De diepe verankering van de christendemocratie
Samenvatting
Wat houdt christendemocratie in, wat heeft ze in het verleden bewerkstelligd, en is er nog toekomst voor deze politieke beweging? Voor veel lezers van CDV zijn het vragen die niet als bijzonder origineel overkomen, omdat ze im- of expliciet voortdurend in dit tijdschrift gesteld worden. Toch weet de Italiaans-Amerikaanse politicoloog Carlo Invernizzi Accetti ze in zijn boek What is Christian democracy? verfrissend en diepgravend te behandelen. Op het Europese continent mag dan veel aandacht voor de christendemocratie zijn, zo schrijft hij, maar die aandacht is meestal van de achterban van de christendemocratie zelf of komt voort uit historiografische belangstelling. Bovendien gaan de bestaande studies veel meer over strategieën en uitkomsten van de christendemocratie dan dat ze inzoomen op haar ideologische principes. Wat ontbreekt is een beschrijving van het christendemocratische gedachtegoed vanuit Angelsaksisch oogpunt, en in die leemte wil Invernizzi Accetti graag voorzien.
Het levert een bijzondere studie op, vooral omdat Invernizzi Accetti zelf verrast lijkt door de diepte en reikwijdte van de christendemocratie. Dat deze een belangrijke bijdrage aan de Europese integratie heeft geleverd, daarvan is men zich in het Angelsaksische werelddeel nog wel vaag bewust. Maar hoe diepgaand dat is geweest, is onbekend. Laat staan dat men beseft dat eigenlijk het hele bouwwerk van de Europese welvaartsstaten geconstrueerd is op christendemocratische principes.
Zo zijn het de christendemocraten geweest die na de Tweede Wereldoorlog het monster van extreemrechts hebben weten te temmen door een samenleving en politieke structuur op te bouwen waarin oog is voor de belangen van burgers, zonder zich aan de grillen van het volk uit te leveren. Het waren christendemocraten die met begrippen als verzoening, compromisvorming en samenwerking verschillen wisten te overbruggen, zowel tussen diverse landen onderling als tussen een diepreligieuze overtuiging en praktische, moderne politiek. Christendemocraten hebben zowel oog voor het goede dat in Gods schepping aanwezig is als voor de macht van het kwaad. Ze creëerden een uitgebalanceerd bestel waarin aandacht voor rechtvaardige verlangens van mensen samengaat met onafhankelijke instituten die ervoor zorgen dat de macht niet op één plek geconcentreerd is en zo kan ontsporen.
Carlo Invernizzi Accetti
What is Christian democracy? Politics, religion and ideology
Cambridge University Press | 2019 | 396 pp. | £ 90.00 | ISBN 9781108421669
Geïnspireerd door de boeken van Augustinus en Thomas van Aquino wisten denkers en politici als Jacques Maritain (1882-1973), Emmanuel Mounier (1905-1950) en Giorgio La Pira (1904-1977) de christendemocratische visie te verdiepen en te verbinden met de vraagstukken van hun tijd. Met onder andere hun visie op het personalisme ontsnapten christendemocraten enerzijds aan de individualistische neigingen van het liberalisme, dat vrijheid opvat als vrijblijvendheid van het individu om te doen waar het zin in heeft, en anderzijds aan de totalitaristische neiging van een almachtige staat. Christendemocraten beschouwen vrijheid als een verantwoordelijkheid om het moreel goede, het zogeheten bonum commune, te zoeken en te doen. De visie van de mens als beelddrager Gods is daarbij doorslaggevend.
Subsidiariteit
Een belangrijk begrip in de christendemocratische staats- en samenlevingsvisie is subsidiariteit. Invernizzi Accetti benadrukt dat dit wezenlijk iets anders is dan federalisme. Waar de laatste uitgaat van een top-downbenadering, hecht subsidiariteit juist aan bottom-up. Het Latijnse subsidium (hulp, reservetroepen, versterking of vervanging) geeft aan dat in principe de overheid die het dichtst bij de burgers staat, een bepaalde taak op zich neemt, tenzij deze daartoe niet of onvoldoende in staat is. Dan kan een ‘hogere’ overheid de taak (tijdelijk) overnemen. Dit subsidiariteitsbeginsel legitimeert de taak en de autoriteit van de overheid op elk niveau, maar beperkt ze tegelijkertijd. Beide handelingen zijn belangrijk. De samenleving is er in christendemocratische visie immers niet om de staat of de overheid ten dienste te zijn, maar andersom: de staat en de afzonderlijke overheden zijn er ten dienste van de samenleving, in al haar interrelationele verbanden van familie, buurt, kerk, school en onderneming.
Invernizzi Accetti’s boek biedt een rondgang langs diverse christendemocratische denkers, studies en documenten, maar stelt ook de vraag hoe het met de christendemocratie in afzonderlijke landen is gesteld. Hij beschrijft niet alleen Europa, maar ook de bloei van de christendemocratie in Zuid- en Midden-Amerikaanse landen als Chili, Mexico en Venezuela, hoewel de christendemocratie daar nooit zo dominant is geworden als in het naoorlogse Europa.
Federalisme gaat uit van een top-downbenadering, terwijl subsidiariteit juist hecht aan bottom-up
Toch is ook in Europa vanaf de jaren zestig het verval van de christendemocratie ingezet, maar Invernizzi Accetti benadrukt dat het beeld niet overal hetzelfde is.
De neergang van de Mouvement Républicain Populaire (MRP) in Frankrijk en de Democrazia Cristiana (DC) in Italië biedt geen blauwdruk van hoe het de christendemocratie elders in Europa is of zal vergaan. De Duitse CDU/CSU bewijst het tegendeel, maar de auteur noemt ook de constante bijdrage van de christendemocratische partijen in Oostenrijk en de Benelux, waarbij de opleving van het CDA in Nederland onder Balkenende aan het begin van deze eeuw langskomt. Ook noemt hij enkele thema’s waarop christendemocratische partijen zich zijns inziens zouden kunnen profileren, zoals een conservatieve stellingname in de culturele clash rond progressieve idealen inzake huwelijk, gender en seksuele moraal, maar ook het doorgeven van de christelijke erfenis van Europa, het opkomen voor het milieu, en de kritiek op het doorgeschoten kapitalisme.
Heremietkreeft
Gezien het diepgaande, veelzijdige en moreel verankerde christendemocratische gedachtegoed liggen er volgens Invernizzi Accetti nog volop mogelijkheden voor christendemocratische partijen, ook al erkent hij dat ze de dominantie van de naoorlogse periode niet meer zullen bereiken. Dat is zijns inziens ook niet het belangrijkste. Los van eventuele bloei of verval van christendemocratische partijen heeft de christendemocratie in Europa, maar ook daarbuiten, haar waarde ruimschoots bewezen. Een waarde die zelfs als die partijen zouden uitsterven, nog altijd van kracht blijft. Invernizzi Accetti gebruikt het beeld van de heremietkreeft: zoals deze kreeft op het strand in een achtergebleven schelp kruipt die door een ander is vormgegeven, zo kunnen andere politieke filosofieën in de schelp kruipen die de christendemocratie heeft achtergelaten. Zeker het bouwwerk van de Europese Unie, maar ook dat van afzonderlijke lidstaten is volgens hem dermate christendemocratisch van aard dat de christendemocratie ook zonder machtige partijen nog heel lang haar waarde zal bewijzen.
De vraag is natuurlijk hoe blij christendemocratische partijen als het CDA hiermee moeten of kunnen zijn. Het is inderdaad niet vreemd te stellen dat veel van de christendemocratische idealen al verwezenlijkt zijn, zeker nu we erachter komen dat het ruige kapitalisme met zijn neoliberale inslag niet werkt en mensen steeds meer de waarde van onderlinge verbanden gaan inzien. ‘De samenleving is al christendemocratisch, nu alleen de politiek nog’, zou een wat idealistische samenvatting zijn. Hierachter ligt wellicht dezelfde reden waarom er volgens Invernizzi Accetti in de VS nooit christendemocratische partijen zijn ontstaan: de christendemocraten in Europa hebben de VS als inspiratiebron voor hun gedachtegoed gebruikt. In feite waren de VS al dermate christendemocratisch dat een christendemocratische partij er niet nodig was.
Invernizzi Accetti scherpte deze visie onlangs nog aan door te stellen dat de Amerikaanse presidentskandidaat Joe Biden zich van veel andere Amerikaanse Democraten onderscheidt door zijn christendemocratische inborst. Waar Hillary Clinton een ‘technocratisch liberalisme’ vertegenwoordigt, Barack Obama een ‘idealistisch progressivisme’ en Bernie Sanders een ‘democratisch socialisme’, is Biden volgens hem veel meer een christendemocraat die vanuit een morele overtuiging oproept tot verzoening en samenwerking.
En in Europa? Feit is dat Europa juist op een punt staat waarop het moet zien of de door de christendemocraten opgebouwde Europese Unie voldoende is toegerust om de vragen van deze tijd te beantwoorden. De opkomst van populistische en autocratische leiders binnen en buiten de EU laat zien dat deze vragen, die zich onder andere afspelen rondom thema’s als de eigen culturele en religieuze identiteit versus openheid naar anderen, de inzet van soft power en hard power, de verhouding tussen een vrije open markt en een sturende overheid, tussen natiestaat en Europese Unie, niet vrijblijvend zijn.
Volgens Invernizzi Accetti biedt de christendemocratie geen panklaar recept voor moslims om vanuit hun religieuze overtuiging een innerlijk verbond met de moderne democratische rechtsstaat aan te gaan. Zijns inziens kunnen moslims hiervoor beter in hun eigen traditie een verankering zoeken dan in een traditie die op veel fronten aan de islam wezensvreemd is. Maar dat betekent niet dat de christendemocratie niet veel in huis heeft om de confrontatie met de wezenlijke vragen van deze tijd aan te gaan en daar een antwoord op te vinden.
Popularisme
Invernizzi Accetti gebruikt daarvoor het onderscheid tussen ‘populisme’ en het christendemocratische ‘popularisme’.
Waar het populisme zijn oren laat hangen naar het volk, een anti-elitaire inslag heeft en altijd volhoudt heel het volk te vertegenwoordigen, stellen christendemocraten dat er weliswaar naar het volk geluisterd moet worden en dat een goede politiek geworteld moet zijn in de samenleving, maar tevens dat de notie van het bonum commune ervoor zorgt dat er ook beslissingen genomen moeten worden die tegen specifieke belangen ingaan. Christendemocraten komen niet op voor de belangen van een deelgroep, maar voor het algemeen belang, dat al luisterend en overtuigend in gesprek met het volk moet worden nagestreefd. Op die manier kunnen christendemocraten ook beter een dam opwerpen tegen het populisme, dat zich soms terecht verzet tegen de individuele belangenbehartiging van de liberalen en de groepsbelangenbehartiging van de socialisten.
Christendemocraten komen niet op voor de belangen van een deelgroep, maar voor het algemeen belang
Dat is niet altijd gemakkelijk, omdat christendemocraten niet met één, maar met twee woorden spreken. Christendemocraten hebben oog voor de natiestaat én de universele verbanden zoals de EU en de VN. Voor een dynamische economie én een florerende ecologie. Voor arbeid én kapitaal. Voor soft power én hard power. Voor het volk én de volksvertegenwoordiger. Voor idealen én realisme. Voor verankering in de traditie én verbondenheid met de moderniteit. Daarom is christendemocratische politiek er niet met gemakkelijke oneliners of enkel een vlotte pr-machine, maar wordt ze gedragen door politici die dit christendemocratische verhaal bezielend in de praktijk brengen.
Je hoeft het niet op alle fronten met de analyses van Invernizzi Accetti en de door hem geschetste toekomstmogelijkheden van de christendemocratie eens te zijn (en je moet over enkele typefouten heen stappen, zoals CVA voor CDA en Wilfried Mertens voor Wilfried Martens), om te erkennen dat zijn boek voor het doorgeven van het christendemocratisch gedachtegoed talloze handvatten biedt. Voor zowel West-Europeanen die het zicht op de worteling van de christendemocratie in het christelijke denken wellicht zijn kwijtgeraakt, als voor Oost-Europeanen die hun christelijke geloof en traditie onvoldoende aan een (christen) democratische visie op de rechtsstaat hebben verbonden, is het boek waardevol. Laat het gesprek hierover binnen en vanuit de EVP met nog meer intensiteit gevoerd worden.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.