Dichten om de vrede
Samenvatting
Dit najaar is het vijfentwintig jaar geleden dat de Noord-Ierse dichter Seamus Heaney de Nobelprijs voor Literatuur kreeg toegekend. Dat weet ik nog zo goed omdat ik in de laatste maanden van 1995 een klein halfjaar in Belfast verbleef en een semester mocht studeren aan de Queen’s University aldaar.
Het was een bijzondere tijd. In de zachte herfstlucht van de hoofdstad van Noord-Ierland hing voelbaar de hoop op vrede. Een periode van meer dan vijfentwintig jaar van aanslagen en sektarisch geweld tussen (protestantse) unionisten die de Britse provincie Brits wilden houden, en (katholieke) Ierse nationalisten die streden voor Ierse eenheid, was voorlopig ten einde. De belangrijkste paramilitaire groepen hadden in 1994 een wapenstilstand afgekondigd met als doel om vredesonderhandelingen een kans te geven.
Eind november 1995 bezocht de Amerikaanse president Bill Clinton Noord-Ierland om zijn steun aan het vredesproces te onderstrepen. Samen met zo’n honderdduizend anderen juichte ik op het centrale plein van Belfast Bill en Hillary toe toen zij spraken over het verlangen naar vrede. Daags erna stonden de kranten vol over een onverwachte maar strak geregisseerde stop van de presidentiële auto in de katholieke wijk Falls, waar Clinton uitstapte en de leider van Sinn Féin, de politieke tak van de IRA, de hand schudde.
Het was toen nog te vroeg om Noord-Ierse politieke kopstukken te belonen of aan te moedigen met een Nobelprijs voor de Vrede. De onderhandelingen waren nog volop gaande, en de weg naar vrede was op dat moment nog lang en weerbarstig, zoals de jaren erna zou blijken. Drie jaar later, na het zogenoemde Goedevrijdagakkoord, zou het Nobelcomité alsnog de gematigde leiders van de unionisten en nationalisten lauweren voor hun inspanningen. Met de toekenning van de literatuurprijs aan een breed gewaardeerde en maatschappelijk geëngageerde dichter liet de jury wel blijken dat zij het getroebleerde eiland in het vizier had.
Begrafenisriten
Seamus Heaney werd in 1939 geboren in de overwegend katholieke Noord-Ierse regio Derry. Hij werd in de jaren zestig leraar Engels op een middelbare school in Belfast. In hetzelfde decennium debuteerde hij ook met zijn eerste dichtbundel. In de jaren tachtig en negentig doceerde hij aan Harvard in de VS en in het Engelse Oxford.
Heaney verloochende zijn katholieke roots in zijn gedichten zeker niet, maar hij was in het Noord-Ierse conflict geen scherpslijper. Zijn poëzie lijkt te gaan over het particuliere, maar de zeggingskracht overstijgt het persoonlijke.
In 1996 – een jaar na de toekenning van de Nobelprijs – verscheen in Nederland de verzamelbundel Het eerste koninkrijk. Met ‘Begrafenisriten’ is er een gedicht in opgenomen dat alleen lijkt te vertellen hoe mensen hun doden begraven.

Seamus Heaney, ‘Begrafenisriten’, in: Het eerste koninkrijk. Een keuze uit de gedichten (samengesteld en vertaald door Peter Nijmeijer). Amsterdam: Meulenhoff, 1996.
Ik nam een soort mannelijkheid | op mijn schouders toen ik aantrad | om de kisten van dode verwanten | te tillen. Ze lagen opgebaard | in besmette kamers, | hun oogleden glinsterend, | hun deegwitte handen | geketend in rozenkransen.
Maar dan, in het tweede deel van het gedicht, haalt Heaney onmiskenbaar The Troubles erbij. Dit gedicht gaat toch niet over de begrafenis van zomaar een dierbare die is overleden, maar over de uitvaart van mensen die zijn omgekomen door het geweld dat in Noord-Ierland duizenden mensen het leven kostte.
Het gedicht werd in 1975 gepubliceerd in de bundel North, maar was voor Nederlandse lezers in 1996 nog uiterst actueel: op 9 februari van dat jaar was met het afgaan van een krachtige IRA-bom in de Londense haven een wrang einde gekomen aan de wapenstilstand.
Nu berichten ons bereiken | van iedere burenmoord | hunkeren we naar ceremonie, | de ritmes van gebruiken: | de beheerste voetstappen | van een rouwstoet, die zich | langs elk geblindeerd huis | slingert.
Heaney laat hier zien: of je nu katholiek of protestant, unionist of nationalist bent, we begraven onze doden vrijwel op dezelfde manier. Dus als het erop aankomt, als het om de essentie van leven en dood gaat, is er helemaal niet zoveel verschil tussen een nationalist en een unionist, een Ier of een Brit, een katholiek of een protestant: het geherkauw van de herinnering | voor één keer getemperd, de vete | voorlopig gesust.
Actualiteit
Heaney kan niet meer dichten voor de vrede; hij overleed in 2013. Maar we kunnen hem wel herlezen nu de Britse ambitie om de EU snel te verlaten sterker en groter lijkt dan de wens om de broze Noord-Ierse vrede te bewaken. Daarvoor is het essentieel dat de grens tussen Noord-Ierland en Ierland openblijft, zodat mensen op het Ierse eiland niet voor een nationaliteit en identiteit hoeven te kiezen. Onze begrafenisriten zijn universeel, niet verbonden met één identiteit of nationaliteit. Wie kan Boris Johnson daar met een mooi gedicht aan herinneren?
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.