuk zijn. Dát moet de mentaliteit achter het gebruik van het instrument zijn.’
Het is hilarisch dat sommigen denken dat we het poldermodel ten grave kunnen dragen
Noot
- 1.Bouwend Nederland, LTO Nederland, Natuurmonumenten, Natuur & Milieu, VNO-NCW en MKB-Nederland, Een duurzaam evenwicht. Versnellingsakkoord stikstofemissiereductie 2021-2030. Mei 2021.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.