De herleving van het sociaal-conservatisme
Samenvatting
Het CDA doet er goed aan het sociaal-conservatisme te omarmen en daarmee een middenweg te kiezen tussen Taylor en Scruton, links en rechts, collectivisme en individualisme. Met Denemarken en Oostenrijk als voorbeeld wacht de partij zo een mooie toekomst.
Binnen een brede volkspartij als het CDA vinden er geregeld discussies plaats over de koers van de partij. Zo ook over de (controversiële) discussie rondom de C in de partijnaam.
In juli jongstleden was het zeven jaar geleden dat Alfons Dölle overleed. Dölle was namens het CDA gemeenteraadslid in Groningen en ging daarna aan de slag als senator in de Eerste Kamer. Daarnaast was hij hoogleraar staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. In de zomereditie van Christen Democratische Verkenningen uit 2003 doet Dölle een (omstreden) voorstel: hij pleit voor een beperktere focus op de christelijke C in ‘CDA’, en voor een nieuwe ondertitel voor de partij. Het sociaal-conservatisme zou volgens hem een goede seculiere ondertitel zijn als uithangbord voor het CDA.2 In het licht van recent verschenen artikelen over de wens van een (linksere) koerswijziging van het CDA, voel ik mij aangespoord een tegengeluid te laten horen om de discussie op gang te brengen. Het CDA zou de ondertitel moeten aannemen die Dölle al zo lang geleden voorstelde. Dit om een grotere groep kiezers aan te spreken.
Electorale problemen
Het CDA ligt electoraal gezien onder vuur: sinds de samenwerking met de PVV daalt het CDA in de peilingen, op enkele uitzonderingen na. Wat mij betreft liggen daar drie redenen aan ten grondslag: ten eerste de ontkerkelijking, ten tweede de vergrijzing van de partij als geheel, en ten derde de vrijblijvendheid/wispelturigheid van CDA-standpunten.
Uit recente cijfers blijkt dat de ontkerkelijking blijft doorzetten en dat meer dan de helft van Nederland niet-gelovig is.3 Mensen identificeren zich steeds minder met de kerk en met het christendom. Vraag een gemiddelde burger in de Randstad waarom hij/ zij niet op het CDA stemt en het antwoord zal grofweg in de richting zijn van ‘Ik stem niet op een christelijke partij’ of ‘Ik ben niet gelovig, dus ik stem geen CDA’. Dit is natuurlijk een kortzichtige redenatie, maar wel een begrijpelijke vanwege de verwevenheid met de christelijke naam. Uiteraard is het CDA een christendemocratische partij en geen christelijke, maar toch valt het CDA (te) vaak onder het frame ‘christelijke partij’. Een deel van de kiezers is het op grote lijnen eens met de standpunten van de partij, maar wordt er door de christelijke uitstraling van weerhouden ook op die partij te stemmen.
Ook is het CDA weinig populair onder jongeren (voornamelijk uit de stad) en bestaat nog een te groot deel van de kiezers uit mensen op leeftijd (voornamelijk van het platteland) die traditioneel CDA stemmen.4 Uiteraard is deze laatste groep kiezers niet toekomstbestendig, dus zal de partij een koerswijziging moeten maken om een bredere groep kiezers aan te spreken. Daartoe is het CDA als brede volkspartij verplicht.
Ten slotte wordt het CDA vaak verweten te wispelturig en te vrijblijvend in zijn standpunten te zijn. De standpunten van de partij zijn vrij vaag, en er wordt nog weleens met uitgangspunten gedraaid, bijvoorbeeld rondom het kinderpardon. Het CDA zou zich in bepaalde kwesties explicieter moeten uitspreken.
Ikzelf ben niet kerkelijk en ben zo ook niet van huis uit opgevoed. In tegenstelling tot mijn omgeving ben ik bij het CDA gekomen vanwege de joods-christelijke normen en waarden die mij aanspreken. Dit mag de partij natuurlijk ook nooit verloochenen; dat zijn de roots van het CDA. Bovendien heeft het CDA een verhaal dat geen enkele andere partij heeft, met een middenpositie tussen ‘individualiserend rechts’ en ‘collectivistisch links’. Daar biedt het CDA de oplossing om de zorgen van veel Nederlanders weg te nemen: die oplossing ligt in de samenleving. De partij zou aan de ene kant meer moeten focussen op de niet-christelijke kiezers en aan de andere kant een grotere focus moeten hebben op inwoners van de stedelijke gebieden in Nederland. Daar bevindt zich het grootste electoraat en daar liggen dus ook de meeste kansen voor een toekomstbestendig CDA.
Kies sociaal-cultureel een wat rechtser beleid en sociaal-economisch een wat linkser beleid
Electorale oplossing
Om tot een oplossing te komen voor de drie hiervoor geschetste problemen, komt het sociaal-conservatisme van Dölle weer om de hoek kijken. Hij pleitte voor deze term omdat deze ‘het best de christendemocratische boodschap benadert’ vanuit een seculier perspectief. In het kort is deze stroming als volgt te omschrijven: sociaal-cultureel een wat rechtser beleid, en sociaal-economisch een wat linkser beleid. Volgens Dölle moeten vaste waarden als plichtsgevoel, burgerlijk fatsoen, solidariteit en verstandige vaderlandsliefde centraal staan binnen het CDA. Kortom, op sociaal-culturele punten moet het CDA zich onderscheiden op de rechts-conservatieve hoek. Daartegenover staat dat op sociaal-economisch vlak de individualisering van de samenleving tegengegaan moet worden, door bijvoorbeeld op de gebieden van sociale zekerheid en zorg een linkser beleid te voeren. Tegelijkertijd kan dit alleen gewaarborgd worden door een streng immigratie- en integratiebeleid. Dit is ook voor het draagvlak onder de bevolking van Nederland van belang, alsmede voor het behoud van de zojuist genoemde waarden plichtsgevoel, burgerlijk fatsoen, solidariteit en verstandige vaderlandsliefde. Wopke Hoekstra zegt in de HJ Schoo-lezing van 2019 dat hij zich zorgen maakt over de Nederlandse identiteit, en zinspeelt daarbij op een strenger immigratie- en integratiebeleid.5

Bron: Leonhard Foeger, ANP
Onder het leiderschap van Buma is hiermee al een begin gemaakt op sociaal-culturele vlakken. Kijk bijvoorbeeld naar het leren van het Wilhelmus op school, het idee van de maatschappelijke dienstplicht en voorstellen rond strenge immigratie/integratie. En met succes: in 2017 met negentien zetels de derde partij van Nederland worden in een versplinterd politiek landschap is een knappe prestatie. Dit laat de potentie en de kans zien die het CDA heeft als het het sociaal-conservatisme van Dölle omarmt. Dit is een indicator dat deze ingeslagen weg voortgezet moet worden voor meer politiek en electoraal succes.
Veel Nederlanders zien een al te grote individualisering van de samenleving als een slechte ontwikkeling: mensen (oud én jong) voelen zich eenzamer dan ooit tevoren, en in publieke sectoren als de zorg ondervinden mensen de nadelige gevolgen van die individualisering van de samenleving. Tegelijkertijd zien mensen niet het collectivisme van links als de oplossing: de linkse partijen in de Tweede Kamer zijn nog nooit zo klein geweest in zetelaantal. Hier ligt de kans voor het
CDA: het moet een geluid laten horen tégen de individualisering en tégen het collectivisme, en vóór een sterke samenleving. Daarin wordt de partij echter belemmerd door haar christelijke imago, waardoor veel kiezers het CDA op voorhand uitsluiten. Ook andere groepen kiezers zouden deze koers zeker kunnen onderschrijven, bijvoorbeeld gematigde moslims: vanuit de islam staan deze waarden ook centraal, waardoor de electorale vijver waaruit gevist kan worden alleen maar groter wordt.
In het lentenummer uit 2017 is in CDV een vergelijkbare discussie gehouden rondom het sociaal-conservatisme, dit keer tussen CDA-prominenten Pieter Heerma en Jan Schinkelshoek.6 Heerma, als voorstander van het sociaal-conservatisme, gaf daarbij de connectie weer tussen christendemocratie en het conservatisme. Allereerst schetst hij de historische verwantschap: beide stromingen zijn antirevolutionair en staan afwijzend tegenover het ‘doorgeslagen verlichtingsdenken’. Ten tweede delen beide stromingen de waardering voor traditie, geschiedenis en cultuur. Als laatste punt gaan beide gedachtegangen in tegen de economische individualisering aan de ene kant en de centraliserende overheid aan de andere kant. Heerma geeft hiermee aan dat de overgang van christendemocratie naar het sociaal-conservatisme helemaal geen grote stap is.
Politiek-filosofisch perspectief
Ook vanuit politiek-filosofische hoek is dit idee te onderbouwen. Eigenlijk is dit een middenweg tussen twee gedachtegangen: die van Roger Scruton en die van Charles Taylor. Net zoals in het sociaal-conservatisme van Dölle het geval is, denkt zowel Taylor als Scruton dat een individu zich slechts kan ontplooien binnen een florerende samenleving. Dat wil zeggen: soms kunnen onze plichten tegenover de samenleving zwaarder wegen dan onze rechten als individu.
Scruton wil de natiestaat, onze manier van leven en onze verworvenheden beschermen tegen invloeden van buitenaf, zoals multiculturalisme, de bureaucratie in Brussel en een doorgeschoten liberalisme.7 Hij verzet zich echter tegen verlichtingsidealen als autonomie en egalitarisme. Dit maakt hem sceptisch tegenover allerlei moderne verworvenheden die ik juist graag wil beschermen, zoals armenzorg en het homohuwelijk. Dit is niet het conservatieve label dat het CDA zou moeten dragen.
Aan de andere kant is daar Taylor: ook hij is tegen het liberalisme, vanwege doorgeschoten vormen van atomisme. Hij zet daartegenover de gemeenschap centraal: men moet zorg dragen voor gemeenschappelijke faciliteiten, omdat men als individu slechts goed kan leven als de gemeenschap als zodanig floreert. Taylor is echter niet bereid om onze culturele verworvenheden te beschermen en is expliciet voorstander van een multiculturele samenleving.8
Het sociaal-conservatisme van Dölle biedt een middenweg tussen deze twee filosofen: de gemeenschap moet beschermd worden door zowel het sociale karakter van Taylors communitarisme als het waarborgende karakter van Scrutons conservatisme door te voeren.
Als brede volkspartij heeft het CDA een unieke kans weer de grootste partij te worden
Succesvolle voorbeelden
In het buitenland is een aantal voorbeelden van een sociaal-conservatieve benadering bekend. In ieder geval in Europa zijn dit louter succesverhalen. Ten eerste de Oostenrijkse ÖVP onder leiding van Sebastian Kurz. Na drie verkiezingsnederlagen op rij (vergelijkbaar met het CDA) is onder de jonge leider Kurz gekozen voor een rechts-conservatieve benadering op sociaal-cultureel vlak en op het gebied van immigratie/integratie. Op sociaal-economisch vlak beloofde Kurz een aantal hervormingen door te voeren die de sociale zekerheid socialer zou maken. En met succes: de ÖVP werd weer de grootste, en Kurz werd bondskanselier van Oostenrijk. Recentelijk is zijn kabinet gevallen vanwege een affaire bij zijn coalitiegenoot, de FPÖ, maar desondanks staat Kurz met zijn ÖVP in de peilingen zelfs nog hoger dan bij de parlementsverkiezingen. Zijn populariteit is ook groot onder jongeren.
Ook aan de andere kant van het politieke spectrum is er een geval bekend van het succesvol toepassen van het sociaal-conservatisme: in Denemarken heeft de partij Socialdemokraterne een grote verkiezingsoverwinning geboekt. Na meerdere verkiezingsnederlagen hebben de sociaaldemocraten zich herpakt door weer op te komen voor de Deense arbeider. Hun nieuwe verhaal is een sociaal Denemarken, maar met een focus op een zeer streng immigratie- en integratiebeleid. Hierdoor hebben de Deense sociaaldemocraten de gemiddelde Deense burger weer aan zich weten te binden, als brede volkspartij. Binnen de PvdA in Nederland heeft Jacques Monasch dit ook geprobeerd, maar zonder al te veel succes.9
Deze twee voorbeelden laten een kans zien voor het CDA: als brede volkspartij heeft het CDA een unieke kans in dit electorale gat te springen en weer de grootste partij te worden. Door een omarming van het sociaal-conservatisme van Dölle worden de drie problemen opgelost waar het CDA mee te maken heeft (nogmaals: ontkerkelijking, vergrijzing van de partij, en de vrijblijvendheid/ wispelturigheid van CDA-standpunten). Het sociaal-conservatisme zorgt ten eerste voor meer toegankelijkheid voor niet-christelijke stemmers. Denk hierbij aan de groeiende groep niet-gelovigen, maar ook aan gematigde moslims.
Ten tweede biedt het de kans om meer (jongere) mensen uit de stad aan te trekken, wat in de plaats komt van de huidige focus op oudere mensen op het platteland. Ten derde zal er minder onduidelijkheid zijn over de standpunten van het CDA: de partij geeft duidelijk aan op bepaalde vlakken rechts-conservatief te zijn en op andere vlakken een linksere benadering te kiezen.
Daarnaast biedt deze benadering de kans om (electoraal gezien) het beste van twee werelden te combineren: zowel rechtse als linkse kiezers kunnen zich in CDA-standpunten vinden. Dit maakt dat het CDA een brede volkspartij blijft waar mensen uit alle lagen van de samenleving zich thuis voelen. Hierbij blijft het CDA een oplossing bieden voor de doorgeslagen individualisering aan de ene kant en het collectivistische overheidsdenken aan de andere kant. Natuurlijk moeten de joodschristelijke waarden het fundament van de partij blijven, maar nu wordt er sociaal-conservatief op voortgebouwd. Dit om de partij ook toegankelijk te maken voor niet-christelijke en meer stedelijk georiënteerde kiezers.
In dit artikel is op meerdere manieren een middenweg geschetst: een middenweg tussen Taylor en Scruton, tussen links en rechts, tussen collectivisme en individualisme, en tussen het Deense en het Oostenrijkse voorbeeld. Met de focus op deze gedachtegang blijft het CDA een middenpartij die ook niet-christenen kan aantrekken. Dit als brede volkspartij, met de ondertitel ‘sociaal-conservatief’.
Noten
- 1.Sybrand Buma, ‘Verwarde tijden!’ die om richting vragen. HJ Schoo-lezing 2017. Amsterdam: Elsevier Weekblad, 2017.
- 2.Alphons Dölle, ‘CDA behoeft ondertitel “sociaal conservatief”’, CDV Zomer 2003, pp. 70-83.
- 3.CBS.nl, ‘Meer dan de helft Nederlanders niet religieus’, 22 oktober 2018. Zie https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2018/43/meer-dan-de-helft-nederlanders-niet-religieus
- 4.NOS.nl, ‘Jong of oud, man of vrouw; wie stemde op welke partij?’, 16 maart 2017. Zie https://nos.nl/artikel/2163382-jong-of-oud-man-of-vrouw-wie-stemde-op-welke-partij.html
- 5.Wopke Hoekstra, Het land van morgen. Naar een nieuw maatschappelijk evenwicht. HJ Schoo-lezing 2019. Amsterdam: Elsevier Weekblad, 2019.
- 6.Dat gebeurde in de rubriek ‘Dwars’, met als stelling ‘Het CDA behoeft de ondertitel sociaal-conservatief’: Pieter Heerma, ‘Ja, sociaal-conservatisme kan woorden geven aan eigentijdse cultuurkritiek’, en Jan Schinkelshoek, ‘Nee, liever een jas die past’, in: Evert Jan van Asselt, Peter Cuyvers, Jan Jacob van Dijk en Pieter Jan Dijkman (red.), De toekomst van politieke partijen (CDV Lente 2017). Amsterdam: Boom, 2017, pp. 10-11 en 12-13.
- 7.Roger Scruton, The meaning of conservatism. New York: Penguin, 1980.
- 8.Charles Taylor, ‘The politics of recognition’, in: Amy Gutmann (red.), Multiculturalism. Examining the politics of recognition. Princeton: Princeton University Press, 1994, pp. 25-73.
- 9.Frank Hendrickx, ‘Jacques Monasch overweegt nieuwe partij met “sociaal hart en gezond verstand”’, de Volkskrant, 11 november 2016.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.