Sport actief maar houdt het spel in ere!
Samenvatting
Sport neemt in onze samenleving een belangrijke plek in. Zozeer zelfs dat velen denken dat ze qua vorming, verbinding en zingeving de rol van religie heeft overgenomen. Moet de overheid breedte- én topsport meer stimuleren en bekostigen? Of moeten we vooral alert zijn op de misstanden in de topsport en dient er zelfs een scheiding van sport en staat te komen? Daarover gaat deze Christen Democratische Verkenningen.
Dat onze huidige samenleving aan sport een belangrijke waarde toedicht, daarover zijn de auteurs in deze CDV het wel eens. ‘Sport is een belangrijke invulling van een mensenleven’, zegt de Rotterdamse wethouder Sven de Langen in het openingsinterview. Hij benadrukt het belang van sportverenigingen als minisamenlevingen, waarin allerlei vaardigheden worden aangeleerd. Wel waarschuwt hij als rechtgeaarde christendemocraat ervoor dat gemeenten meer invloed krijgen op de verenigingen, die zichzelf steeds minder goed kunnen bedruipen. ‘De cruciale vraag is hoe we verenigingen zo kunnen ondersteunen dat de overheid het particulier initiatief niet overneemt en verstikt, maar juist versterkt ten dienste van een bloeiend verenigingsleven.’
Rien Fraanje en Stefan Paas behandelen de vraag welke rol sport op existentieel niveau in onze samenleving inneemt. Hebben we de kathedralen ingewisseld voor stadions, waarin we bijna op religieuze wijze onze sporthelden vereren? Op veel vlakken wel, meent Fraanje, die eenvoudig constateert – ook in zijn bijdrage in de rubriek ‘Uit de kunst’ – dat sport mensen uit hun dagelijkse beslommeringen kan halen, hen met elkaar verbindt en aan velen zelfs een waardevolle levensinvulling geeft. Hij stelt dat sport nooit op eenzelfde wijze zin kan geven als religie dat doet en heeft gedaan. Maar als het voor veel mensen een zingevende dimensie heeft, moet een christendemocratische partij als het CDA, die waarden hoog in het vaandel heeft staan, dit politiek vertalen. Paas benadrukt juist de enorme risico’s die er aan de dominantie van sport, en dan met name topsport, kleven. Zoals religie in misstanden kan ontaarden doet topsport dat ook, zonder dat betrokkenen dit doorhebben. Paas noemt diverse indoctrinaties die van een dominante (top)sport uitgaan en pleit, juist omdat velen zo van sport houden, voor een gezond wantrouwen en voor scheiding van sport en staat.
Die scheiding van sport en staat is ook een belangrijk thema als het gaat om deelname aan sporttoernooien in landen met discutabele regimes, op dit moment actueel door twee grote evenementen in 2022: de Olympische Winterspelen in China en het WK voetbal in Qatar. Sporthistoricus Wim Zonneveld biedt een inkijk in de manier waarop de Nederlandse politiek de afgelopen decennia hiermee is omgegaan, waarbij er hoofdrollen zijn voor de CDA’ers Sytze Faber, Til Gardeniers en Dries van Agt. De politiek blijkt een lijn gevonden te hebben waarin ze zich afzijdig houdt en de beslissing aan de sportbonden overlaat. Kamerlid Inge van Dijk beschrijft vervolgens hoe het CDA nu aankijkt tegen het FIFA-toernooi in Qatar. Ze is tegen een boycot en vindt dat het toernooi juist gebruikt moet worden om de vele misstanden in het land aan de kaak te stellen. Net als een boycot is deze keuze echter vanuit solidariteit en naastenliefde tot stand gekomen, stelt ze.
Sport en politiek komen op een wel zeer bijzondere manier samen in de wijze waarop politici sport gebruiken om zich aan de kiezer te presenteren: van de fietsende Dries van Agt tot de schaatsende Wopke Hoekstra. Harm Kraal biedt een overzicht van de redenen waarom politici dat doen. Je laat je energie ermee zien of je positie als outsider, maar ook dat jij gewoon een man van het volk bent. Toch kan de zo ontstane aandacht ook negatief uitpakken.
Sport is goed maar ontaardt als het spelkarakter ervan verloren gaat
Dat de overheid een steviger vinger in de pap moet hebben als het om sport gaat, bepleit Annet Tiessen-Raaphorst, die betrokken was bij een recent advies van de Nederlandse Sportraad. Het sportbeleid hangt nu van vrijblijvendheid aan elkaar en daarom moet er een sportwet komen die dit ondervangt. Daarin dient onder andere te worden vastgelegd welke overheid waarvoor verantwoordelijk is. Lokale overheden zijn in ieder geval verantwoordelijk voor het geld dat ze in plaatselijke profclubs steken. In een interview vertelt Tsjalle van der Burg welke regels er zijn om een club in nood te ondersteunen, maar vooral ook welke voetangels en klemmen er voor lokale politici liggen.
Dat Nederland een land is waar topsport floreert, is een gevolg van actief beleid, beschrijven Agnes Elling en Marit Dopheide. Dat levert onder andere veel medailles bij de Olympische Spelen op, maar kent ook zijn schaduwzijde. De prestatiecultuur kan zo dominant worden dat niet het plezier van de sporter maar de status van team, school of coach de boventoon voert. Daarvoor moet meer aandacht komen, bepleiten ze. Dit geldt ook voor de mogelijke uitsluiting die een sportcultuur kan veroorzaken, stelt Ine Pulles, die als voorbeeld de dominantie van hogeropgeleiden bij hockey noemt. Naast de evidente maatschappelijke waarde van sport en bewegen, die zich onder andere uit in betere mentale en fysieke gezondheid, is het goed de negatieve aspecten bij sport niet over het hoofd te zien.
Met deze diversiteit aan bijdragen is het alsof de wijsheid van historicus Johan Huizinga, die in een intermezzo aan het woord komt, nog altijd geldt. Sport is goed maar ontaardt als het spelkarakter ervan verloren gaat. Als dit CDV-nummer één waarheid ten aanzien van sport laat zien, is het dat de presterende mens wellicht goed is, maar de spelende mens beter.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.