China houdt EU een spiegel voor
Samenvatting
De opkomst van China houdt Europa een spiegel voor, stelt de Vlaamse politicoloog Jonathan Holslag. ‘We liggen als het ware aan het infuus van goedkope producten uit China, waardoor mensen koopziek worden en we geen urgentie voelen om zelf betere, duurzame en lokale producten te maken.’ Europa moet op zichzelf vertrouwen en zich niet aan China aanpassen, meent Holslag. ‘Beter dan het Chinese staatskapitalisme te kopiëren is om Chinese bedrijven zó te behandelen als we met onze eigen bedrijven doen, en daarmee het staatskapitalisme buiten de deur te houden.’
Jonathan Holslag, als politicoloog en China-deskundige verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel, heeft een reeks artikelen en boeken over China en de internationale politiek op zijn naam staan. Hij toont zich daarin een liberale erfgenaam van de Verlichting, waarbij hij benadrukt dat het huidige neoliberalisme, met zijn blinde vertrouwen in de vrije markt, van de Verlichtingsidealen is afgedreven. ‘Echt liberalisme is in eerste instantie het versterken van de geest, onder andere door goed onderwijs, en het kweken van geëmancipeerde burgers en kritische consumenten. Neoliberalisme is niets anders dan slecht verpakte gemakzucht en dus een vals liberalisme. Alsof de markt alles vanzelf kan oplossen. Politici als Mark Rutte vind ik dan ook geen echte liberalen.’
Verlichting, onderwijs, emancipatie: het lijkt ogenschijnlijk weinig met China te maken te hebben. Toch is dat voor Holslag nadrukkelijk wel het geval. De manier waarop Europa met zijn eigen identiteit, waarden en regelgeving omgaat, verzwakt het continent en geeft landen als China, dat er andere waarden en praktijken op na houdt, de gelegenheid binnen te breken. We moeten dan ook niet te veel naar China kijken, maar de hand in eigen boezem steken en het geloof in de eigen industrie, cultuur en samenleving versterken, zegt Holslag tijdens een gesprek dat vanwege zijn drukke agenda plaatsvindt in de trein tussen Dordrecht en Rotterdam.

Jonathan Holslag Foto: Rob ter Bekke
Wat zijn volgens u de belangrijkste redenen waardoor Europa te weinig gelooft in zijn eigen kracht om tot een betere economie te komen?
‘Allereerst is dat zelfgenoegzaamheid. We hebben het er met onze mond wel over dat we hyperkapitalistisch zijn, dat eenzaamheid oprukt en dat we onze economie naar een hoger plan moeten tillen, maar we doen er weinig tegen. We blijven heel materialistisch en trekken ons bijvoorbeeld weinig aan van wat de paus in zijn encycliek Laudato Si’ over het milieu zegt. We denken dat de vrije markt onze economie wel kan vernieuwen, maar vergeten dat ook iemand als Adam Smith, die vaak als de kampioen van de vrije markt wordt gezien, in zijn boek The theory of moral sentiments benadrukt dat ethiek voor een markteconomie onmisbaar is.’
‘Een tweede reden is dat we bijna aan het infuus liggen van goedkope producten.
China werkt samen met onze detailhandel en grotere winkelketens, wat in Europa veel urgentie wegneemt om zelf iets beters te produceren. Mensen worden koopziek, en de noodzaak verdwijnt om te reflecteren over hoe onze economie en samenleving op elkaar ingrijpen.’
Interview in het kort:
- Europa heeft zich afhankelijk gemaakt van goedkope producten uit China en daardoor de drang om diepgaand in de eigen economie te investeren verloren
- Niet een teveel aan eigen regels maakt de EU kwetsbaar in de concurrentie met China, maar het inconsequent toepassen ervan
- Europeanen worden in slaap gesust als consumenten en geregeerd door bureaucraten
- Beter dan autocratische landen als China te spekken, is het om via de handel opkomende democratieën in Tunesië en Libanon te versterken
- Politici als Boris Johnson en Viktor Orbán spreken stoer over nationalisme, maar verkwanselen hun land aan autocratische leiders van buiten
‘Ten slotte maken de Chinezen het heel moeilijk voor onze bedrijven om te innoveren en te komen tot een duurzame economie. Op zich hebben we in Europa wel de technologie in huis om energiezuinig en circulair producten te maken, maar als we onze bedrijven laten concurreren met Chinese bedrijven die van vervuiling hun keurmerk maken en van de staat enorme subsidies krijgen, zetten we een rem op onze innovatie. We stellen onze bedrijven bloot aan oneerlijke concurrentie, waardoor er niet alleen een prijzenslag plaatsvindt maar we ook verhinderd worden met onze economie de diepte in te gaan. Een economie zegt als het goed is ook iets over wie we zijn, over wat onze identiteit is en waarvoor we staan. Kijk naar de Nederlandse en Vlaamse steden, waar in het verleden ambacht, lokale productie en technologie samengingen. Daar zouden we weer veel meer naartoe moeten, in plaats van met een consumptieve houding allemaal goedkope producten uit China te halen.’
Het lukt in een democratie nooit om hetzelfde kapitaal op tafel te leggen als waarover China beschikt
Betekent dat ook dat we de vrije markt meer moeten reguleren en Chinese bedrijven niet zo makkelijk toegang tot onze markt moeten geven?
‘De vrije markt bestaat in wezen niet. Die vraagt om regels, zoals we die ook in de interne markt van de EU hebben opgesteld. Maar het gekke is dat Europa zijn eigen bedrijven dwingt om allerlei regels te respecteren, maar ondertussen deze bedrijven blootstelt aan de concurrentie met Chinese bedrijven, die deze regels niet hoeven na te komen en kunnen putten uit tientallen miljarden aan krediet van de Chinese staatsbanken. Bovendien stelt de EU onze bedrijven bloot aan technologiediefstallen, die voor een groot deel zelfs door de Chinese overheid worden gepromoot.’
Kan de EU niet beter het staatskapitalisme van China kopiëren en toestaan dat er grote monopolies komen die wel de concurrentie aankunnen?
‘Nee, veel beter is het om de regels voor de interne markt ook aan onze externe handel te koppelen. Dan creëer je een gelijk speelveld, waarin iedereen dezelfde kansen heeft. Ik weet dat er Europese bedrijven zijn die zeggen dat ze meer subsidie nodig hebben om de concurrentie met China aan te gaan. Maar dan doen we hetzelfde als wat we China verwijten en gaan we wereldwijd naar een overcapaciteit die moordend is. Bovendien lukt het in een democratie nooit om hetzelfde kapitaal op tafel te leggen als waarover China beschikt. Beter dan het staatskapitalisme binnen te halen, is het om het staatskapitalisme buiten te houden. Als Europa werkelijk de innovatiefste en concurrerendste economie ter wereld wil worden, moeten we bedrijven die teren op vervuiling weren. Dan moeten we een CO2-heffing aan de grens instellen om de Chinese dumping tegen te gaan. En dan moeten we Chinese bedrijven weren die de OESO-regels en de regelgeving over het gebruik van staatskredieten niet respecteren. Nu komen er tal van Chinese bedrijven de EU binnen die niet aan de Europese regels voldoen, maar omgekeerd houdt China Europese bedrijven tegen.’
Het is niet zo dat Europa een teveel aan regels heeft?
‘Regels zijn het probleem niet; alleen we passen ze niet consequent toe. Mensen verwachten dat Europa een veilig thuis voor ze is, vooral op het gebied van migratie, integratie en de vluchtelingenproblematiek. Het bijzondere is dat we bij de inburgering wel via allerlei wetten en regels eisen aan nieuwkomers stellen, maar bij bedrijven uit het buitenland niet. Een van de belangrijkste taken van de EU met haar 500 miljoen burgers – of na de brexit 420 miljoen – is om onze waarden en principes daadwerkelijk af te dwingen.’
Hoe kijkt u aan tegen het vasthouden aan de eis van democratische hervorming bij het aangaan van een ontwikkelingsrelatie? China stelt deze voorwaarden niet en komt zo gemakkelijker Afrika binnen.
‘Het opleggen van politieke waarden elders is geen goede zaak. Beter is het om ze intern te verdedigen en anderen ervan te overtuigen ons voorbeeld te volgen door te laten zien dat democratie en vrije markt goed samengaan. Democratie opleggen zonder dat de juiste voorwaarden gecreëerd zijn, werkt sowieso niet. Wel moeten we nadenken met welke landen
Europa zijn strategische partnerschappen aangaat. Op dit moment maken we autocratische landen als China slapend rijk, omdat zij onze belangrijkste handelspartners zijn maar de balans in hun voordeel overslaat. Beter is het om onze handel zo vorm te geven dat we recht doen aan onze democratische waarden. Dat betekent dat we moeten handeldrijven met landen die wellicht niet volledig democratisch zijn, maar er wel naar streven.’
Europese waarden verdedigen is natuurlijk heel moedig tegenover een vluchteling in een rubberbootje op de Middellandse Zee
Aan welke landen denkt u?
‘Aan landen als Tunesië en Libanon: kleine staten om ons heen, waar redelijk wat goedkope arbeidskrachten zijn. Ze zijn niet zo democratisch als Europese landen, maar er bestaat wel een dynamische middenklasse met veel private bedrijven. Door goede partnerschappen kunnen die de ruimte krijgen, waardoor deze landen kunnen doorgroeien naar een echte democratie. Dat lijkt me beter dan alles toe te spitsen op een groot land als China. Ik bedoel dit niet als een nieuw soort kolonialisme, een kolonialisme dat andere landen tot democratie wil dwingen.
We moeten samenwerking gebruiken als hefboom voor democratische ontwikkelingen. En mocht het niet werken, dan trekken we ons weer terug.’
Europa moet zijn waarden actiever uitdragen?
‘Ja, dat gebeurt te weinig op de goede manier.
Er zijn tegenwoordig wel politici die luidruchtig met de vlag zwaaien om de Europese waarden te verdedigen. Dat is natuurlijk heel moedig als je tegenover een vluchteling in een rubberbootje op de Middellandse Zee staat. Maar als je die waarden echt wilt verdedigen, doe je dat vlaggen ook tegenover de grote staatsgefinancierde bedrijven uit China en Rusland.’
Politici als Boris Johnson en Viktor Orbán zwaaien ook met de vlag van westerse waarden …
‘Maar dat is natuurlijk pure schijn. Dat soort politici fulmineren tegen Brussel maar verkopen hun land aan autocratische leiders. Iemand als Orbán is kritisch op Brussel, maar gooit zijn eigen land open voor Chinezen en Russen en begunstigt met het binnengekomen geld zijn eigen familie en entourage. Hij werpt zich op als nationalist, maar maakt van zijn land een soort bordeel, waar iedereen met geld wat kan halen. Datzelfde geldt voor Boris Johnson: stoere taal tegenover de EU, maar ten opzichte van externe handelspartners als Xi Jinping en Donald Trump gaat hij plat op de buik.’
Hebben we nog wel leiders die weten te onderscheiden waar het op aankomt?
‘Alexis de Tocqueville, de Franse aristocraat die begin negentiende eeuw over de opkomende democratie in Amerika schreef, zei: “De grootste bedreiging voor de democratie is wanneer mensen in slaap gesust worden als consumenten en bestuurd worden door bureaucraten.”
Dat maken wij nu mee. Wij Europeanen zijn consumenten geworden, afhankelijk van goedkope spullen uit China, en bestuurd door politici die de echte waarden uit het oog zijn verloren. In de klassieke oudheid zeiden geschiedschrijvers als Sallustius en Tacitus, die de ondergang van de Romeinse Republiek hebben meegemaakt, iets vergelijkbaars, en ze kregen gelijk. Ook nu is onze politiek technocratisch geworden en toont ze weinig moed. Dat is heel gevaarlijk met de opkomst van autoritaire landen als China, die in het Westen steeds meer navolging krijgen.’
Solon deed in de oudheid met Korinthe wat China nu doet met Europa
U heeft eerder ook de Atheense staatsman Solon van rond 600 voor Christus ten voorbeeld gesteld, die de beste pottenbakkers uit Korinthe naar Athene lokte en daarmee een vorm van protectionisme avant la lettre erop na hield. Moeten we toch niet wat meer protectionistisch à la Solon worden?
‘Solon deed in de oudheid met Korinthe wat China nu doet met Europa, namelijk ten koste van de ander handeldrijven. Ik vind niet dat we moeten doen wat Solon deed, maar wel dat we niet moeten eindigen als Korinthe.’
Hoe komt het dat het Westen, waaronder Nederland en Europa, China zijn gang heeft laten gaan?
‘Eind jaren tachtig en begin jaren negentig was een kantelpunt in de relatie tussen China en het Westen. Rond de opstanden op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989 had het Westen de wil om zijn handel met China te koppelen aan de voorwaarde voor politieke hervormingen. Maar gaandeweg hebben we die eis laten vallen en China toegang gegeven tot onze technologieën, die cruciaal waren voor de Chinese groei. Waarom? Voor een deel was dat naïviteit. Hoewel er aanwijzingen waren dat China niet aan onze eisen zou voldoen, bleven we volhouden dat het wel goed zou komen. We dachten dat economische welvaart altijd tot democratische bloei zou leiden. Daarnaast hebben onze bedrijven voor vaandelvlucht gekozen door zich te vereenzelvigen met de Chinese markt in plaats van met de eigen thuismarkt.
En ten slotte ontbreekt het ons in Europa gewoon aan politieke strategie. We hebben bewondering voor China, dat op een economisch-realistische manier zijn afhankelijkheid van het buitenland probeert terug te dringen en de eigen industrie versterkt. Ondertussen doen wij zelf juist het tegenovergestelde door onvoldoende in onze eigen economie te investeren.’
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.