De Zijderoute is nooit weg geweest
Samenvatting
In dit Intermezzo staan we stil bij Lin Yutang, een bijzondere Chinese schrijver en filosoof uit de twintigste eeuw, die oosterse en westerse ideeën bij elkaar bracht.

Lin Yutang
‘Oh, East is East, and West is West, and never the twain shall meet’, dichtte Rudyard Kipling in 1889. Was dit pseudospreekwoord misschien begin twintigste eeuw een pakkende verwoording van de mentale kloof tussen cultuur- en machtsblokken (het Britse Rijk of het Westen enerzijds, en anderzijds de ‘koloniale’ wereld in de driehoek tussen Afghanistan, Japan en Nederlands-Indië), anno 2019 kunnen wij er nog maar weinig mee. In de twintigste eeuw worden behalve enorme hoeveelheden goederen, geld en innovaties ook belangrijke ideeën, kunstuitingen en levensbeschouwingen uitgewisseld tussen China en het Westen. Het is zelfs de vraag of de veelbesproken Nieuwe Zijderoute cultureel niet allang een feit is. Sinds de zeventiende eeuw druppelt Chinese culturele invloed door in het Westen. Denk aan de chinoiserie (porselein), poëzie, literatuur en muziek: Puccini’s opera Turandot, Mahlers Das Lied von der Erde op basis van gedichten van onder meer Li Bai (indertijd bekend als Li Tai Po) en Wang Wei, en hier in Nederland Robert van Guliks eens zeer populaire romans over Rechter Tie. Na de Culturele Revolutie zijn veel Chinese kunstenaars naar het Westen uitgeweken of hier bekend geworden. Denk aan kunstenaar Ai Weiwei, filmregisseur Zhang Yimou (onder andere Het rode korenveld), schrijfster Lulu Wang (van Het lelietheater) en Tan Dun, die een Oscar won voor zijn muziek bij Crouching Tiger, Hidden Dragon.
Karavaanleiders
Deze ‘Verborgen Zijderoute’ heeft ook ‘karavaanleiders’ gekend. Een daarvan, die (onbewust?) Kiplings pseudospreekwoord probeerde te doorbreken, was schrijverfilosoof Lin Yutang (1895-1976), zoon van een Chinese (!) dominee. Na een vooral westerse/Europese opvoeding (Harvard, Leipzig) heeft hij, toen hij eenmaal de ‘eigen’ Chinese cultuur leerde kennen, zich gewijd aan het slaan van een brug tussen culturele grootmacht China en het Westen. Met boeken als My country and my people (1935), bloemlezingen van Chinese literatuur en kunsttheorie en het filosofische The importance of living (hier vertaald als Levenswijsheid met een glimlach) was Lin Yutang lange tijd dé expert van de Chinese cultuur voor westerlingen. Nobelprijswinnares Pearl S. Buck roemde hem als moderne Chinees, ‘whose rich roots are firmly in the past, but whose rich flowering is in the present’. De nalatenschap van deze intellectueel in diaspora schijnt sinds 2000 ook in China zelf weer te groeien.
Lin Yutang is om twee redenen ook nu nog interessant. Allereerst inhoudelijk, omdat hij – vooral in The importance of living – vanuit een vergelijking tussen de dominante levensbeschouwingen van zijn tijd op zoek gaat naar wat wij als mensen universeel nodig hebben. Hij begint met de vergelijking van het christendom, met een heilsleer richting God, en het Griekse wereldbeeld, met een wereld vol ‘menselijke goden’ via logica op zoek naar waarheid. Twee levensbeschouwingen die ieder op een eigen manier het vooruitgangsdenken hebben helpen smeden tot een dominant wereldbeeld en een praktische koloniale politiek. De uitwerking daarvan was ook in China merkbaar, dat weliswaar geen kolonie was, maar wel koloniaal werd behandeld. Deze inter-Europese vergelijking plaatst Lin Yutang tegenover het Chinese wereldbeeld met zijn ideaal van balanceren tussen publiek en privaat leven. Het gaat om de balans tussen enerzijds het als ambtenaar mede besturen/vormgeven van een immens land conform de leer van juiste sociale verhoudingen (confucianisme) en anderzijds de persoonlijke (taoïstische, soms boeddhistische) leefwereld van de bestuurder-literator; de levenskunstenaar die geniet van en mediteert over de plaats van de mens in de natuur. Een balans tussen correct publiek leven en het privé aanraken van vormen van eeuwigheid in esthetisch-mystieke ervaringen vormt zo het Chinese ideaal van de ‘wijze mens’ tussen Hemel en Aarde.
Dagdromen
The importance of living blijft een erudiete maar nergens massieve vergelijking tussen westerse en Chinese cultuuruitingen, ideeën en gebruiken. Het werk laat zich ook nu nog goed lezen en doet bij vlagen denken aan de essays van de zestiende-eeuwse Michel de Montaigne. Onderwerpen als het belang van een goed huis, vriendschappen, theedrinken, dagdromen, de onmenselijkheid van westerse kleding (het pak!), wandelen en reizen worden gelardeerd met vijfhonderd jaar Chinese literatuur en kunst. Het boek mondt uit in een warm pleidooi voor een terugkeer naar universele common sense, die hij (in ieder geval toen) meer vond in de Chinese pragmatische cultuur dan in het westerse (ideo) logische redeneren en het rationalisme zonder oog voor menselijkheid, die – we schrijven 1937 – leidden tot twee extremen van dezelfde soort: communisme en fascisme. ‘Only an insane type of mind can erect the state into a god and make of it a fetish to swallow up the individual’s right of thinking, feeling and the pursuit of happiness’, schreef Lin Yutang.
De tweede reden waarom Lin Yutang (genomineerd voor de Nobelprijs voor Literatuur) interessant blijft, is het feit dat hij laat zien dat literati de ‘opdracht’ hebben de babylonische spraakverwarring tussen culturen te verkennen, op zoek naar verrijkende verschillen. Lin Yutang bekeerde zich later weer tot het christendom. Wenkt een teveel aan diesseitige levenskunst op latere leeftijd wellicht minder dan de hoop op verlossing? Hoe het ook zij: hij volgde de Zijderoute tussen ‘East and West’ op zoek naar hoe wij beter kunnen samenleven, handeldrijven, theedrinken en vriendschappen sluiten. Langs zo’n route willen velen denk ik vandaag de dag ook reizen, al dan niet onder het genot van een kop goede thee.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.