Europa’s grootste probleem: de nationale staat?
Samenvatting
De natiestaat is niet zozeer op de identiteit of cultuur van één volk gebaseerd, maar op de grondwet. Dat besef zorgde er in het verleden voor dat Europa altijd multinationale staten kende en heeft ook implicaties voor het Europa van de toekomst. Niet identitaire symbolen als de nationale vlag moeten die toekomst bepalen, maar een proces waarin Europese burgers actief betrokken worden bij de totstandkoming van een nieuwe Europese grondwet.
Europa versus de natiestaat is het nieuwe politieke paradigma in de Europese politiek dat in de plaats is gekomen van de links-rechtstegenstelling.1 Vooral sinds identitaire populistische bewegingen opnieuw de nationale soevereiniteit opeisen: Salvini tegenover Brussel als het gaat om de begroting van Italië, Orbán tegenover Brussel als het gaat om vluchtelingen, Polen tegenover Brussel als het gaat om het aftreden van rechters, Duitsland tegenover Brussel als het gaat om de CO2-uitstoot in de steden, enzovoort. Wat is dat Brusselse monster dat nationale staten tegenwoordig willen bestrijden, tegenhouden of op zijn minst negeren?
Zeker is dat het in al deze gevallen niet de hele natie is die in het geweer komt tegen reguleringen of opdrachten uit Brussel. Om de dingen nog ingewikkelder te maken: het gaat in al deze gevallen om slechts de helft van de natie. Wij zijn vandaag de dag getuige van een tijdperk van renationalisering in Europa, zo wordt ons verteld. Maar in werkelijkheid ervaren we op ons continent overal een splitsing binnen naties; samenlevingen vallen in twee delen uiteen.
Slachtoffer
Aan de ene kant is er het kosmopolitische, overwegend verstedelijkte, hoogopgeleide en flexibele, vrijzinnige en liberale deel van de samenleving dat vasthoudt aan ‘Europa’. Deze groep bestaat uit, in de woorden van Theresa May, de ‘citizens of nowhere’.
Aan de andere kant zien we een overwegend ruraal, laagopgeleid, immobiel, ouder en mannelijk deel van de samenleving dat de natie definitief terugeist in de hoop greep te krijgen op de vele veranderingen en zo meer zekerheid te krijgen. Dit deel omvat de ‘citizens of somewhere’. De vraag is: wie mag zich de ware Italiaan, de ware Brit, de ware Pool of de ware Duitser noemen? Wie of wat staat er voor de natie? Wie is het volk? Bestaat dat in het geval van Groot-Brittannië uit de brexiteers of juist uit de remainers? De nationale staat van tegenwoordig is in zekere zin het slachtoffer van dit historische proces.
Als een electorale eenheid in twee of meer onverzoenlijke delen uiteenvalt, is een land in het theoretische paradigma van de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben in staat van burgeroorlog – stasis, is de Griekse uitdrukking. Stasis komt neer op een institutionele patstelling. Dan gaat het met andere woorden om een systeem dat zich niet voldoende heeft weten aan te passen aan verandering en dat daardoor geconfronteerd wordt met verzet van buitenaf. Zo wordt de EU vandaag geconfronteerd met de zogeheten populisten. Het is gemakkelijk die populisten te verwijten dat zij knagen aan de EU. Het is echter juist de EU die de vraag moet beantwoorden wie het legitieme machtsmonopolie in het politieke systeem van Europa heeft: is dat de nationale staat of de EU? En hoe wordt dat machtsmonopolie dan gelegitimeerd?
Om die vraag te kunnen beantwoorden is het tijd geworden om te definiëren wat een nationale staat is, om vervolgens te kunnen beslissen of het de nationale staat is die het probleem vormt van het huidige Europa. De meeste mensen denken dat een natie te maken heeft met cultureel erfgoed, identiteit, etniciteit, enzovoort. Dat is het gevoel waarop tegenwoordig al de identitaire bewegingen in Europa komen bovendrijven, dikwijls met een racistische inslag. En identiteit of herkomst doet er natuurlijk toe.
Het is tijd geworden om te definiëren wat een nationale staat is
Het kan echter dezer dagen niet genoeg herhaald worden: het is in wezen de wet – de grondwet – en niet de cultuur die van een natie een nationale staat maakt. ‘Nu wij de Italiaanse Republiek bereikt hebben, moeten we de Italianen gaan maken’, zo luidt het beroemde citaat van Garibaldi uit 1862. Het was het proces van bouwen aan een grondwet, zoals dat begon in de Sint-Paulskerk in Frankfurt am Main, dat de Duitsers na 1848 een natie gaf. Daaroverheen kwam de Duitse algemene zorgverzekering van Bismarck, die van hen weer Duitsers maakte door het egalitaire karakter dat besloten lag in een systeem dat uitging van gelijke sociale rechten. Dat is waarschijnlijk de reden waarom de National Health Service, wellicht samen met de BBC, kan claimen het laatste nationale symbool te zijn van het Verenigd Koninkrijk. Niet omdat alle mensen die ervan gebruikmaken van Britse afkomst zijn, maar omdat iedereen met een Brits paspoort er gratis gebruik van kan maken. Vrij naar Bill Clinton: ‘It’s the law, stupid!’
Een nationale staat wordt gevormd door de mensen die deel uitmaken van hetzelfde electorale lichaam, die stemmen voor hetzelfde parlement. Etnische groepen kunnen verspreid zijn over diverse nationale staten. Dat is het probleem van alle tegenwoordige minderheden in Europa die zich in staatkundige zin niet bevinden in ‘hun eigen cultuur’, zoals de Hongaren in Roemenië en de Duitse Sileziërs in Polen.
Het feit dat natie en staat niet samenvallen was honderd jaar geleden de belangrijkste drijfveer voor oorlog. Om op Duitsland terug te komen: het doel was precies om natie en staat te laten samenvallen.
België
Daarom heeft Europa op zijn best altijd multinationale staten gehad en vroeger zelfs multinationale imperia, zoals het Habsburgse Rijk. Het Verenigd Koninkrijk en het Spanje van vandaag zijn de facto ‘multi-etnische’ koninkrijken, maar zij vormen één wettelijke of constitutionele gemeenschap. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het Koninkrijk België. En daarom was Europa op zijn slechtst altijd in gevaar wanneer het juridische kader van de natiestaat moest worden opgebouwd voor maar één enkele etnische natie (dat kwam neer op etnische zuivering). Willen we de geschiedenis herhalen door een min of meer homogene natiestaat te verlangen (zoals in Hongarije), of willen we het bouwwerk neerzetten van ‘new Britishness’, zoals al valt waar te nemen?
Het VK en het Spanje van vandaag zijn de facto ‘multietnische’ koninkrijken
Onlangs zijn de verzamelde geschriften van Marcel Mauss, een Franse socioloog uit de vorige eeuw, opnieuw geredigeerd en gepubliceerd onder de titel La nation, ou le sens du social. 2 Volgens Mauss betekent het begrip ‘natie’ in feite niets anders dan ‘geïnstitutionaliseerde solidariteit’. Mensen die ervaren dat zij in een onontwarbare sociaal-economische kluwen zitten, besluiten een natie te vormen. Helpt deze definitie niet om te begrijpen wat er aan de hand is in de brexitdiscussie? Die weerspiegelt immers een wanhopige poging om dit weefsel te ontrafelen, zij het met hoge kosten voor allen, Britten én Europeanen. Zouden we niet diepgaand met elkaar in debat moeten gaan over wat Mauss’ definitie van de natie – geïnstitutionaliseerde en niet willekeurige solidariteit – zou kunnen betekenen voor het Europa van morgen? In plaats van, zoals nu, de regressie naar identitaire discoursen over heel Europa op hun beloop te laten en toevlucht te zoeken in etniciteiten en te doen alsof ‘the flag will do it’?
Geïnstitutionaliseerde solidariteit zou kunnen betekenen dat wij het volgende Europese project moeten bouwen op het beginsel van politieke gelijkheid van alle Europese burgers, aangezien burgers niet met elkaar concurreren. Zij moeten gelijk zijn in stemrecht, belasting betalen en de toegang tot sociale zekerheid, onafhankelijk van herkomst en etniciteit. Als die gelijkheid er was, zou de nationale staat allang geen probleem meer zijn in Europa!
Unie van Burgers
Het Verdrag van Maastricht beloofde een ‘Unie van Staten’ en een ‘Unie van Burgers’. Alleen de eerste werd werkelijkheid. Om dit concreet te maken: als de tweede wettelijk gerealiseerd was, zouden Britse burgers die nu het slachtoffer zijn van de brexit in theorie gewoon Europese burgers blijven, ondanks het feit dat het Verenigd Koninkrijk als staat de EU verlaat. Niets heeft ons ruwer laten zien dat het ‘Europese burgerschap’ een lege huls is. Duizenden Britse burgers die op het Europese vasteland wonen zullen door de brexit benadeeld worden, evenals de vele Europese burgers die leven en werken in het Verenigd Koninkrijk, en de Schotten die graag hun Europese burgerschap zouden willen behouden.
De brexit heeft ons ruw laten zien dat het Europese burgerschap een lege huls is
Als de EU de puinhoop van de brexit overleeft en als zij bereid zou zijn daarvan te leren, dan zou die les moeten zijn: ga opnieuw voor een Europese conventie die werkt aan een Europese Grondwet, die we in 2005 niet voor elkaar kregen. Maar laten we deze keer over deze Europese Grondwet stemmen als 500 miljoen burgers op het Europese continent samen. Dat proces voorbereiden zou de edelste en belangrijkste taak zijn van het Europees Parlement dat bij deze verkiezingen tevoorschijn is gekomen!
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.