Nederland en de Chinese AI-draak
Samenvatting
Europa loopt zwaar op Amerika en China achter als het gaat om de ontwikkeling van artificial intelligence (AI). Om niet overlopen te worden en eigen voorwaarden en normen te kunnen stellen, dienen Nederland en Europa zich niet door angst te laten leiden maar een ambitieuze, eigen AI-agenda op te stellen. Anders dan China, waarvan het waardesysteem op controle door en versterking van de overheidsmacht gebaseerd is, hebben Nederland en de EU immers het vrije individu en de vrije samenleving voor ogen. Alleen zo kan er met de Chinese AI-draak gewedijverd worden.
China is verwikkeld in een nek-aan-nekrace met Amerika om grootmacht te worden op het gebied van kunstmatige intelligentie (artificial intelligence of AI). Deze twee superpowers zijn het thuisland van techreuzen als Amazon, Alibaba, Facebook en WeChat, bedrijven die de lijstjes aanvoeren wanneer het gaat om het verzamelen van gegevens, het aantrekken van toptalent en het beschikken over de grootste cloudcomputersystemen – de belangrijkste voorwaarden die vereist zijn om AI-diensten te ontwikkelen. Hun dominantie moet Nederland en Europa zorgen baren. Hoewel de EU nog steeds ’s werelds tweede economische grootmacht is, zal ze deze positie verliezen als wij ons niet durven te richten op AI. China durft dit wel en zet gigantische stappen vooruit, creëert hierbij een nieuwe economie en claimt een nieuwe rol in de internationale wereldorde.
Aan het begin van dit millennium lag China op het gebied van AI een decennium achter op Amerika. Die achterstand is ingelopen door een ambitieuze Chinese overheid. Zij faciliteerde grote investeringen in een aantal belangrijke academische AI-onderzoeken en creëerde beleid dat het mogelijk maakte om grootschalige AI-experimenten op te zetten. Nederland en Europa racen ook mee in de mondiale AI-strijd, maar dan in een totaal andere league – een league voor ‘beginners’ en ‘junioren’, zowel in termen van financiering als van beleid. Dit is problematisch, en als actie uitblijft zal het onze welvaart en vrijheid op het Europese continent in gevaar brengen. Mensen die stellen dat dit een doemscenario is – ‘Het zal uiteindelijk allemaal wel meevallen. Je hoeft niet alle races te winnen, dus het zal zo’n vaart niet lopen’ – beseffen niet dat dit dé race van de toekomst is. Nederland moet aan de slag om een nationaal en Europees AI-plan te realiseren om de afstand tot China te verkleinen. Hoe? Door niet op voorhand bang te zijn voor een toekomst waarin AI een grote rol speelt. En ook door te leren van de ambitieuze Chinese draak die met grote ambitie de mondiale toekomst tegemoet vliegt.
Er zijn ook vreedzame robots die ons leven makkelijker maken
Onbehagen
Er is veel geschreven over het belang van AI. Toch bekruipt Nederlanders en CDA’ers een gevoel van onbehagen als deze term in de mond genomen wordt. We zien doemscenario’s voor ons waarin robots ons leven domineren; sciencefictionfilms worden waarheid. Toch laat de Pixarfilm WALL-E zien dat er ook vreedzame robots zijn, die ons leven makkelijker maken. Sundar Pichai, CEO van Google, stelde vorig jaar dat ‘AI een van de belangrijkste onderwerpen is waar de mensheid aan werkt en dat het een impact zal hebben die groter is dan die van elektriciteit of vuur’.1 Dystopische beelden en woorden van ontwrichtende strekking leiden ertoe dat het debat over AI in Nederland verschoven is naar de negatieve gevolgen van de mogelijkheden.
Deze angst zorgt ervoor dat het Nederlandse debat over AI gevoerd wordt op basis van onzekerheid. Vooral privacy en de juridische en ethische problematiek van AI domineren de discussie. Dit zijn absoluut belangrijke onderwerpen die onze aandacht verdienen, maar we verliezen zo helaas de focus op de kansen die AI ons biedt. AI biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid om de productiviteit in bijna alle sectoren te verhogen; dit kan een gigantische boost geven aan de
Nederlandse economie. Verder kunnen dankzij AI-modellen maatschappelijke vraagstukken en problemen ten aanzien van klimaatverandering worden aangepakt doordat er bijvoorbeeld minder energie en grondstoffen nodig zijn voor productie. Ook overheidsdiensten kunnen verbeterd worden dankzij AI-technologie; de dienstverlening aan de burger wordt bijvoorbeeld geoptimaliseerd door middel van geavanceerde chatbots. Zorgrobots, zelfrijdende auto’s en zichzelf besturende vliegtuigen behoren ook tot de AI-kansen en zijn al volop in ontwikkeling. Met andere woorden: men vergeet soms dat de consequenties van het níét grip krijgen op deze technologie, evenmin te overzien zijn.
Hoe anders verloopt deze discussie in China! AI wordt daar gezien als een enorme kans, een middel waarmee China de wereld kan gaan leiden. China miste de boot tijdens de eerste industriële revolutie, terwijl het Westen tweehonderd jaar de vruchten plukte van deze kentering. Dit laat de Communistische Partij van China (CPC) in Beijing niet nog een keer gebeuren. China voorziet dat AI de mondiale hiërarchie totaal gaat veranderen. De CPC heeft daarom in 2017 een ambitieuze doelstelling uitgesproken: in 2030 moet China mondiaal leider zijn op AI-gebied. Het land wil in 2020 al enkele bijzondere mijlpalen bereiken. Zo moet China de meeste fundamentele AI-onderzoeken publiceren en moet het de favoriete bestemming zijn voor ’s werelds slimste talenten. Ook verwacht de overheid dat AI-bedrijven in China, zoals SenseTime, grote mondiale disrupties gaan teweegbrengen, bijvoorbeeld op het gebied van gezichtsherkenning en zelfrijdende auto’s. Verder moet het AI Cyber Security Department van de overheid het Chinese leger naar een nieuwe hoogte brengen.
Communistische Partij van China
Nu 2020 nadert merken onderzoekers wereldwijd indrukwekkende sprongen in de kwaliteit van het Chinese AI-onderzoek. Ze voorspellen ook een toenemend vermogen van China om AI-talent te behouden ten opzichte van Amerika en de EU. Dit komt ten dele doordat China een succesvol opleidingsprogramma heeft opgesteld. Anderzijds spelen ook de verslechterde handelsbetrekkingen met de Verenigde Staten – de belangrijkste rivaal op (onder andere) AI-terrein – een rol. De VS is voor Chinezen simpelweg een minder aantrekkelijke bestemming geworden.
China’s voorsprong op AI-gebied is vooral te danken aan het belang dat de CPC hecht aan deze ontwikkeling. Ook was het land in staat om een langetermijnstrategie te ontwikkelen, te bekostigen en uit te voeren waarbij superieure kwaliteit het uitgangspunt was. Daarnaast biedt een grote bevolking het voordeel dat AI-experimenten op grote schaal kunnen worden uitgevoerd. Zo is gezichtsherkenning op Chinese scholen en universiteiten heel gewoon. Dit doet men niet alleen om ‘veiligheidsredenen’, maar ook om te observeren hoe studenten harder en effectiever kunnen studeren. Dit is uiteraard niet een doelstelling die wij in Nederland willen nastreven, maar dit voorbeeld laat een groot contrast zien: in Nederland bevinden we ons in het stadium van het formuleren van een nationaal AI-plan, en ondertussen investeert de Chinese overheid al gericht miljarden.
De achterstand op AI-gebied leidt er mogelijk toe dat wij onze economische welvaart, veiligheid maar ook waarden niet behouden. Dit zijn zaken waarvoor wij, christendemocraten, jarenlang hebben gestreden. Europa dreigt het ‘niet-geïndustrialiseerde China’ van de eenentwintigste eeuw te worden. Ons waardestelsel zal onder grotere druk komen te staan van internationale (financiële) krachten.
Onze waarden zijn ook niet te verdedigen als wij op AI-terrein de kop in het zand steken. Als we willen meepraten over ethische kwesties gelieerd aan mondiale AI-ontwikkelingen (bijvoorbeeld over AI-aangedreven wapens en dilemma’s rondom publieke gezichtsherkenning), dan is een voorwaarde dat Europa mee vooroploopt in de ontwikkeling van de technologie zelf. Alleen dan blijven we baas van onze eigen toekomst.
Gezichtsherkenning is op Chinese scholen en universiteiten heel gewoon
De oranje-blauwe AI-draak
Nederland moet op het gebied van AI het voortouw nemen in Europa. We kunnen alleen natuurlijk niet opboksen tegen de investeringen die gedaan worden door China, maar in Europees verband zijn er voldoende mogelijkheden. Het is van groot belang dat er gewerkt wordt aan een ambitieuze AI-agenda, op nationaal én Europees niveau. Het vorig jaar door de Europese Commissie geïnitieerde AI-onderzoeksfonds (met een budget van twintig miljard euro) komt echter maar moeilijk van de grond. Nederland kan het voortouw nemen in dit Europese initiatief door bijvoorbeeld actief partners voor dit fonds te werven. AI-deelterreinen zoals gezondheid, transport, landbouw en cybersecurity zouden prioriteit moeten hebben als onderzoeksgebieden, zowel in Nederland als in Europa. De oplossing is tweeledig: enerzijds is er financiering nodig, anderzijds moet Europa randvoorwaarden creëren (bijvoorbeeld op het gebied van wetgeving) waardoor de AI-industrie tot bloei kan komen.

Bron: iStock
In Europa bestaat het grote risico dat iedere lidstaat afzonderlijk de AI-sleutel probeert te kraken (‘AI-nationalisme’), waarbij landen in toenemende mate proberen hun gegevens en hun algoritmen voor zichzelf te houden. Deze benadering is gedoemd te mislukken, omdat de potentie van AI juist berust op de hoeveelheid schaalbare data. Dit betekent bovenal dat er gewerkt moet worden aan het overwinnen van de AI-versnippering die Europa in haar greep houdt. Grote en homogene thuismarkten geven China en de VS een gigantisch voordeel. Volgens een schatting van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) zal China tegen 2030 dertig procent van de gegevens in de wereld in handen hebben. Europa heeft ook gegevens, maar moet nu nog zijn middelen vanuit de lidstaten bundelen. Een gemeenschappelijke Europese gegevensmarkt is op korte termijn nodig. Daarnaast is het noodzaak om snel wetgeving te scheppen over de manier waarop gegevens van bedrijven en overheden kunnen worden gedeeld. De voorwaarden moeten geschreven worden vanuit het perspectief van het individu, maar ook vanuit het perspectief van het totale collectief van de samenleving in termen van welvaart, veiligheid en privacy. Dit is iets waar we als Nederland en Europa wel sterk in zijn.
Privacy
Privacy is en blijft belangrijk, maar moet niet de AI-discussie doodslaan. Het delen van data is extreem belangrijk als voorwaarde om een open nationale economie en samenleving te creëren die aansluit op mondiaal niveau. Verder is het delen van data in de wereld van morgen onomkeerbaar. Hoe wij als samenleving met het delen van data omgaan, dát is de centrale vraag. Robuuste normen zijn nodig om ervoor te zorgen dat AI-diensten transparant en rechtvaardig zijn, zodat bijvoorbeeld wordt voorkomen dat bepaalde groepen worden gediscrimineerd. Nederland en Europa hebben de kans om de ontwikkeling van AI zodanig vorm te geven dat deze vitale technologie meer doelstellingen kent dan alleen het maximaliseren van de reclame-inkomsten (zoals in Amerika) en het minimaliseren van de onenigheid (zoals in China). Nederlandse en Europese beleidsmakers moeten beter hun positie gebruiken om op mondiaal niveau normen te stellen voor AI-ontwikkeling. De Europese markt van vijfhonderd miljoen relatief rijke consumenten is nog steeds aantrekkelijk om bedrijven aan te zetten tot het naleven van EU-regels. Een voorbeeld is de strikte Europese privacywet, de Algemene Verordening Gegevensbescherming. De beginselen van de AVG worden nu gebruikt als benchmark voor het bewaren van gegevens in jurisdicties ver buiten Europa. Door gemeenschappelijke regels op te leggen, kunnen dergelijke normen bijdragen tot de bloei van de AI-industrie in de EU.
Privacy is en blijft belangrijk, maar moet niet de AI-discussie doodslaan
Waarden
Naast de privacyvraagstukken met betrekking tot het individu rijst de vraag welke AI-randvoorwaarden nodig zijn in Europa. Om deze vraag te beantwoorden moeten we kijken naar waarden. China bekijkt deze vraag vanuit een centraal overheidsperspectief. Het Chinese individu wordt zo goed als genegeerd; het AI-optimalisatieproces is gefocust op het creëren van een zo stabiel mogelijke Chinese staat met optimale controle op en sturing van zijn bevolking. Zo heeft de CPC een ‘sociaal kredietsysteem’ geïntroduceerd waarin elk individu een scorekaart heeft.
De score van een individu is gebaseerd op zijn ‘goede gedrag’ (zoals gedefinieerd door de CPC) in de samenleving. De persoonlijke score heeft veel invloed op het dagelijkse leven: hij bepaalt deels hoeveel belasting je betaalt, de kans die je hebt op een nieuwe baan, en wanneer je mag reizen naar andere delen van het land. AI-technologie helpt de Chinese overheid bij het hanteren en het optimaliseren van dit scoresysteem. Een AI-waardesysteem gebaseerd op controle door en versterking van de overheidsmacht. Als Europa en Nederland willen we zo’n waardesysteem niet, maar wat moet ons AI-waardesysteem dan wel zijn? Een systeem dat altijd mensgericht is en niet bedrijfsresultaten of overheidscontrole centraal stelt. Het Nederlandse en Europese individu moet altijd de macht hebben om zijn zorgen te uiten over welk waardesysteem dan ook, dus ook als dit AI betreft. Ons AI-waardesysteem moet zich richten op het verbeteren van onze samenleving in termen van openheid, het tegengaan van discriminatie en het handhaven van vrijheid. Er moet een evenwicht zijn tussen de vrije samenleving en het vrije individu.
Er is actie, visie en ambitie nodig om onze welvaart, veiligheid en waarden te behouden
Urgentie
Het is mogelijk dat wij als Nederland en Europa de AI-race ondanks onze inspanningen niet zullen winnen, maar hoe dan ook moeten wij mee willen racen om zo onze kwaliteit van leven te beschermen en onze toekomst zelf te kunnen vormgeven. Het is onze taak als Nederland en Europa om te proberen de mondiale AI-ontwikkelingen zo te sturen dat deze in dienst staan van de Europese burgers en ook de rest van de wereld ten goede komen.
Anders dan in de oude wereld zijn leercurves en intellectueel eigendom bij AI uniek in gebruik en goed te beschermen. Dit betekent dat goed getrainde algoritmen en data niet weglekken, zoals gebeurt wanneer medewerkers met unieke kennis veranderen van werkgever. Met andere woorden: een opgebouwde voorsprong is moeilijk in te halen. Een vroege start is daarmee cruciaal. Nederland loopt al achter, en daarom is het maar de vraag of we überhaupt ooit nog in de buurt gaan komen van China. Maar om de achterstand niet nog verder te laten oplopen zijn actie, visie en ambitie nodig om onze welvaart, onze veiligheid en onze waarden te behouden. Hopelijk zijn dat drie woorden waar wij als CDA ons in kunnen vinden, en zien wij het als onze plicht om vooruit te kijken en te vliegen op onze eigen AI-draak, op weg naar de toekomst.
Noot
- 1.Catherine Clifford, ‘Google CEO: A.I. is more important than fire or electricity’, website CNBC Make It, 1 februari 2018. Zie https://www.cnbc.com/2018/02/01/google-ceo-sundar-pichai-ai-is-more-important-than-fire-electncity.html
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.