Tegen het recht van de sterkste
Samenvatting
Geen volksvertegenwoordiger of bestuurder wil het meemaken, maar helaas komt het steeds vaker voor: ze worden geconfronteerd met ondermijning, een bedreigde integriteit of een gebrek aan bestuurlijke weerbaarheid. Maar hoe herken je ondermijning eigenlijk? Wat is het precies? Wat doe je als je ermee in aanraking komt? En waarom is bewustzijn op dit onderwerp zo’n belangrijk (CDA-)thema?
Allereerst een begripsafbakening: waar hebben we het precies over?
- Bij ondermijning gaat het om ongewenste activiteiten/criminaliteit die de fundamenten van de rechtsstaat aantasten: het vertrouwen in de overheid en instituties, de rechterlijke macht, een eerlijk en goed werkend economisch systeem.
- Bij integriteit gaat het om de vraag of er privébelangen meespelen in de besluitvorming voor het algemeen belang. Maakt iemand bijvoorbeeld misbruik van zijn positie?
- Bestuurlijke weerbaarheid houdt in dat bestuurders belangenafwegingen vrij kunnen maken, dat wil zeggen zonder dat hun veiligheid in het geding is. Er is geen sprake van bedreiging of geweld.
Waarom zou ondermijning een speerpunt moeten zijn van een lokale of provinciale CDA-fractie?
KNOL: ‘Fraude en witwassen tasten het financiële en economische systeem aan, en het vertrouwen daarin van de burger. Dit kost de samenleving veel geld, dat je anders zou kunnen uitgeven aan zorg of onderwijs.’
‘Fraude met uitkeringen of belastingontduiking tast het draagvlak voor sociale voorzieningen aan. Wie gaat nog belasting betalen als “die grote crimineel” ongestoord z’n gang kan gaan? Er zijn voorbeelden waarbij pgbgeld wordt gebruikt voor een nieuwe auto, terwijl het kind voor wie dat geld bedoeld is niet de goede zorg krijgt.’ ‘Ondermijning in de openbare ruimte (bijvoorbeeld bij criminele motorclubs) zorgt voor een gevoel van dreiging en onveilig- heid en het idee dat er blijkbaar mensen zijn die boven de wet staan.’
Criminele motorclub
‘Ondermijning kan de leefbaarheid in de wijk aantasten, bijvoorbeeld wanneer een of enkele personen in de wijk bepalen wat er gebeurt in de wijk. Mensen vertrouwen elkaar niet meer, en verliezen ook het vertrouwen in de overheid. Ook bijvoorbeeld de (zichtbare) aanwezigheid van leden van een criminele motorclub kan een gevoel van dreiging en onveiligheid oproepen. Gewone burgers krijgen het gevoel dat er blijkbaar mensen zijn die boven de wet staan en hun gang kunnen gaan en anderen hun wil kunnen opleggen.’
‘Bij ondermijning in relatie tot drugs spelen vooral grote financiële belangen. Wanneer dit niet wordt aangepakt, ontstaat het beeld dat criminele activiteiten lonen. Wie gaat er nog vakkenvullen of achter de kassa zitten als je met hennepteelt veel gemakkelijker veel geld kunt verdienen? Bovendien zit er een grote illegale en semi-illegale infrastructuur achter de drugshandel.’
‘Waar ik mij als CDA’er vooral zorgen om maak: uiteindelijk ontstaat er een wereld waar het recht van de sterkste telt. Dit gaat altijd ten koste van de zwakkeren. Het voorbeeld van de jongere die een liquidatie uitvoert, de prostituee die van hot naar her wordt gesleept en leeft en werkt onder erbarmelijke omstandigheden, de motorclubleden die bepalen wat er wel en niet gebeurt. De vraag is of dat de wereld is die je wilt. De wet behoort het schild voor de zwakken te zijn. Als er niet wordt gehandhaafd, zal de vrijheid van de zwakken worden aangetast doordat de sterkeren zich te vrij gaan voelen. Voor mij is dat de drijfveer om ondermijning aan te pakken.’
Uiteindelijk ontstaat er een wereld waar het recht van de sterkste geldt
SPOORENDONK: ‘Ondermijning van de samenleving door de georganiseerde misdaad is iets wat ons allen hard raakt. Het lijkt misschien een ver-van-mijn-bedshow: een hennepkwekerij, een xtc-lab of een schietpartij waarbij de ene crimineel de andere raakt. Maar helaas is niets minder waar. Als bedrijven een voorsprong hebben of goedkoper hun producten kunnen maken of hun diensten aanbieden dankzij goedkope (illegale) arbeidskrachten of hennepinkomsten, zorgt dat voor oneerlijke concurrentie: lokale bedrijfjes zullen het moeilijk krijgen, en de kwaliteit van geleverde producten of diensten gaat achteruit. Verder trekken criminele netwerken altijd kwetsbare groepen aan. Arbeidsuitbuiting, fysieke mishandeling, (be) dreiging en misbruik van deze kwetsbare mensen ligt op de loer, en dat zorgt in de samenleving voor angst, wanhoop en druk. Daarnaast zorgen de enorme winsten die criminelen maken met hun illegale verdienmodel (drugs, nep-merkkleding, wapens, malafide hondenfokkerij en dergelijke) voor problemen: zij proberen hun geld wit te wassen via aankopen van vastgoed en investeringen in bedrijven of vakantieparken, wat resulteert in een ongelijk speelveld en ongewenste maatschappelijke neveneffecten. Ze zorgen er ook voor dat er ongewenste rolmodellen in wijken of dorpen komen waaraan jonge kinderen dan een verkeerd voorbeeld kunnen nemen. Het is erg verleidelijk om snel geld te verdienen in deze onderwereld, maar je komt er vaak niet of beschadigd uit. Al deze voorbeelden laten zien dat ondermijning van de democratische rechtsstaat uiteindelijk ook de gewone burger raakt. Het bewaken van de rechtsstaat en het beschermen van die burger is een taak van het openbaar bestuur. En daarmee is het ook de plicht van onze CDA-bestuurders (lokaal, provinciaal én landelijk) om hun steentje eraan bij te dragen.’
Veel volksvertegenwoordigers vinden het nog moeilijk om te duiden wat ondermijning nu precies inhoudt. Heb je voorbeelden van ondermijning van georganiseerde criminaliteit die heel dicht bij de lokale politiek komt en van onzichtbare beïnvloeding van het lokale openbaar bestuur?
SPOORENDONK: ‘Georganiseerde criminaliteit die erg dichtbij komt wordt ook gevormd door degenen die aan de balie staan en een vergunning willen, een inschrijving doen, of een gesprek willen met een wethouder over de aankoop van een stuk grond. Je moet als gemeente tegenwoordig heel weerbaar zijn. Om die weerbaarheid binnen het openbaar bestuur te vergroten kun je als raad of staten kaders stellen en middelen beschikbaar stellen. De informatieuitwisseling en -positie, het meldpunt, het instrumentarium en de doekracht zijn zaken die op orde moeten zijn; dan pas kan er sprake zijn van een gezond, niet naïef openbaar bestuur.’
‘Onzichtbare beïnvloeding kan ook gebeuren door personen of bedrijven die soms ineens dicht tegen de politiek aanschurken met foute intenties. Criminelen kunnen proberen het openbaar bestuur een kant op sturen die hen goed uitkomt. Dit is niet altijd direct duidelijk of zichtbaar, maar je krijgt toch het onderbuikgevoel dat er iets speelt. Hierbij helpt het vaak om erover te praten, of om er melding van te maken bij degenen die ermee aan de slag kunnen gaan.’
Aarzel bij een onderbuikgevoel niet om er iets mee te doen
Wat is de relatie van ondermijning met het onderwerp (bestuurlijke) integriteit?
KNOL: ‘Bij bestuurlijke integriteit gaat het om de vraag of je als gemeente, of als bestuur als geheel, integer bent. Hoe is de organisatie ingericht, welke lokale wet- en regelgeving is er, en welke activiteiten onderneemt het bestuur wel of niet? Neem het volgende voorbeeld, iets wat overigens nu niet gauw meer gebeurt: een burgemeester die het clubhuis opent van een motorclub die zich waarschijnlijk met criminele zaken bezighoudt. Ben je als bestuur dan integer?’
‘Een bestuurlijk instrument dat al jaren bestaat is de Wet Bibob. Die moet voorkomen dat de gemeente ondermijning faciliteert door een vergunning te verlenen aan iemand die ernstige strafbare feiten heeft gepleegd. Met deze wet kunnen we voorkomen dat zo iemand een vergunning ontvangt en er misbruik van maakt. Ik besef dat de Wet Bibob nieuwe regelgeving vormt die voor ondernemers best wel impact heeft, terwijl de politiek de laatste tijd juist de hoeveelheid regels wil verminderen, maar toch is die wet ook voor ondernemers van groot belang, omdat ook zij baat hebben bij bestuurlijke integriteit en het tegengaan van ondermijning. Wel moeten we er nog aan werken de regelgeving voor hen te vereenvoudigen.’
‘Ondermijning aanpakken is niet altijd gemakkelijk als bestuur: welke instrumenten kun je inzetten, en wat is daarvan de consequentie? Stel, je sluit een horeca-inrichting, een woning, of zelfs een prostitutiegebied. Wat zijn daarvan de juridische, financiële en politieke gevolgen? Die zijn vaak moeilijk te overzien.’
‘Een vraag die ik vanuit mijn eigen functie weleens stel is deze: “Wil je als burgemeester (of als politicus) dat dit soort criminaliteit plaatsvindt in jouw gemeente? Zo nee, sta je er dan voor om hier concreet wat aan te doen?” Dat is niet eenvoudig, en dan kom je bij de bestuurlijke weerbaarheid …’
Stel dat je als volksvertegenwoordiger te maken krijgt met oneigenlijke beïnvloeding, integriteitskwesties of zelfs ondermijnende criminaliteit. Welke handelingsperspectieven zijn er dan ? Met andere woorden: wat moet je zeker wel doen en wat vooral niet? En welke personen of instanties zijn hierbij belangrijk?
SPOORENDONK: ‘Als je een onderbuikgevoel hebt of er is een directe aanleiding, aarzel dan niet om er iets mee te doen. Als er direct gevaar is kun je altijd de politie bellen, maar vaak zijn zaken als beïnvloeding en integriteitskwesties dusdanig sluipend dat je niet direct een kant-en-klaar verhaal hebt. Er ontbreken nog puzzelstukjes. Jouw melding kan dan het begin zijn van een adequate, integrale aanpak van de overheid. Dus hoe dan ook: meld het, bij de burgemeester, bij de griffier, bij de veiligheidsafdeling van jouw gemeente of provincie, of bij je wijkagent. Ten slotte kun je ook Meld Misdaad Anoniem (M.) bellen of mailen als je zelf anoniem wilt blijven. Het ligt er natuurlijk aan wat voor signaal of kwestie je hebt, maar erover praten in kleine kring en dan melden helpt vaak. De gezamenlijke overheidspartners met hun private partners kunnen dan voor een integrale oplossing zorgen.’
KNOL: ‘Als CDA-politici zijn we natuurlijk integer. Je neemt geen geld aan om een bepaald besluit erdoor te drukken of om een bepaald standpunt in te nemen, en ook laat je je privébelangen niet meewegen in de besluitvorming. Het vervelende bij integriteit is dat het soms weinig te maken heeft met hoe het feitelijk zit, maar veel meer met beeldvorming. Als alleen maar het beeld van belangenverstrengeling is ontstaan, dan is die belangenverstrengeling daarmee eigenlijk al een feit.’
‘Van jezelf weten dat het wél zuiver is, is niet genoeg; je moet alert zijn op de vraag of het beeld kan ontstaan dat dat wellicht níét zo is. Je moet heel preventief zijn in die zin, want als het beeld eenmaal ontstaat, ben je eigenlijk al te laat. En sommige mensen hebben er belang bij om dat beeld aan te wakkeren en je in die lastige positie te krijgen.’
‘Mijn advies is: praat erover. Vraag hoe andere mensen ertegen aankijken, want jijzelf hebt hierin geen objectief oordeel. Als zij ook maar het geringste vermoeden hebben dat een beeld van onpartijdigheid kan ontstaan, wees dan verstandig en laat iemand anders het woord voeren, ga niet in zee met dat bedrijf, doe een stap terug.’
Wat kun je doen als je ziet dat de bestuurlijke weerbaarheid van de gemeente in het geding komt?
KNOL: ‘Ik zie dit toch los van integriteit. Bij bestuurlijke weerbaarheid heb je namelijk geen eigen belangen die spelen, maar voel je je beperkt in het maken van een goede belangenafweging, bijvoorbeeld omdat je als politicus of bestuurder bedreigd wordt. Het vraagt veel moed en lef om dan vast te houden aan het genomen besluit, en dit dan ook nog naar buiten uit te dragen. Als burgemeester of politicus ben je dan kwetsbaar, juist omdat je zo’n openbare en zichtbare functie hebt. Het is anders dan wanneer de Belastingdienst een heffing oplegt.’
‘Wat dan het advies is? Het is te gemakkelijk om te zeggen: “Je moet volhouden en dapper zijn.” Wat helpt is om als bestuurders op te trekken met andere overheidspartners en, ieder vanuit zijn eigen rol, in gezamenlijkheid op te treden: bijvoorbeeld de burgemeester, de officier van justitie en de politiechef samen aan tafel.’
Hoe groot is de kans dat een volksvertegenwoordiger of een fractie in aanraking komt met ondermijning?
KNOL: ‘Die kans is groter dan je op het eerste ogenblik misschien zou denken. Ondermijning kan zich voordoen bij heel grote zaken, maar zit ook in heel kleine dingen; je integriteit is algauw geschaad. En georganiseerde criminaliteit rondom drugs en arbeidsuitbuiting is momenteel erg groots aanwezig in grote delen van het land – Zuid- en Oost-Nederland, Amsterdam, Rotterdam –, dus ook wat dat betreft is de kans groot dat je ermee te maken krijgt. Het is daarom de taak van volksvertegenwoordigers om voortdurend alert te zijn en de integrale aanpak tussen en binnen overheidspartners te bevorderen. Alleen dan kunnen we een stevige vuist maken tegenover de georganiseerde criminaliteit.’
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.