Christendemocratische postcoronavisie op voedsel en veehouderij
Samenvatting
De christendemocratische visie op mens, dier, milieu en klimaat dwingt ons belangrijke keuzes te maken voor een duurzaam landbouw- en dierbeleid dat epidemieën als corona weet te voorkomen. Circulaire landbouw is daarvoor noodzakelijk. Maar dat betekent niet louter extensieve kleinschalige landbouw in Nederland en Europa, omdat dit wereldwijd tot vergroting van het landbouwareaal leidt. In plaats van in megastallen moet er geïnvesteerd worden in intelligente intensivering van familiebedrijven met innovatieve landbouwmethodes, zodat de Nederlandse landbouw op duurzame wijze bijdraagt aan voedselzekerheid, volksgezondheid en dierenwelzijn.
De coronapandemie, de opkomst van nieuwe infectieziekten, de dreiging van antimicrobiële resistentie en de gevolgen van de klimaatverandering voor voedsel en landbouw leveren het bewijs dat de uitdagingen die de gezondheid van mens en dier, de voedselzekerheid, de armoede en het milieu bedreigen, niet losstaan van elkaar. Ziekterisico’s nemen exponentieel toe als gevolg van wereldwijde trends, zoals de groei van de wereldbevolking, de opwarming van de aarde, globalisering, ontbossing en een toenemende vraag naar dierlijke producten. De ongereguleerde uitbreiding van de veeteelt tast ongerepte ecosystemen aan en heeft bovendien tot gevolg dat vee en mensen, huisdieren en in het wild levende dieren steeds vaker met elkaar in contact komen. Het gevaar van zoönosen neemt daardoor toe.
Zoönosen, ziekten die van dier op mens overspringen, zijn niet uitzonderlijk. Meer dan zestig procent van de infectieziekten van de mens is van dieren afkomstig.1 Bekende voorbeelden zijn aids, ebola, builenpest, tyfus en griep.2 In deze eeuw waren er al twee eerdere uitbraken van een coronavirus. SARS (severe acute respiratory syndrome), afkomstig van vleermuizen, is op de mens overgesprongen via civetkatten die verhandeld werden op een markt in China. MERS (Middle East respiratory syndrome), ook afkomstig van vleermuizen, is op de mens overgesprongen via dromedarissen en kamelen. Wetenschappers gaan ervan uit dat er nog duizenden onbekende virussen en bacteriën in ecosystemen op aarde aanwezig zijn.
De huidige coronapandemie is een gevolg van de hiervoor genoemde factoren, en de verwachting is dat bij onveranderd beleid dit soort uitbraken steeds vaker zullen optreden. De gezondheden van mens, dier en milieu vormen namelijk samen één gezondheidssysteem, samengevat in de term ‘One Health’.3 Om de dreiging van de uitbraak van nieuwe infectieziektes aan te pakken en tegelijkertijd de biologische integriteit van de planeet te waarborgen, moeten we ons niet alleen richten op ziektepreventie, maar ook op het behoud van biodiversiteit, op een maximale beperking van de klimaatverandering, en op duurzame voedselproductie voor een groeiende wereldbevolking. De wereldwijde doelstellingen voor duurzame ontwikkeling zijn de door de Verenigde Naties vastgestelde zeventien Sustainable Development Goals (SDGs).4 Deze SDGs bieden ook voor Nederland een unieke kans om op gecoördineerde wijze te werken aan de verbetering van de gezondheid van mens, dier en milieu. Alleen als de problemen integraal en bij de wortel worden aangepakt, zal het lukken om ook de kans op het uitbreken van een nieuwe pandemie te verkleinen. De coronapandemie is, naast de zorg over de uitputting van de aarde en de klimaatverandering, een reden te meer om de voedselketen onder de loep te nemen en de christendemocratische visie daarop te herijken.
De coronapandemie is een reden te meer om de christendemocratische visie op de voedselketen te herijken
De voedselketen
De wereldbevolking groeit de komende 25 jaar van 7,5 naar 10 miljard mensen, die dan voor meer dan zeventig procent in megasteden zullen wonen, ver van de plekken waar hun voedsel wordt geproduceerd. Door de bevolkingsaanwas en een verwachte daling van wereldwijde armoede stijgt, volgens schattingen van de FAO, de vraag naar dierlijke eiwitten de komende twintig jaar met vijftig procent, vooral in Oost-Azië en Sub-Sahara-Afrika. Beleid om de intensivering van de veehouderij in deze regio’s op een veilige en duurzame manier te organiseren, is noodzakelijk. In de westerse wereld worden te veel dierlijke eiwitten geconsumeerd en is vermindering van de consumptie gewenst.
De klimaatverandering en de stijgende vraag naar voedsel zijn nauw verweven met de coronacrisis. Verstoring van ecosystemen verhoogt immers het risico dat de mens in contact komt met nieuwe ziekteverwekkers. Door klimaatverandering en slecht grondgebruik is nu al meer dan twintig procent van de huidige landbouwgrond uitgeput en onbruikbaar.5 Ieder jaar moeten er duizenden vierkante kilometers nieuwe landbouwgrond ontgonnen worden, wat leidt tot massale houtkap. Deze vicieuze cirkel is de achterliggende oorzaak van de huidige coronapandemie.
Wereldproblemen vragen om internationale oplossingen. Een op Nederland gericht beleid zal ons niet beschermen tegen een volgende pandemie. Het kan zelfs zo zijn dat maatregelen die sympathiek en logisch lijken op nationale schaal, een averechts effect hebben als ze op mondiale schaal worden toegepast.
Kleinschalige biologische landbouw brengt minder voedsel per hectare op. Als biologische landbouw op mondiale schaal de norm zou worden, zijn er meer hectares landbouwgrond nodig. Dit zal leiden tot meer interactie met in het wild levende virusdragers, en dus tot een groter risico op een nieuwe pandemie. Een optimale schaalgrootte houdt rekening met volksgezondheid, milieu, dierenwelzijn, economische factoren en sociale effecten. Intelligente en innovatieve intensivering houdt met al deze factoren rekening en zal een optimale opbrengst per hectare realiseren. Nederland kan een internationale voortrekkersfunctie hebben als wij door intelligente intensivering met innovatieve methodes een balans weten te vinden tussen efficiëntie en een menselijke maat. Zo dragen we ook bij aan het verkleinen van de kans op nieuwe uitbraken van zoönosen.
De productie van voedsel is naar haar aard een regionale activiteit. Het principe van de circulaire landbouw dient vanuit rentmeesterschap van harte ondersteund te worden. Maar hoe groot is die cirkel, en geldt dit principe voor al het voedsel dat geproduceerd wordt? Hoe verhoudt rentmeesterschap zich tot de solidariteit met meer dan 800 miljoen ondervoede mensen? De mondiale voedselsituatie wordt vergeten in de discussie over de toekomst van de veehouderij in Nederland.
Naar een postcoronavisie op voedsel en veehouderij
De coronapandemie is een symptoom van een mondiale systeemcrisis waarin de productie van dierlijke eiwitten een belangrijke rol speelt. Het CDA heeft een grote verantwoordelijkheid om vanuit zijn uitgangspunten en vanuit zijn geschiedenis een visie uit te dragen op de toekomst van de voedselproductie en de veehouderij in Nederland, Europa en de wereld, en bij te dragen aan het bereiken van de SDGs van de VN.
Nederland is al een koploper op het gebied van duurzame landbouw. Maar kan het beter, en hoe doen we dat? De christendemocratische uitgangspunten kunnen hierbij een leidraad zijn.
Rentmeesterschap
Wij hebben de aarde in bruikleen en zijn het aan degenen die na ons komen verplicht om na te denken over de manier waarop ons voedsel geproduceerd wordt en over hoe wij onze ecologische voetafdruk kunnen verkleinen. Minder vlees, boter, kaas en eieren consumeren. Maar dat betekent niet dat we volledig dienen over te stappen op kleinschalige, biologische landbouw. Juist een intelligente intensivering is noodzakelijk om de gevolgen van voedselproductie op het ontstaan van pandemieën te verminderen.
Circulaire landbouw is een sympathiek uitgangspunt, maar om een verbetering van duurzaamheid te bewerkstelligen dient deze cirkel toch minimaal heel Noordwest-Europa te omvatten. Het Europese landbouwbeleid zou dan ook veel meer op Europese ecosystemen dan op lidstaten gericht moeten zijn. Voor een aantal producten is het vanuit mondiaal perspectief ook beter om daar te produceren waar de productieomstandigheden het gunstigst zijn. Melk bijvoorbeeld kan duurzamer geproduceerd worden in ecosystemen met voldoende water, zoals Noordwest-Europa, dan in landen met een woestijnklimaat, zelfs als de effecten van transport op het milieu worden meegerekend.
De Nederlandse landbouwsector is innovatief en loopt voorop als het gaat om opbrengsten, het terugdringen van CO2-uitstoot en het vergroten van het dierenwelzijn. Maar kijkt men niet te beperkt? Het besef dat intensieve veehouderij hogere opbrengsten per hectare heeft dan extensieve veehouderij en daardoor op wereldschaal bijdraagt aan natuurbehoud en een verminderd risico op de uitbraak van zoönosen, wordt onvoldoende meegenomen in de discussie over de toekomst van de veehouderij. Maar de genoemde intensivering brengt, aan de andere kant, ook weer risico’s met zich mee. Voor de Nederlandse veehouderij is het een uitdaging om Nederlandse waarden, het behoud van het Nederlandse landschap en innovatieve ontwikkelingen op een dusdanige wijze met elkaar in balans te brengen dat zij een bijdrage kan blijven leveren aan een verduurzaming van de mondiale voedselproductie en aan een vermindering van het risico op het uitbreken van een nieuwe pandemie.6
Publieke gerechtigheid
Gerechtigheid is een opdracht en een toetssteen voor de uitoefening van publiek gezag.7 Een betrouwbare overheid dient ervoor zorg te dragen dat de volksgezondheid niet in gevaar komt door de wijze waarop het voedsel wordt geproduceerd. Voedselproducenten zekerheid bieden en duidelijkheid verschaffen is ook publieke gerechtigheid. Antwoorden die eens voldeden, zijn in deze klimaatcrisis en na deze coronapandemie niet meer te verdedigen. In veranderende omstandigheden is het nodig om nieuwe antwoorden te vinden.8 Een oplossingsgerichte overheid kan zich geen alleingang veroorloven als het gaat om mondiale problematiek. Samenwerking in de Europese Unie en in het multilaterale verband van de Verenigde Naties is noodzakelijk om ziektekiemen die geen grenzen kennen het hoofd te bieden.
Een betrouwbare overheid kan noodzakelijke systeemwijzigingen niet louter op voedselproducenten afwentelen en dient hun een langjarig perspectief te bieden.
Solidariteit
Solidariteit wordt hoofdzakelijk georganiseerd langs nationale grenzen, en hieruit blijkt niet slechts een gebrek aan empathie met minderbedeelden in verre landen.
Het is ook kortzichtig. Een virus kan per vliegtuig binnen 24 uur vanuit verre binnenlanden in Nederland arriveren. De landbouwsector is een van de innovatiefste sectoren van ons land en levert een grote bijdrage aan de mondiale voedselproductie.9 Noblesse oblige: Nederland heeft een agrarische voorbeeldfunctie voor de wereld.
Natuurlijk kan Nederland alleen de wereldproblemen niet oplossen. Het is van belang om de balans tussen intensivering, dierenwelzijn en schaalgrootte niet te laten doorslaan – noch naar volledig geïndustrialiseerde, grootschalige productie, noch naar productiemethodes die wel sympathiek ogen maar het niet zijn als mondiale voedselzekerheid het streven is. Groter is niet per definitie efficiënter. Tachtig procent van de voedselproductie ter wereld vindt plaats op 570 miljoen kleinschalige gezinsbedrijven. Megastallen zijn geen duurzame oplossing voor de wereld. Deze vorm van veehouderij heeft te veel nadelen op het gebied van dierenwelzijn, volksgezondheid en landschapsbeheer.
Gezinsbedrijven worden erdoor weggedrukt, en dat leidt tot groeiende werkloosheid op het platteland en verarming van de sociale infrastructuur. Massa-emigratie is het gevolg.
Solidariteit met de meer dan 800 miljoen ondervoede en hongerige medemensen,10 via het bevorderen van duurzame voedselproductie, levert ook een belangrijke bijdrage aan vermindering van het risico op het ontstaan van nieuwe pandemieën.
Megastallen zijn geen duurzame oplossing voor de wereld
Subsidiariteit
Ons eigen inzicht wordt gevormd door lokale behoeften, niet door mondiale onzekerheden: het komt voort uit noodsituaties die zich van dag tot dag voordoen, en weerspiegelt de wijsheid van overlevingsdrang.11 Vanuit de gedachte van gespreide verantwoordelijkheid lijkt het aantrekkelijk om de zaken thuis goed op orde te hebben en daarvoor de verantwoordelijkheid zo veel mogelijk dicht bij lokale overheden te laten. Kan subsidiariteit bijdragen aan zoiets groots als deze corona-uitbraak, die laat zien dat we ook uitermate kwetsbaar kunnen zijn voor iets wat totaal buiten ons gezichtsveld ligt? Het coronavirus laat duidelijk zien dat onbekende pathogenen overal kunnen opduiken en in korte tijd de hele wereld kunnen bedreigen. Deze pandemie is een symptoom van een grote klimaat- en voedselcrisis, en dat vraagt om samenwerking op wereldschaal, maar vooral ook om een innerlijke overtuiging dat wij allen een deel van de oplossing kunnen zijn. Geen enkele grootschalige strategie kan slagen als die niet geworteld is in kleinschalige en praktische actie. Kleinschalige innovatieve intensivering van de veehouderij zal bijdragen aan het verduurzamen van de voedselproductie, het verminderen van armoede, het uitbannen van honger en het verkleinen van de kans op een nieuwe pandemie.
Mensen perspectief bieden en hen voorgaan, meenemen en steunen in het nemen van hun eigen verantwoordelijkheid is een belangrijke opdracht voor de christendemocratie.
Conclusie
Het risico op nieuwe pandemieën neemt toe doordat een groeiende wereldbevolking steeds meer voedsel nodig heeft en het beschikbare landbouwareaal juist vermindert door de gevolgen van klimaatverandering. Kleinschalige maar innovatieve veehouderij met hoge opbrengsten per hectare zal bijdragen aan het behoud van natuurlijke ecosystemen. Door via intelligente intensivering in te zetten op meer respect voor dier en milieu, zowel nationaal als internationaal, door volop gebruik te maken van innovatie, en door perspectief te bieden aan kleinschalige familiebedrijven, kan Nederland meer toegevoegde waarde realiseren en een grotere bijdrage leveren aan de mondiale voedselproductie dan wanneer we alleen maar de ambitie hebben om zelf zo veel mogelijk te produceren. In Europees verband dient Nederland zich in te zetten voor klimaatneutrale voedselproductie, waarbij het voedsel daar wordt geproduceerd waar dit het efficiëntst kan, maar met inachtneming van de menselijke maat en met respect voor dier en omgeving.
Nederland is ’s werelds duurzaamste en innovatiefste voedselproducent. Door met respect voor mens, dier en milieu die voorsprong nog verder uit te bouwen, kan Nederland een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van de uitputting van de aarde en het verkleinen van de kans op nieuwe pandemieën. Wat een mooi, op christendemocratische uitgangspunten gebaseerd, perspectief!
Noten
- 1.Food and Agriculture Organization of the United Nations, World Livestock 2013. Changing disease landscapes. Rome: FAO, 2013.
- 2.David Quammen, Zoönose. Hoe dodelijke ziekten van dier naar mens overspringen. Amsterdam: Atlas Contact, 2012.
- 3.Jakob Zinsstag, Esther Schelling, David Waltner-Toews, Maxine Whittaker en Marcel Tanner (red.), One Health. The theory and practice of integrated health approaches. Wallingford: CABI, 2015.
- 4.Zie de volgende website: sustainabledevelopment.un.org.
- 5.Agriculture development, food security and nutrition. Report of the Secretary-General. United Nations General Assembly, 26 juli 2019 (A/74/237).
- 6.Food and Agriculture Organization of the United Nations, World Livestock. Transforming the livestock sector through the Sustainable Development Goals. Rome: FAO, 2018.
- 7.Sophie van Bijsterveld, ‘Publieke gerechtigheid in een veranderende wereld’, in: CDA, Waardevast. Over de uitgangspunten van het CDA. Den Haag: Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, 2011, pp. 57-67.
- 8.CDA, Nieuwe wegen, vaste waarden. Rapport van de commissie-Andriessen na de verkiezingsnederlaag in 1994. Den Haag: CDA, 1995.
- 9.Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, Zij aan zij. Toekomstperspectief voor Nederland in 2030. Uitnodiging tot discussie. Den Haag: CDA, 2019.
- 10.Global Network Against Food Crises en Food Security Information Network, Global report on food crises 2020. FSIN, 2020.
- 11.Roger Scruton, Groene filosofie. Verstandig nadenken over onze planeet. Amsterdam: Nieuw Amsterdam, 2015
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.