Oneerlijke strijd tussen wetgevende en uitvoerende macht
Samenvatting
De korte samenvatting van het recente boek van CDA-politicus Pieter Omtzigt is: de strijd tussen de wetgevende/ controlerende en de uitvoerende macht. Onderliggend zijn er veel meer vraagstukken die hij aan de orde stelt en die ons staatsrecht, onze democratie en onze samenleving raken. Het boek, met een portret van de auteur zelf en zijn ervaringen, strijd en doorzettingsvermogen, kent een aanloop naar zijn tien voorstellen voor ‘een nieuw sociaal contract’ in het slothoofdstuk van zijn boek. En juist dat laatste schreeuwt om uitwerking en scherpe agendering.
De kabinetsformatie
Het is boeiend als je dit boek leest op de historische dag van de kabinetsformatie, die dan in een verkennende fase zit. Eén foto zegt die dag meer dan verkiezingsprogramma’s, talkshows en doorrekeningen van allerlei planbureaus. In die ene foto kwam alles bij elkaar: een met corona besmette minister Ollongren die schielijk het Binnenhof verlaat en in onze doorgeschoten angst wel het gezicht afschermt, maar niet de officiële stukken, met daarop vier woorden over Omtzigt. Het symboliseert veel. Het was al vreemd en een slag in het gezicht van dualisme en machtenscheiding dat Eerste Kamerlid
Jorritsma verkenner was. En dat alles tegen het decor van de verkiezingsuitslag die zo veelzeggend is. Zeker, het CDA heeft verloren en de VVD een beetje gewonnen. Verder zien we D66, dat eigenlijk geen kant op kan en behalve enkele zetels winst niks heeft, omdat krimpend links verloren heeft. Haar gedans op tafel bij de exitpoll was direct het hoogtepunt; het was vergelijkbaar met het ‘uil van Minerva’-moment dat Baudet twee jaar eerder had na zijn winst bij de Provinciale Statenverkiezingen. Sindsdien gaat het omlaag en wordt het ‘nieuwe leiderschap’ van Sigrid Kaag een boemerang. Daarnaast zien we een fors blok populisme annex one-issuepartijen die van hun achterban alleen maar het zuivere eigen geluid mogen roepen en daarom buiten ieder kabinet vallen. En tot slot een premier die tien jaar zit en geen afstand wil doen, alle trucs kent, mensen en partijen tegen elkaar uitspeelt en vervolgens weer aan zijn borst drukt. In dat decor volksvertegenwoordiger zijn is boeiend, uitdagend.
Over Ariëns en Nolens
Terug naar het boek. Beschreven, middels een interview, wordt hoe een jonge Pieter Omtzigt zich ontwikkelt, leest, studeert en details leert doorgronden. Zijn eerste woordvoerderschap, ‘Pensioen’, is een leftover in een grote fractie waar hij pas na de kabinetsformatie mag aanschuiven. Eigenlijk tekenend dat juist dit onderwerp overblijft; een onderwerp dat miljoenen mensen raakt en over vele miljarden gaat, maar inderdaad: minder sexy. Met dit dossier start Omtzigt zijn strijd voor gepensioneerden die tussen wallen en schepen vallen. Vul voor ‘gepensioneerde’ ‘MH17-slachtoffer’, ‘christen in het Midden-Oosten’ of ‘toeslagouder’ in en zijn queeste, strijd is helder. Overal in de wereld zijn er ‘kleine luyden’ die aandacht, bescherming en actie vragen. Voor hen vochten ook onze voorgangers, Kuyper en Schaepman. Voor mensen in de knel. In Brabant was het pater Gerlacus van den Elsen voor de boeren, in Twente kapelaan Alphons Ariëns voor de textielarbeider, en in Limburg priester Wiel Nolens voor de mijnwerker. Soms is het goed wanneer we onze historie, ons eigen verhaal afstoffen.
Pieter Omtzigt Een nieuw sociaal contract Prometheus | 2021 | 224 pp. | € 20,– | ISBN 9789044648058
Rule of law en modellen
Na het persoonlijk interview komen drie totaal verschillende onderwerpen aan de orde: professor Cleveringa, Europa en modellen. Cleveringa was de Leidse hoogleraar die opstond tegen de Duitse bezetter toen de joodse docenten ontslagen werden. Hiermee is Cleveringa ook voor Omtzigt een inspiratiebron. Dan Europa. Vaak is Omtzigt kritisch naar Europa. In de basis zit het goed, want hij denkt en redeneert vanuit het subsidiariteitsbeginsel: eerst kijken wat lokaal, regionaal, nationaal kan, en dan pas naar Brussel. In dit kader benadrukt hij ook de rechtsstatelijkheid en de rule of law, die Europa sterker kunnen maken, maar ons ook, bijvoorbeeld in lastige gevallen als corruptie op Malta, bij de les moeten en kunnen houden. De derde ‘proloog’ op weg naar de toeslagen is een hoofdstuk over modellen. Modellen belemmeren, zegt Omtzigt, die econometrie studeerde, het echte denken; bovendien is de praktijk altijd anders. Politici moeten ervoor waken te vertrouwen op modellen, omdat die slechts een klein deel van de waarheid weergeven en het zicht vertroebelen – zoals de calamiteit zich niet aan het onlangs opgestelde rampenplan houdt. Omtzigt hekelt de ‘koopkrachtplaatjes’, de doorrekeningen door het Centraal Planbureau en de mogelijkheid voor de uitvoerende macht om modellen te gebruiken voor dwaalsporen en verkeerde sturing en uitkomsten.
Onmacht bij alle machten
Het grootste deel van het boek gaat over het zogenoemde toeslagenschandaal zoals zich dat de afgelopen jaren heeft ontvouwd en dat vaak aan de orde kwam in parlement en media. Dit leidde uiteindelijk tot de val van het kabinet-Rutte III. Omtzigt beschrijft zijn strijd – gevoerd samen met Renske Leijten van de SP en enkele journalisten – van de eerste vraag (‘Zijn er ouders die schade hebben geleden door de terugvordering?’) en het antwoord daarop van staatssecretaris Wiebes (‘Daar is niets van gebleken’) tot de debatten kort voor de verkiezingen. Omtzigt benoemt de hardheid en de rigiditeit van het stelsel van toeslagen. Ook zet hij terecht vraagtekens bij de houdbaarheid van dit rondpompen van geld, en bij de daarmee gepaard gaande complexiteit in regelgeving, toepasbaarheid en uitvoering. Dat de betrokken bewindslieden het probleem klein wilden houden, spoorde Omtzigt aan om door te gaan, nog steviger. Hij maakte mee hoe de uitvoerende macht met vele ambtenaren, uitvoeringsorganisaties en adviseurs het parlement als de wetgevende, maar meer nog als de controlerende macht op een dwaalspoor zet en niet volledig informeert, soms omdat ze het zelf niet weet. Ook de rechterlijke macht komt er in dit trias-politica-spel niet goed uit. Onmacht bij alle machten.
Tussen de regels door is te lezen dat het werk van een Tweede Kamerlid bijna onmogelijk is. Zoveel rapporten, zoveel wetten met eindeloze memories van toelichting, zoveel informatie. Met nu weer zeventig nieuwe Tweede Kamerleden verspreid over vele kleine partijen. Er is sprake van een dodelijke cocktail van vijf elkaar versterkende, dus verzwakkende, dynamieken: Kamerleden zitten korter, de partijen zijn hopeloos versplinterd, de workload neemt toe, de dossiers worden complexer, en de scoringsdrang groeit, want herverkiezing vraagt om aandacht. Door deze cocktail is het voor de wetgevende macht steeds lastiger om de rol als (mede)wetgever goed in te vullen. Omtzigt en Leijten zijn uitzonderingen. En door dit alles heeft de uitvoerende macht het eenvoudig; zeker als er een premier zit die ‘zijn baantje’, zoals hij het zelf noemt, al zo lang doet. Het is niet voor niks dat nagenoeg alle grondwetten in de wereld een maximum van twee termijnen voorschrijven: dat is beter voor politiek, partij én poppetjes.
Émile Zola en Thomas van Aquino
Ondanks affaires moeten we er ook voor waken dat we na ieder incident weer vele nieuwe ambtenaren, extra controledrift en uitdijende bureaucratie creëren. Zoals we deze coronacrisis ook zien dat de overheid groter en machtiger wordt, terwijl de oplossingen ook bij ondernemingen en samenleving liggen. Met als recent drama de door de overheid opgezette en geregisseerde vaccinatiestrategie en -uitvoering. Hier hadden ondernemingen als Unilever (koeling), Jumbo (logistiek) en de evenementenondernemingen (registratie) een rol kunnen spelen, in plaats van meer overheid. Dus als we, zoals Omtzigt betoogt, naar ‘een nieuw sociaal contract’ gaan, dan moet daar een balans in zitten, waar alle geledingen een rol in hebben. Een balans tussen overheid, marktsector en samenleving. Als christendemocraten zijn we voor een kleinere overheid. Niet als startpunt, maar als resultante van meer samenleving. En zeker, die overheid moet betrouwbaar zijn en dienstig aan haar burgers. Het zijn de kreten die Émile Zola in zijn ‘J’accuse …!’ schreef toen hij het opnam tegen de Franse overheid naar aanleiding van het ontslag van de joodse militair Alfred Dreyfus.
In deze verhoudingen staat de mens centraal, niet als individu, maar als persoon. En dat brengt ons, en Omtzigt refereert daaraan in zijn boek, bij het katholieke sociaal denken. Dit denken plaatst de persoon in de samenleving met anderen, waaronder zeker ook de overheid. Dit personalisme is een alternatief voor het individualisme. Het katholieke denken komt op meer plaatsen terug bij Omtzigt. Begrippen als ‘solidariteit’ en ‘publieke gerechtigheid’ zijn zijn richtsnoer. En het katholieke denken, dat meer in richting en leidraad denkt dan in modellen, kent zijn wortels bij Thomas van Aquino, die Omtzigt opvoert in de eerste zinnen over het nieuwe sociaal contract. Thomas van Aquino, die nagedacht heeft over het begrip ‘rechtvaardigheid’: het ultieme dat de rechtsstaat goed moet organiseren voor zijn burgers, zijn mensen. Omtzigt wil terecht terug naar de geest van de wet. Naar de juiste verhouding tussen overheid en burger. Centraal staan dan: machtenscheiding, rechtsstaat, en vertrouwen tussen overheid en burger, die liever als mens gezien wordt.
Perspectief!
En dat is wat Omtzigt met zijn ‘nieuw sociaal contract’ voor ogen heeft. Het boek lezende krijgen we velerlei voorbeelden van onrechtvaardig handelen door overheden vanwege wantrouwen, vooringenomen standpunten en doelbewust tegenwerken. Als katholiek politicus ligt er voor Omtzigt nu de volgende uitdaging: na het ontrafelen en het aan de orde stellen van zoveel misstanden, moet hij nu ook vooruitkijken, perspectief bieden en benoemen. Dat betekent dat naast vasthoudendheid, boosheid en strijd, ook optimisme en relativering nodig zijn. Dat willen mensen ook zien. En ondanks alle geluiden en speculaties rondom de auteur dezer dagen, is de sterkste combinatie het CDA en Pieter Omtzigt. In voetbaltermen: Pieter moet blijven zien dat misschien FC Barcelona zonder Messi niks is, maar dat Messi zonder FC Barcelona óók niks is. Juist de combinatie wint prijzen! Het is van belang om zonder boosheid vooruit te kijken en een nieuw sociaal contract op te stellen en dit realiseren in de samenleving. Dat is vaak nog moeilijker dan terugkijken, maar wel hard nodig.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.