Intro
Samenvatting
Met vrijheid hebben de Fransen niet zoveel op, zo verklaarde schrijver François René de Chateaubriand (1768-1848). ‘Voor hen is er maar één idool: de gelijkheid.’ Volgens Chateaubriand bood dit een verklaring voor het feit dat het Franse volk zo snel na het uitbreken van de Franse Revolutie in 1789 al weer voor een sterke man had gekozen: Napoleon. Als iedereen gelijk is, gaan mensen toch weer op zoek naar een leider, stelde hij. ‘Zoals bekend onderhouden het gelijkheidsideaal en de tirannie onderling geheime banden.’
Vrijheid, gelijkheid en broederschap. Over de werkelijkheid achter deze begrippen gaat dit nummer van Christen Democratische Verkenningen. Ze zijn ontsproten aan de Franse Revolutie en verbonden aan de moderniteit waarin we ons bevinden. Een werkelijkheid die gedomineerd wordt door de idealen van de verlichting en de romantiek. Diversiteit is het huidige sleutelwoord waarmee vrijheid en gelijkheid zich sieren. En daarmee zitten we midden in de actualiteit van zwartepietendebat, slavernijverleden, racisme en quota voor vrouwen in bepaalde functies. In een samenleving die niet divers weet te zijn en waarin de ene groep dominant is ten koste van de andere, is het met vrijheid en gelijke behandeling immers slecht gesteld.
Toch blijken aan het streven naar diversiteit, hoe nobel ook, in de praktijk bezwaren te kleven, zoals in verschillende bijdragen naar voren komt. Voor je het weet ontaardt het in identiteitspolitiek, die niet het algemene belang maar het specifieke belang van een enkele groep voor ogen heeft. Aandacht en voorkeursposities ten gunste van de een kunnen dan ten koste gaan van de ander. Via quota gelijkheid afdwingen leidt tot een overactief beleid dat de vrijheid beknot om de beste persoon op een functie te kiezen. Zie ook de discussie over de inzet van ‘diversiteitsofficieren’ in het hoger onderwijs.
Opdringerige staat
Dit nummer is met recht een ‘verkenning’, een zoektocht. Onder de titel Diversiteit en gemeenschap nemen we de roep om diversiteit – te bereiken door onder andere het slechten van belemmeringen om tot gelijke uitgangsposities te komen – serieus, maar zoeken tegelijk een weg om niet in de andere extremiteit terecht te komen. Waar de afgelopen decennia het economisch georiënteerde neoliberalisme centraal stond, met zijn vrijheid van het individu om zichzelf te ontplooien en zijn eigen verlangens na te streven, dreigt nu een opdringerige staat het roer over te nemen. De liberale waarden vrijheid en gelijkheid worden dan van bovenaf opgelegd, waarmee het liberalisme zich in de praktijk als staatsdwang ontpopt. Gelijkheid kan zo, om met Chateaubriand te spreken, in een vorm van tirannie ontaarden. Wat dat betreft kunnen we, ook ten aanzien van onderwijsvrijheid en artikel 23 van de Grondwet, een nieuwe, wellicht felle ideologische strijd verwachten.
Het is zaak dat de christendemocratie haar principes en overtuiging in dit opzicht op orde heeft. De christendemocratie heeft altijd een wat dubbelzinnige houding gehad ten opzichte van de moderniteit en de idealen van verlichting en Revolutie. Zeker: vrijheid, gelijkheid en met name broederschap zijn ook haar idealen, al worden ze op een andere manier ingevuld. Niet het individu, maar de gemeenschap in diverse lagen vormt haar uitgangspunt. Vrijheid staat in dienst van de ander en heeft oog voor de verticale dimensie van ons bestaan. De Anti-Revolutionaire Partij, een van de voorlopers van het CDA, was zeer kritisch op de beginselen van de Franse Revolutie, waarbij we moeten bedenken dat het Griekse woordje anti in eerste instantie ‘in plaats van’ betekent. Bij de ARP stond in plaats van de Revolutie het evangelie centraal. Tegelijk kent de christendemocratie altijd de verleiding om met de heersende tijdgeest mee te buigen. De afgelopen decennia kende het neoliberalisme zijn verlokkingen, met de zelfredzaamheid van het individu en een economische gedrevenheid. Nu ligt de verleiding op de loer om via de staat allerlei oneffenheden op te lossen, zelfs op het terrein waarin deze vanouds niets te zeggen heeft: de innerlijke overtuiging van mensen.
Een eigen christendemocratisch verhaal is dan ook nodiger dan ooit. Een verhaal dat niet het midden houdt tussen staat en markt of tussen gelijkheid en vrijheid, maar dat een eigen invulling geeft aan deze begrippen. Want als we niet oppassen wordt, zoals Gabriël van den Brink verklaart, het slechtste van de markt, namelijk concurrentie tussen individuen, gecombineerd met het slechtste van de staat, namelijk dwang van bovenaf. Een door de overheid aangedreven economische survival of the fittest is dan het resultaat. Terwijl we staat en markt zó moeten inrichten dat zij dienstbaar zijn aan de samenleving. Vertrouwen, beroepseer, betrokkenheid, subsidiariteit, samenwerking en gerechtigheid zijn daarbij sleutelbegrippen.
Verkiezingsprogramma
Ondertussen richten we ons in de sectie ‘Actualiteit’ ook op andere onderwerpen, zoals de komende verkiezingen. In de rubriek ‘Dwars’ wordt het CDA-voorstel om Kamerleden meer regionaal te kiezen onder de loep genomen, en Ernst Hirsch Ballin plaatst kanttekeningen bij de paragraaf in het verkiezingsprogramma over migratie, integratie en burgerschap. Chris van Dam gaat met Cees Zwart in gesprek over de actuele waarde van het Program van Uitgangspunten van het CDA, en Daan Sanders plaatst de hernieuwde roep om kernenergie in internationaal perspectief. Journalist Wilfred Scholten doet verslag van zijn zoektocht naar de geschiedenis van het comité Christen Democraten voor Ontspanning en Wapenbeheersing, dat zich in de jaren tachtig verzette tegen de plaatsing van kruisraketten. Het blijkt dat diversiteit binnen een brede partij als het CDA ook als dissident gedrag ervaren kan worden. En Paul van Velthoven vraagt zich af in hoeverre de Franse laïcité, de sterke scheiding van kerk en staat, helpt in de gespannen omgang tussen groepen na de moord op geschiedenisdocent Samuel Paty.
Met het laatste onderwerp zijn we weer in ons thema terechtgekomen, waarbij we ‘diversiteit’ op diverse manieren eer aandoen. Niet alle schrijvers of geïnterviewden hebben dezelfde focus, en ze zijn dus indirect met elkaar in debat, bijvoorbeeld over vrouwenquota.
Pluraliteit
Dit debat lijkt weleens de zwakte van de christendemocratie, want het is veel eenvoudiger om via doelgerichte politieke besluiten je idealen te bereiken. De christendemocratie speelt het altijd via de band van de samenleving, en die is niet maakbaar. Tegelijk ligt hier ook haar kracht, omdat wij geloven dat het van onderop moet komen: daar waar mensen met diverse overtuigingen en afkomst elkaar ontmoeten, samenwerken en het oneens kunnen zijn of flink kunnen botsen. Zo kunnen we een gemeenschap vormen waarin pluraliteit en gezamenlijkheid hand in hand gaan, omdat niet het eigen gelijk centraal staat, maar de mogelijkheid dat wellicht de ander gelijk heeft – wat dan weer niet betekent dat de eigen overtuiging bij het straatvuil moet worden geplaatst.
We zullen onze christendemocratische visie vol moeten inbrengen, niet alleen straks bij de verkiezingen, maar ook daarna, aangezien het om de inrichting van de samenleving gaat. Tirannie in de zin van Chateaubriand is een groot woord, maar dat vrijheid en gelijkheid als last aan de samenleving worden opgelegd, is niet denkbeeldig. Nee, dan liever diversiteit die is ingebed in en verbonden met de gezamenlijkheid die ze zelf zegt te zijn: de gemeenschap.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.