Worden wie je bent
Samenvatting
Christendemocraten moeten weer gaan staan voor een duidelijk profiel dat geen ondertitel nodig heeft. Terug dus naar onze uitgangspunten en kernwaarden, en aan de slag met een nieuw ‘contrat social’ van opbouwende meedenkers en betrokken burgers.
Emeritus hoogleraar staatsrecht en eminent Eerste Kamerlid Alfons Dölle stierf in 2012, maar inspireert nog steeds jonge CDA’ers. Ik vind dat mooi. Toch vraag ik mij zeer af of met het van tijd tot tijd resonerende betoog voor een sociaal-conservatieve koers of ondertitel, zoals dat van Max Runge in de voorgaande bijdrage,1 recht wordt gedaan aan de toekomst en essentie van de christendemocratie. Laat ik, in antwoord op Runge, vier misverstanden noemen.
Een sociaal-conservatieve positionering werkt niet
Runge stelt ten eerste dat het CDA er is gekomen om ‘joods-christelijke normen’ te vertegenwoordigen. Dat klopt niet. De partij is gegrond op haar Program van Uitgangspunten, waarin de kernwaarden zijn geformuleerd. De inspiratie die wij ontlenen aan het evangelie is de kern daarvan, en juist niet het modieuze begrip ‘joods-christelijke’, en dan ook nog ‘normen’ daarvan.
Het tweede misverstand is dat het CDA ‘uniek is als middenpartij’. Christendemocraten zijn mensen die het hart van de samenleving willen doen kloppen, niet omwille van vage algemeenheid. En uniek is een middenpartij sowieso niet.
Het derde misverstand is dat de negentien zetels in de Tweede Kamer van maart 2017 ‘een knappe prestatie waren’. Het was mooi dat het CDA zes zetels won, maar het was niettemin het op één na zwakste resultaat bij Kamerverkiezingen. Voor mij geen reden tot uitbundige zelffelicitatie.
Het laatste, fundamentelere punt is dat Runge voor het CDA twee politieke koerswijzigingen ten onrechte als voorbeelden noemt, te weten de Deense sociaaldemocraten en de Oostenrijkse politicus Sebastian Kurz. Jacques Monasch probeerde de Deense variant op sociaaldemocratie in Nederland uit en haalde zelf nul zetels, maar droeg wel bij aan het verlies van 29 van de 38 zetels van zijn politieke thuis. Ook de Deense sociaaldemocraten kennen met hun draai van honderdtachtig graden op immigratie en integratie weinig succes – tenminste, ik zou een verlies van 0,4 procentpunt niet als glansrijke winst kwalificeren. Op de lange termijn breekt de ‘Deense draai’ partijen op en maakt die het extreemrechtse gedachtegoed slechts salonfähig.2 Dan Kurz. Sebastian Kurz zelf ziet zijn ÖVP nog altijd als een klassieke christendemocratische volkspartij.3 De ÖVP is vooral omgebouwd naar een sterk persoonsgerichte midden-rechtse club, met een briljante campagnemachine. Daarnaast had deze partij er geen moeite mee om een soort Rutte I-avontuur aan te gaan met een anti-Europapartij die zich niet schaamt om door Poetin gefinancierd te worden.4 Ongetwijfeld is Kurz behendig en modern qua styling, maar of dit nu allemaal erg in de geest van de bedaagde katholiek-conservatief Dölle is, waag ik te betwijfelen.
Nee, met een positionering die zich op sociaal-culturele standpunten rechts noemt en op sociaal-economische standpunten wat linkser, zoals Runge bepleit, komen we er niet. Juist wanneer partijen in toenemende mate worden geconfronteerd met kieskeurige kiezers en populistische uitdagers, is het belangrijk om de eigen kernwaarden uit te dragen en zo herkenbaar te blijven.5
De christelijke CDA-kiezer sterft niet uit, maar loopt weg
Opdracht en uitdaging
Het essay van Runge laat het CDA zien voor wat voor belangrijke opdracht en uitdaging de partij staat. Want een waardegedreven partij die ondertitels nodig heeft als sociaal-conservatief of links of rechts mag haar politieke formules en codetaal weleens verversen omwille van hun intrinsieke waarde. Een ondertitel voeg je toe in de media als je vreest dat de taal van de acteur die optreedt door niemand wordt verstaan. Het komt er meer op aan de eigen uitgangspunten te vatten in nieuwe taal en beelden voor nieuwe tijden en generaties. Want het ‘is in de veranderende werkelijkheid dat de idealen van het CDA toegepast moeten worden’, zoals Piet Steenkamp het formuleerde.6 Kortom, wij staan aan het begin van een nieuw tijdperk met nieuwe kansen en nieuwe vragen. Daarin gaat het erom te worden wie je bent, en daarbij moeten primair twee vragen beantwoord worden. Ten eerste, wie zijn we? Ten tweede, hoe worden we wie we zijn?
In de eerste vraag neem ik u graag kort mee. Wat betreft de tweede vraag: dat ‘worden wie we zijn’ gebeurt inmiddels, en niet door de minsten onder de christendemocraten, gelukkig. Ik zal drie interessante voorbeelden noemen, en vervolgens daarop aansluiten vanuit mijn perspectief als voorzitter van het CDJA.
Kort over wie we zijn. Het CDA streeft ernaar een brede volkspartij te zijn, verenigd vanuit gemeenschappelijke idealen. Het is dus niet een partij verenigd op deelbelangen (zoals 50PLUS of PvdD). Ieder die wil werken aan een samenleving waarin onze idealen worden verwezenlijkt is welkom. Tot die idealen voelen velen zich geroepen. Niet voor niets bleek uit het ledenonderzoek van het CDJA uit 2017 dat ongeveer 33 procent van de CDJA’ers aangeeft niet gelovig te zijn. De angst van seculiere kiezers voor de christendemocratische filosofie voel ik dan ook niet. Het is ook niet de seculiere kiezer die de electorale successen van het CDA ondermijnt. Het is in de eerste plaats de christelijke CDA-kiezer die niet uitsterft, maar wegloopt bij een CDA dat niet duidelijk en uniek gepositioneerd is rondom zijn eigen kernwaarden, wat onze electorale potentie beperkt.7
Hedendaagse vertalingen
Dan die tweede vraag: hoe worden we wie we zijn? Hoe zorgen we ervoor dat onze idealen naar een eigentijdse en toekomstgerichte boodschap worden vertaald? Zoals beloofd noem ik hierna drie voorbeelden van hoe dat al gebeurt.
Het Strategisch Beraad onderneemt het waagstuk om een strategische visie voor de komende decennia te formuleren. In het voetspoor van Arie Oostlander en Jos van Gennip worden traditie en innovatie hierin hopelijk creatief vervlochten. Ik hoop op gedurfde nieuwe thema’s en taal rond de arbeidsmarkt en Leven Lang Ontwikkelen (in de geest van de recente analyse van de Commissie Regulering van werk onder leiding van Hans Borstlap8) en ook rond geopolitiek en globalisering en hoe Europa daarin zijn plaats versterkt en borgt. En uiteraard rond de solidariteit tussen generaties. Stuk voor stuk thema’s van onze tijd die vragen om een uniek christendemocratisch antwoord.
Bij die gedachte zette Hugo de Jonge op het Christelijk-Sociaal Congres heldere lijnen uit.9 Hij gaf aan die oude term ‘christelijk-sociaal’ een eigentijdse invulling. Niet door deze sociaal-conservatief te betitelen, maar door te pleiten voor meer solidariteit en een verbonden samenleving. Solidariteit is immers allesbehalve ‘links’ als kernbegrip, al was het maar omdat men ter linkerzijde onderling zelden solidair of menslievend genoemd kan worden. Het was een PvdA-minister die de basisbeurs afschafte. Het vertrouwen in elkaar ontbreekt daar, evenals het inzicht dat het verdedigen of het verder helpen van andermans belangen uiteindelijk in het belang van het individu zelf is. De Jonge pleitte in wezen voor een nieuw contrat social, een nieuw verbond van de dragende groepen van de samenleving.
Ook de recente HJ Schoo-lezing van Wopke Hoekstra kan gezien worden als een poging de bekende CDA-waarden te vertalen naar onze eigen tijd. Hij muntte het begrip ‘wederkerigheid’ tot een alternatieve formule voor zowel solidariteit als het oude begrip van gespreide verantwoordelijkheid. Hij tilde dit naar een hoger plan door het ook als essentiële benadering in de Europese samenwerking te accentueren. Toen het ook nog in de dokterskamer de aanpak bleek te moeten sturen haakte ik even af, maar de poging tot nieuwe terminologie en beelden sprak mij niettemin aan.10
De beschreven drie pogingen zijn de moeite waard en zijn hard nodig. Zeker blijft de insteek van Piet Steenkamp onverminderd vitaal en inspirerend, maar laten wij niet vergeten dat juist hij een man was van nieuwe tonen en gedurfde wegen. Het is nodig omdat de sociaaldemocratie verdampt en het neoliberale discours uitgeloogd is.
Rutte komt aanzetten met vaasjes die niet moeten breken, en Dijkhoffs ‘liberalisme dat werkt voor mensen’ draait ook vooral om je ‘balletje mayo’.11 Vaasjes en gehaktballen: het is allemaal nog platter dan een dubbeltje. Het is ook nodig omdat het CDA zich allerminst rijk kan rekenen. De uitslagen bij de verkiezingen van 2012, 2017 en tweemaal in 2019 waren even vaak het slechtste resultaat of het op één na zwakste ooit. Ook toen het voor het Europees Parlement nog best meeviel, won het CDA alleen van de peilingen, geen zetels, en niet van de electorale concurrenten.
Intussen zien we dat jongeren snakken naar perspectief. Het SER Jongerenplatform wees hier onmiskenbaar de weg.12 Jongeren willen dat de politiek richting geeft en optimisme. Meer uitdaging van hun talenten, meer vertrouwen in hun inzet en durf. Ik zou haast zeggen: zij willen meer moed, meer inspiratie en ook wat vaker een arm om hun schouder. Het is hier dat het CDA zich kan onderscheiden en zijn kernwaarden overtuigend en concreet kan laten herleven voor nieuwe generaties.
Pluriformiteit is niet eng en evenmin een ondermijning van onze identiteit
Drie aanvullende suggesties
Op drie punten geef ik hier alvast een denklijn om straks in aansluiting op het Strategisch Beraad en de voorzetten van De Jonge en Hoekstra mee aan de slag te gaan.
Allereerst moet het CDA naar jongeren de partij zijn die gelooft in hun talent, inzet en durf. Minder paternalistisch, minder ouwelijk en minder repressief in denken en doen. Hoekstra’s investeringsfonds en zijn aanval op het leenstelsel zijn cruciale zwaartepunten om concreet en geloofwaardig te zijn. Want als je niet gelooft in die talenten, in hun toekomst, creativiteit en ondernemerschapskwaliteiten, dan ga je daar ook niet zo bewust voor kiezen met vijftig miljard aan investeringen.
Ten tweede moet het CDA de partij zijn die respect heeft voor de inzet en betrokkenheid van professionals. Dat bewijs je het best door hun de ruimte te geven voor hun vak en hun toewijding. Dus moet het CDA de zorg en het onderwijs ontdoen van detailsturing en regelstelsels, en via Leven Lang Ontwikkelen (LLO) juist de professionals in deze sectoren tijd en geld gunnen om bij te blijven en zich op te waarderen in hun professies.
Ten derde moet het CDA de partij zijn van de verbonden verscheidenheid. Pluriformiteit is immers het wezenskenmerk van een land van alleen maar minderheden. Als fusie van katholieken, hervormden en gereformeerden zouden we dat toch moeten herkennen. Je zult elkaar de ruimte moeten gunnen om te geloven, te werken, te spreken, te zorgen en te leren zoals je dat voor jezelf ook verlangt. Pluriformiteit is niet eng en evenmin een ondermijning van onze identiteit. Het is de eigen aard van dit land en ons Europa, nota bene. In wezen is verscheidenheid solidariteit en gespreide verantwoordelijkheid tegelijk.
Voor ons land bieden christendemocraten een nuchter, helder en bewezen perspectief. We gaan polderend voort, nemen iedereen mee en dagen hen uit zelf hun steentje bij te dragen aan het goede leven en ons mooie land. De oude recepten op links en op rechts zijn sleets en blasé; polarisatie en nationalisme zijn de dood in de pot, letterlijk. Als christendemocraten moeten we er daarom weer staan, en worden wie wij ten diepste zijn. We moeten gaan voor een duidelijk profiel dat geen ondertitels nodig heeft. Terug dus naar onze wortels, en aan de slag met zo’n nieuw contrat social van opbouwende meedenkers en betrokken burgers. Word weer wie je bent.
Noten
- 1.Zie verder bijvoorbeeld: Pieter Heerma, ‘Ja, sociaal-conservatisme kan woorden geven aan eigentijdse cultuurkritiek’ (als antwoord op de stelling ‘Het CDA behoeft de ondertitel sociaal-conservatief’), in: Evert Jan van Asselt, Peter Cuyvers, Jan Jacob van Dijk en Pieter Jan Dijkman (red.), De toekomst van politieke partijen (CDV Lente 2017). Amsterdam: Boom, 2017, pp. 10-11; Redactie politiek Reformatorisch Dagblad, ‘CDA kiest voor sociaal-conservatief’, Reformatorisch Dagblad, 16 december 2000; Hans Teengs en David van Keulen, ‘Sociaal-conservatief CDA moet steden aanspreken’, Trouw, 12 april 2012.
- 2.Teun Pauwels, ‘Explaining the strange decline of the populist radical right Vlaams Belang in Belgium. The impact of permanent opposition’, Acta Politica 46 (2011), nr. 1, pp. 60-82.
- 3.Österreichischen Volkspartei (2015). Grundsatzprogramm 2015 der Österreichischen Volkspartei. Wenen: Österreichischen Volkspartei.
- 4.Philip Oltermann, ‘Austria’s “Ibiza scandal”: what happened and why does it matter?’, The Guardian, 20 mei 2019.
- 5.Tom W.G. van der Meer, ‘Rust én stilstand: het CDA in de Buma-jaren’, Christen Democratische Verkenningen 39 (2019), nr. 2 (Zomer), pp. 24-27.
- 6.Piet Steenkamp e.a., ‘Ten geleide’, in: Program van Uitgangspunten CDA. Den Haag: CDA, 1993, p. 1.
- 7.Manfred te Grotenhuis, Tom van der Meer, Rob Eisinga en Ben Pelzer, ‘In hoeverre bepalen ontkerkelijking en gewijzigd stemgedrag onder kerkleden het aantal CDA-Kamerzetels?’, in: Erik Borgman, Pieter Jan Dijkman en Paul van Geest (red.), Het christelijke in de Nederlandse politiek (CDV Herfst 2012). Amsterdam: Boom, pp. 135-151.
- 8.Commissie Regulering van werk, In wat voor land willen wij werken? Discussienota over toekomstbestendig arbeidsrecht, sociale zekerheid en fiscaliteit. Den Haag: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 20 juni 2019. Zie www.reguleringvanwerk.nl
- 9.Hugo de Jonge, ‘Toespraak van minister De Jonge bij het Christelijk-Sociaal Congres’, gehouden in Doorn op donderdag 29 augustus 2019. Zie: rijksoverheid.nl.
- 10.Wopke Hoekstra, Het land van morgen. Naar een nieuw maatschappelijk evenwicht. HJ Schoo-lezing 2019. Amsterdam: Elsevier Weekblad, 2019.
- 11.Klaas Dijkhoff, Liberalisme dat werkt voor mensen (discussiestuk). Den Haag: VVD, 20 april 2019, p. 13.
- 12.SER Jongerenplatform, Hoge verwachtingen. Kansen en belemmeringen voor jongeren in 2019. Den Haag: Sociaal-Economische Raad, 2019.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.