Voorbij de tegenstelling tussen staat en samenleving
Samenvatting
De presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten van afgelopen maand laten opnieuw zien hoe pijnlijk kwetsbaar een democratie is. Deze staat voortdurend voor nieuwe uitdagingen, en moet zichzelf daarbij ook steeds vernieuwen. Dit vergt veel wil en inspanning. In hun boek Wankel evenwicht zetten de Amerikaanse economen Daron Acemoglu en James Robinson deze uitdaging in breder perspectief. Hoewel hun betoog historisch zwak onderbouwd is, nemen de auteurs definitief afscheid van de hardnekkige neiging om staat en samenleving tegenover elkaar af te zetten.
Metaalmoeheid
Democratie in Europa en vooral de Verenigde Staten lijkt aan enige metaalmoeheid onderhevig. Samenwerking en compromis, basiselementen van democratie, zijn toenemend verdacht. De bruggen tussen Democraten en Republikeinen in de VS zijn vrijwel alle verbrand.
De schaamteloze acties van Donald Trump rond de verkiezingen zijn er een uiting van. Er lijken robuustere, autoritaire alternatieven. China timmert voortvarend aan de geopolitieke en economische weg. Daar staat onderdrukking van de eigen bevolking en minderheden tegenover, evenals vele leugens. Is een vrije samenleving een blijvende mogelijkheid?
Die vraag wordt gesteld door Acemoglu en Robinson in Wankel evenwicht. Zij zijn vooral bekend als de auteurs van Why nations fail. The origins of power, prosperity, and poverty, gepubliceerd in 2012. Dit boek – in het Nederlands verschenen als Waarom sommige landen rijk zijn en andere arm – stelt dat de welvaart van landen verklaard kan worden aan de hand van inclusieve instituties. Dat wil zeggen: instituties die geen middel zijn van elites om macht en rijkdom naar zich toe te trekken, maar open instellingen waarin grote delen van de bevolking betrokken zijn.
Aanpak
In Wankel evenwicht verleggen zij hun focus van economisch succes naar ‘vrijheid’. Dit begrip wordt omschreven als de vrijheid om naar eigen inzicht te kunnen handelen, zonder daarbij gehinderd te worden door externe factoren. Robinson en Acemoglu pleiten voor een sterke staat die wetten kan handhaven en veiligheid weet te bieden. Anderzijds dient de samenleving tegenwicht te bieden aan de staat via eigen initiatieven en door haar wensen bij de staat af te dwingen. Zonder dit tegenwicht kan de staat gemakkelijk te machtig worden. Tussen de despotische autoritaire staat en de afwezigheid van een staat loopt een smalle weg, een corridor waar het leven goed is. De opgave is om in die corridor te blijven.

Daron Acemoglu en James A. Robinson
Wankel evenwicht. De eeuwige strijd tussen staat en samenleving
Nieuw Amsterdam | 2020 | 640 pp. | € 39,99 | ISBN 9789046824955
Op het eerste gezicht is dit geen erg prikkelende benadering. Het belang van een sterke staat wordt door vrijwel niemand betwist. De kracht van het boek zit dan ook allereerst in de interessante begrippen en metaforen waarmee Robinson en Acemoglu hun betoog onderbouwen. De machtige staat die vrijheid van burgers wegneemt is het ‘Gilgamesjprobleem’, ontleend aan een antiek epos. De staat wordt zelf aangeduid als ‘leviathan’, naar het beroemde boek Leviathan van de politiek filosoof Thomas Hobbes (1588-1679). Ook halen de auteurs het ‘rodekoningineffect’ aan, ontleend aan de Rode Koningin uit Lewis Carrolls Alice in Spiegelland. De auteurs verwijzen met dit begrip naar de wijze waarop samenleving en staat elkaar door hun handelen voortdurend scherp houden, corrigeren en inspireren tot nieuwe ambities; er is nooit een punt waarop er blijvend evenwicht is. Ook gebruiken de auteurs begrippen uit de economische wetenschap, zoals het ‘nulsomeffect’, dat zij creatief inzetten om een situatie aan te duiden waarin de samenleving of de staat de ander tegenwerkt en daarmee alle maatschappelijke ruimte opeist voor de eigen doeleinden.
Naast deze verrassende begrippen geeft het boek een duizelingwekkend overzicht van politieke ontwikkelingen, waarbij er voortdurend geschakeld wordt tussen heden en verleden. Griekse en Italiaanse stadstaten, het Derde Rijk, de oorlog in Syrië en het moderne China worden alle besproken in dit boek. De Rode Koningin, Leviathan en het beeld van de smalle corridor dienen om deze uiteenlopende voorbeelden in hetzelfde kader te plaatsen.
Zonder het tegenwicht van de samenleving kan de staat gemakkelijk te machtig worden
Dat is een ambitieuze aanpak, die echter voorbijgaat aan wat de begrippen ‘staat’ en ‘samenleving’ betekenen.
Beide begrippen horen allereerst bij de negentiende en twintigste eeuw, waarbij er, in theorie althans, sprake is van een scheiding tussen staat en samenleving: de eerste gekenmerkt door een regering, bureaucratie en ambtenaren, de laatste door staatsburgers met een privédomein, die zich kunnen organiseren in allerlei instituties.
Historische ongelukken
Het gebruik van deze begrippen levert in het boek historische ongelukken op. De ‘staat’ was heel lang een marginale kracht in westerse samenlevingen. Deze zorgde enkel voor oorlogvoering en buitenlands beleid; landelijke belastingen speelden nauwelijks een rol. Robinson en Acemoglu gaan hieraan voorbij. Zij verklaren het economische succes van Europa aan de hand van ontwikkelingen in de vijfde eeuw. Ze betogen dat na de val van het West-Romeinse Rijk in 476 ‘democratisch georganiseerde tribale samenlevingen’ ervoor zorgden dat ‘besluiten gezamenlijk en in overleg werden genomen’. Samen met de hiërarchische overblijfselen van het Romeinse Rijk leverde dit een combinatie op tussen staat en samenleving die Europa de corridor in leidde. Deze visie lijkt op de manier waarop denkers in de achttiende en negentiende eeuw speculeerden over de manier waarop Europese naties ontstonden na de val van Rome; maar dit is een nationalistische mythe die al vaak weerlegd is.
Robinson en Acemoglu maken daarbij een cruciale fout, die raakt aan hun centrale these. Zij hebben de neiging om grote inhoudelijke claims te onderbouwen met fenomenen die op zichzelf nietszeggend zijn. Zowel in de context van de middeleeuwse stadstaten als het achttiende-eeuwse Groot-Brittannië verwijzen de auteurs naar de participatie van grote delen van de bevolking in de staat. Zo noemen zij dat rond 1700 in Engeland 50.000 lokale functionarissen werkzaam zijn in de staat. Zij bedoelen hiermee dat de staat terdege rekening moest houden met het volk; staat en samenleving hielden elkaar in evenwicht. Dit sluit aan bij hun claim in Why nations fail: Groot-Brittannië werd gekenmerkt door inclusieve instituties.
Maar, zoals historica Regina Grafe fijntjes opmerkte in reactie op dat eerdere boek: Robinson en Acemoglu verliezen nogal wat uit het oog. Tijdens de achttiende eeuw kon slechts twee procent van de Britse bevolking stemmen voor het parlement, dat volledig door landeigenaren werd beheerst. Zij wisten er dan ook een grootschalige landonteigening doorheen te krijgen en een regressief belastingsysteem te handhaven. Iets anders verwoord: dat vele mensen een baantje hebben op een lager niveau of zelf officieel vertegenwoordiger zijn, betekent nog niet dat zij de macht van de ‘leviathan’ aan het beperken zijn.
Dit is geen marginale kritiek. Ondanks – of misschien wel dankzij – de macht van de landeigenaren werd Groot-Brittannië een van de machtigste landen ter wereld; dat was het in de negentiende eeuw en een groot deel van de twintigste, namelijk tot aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. Dat maakt ook duidelijk dat een analyse van de balans tussen staat en samenleving slechts beperkte waarde heeft. Belangrijker is de vraag of een samenleving kan omgaan met de uitdagingen waarmee zij te maken krijgt.
Uitdagingen en ambitie
Die vraag stellen Robinson en Acemoglu uiteindelijk ook in hun laatste hoofdstukken. Het blijft dan echter onduidelijk waarom we iets kunnen leren van kleinschalige samenlevingen als het klassieke Athene of het middeleeuwse Siena, die ze eerder hebben besproken. Toch boeit Wankel evenwicht vooral in die laatste hoofdstukken, en wel omdat de auteurs toegeven dat de toekomst onzeker is: er is geen liberale democratie die als vanzelf komt bovendrijven.
Ook nemen zij afscheid van de hardnekkige idee dat staat en samenleving concurrenten zijn. Beide dienen elkaar op te stuwen met het oog op de uitdagingen die zich voordoen. De opkomst van de Zweedse verzorgingsstaat ging bijvoorbeeld samen met een toenemende macht van vakbonden en andere organisaties. Robinson en Acemoglu stippen de grote hedendaagse problemen kort aan: de macht van grote bedrijven, de invloed van techniek, en welvaartsongelijkheid. De auteurs lijken niet te rekenen op zelfredzame autonome burgers, maar te wijzen op de noodzaak voor een nieuwe coalitie tussen staat en samenleving.
Wankel evenwicht boeit vooral in de laatste hoofdstukken
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.