‘Geen uitverkoop van publieke voorzieningen’
Samenvatting
Groningen heeft relaties met de Chinese steden Tianjin en Xi’an. De cultuur tussen Nederland en China verschilt, maar één ding hebben bestuurders uit beide landen gemeen. ‘Ook Chinese politici willen gewoon hun stad goed besturen. Ze zijn echt niet op verovering van de wereld uit’, zegt D66-wethouder Paul de Rook, verantwoordelijk voor het Chinabeleid van de gemeente Groningen.
Paul de Rook Foto: Gemeente Groningen
Al ruim dertig jaar heeft Groningen een stedenband met Tianjin, de havenstad ten oosten van Beijing, en sinds enkele jaren met Xi’an, in het midden van China. ‘De relatie met Tianjin is bijna 35 jaar geleden ontstaan uit humanitair oogpunt, vergelijkbaar met relaties die we met Moermansk in Rusland en San Carlos in Nicaragua hebben’, zegt De Rook, die als politicoloog afgestudeerd is op de relatie tussen de EU en China. ‘Als zij ergens om vroegen, keken wij of we konden helpen. Dat kon gaan over het bestuur van de gemeente, maar ook over een nieuwe brug. De laatste tijd zijn de relaties meer economisch van aard en staan handelsrelaties centraal.’
Wat valt er onder het Groningse Chinabeleid?
‘Veel, maar de kern is toch wel de uitwisseling van hoogwaardige kennis en expertise. China is erg geïnteresseerd in hoe ziekenhuis en universiteit bij ons te werk gaan. Dan gaat het over specialistische kennis op het gebied van ICT en gezondheidszorg. Maar ook voor de manier waarop wij onze binnenstad inrichten is belangstelling.’
De laatste tijd gaat het veel over China’s manier van handeldrijven, die protectionistisch is en gericht zou zijn op expansie. Is dit belangrijk in de onderlinge relatie?
‘Ja en nee. Natuurlijk volgen we het debat over China goed en wordt in de gemeenteraad gezegd dat we ons niet moeten laten overlopen. Maar zo’n onderwerp staat tijdens een bezoek niet op de agenda. In de praktijk merken we er ook niet veel van. Wel hecht China veel waarde aan de aanwezigheid van politici bij een handelsmissie. Als we naar onze zustergemeente Hamburg gaan, kan het mkb het alleen af. Dat lukt in China niet. Daar willen ze dat de overheid aangeeft of een bedrijf betrouwbaar is. Ook zijn Chinezen formeel en gaan bezoeken meer volgens een vast protocol dan wij gewend zijn.’
Vindt u dat u in uw contacten de mensenrechten in China moet aankaarten?
‘Voor zover er lokaal iets speelt wel, maar het zou raar zijn als ik de burgemeester van Xi’an of Tianjin zou aanspreken over de situatie van de Oeigoeren in Xinjiang. Daar gaat hij niet over. Dat zou hetzelfde zijn als wanneer ze mij aanspreken op de behandeling van Chinese toeristen in Amsterdam. Sowieso vind ik dat bij buitenlands beleid niet de gemeenten aan zet zijn, maar de nationale overheid of de EU.’
Maar het kan ook op het bordje van een lokale overheid komen. Chinezen hebben al de beschikking over havens en vliegvelden in Europa. Is dit iets waar Nederlandse gemeenten alert op moeten zijn?
‘Gelukkig speelt zoiets bij ons niet. Mijn ervaring is dat ook Chinese bestuurders gewoon hun stad goed willen besturen en niet op expansie gericht zijn. Maar natuurlijk moet je alert zijn dat een relatie gelijkwaardig is en dat je geen wezenlijke dingen in de uitverkoop doet. Dat geldt voor de politiek, voor bedrijven en voor universiteiten, en dan niet alleen in de relatie met China maar ook met andere landen. Stel dat in China belangstelling bestaat om hier een gebied van twee hectare te kopen; dan zijn ze welkom om dat te bespreken. Iets anders is als het wezenlijke onderdelen van de publieke voorzieningen betreft, zoals een vliegveld of een haven. Daar zouden we heel sceptisch tegenover staan.’
Hebben zich dergelijke situaties al voorgedaan?
‘Nee. Wel is er in de gemeenteraad kritiek geweest toen burgemeester Rehwinkel in China zonder mandaat vooraf een stedenband met Xi’an was aangegaan. Daar is een stevig debat over gevoerd, omdat de raad vond dat hij daarin gekend had moeten worden. Uiteindelijk ging de raad wel akkoord. Daarnaast heeft de Rijksuniversiteit Groningen een relatie met de universiteit van Yantai afgebroken. Yantai had Groningen uitgenodigd om er een campus te beginnen, maar dat vergevorderde plan is afgeblazen omdat er kritische geluiden waren over het minder vrije academische klimaat in China.’
Vindt u dat we sowieso voorzichtig moeten zijn in het aangaan van banden met het opkomende China?
‘Over het algemeen vind ik dat je in de internationale politiek beter kunt meebewegen en verbinden met schuivende machten dan je afzijdig houden. Daarmee heb je de meeste invloed. De opmars van China gaat toch wel door, wat wij er ook van vinden. En laten we wel wezen: wijzelf willen ook ons stempel drukken, en we hebben dat in het verleden niet altijd even netjes gedaan. Dat betekent niet dat ik denk dat China de hele wereld wil overnemen. Dat wij dat denken, zegt meer over onszelf dan over de Chinezen. China is op het welbevinden van het eigen land uit, en op het veiligstellen van de economische toevoer. Dat is ook de reden achter de Nieuwe Zijderoute. Wel is er onenigheid over de vraag hoe groot dat “eigen land” dan is, en of Tibet en Taiwan eronder vallen.’
Is er meer landelijke coördinatie nodig van de lokale contacten met Chinese steden en bedrijven?
‘Dat zou wel goed zijn. Buitenlands beleid op lokaal niveau moet door het ministerie van Buitenlandse Zaken gecoördineerd worden. Neem het voorbeeld van Leeuwarden, dat als culturele hoofdstad van Europa moest beslissen of het de relatie met zijn Maltese zusterhoofdstad zou verbreken na de moord op een journaliste daar. Dat soort zaken kun je op lokaal niveau niet beslissen.’
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.