Zonder context geen kunstwerk
Samenvatting
De muziek van Queen is als Queen zelf: veelzijdig, uitgesproken, gedurfd, vernieuwend, experimenteel en niet in een hokje of stroming te plaatsen. De muziek die de vier mannen van Queen maakten kan – zoals bij vrijwel elk geslaagd kunstwerk – niet worden genoten zonder kennis te nemen van de persoonlijke, maatschappelijke en/of politieke context waarin de makers deze maakten.
Vorig jaar rond deze tijd kwam de film Bohemian Rhapsody in de bioscopen. Deze werpt licht op een klein stukje van de context waarin Queen, en dan met name leadzanger Freddie Mercury, tot zijn composities kwam. Bijna 27 jaar na zijn tragische dood aan aids konden we met deze gedramatiseerde film kennisnemen van zijn ingewikkelde leven.
Context
Het verhaal begint op het moment dat hij in 1970 toetreedt tot het tot dan toe onbekende bandje Smile, later omgedoopt tot Queen, en loopt tot het legendarische optreden van de band in 1985 op het benefietconcert Live Aid in Wembley Stadium in Londen.
Daarmee laat de film overigens belangrijke context weg. De bagage die de in 1946 als Farrokh Bulsara geboren voorman van Queen uit zijn jeugd meenam in zijn leven, blijft namelijk buiten beschouwing. Mercury was afkomstig uit een traditionele Parsifamilie. Parsi zijn Perzen die na de islamitische overname van Iran in de zevende eeuw na Christus vluchtten naar India. Farrokh bracht een groot deel van zijn puberjaren zonder zijn ouders door op een kostschool. Als 16-jarige verhuist hij met zijn ouders en zus naar Engeland. In het Engeland van begin jaren zestig is homoseksualiteit nog verboden; het maakt aannemelijk waarom we hem in de vijftien jaar die de film omspant zien worstelen met zijn identiteit. Hij durft niet publiekelijk voor zijn geaardheid uit te komen. Zelfs de film speelt met de nog steeds bestaande twijfel of hij nu bi- of homoseksueel was. Inmiddels weten we wel dat hij een uitbundig leven leidde met veel verschillende bedpartners, drank en drugs. De film – waarbij Queens drie overige bandleden Brian May, Roger Tayor en John Deacon een flinke vinger in de pap hadden – suggereert dat de in het dagelijks leven zeer verlegen maar op het podium uitgesproken extravagante Mercury hierin zijn toevlucht zocht om somberte en eenzaamheid tegen te gaan.
Als je in het dagelijkse leven niet jezelf kunt zijn, zoek je een plek waar dat wel kan. Mercury vond die op het podium. Het publiek en de fans dachten wellicht dat de zanger van Queen daar een spel speelde, maar de film maakt aannemelijk dat hij daar met zijn extravagantie meer zichzelf kon zijn dan in de luwte.
De kracht van Queen lag in de onderlinge acceptatie van elkaars anders-zijn. Queen was zonder meer een bijzonder samengestelde groep: een gesjeesde tandheelkundestudent als drummer, een elektrotechnicus als bassist, een gepromoveerde astrofysicus als gitarist en een uitgesproken en extravagante homoseksueel als zanger. Tegelijkertijd herkenden ze zich in elkaar. Een sleutelscène in de film is de kennismaking met de manager van de platenmaatschappij die met hen in zee wil gaan. ‘Wat maakt jullie zo bijzonder?’ vraagt hij. Freddie Mercury neemt als eerste het woord, de anderen vullen later aan. ‘Wij zijn misfits en wij maken muziek voor de buitenbeentjes in deze wereld’, zeggen zij. ‘De andere misfits zullen zich in ons herkennen.’
De bandleden van Queen waren breed georiënteerd en (artistiek) goed geschoold. Ze hielden van opera en klassiek en die liefde verwerkten ze zonder schroom in de muziek die ze voor hun albums schreven. In de film zien we hoe de vier hun artistieke vrijheid moeten bevechten op de platenmaatschappij. Na het succes van hun eerste plaat wil die dat ze dicht bij de formule van dat eerste album blijven. Maar de mannen van Queen weigeren: ze willen zich blijven ontwikkelen en vernieuwen, en kondigen aan dat ze op hun volgende langspeelplaat ook operainvloeden laten doorklinken.
Aan het begin van de turbulente jaren zeventig plaatsten zij zich buiten de artistieke en maatschappelijke orde. Ze behoorden niet tot de beweging van jongeren of hippies die de bestaande orde omver wilden gooien, noch tot de bestaande orde die de verandering wilde tegenhouden. Ze wilden gewoon goede muziek maken, en omdat ze dus bij niemand hoorden, hoefden ze zich ook geen zorgen te maken of ze zich wel conform de verwachtingen gedroegen, of hun muziek wel in het beoogde genre paste. Daarin waren ze – als echte kunstenaars – compromisloos. Als ze enkele maanden later weer op de bank in de werkkamer van de platenbaas zitten, laten ze het resultaat van hun nieuwe album horen, en kondigen daarbij meteen aan dat ze ‘Bohemian Rhapsody’ als eerste single willen uitbrengen. ‘Onmogelijk’, verzucht de platenbaas, want op de radio worden alleen maar plaatjes van drie minuten gedraaid, dus een nummer van ruim zes minuten met bovendien drie verschillende muziekstijlen (ballad, rock en door opera geïnspireerde zang) zal op de radio geen speeltijd krijgen. De vier mannen persisteren, en de rest is geschiedenis.
Zie een band van vier zelfbenoemde misfits als een kleine samenleving, en zie wat het oplevert als die samenleving ruimte laat voor verschil en mensen zichzelf laat zijn: enorme creativiteit en tijdloze kunstwerken.

Film: Bohemian Rhapsody (2018) Regie: Brian Singer. Met: Rami Malek, Lucy Boynton en Gwilym Lee.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.