Verbindend vanuit het midden
Samenvatting
Het CDA is geen ‘middenpartij’, maar een volkspartij die opereert vanuit het midden in de richting van gematigd rechts. Als brede volkspartij heeft het CDA vleugels die soms van zich laten horen. De ene kant moet niet zenuwachtig worden als de andere kant publiekelijk het debat zoekt, aldus Frank van den Heuvel. CHU’er Sybrand Buma heeft volgens hem de afgelopen jaren kundig een verbindende rol binnen het CDA vervuld. Nu is het zaak debat te voeren en de cultuurkatholieken weer bij de christendemocratie te betrekken.
Een solide partij kenmerkt zich door een zekere stabiliteit. Een goede partij heeft schokdempers om onverwachte en vervelende gebeurtenissen op te vangen. Voor veel politieke partijen was de eerste helft van 2019 boeiend, lastig, bijzonder. De SP en de PVV kregen harde dreunen. De PvdA krabbelt op, zegt ze zelf. Of maskeert een Nederlands succes van Europa-coryfee Timmermans een groter probleem voor de partij? GroenLinks, inclusief zijn leider, heeft het even moeilijk, na een opmars van vier jaar. De VVD heeft een sterke leider, maar is zoekende naar het vervolg. Bij D66 is het kiezen in koers, accenten en kandidaatlijsttrekkers. Forum voor Democratie met leider Baudet heeft een fenomenale klapper gemaakt in de provincies, de Eerste Kamer en Brussel. En het CDA? Sybrand Buma gaat weg en er is inhoudelijke discussie. En de partij gaat daar goed mee om. Wat zijn de lessen van het voorgaande? We kijken terug op tien jaar leiderschap door Sybrand Buma, en bekijken waar – inhoudelijk en electoraal – de komende jaren mogelijkheden liggen voor het CDA.
Stevig politiek halfjaar
De komende twee jaar worden alle partijen getest op soliditeit, leiderschap en inhoud. Het eerste halfjaar van 2019 was een prelude. De hardste klappen waren voor de PVV en de SP. Veel roepen en ‘neen’ zeggen, zonder zelf met oplossingen te komen, scoort gedurende een beperkte periode; dan is het voorbij. De PVV wordt nu uitgedaagd door FvD, en ook door de eigen mensen: ‘Moeten we geen normale ledenpartij worden?’, ‘Wordt het niet eens tijd voor Wilders om op te stappen?’ Het interessante is dat Baudet inzag dat de PVV het niet is, en voor zichzelf begonnen is. En hoe! Het is duidelijk dat er in Nederland geen sprake is van een partijkartel. In welke markt kun je inbreken en meteen het grootste marktaandeel veroveren? De SP worstelt met de koers en daarmee met haar relevantie; overbodigheid dreigt. Economisch links gecombineerd met cultureel rechts lijkt lastig uit te leggen, zeker als je bij klimaatbeleid twijfelt tussen beide – en anders is die twijfel er wel bij de achterban. De VVD is zoekende naar een koers, electoraat en een nieuwe leider. Voor D66 geldt hetzelfde, maar deze partij is daarbij ook nog eens afhankelijk van wat de VVD en GroenLinks kiezen en doen. Grote leiders als Rutte en Pechtold eisen postuum dan hun tol. Jesse Klaver van GroenLinks presenteerde zich de afgelopen jaren als popster, maar ondervindt daar nu de schaduwzijde van. De burnrate van helden in de sport, muziek én politiek is bekend.
Hoe stevig zijn partijen? Waar kunnen partijen nog op rekenen als in Rotterdam in maart bij de Provinciale Statenverkiezingen in enkele wijken FvD de grootste wordt en de PvdA de kleinste, en dit bij de Europese verkiezingen twee maanden later precies omgekeerd is? Gaat het om het poppetje, de partij, de inhoud of het sentiment?
Buma heeft niet altijd het optimistische wereldbeeld van de katholieken
Buma: een echte CHU’er
Ook voor het CDA was het een cruciaal halfjaar, namelijk op de drie punten organisatie, leiderschap en inhoud: een nieuwe voorzitter, het vertrek van Buma, en een stevig stuk gelanceerd via dagblad Trouw. Alle drie niet echt verrassingen, maar wel ijkpunten.
De voorzitterswissel verliep soepel. Rutger Ploum, ervaren lid van het dagelijks bestuur, wordt voorzitter en is helder in koers, boodschap en doel. Hij wil verdiepen, vernieuwen, verbreden … anders gezegd: inhoud–organisatie–mensen. Deze drieslag moeten we vasthouden, want dat geeft ons, maar bovenal leden, betrokkenen, journalisten en kiezers, houvast.
Het CDA mag en moet Buma dankbaar zijn. Hij was in alles het tegenovergestelde van veel politici; niet ijdel of hunkerend naar macht, aandacht en media. Allesbehalve een popster. Buma kende zijn zaken en was, volledig in lijn met de CHU-traditie, gericht op noblesse oblige, op het dienen van de publieke en maatschappelijke zaak. Wie zijn boeken van de afgelopen jaren leest, Tegen het cynisme en Gerlacus Buma, ziet dat hij teruggrijpt op zijn wortels, zijn afkomst, zijn familie2 – zoals het CDA dat ook doet. Het is in deze traditie dat Buma binnen het CDA de verantwoordelijkheid nam. Terecht toen het CDA in Rutte I de gedoogconstructie aanging met de PVV, maar ook toen hij met het CDA pas op de plaats maakte tijdens Rutte II. En hij was volledig paraat om in het huidige kabinet het CDA, met inhoud en opvolgers, te positioneren. Hij deed dit alles natuurlijk steeds met eigen stijl en aandachtspunten.
In hun boek over de geschiedenis van de Christelijk-Historische Unie spreken Ron de Jong en Marcel ten Hooven over de CHU-koers, die ‘dynamisch conservatief’ als leidraad van de ‘voormannen’ fungeerde.3 Op enkele punten was Buma inderdaad conservatiever dan veel partijgenoten, en hij had, de ene keer terechter dan de andere keer, meer reserves tegenover (cultureel) progressief beleid dan anderen wilden. Buma heeft niet altijd het optimistische wereldbeeld van de katholieken. Hij stond en staat voor de stevige standpunten, zoals Buma-bestuurders al eeuwen tonen. Die standpunten bracht hij naar voren; oprecht, fair, en altijd op de bal in plaats van op de man. Waar andere partijen dit veronachtzaamden in hun doorgeschoten liberalisme, progressiviteit, islamhaat en blindheid voor tradities, kwam Buma op voor de wezenlijke, ook religieuze, vrijheden. Binnen het CDA leidde hij, opererend tussen scherpslijpers en relativisten, tussen gereformeerden en katholieken. Die beide levensfilosofieën, de meer katholieke en de meer gereformeerde, moeten bij elkaar gebracht worden. Bij de totstandkoming van het CDA was daar de CHU voor nodig, en daarna hebben CHU-mensen binnen onze partij steeds die cruciale rol gespeeld. In de afgelopen tien jaar was dat Sybrand Buma.
Verbindend vanuit het midden
Natuurlijk waren en zijn er binnen het CDA ook mensen die vinden dat de koers van de laatste jaren wat meer naar het midden kon, en nu ook moet. Het mooie is: op gebieden als Europa, klimaat/energie, integratie en zorg hebben we daarvoor de breedte aanwezig binnen onze partij. Met enkele mensen, ondersteund door een grotere groep CDA’ers, hebben we in april een stuk geschreven, Verandering en vertrouwen, met daarbinnen een zestal essays over deze onderwerpen. De publicatie verscheen nota bene in de week dat er binnen de PVV, D66 en FvD discussies waren over declaraties, posities en overwinningstoespraken; dan blijkt wat mij betreft dat het CDA als solide partij juist over inhoud spreekt en schrijft. Natuurlijk was er discussie over de verschillende onderwerpen, bijvoorbeeld over waar Brussel wel en niet over gaat, en over de balans tussen solidariteit en stevigheid waar het gaat om immigranten en bijbehorende integratie.
Zelf heb ik het essay over klimaat/energie geschreven. Ik deed dat vanuit aloude beginselen van de katholieke sociale leer: solidariteit, rentmeesterschap en gespreide verantwoordelijkheid. Nederland heeft hier werk te doen, maar wel steeds, zo gaf ik aan, binnen de Europese context, want het is niet verstandig om vluchtig CO2-beleid te voeren als Nederland alleen. Ook heb ik, in lijn met wat Buma eerder aangaf, bij de financiering van het klimaat- en energiebeleid oog gehad voor alle geledingen: voor innovatie, voor multinationals en voor individuele mensen en huishoudens. We moeten niet, zoals GroenLinks en D66 willen, blind alles verduurzamen, want dat is onbetaalbaar, ondraagbaar en daardoor onhaalbaar. Ook Parijs spreekt over 2050 als realistisch doel. Gebruik er ook echt een generatie voor; dat doet recht aan al onze beginselen.
Het is interessant dat het genoemde discussiestuk door enkele journalisten werd uitgelegd als een aanval op Sybrand Buma. Onterecht. Het was een stuk geschreven ‘vanuit het midden’. Juist dat woordje ‘vanuit’ is belangrijk, want het CDA is geen middenpartij. Het CDA is een ‘volkspartij opererend vanuit het midden’, en dan richting gematigd rechts. De bijgeplakte term ‘radicaal’ kreeg te veel accent. Het is beter om te spreken over ‘verbindend’, en dan wordt het ‘verbindend vanuit het midden’. Dan kan, mag, zelfs móét, een brede volkspartij vleugels hebben. Dat is het kenmerk, de kracht van een brede volkspartij: the big tent. In zo’n partij moet de ene vleugel niet zenuwachtig worden als de andere vleugel wat scherps zegt of schrijft. Een partij met goede schokdempers kan daartegen, veert mee. Sterker, bij nagenoeg alle vraagstukken speelt de balans, eigenlijk al sinds de Franse Revolutie. De leus was indertijd ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’. De liberalen hebben sindsdien de nadruk gelegd op de vrijheid, en de socialisten op de gelijkheid. Dat vraagt om verbinding. Wij als CDA zijn meer van de resterende broederschap: inderdaad vleugels verbinden vanuit het midden. En daar is meer dan ooit behoefte aan.
Zoals ik onlangs in de jaarlijkse Nolenslezing heb gezegd, zijn veel mensen zoekende en ontheemd, maar ze leven ook vaak in hun bubbel: maatschappelijk en politiek.4 Er is extreme versnippering in de Haagse arena: dieren, boze mensen, 50PLUS, linkse boze mensen, Turken, anti-Brusselaars … Het is de doorgeschoten verzuiling: iedereen heeft zijn eigen zuiltje, maar dan zonder de verbinding zoals die bestond voor 1968. Ondertussen falen echter overal de extremen, en overal faalt het maximale. Overal is er behoefte aan optimalisatie, verbinding, compromis, broederschap en symbiose. Het stuk dat wij in april lanceerden biedt openingen naar denken vanuit die aloude beginselen, en draagt alternatieven aan voor de extremen van Baudet en Klaver, die beiden uitsluitend zijn en uitgaan van één groep. Ook hier heeft het CDA alles in huis om juist de extremen te verbinden, zoals het een volkspartij betaamt.
Cultuurkatholieken
Specifiek wil ik hier aandacht vragen voor een groep die de laatste decennia de koers van de verkiezingsuitslag bepaalt: de cultuurkatholieken. Ze wonen in Brabant, Limburg, Twente, de Bollenstreek, Zeeuws-Vlaanderen, de Achterhoek en Volendam. Deze mensen die ‘van huis uit’ katholiek zijn maar ‘er niks meer aan doen’, horen in hun hart, doen en laten en beleving nog bij ons christendemocraten, dus bij het CDA. Ze stemmen echter meer op basis van cultuur en gevoel dan dat ze altijd een rationele afweging maken. Dat betekent ook dat cultuurkatholieken gevoeliger zijn voor trends, sfeer en omgeving en dan, weer meer religieus, elders nieuwe hoop zien. Soms zien ze zelfs een nieuwe verlosser. De afgelopen jaren dwaalden ze af naar Fortuyn, Wilders, Marijnissen, Baudet. Steeds een nieuw onderdak, terwijl ze bij de christendemocraten horen. Het moet een goede CDA-leider lukken deze mensen in groten getale voor het CDA terug te winnen. Eerder slaagde Van Agt daarin, omdat hij de cultuur zo goed kende en niet van Den Haag was. Ook Lubbers slaagde daarin, omdat hij als katholiek zijn wortels kende, strak bestuurde, maar ondertussen ook zijn krassen opliep. Hierdoor werd hij herkenbaar en aanraakbaar. Ook Balkenende scoorde hier, omdat zijn verhaal klopte en de Randstad hem niet pruimde – garantie voor succes elders in het land.
De cultuurkatholieken zoeken hun oude volkspartij: die brede beweging met vleugels en diversiteit. Daarbinnen kunnen zij, die primair zoeken naar zekerheid, overzicht en houvast, dan via de katholieke sociale leer uitstekend samenwerken met mensen die Europa en klimaat belangrijk vinden.
Vergeving en optimisme
Het afgelopen halfjaar was belangrijk voor het CDA. De wisseling van de wacht van voorzitter en fractieleider is zonder rimpeling verlopen en biedt perspectief. In het kabinet doen de CDA-bewindslieden het goed. De slag in de Provinciale Staten en de Eerste Kamer had, kwantitatief en kwalitatief, wel wat beter gekund. De komende twee jaar moet het CDA aandacht geven aan de thema’s die onder andere aan de orde kwamen in Verandering en vertrouwen én aan de voornoemde groep van de cultuurkatholieken. Deze mensen zijn grillig in hun stemgedrag, maar ze zijn te winnen middels een solide verhaal dat recht doet aan hun zorgen en onzekerheden en hun zoektocht naar houvast en overzicht. De toon van dat verhaal moet verbindend en concreet zijn, en niet moraliserend, maar gericht op vergeving en optimisme. Ook zijn er beelddragers, herkenbare mensen nodig. De politiek leider moet vertrouwenwekkend en oprecht zijn. Verbindend vanuit het midden.
Noten
- 1.Jeroen Kremers, Frank van den Heuvel e.a., Verandering en vertrouwen. Oproep tot inhoudelijk debat vanuit het christendemocratisch midden van de politiek (discussiestuk), 24 april 2019. Het stuk werd naar buiten gebracht via het volgende artikel: Jeroen Kremers en Bas van Os, ‘Een nieuw radicaal politiek midden is dringend nodig’, Trouw, 24 april 2019.
- 2.Sybrand Buma, Tegen het cynisme. Voor een nieuwe moraal in de politiek. Amsterdam: Prometheus, 2016; Sybrand van Haersma Buma en Wiete Hopperus Buma, Gerlacus Buma. Een Friese patriciërszoon in het leger van Napoleon en Willem I. Amsterdam: Prometheus, 2018.
- 3.Ron de Jong en Marcel ten Hooven, Geschiedenis van de Christelijk-Historische Unie, 1908-1980. Gezag en vrijheid. Amsterdam: Boom, 2008.
- 4.De derde Nolenslezing, door Frank van den Heuvel en Jeroen Lenaers, werd gehouden in Grathem op 16 mei 2019.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.