Actualiteit
Samenvatting
Grondrechten, wverschil van mening, rekening houden met minderheden, stemrecht – op zó veel plekken in de wereld is zichtbaar hoe weinig vanzelfsprekend die zaken zijn. 1919, 1949 en 1989 gedenken is steeds weer werken aan democratie en aan constructieve samenwerking. In navolging van Adenauer, Kohl en Merkel zijn nieuwe fakkeldragers nodig. Omdat democratie nooit vanzelfsprekend is.1
Het jaar 2019 is om meerdere redenen speciaal. Dit jaar zijn er Europese verkiezingen. Het klimaat is op drift, ook in politiek opzicht. Er is wereldwijde turbulentie en alom polarisatiedrang. Het CDA kiest ook nu voor de helderheid van het politieke midden en een politiek van waarden, met een program van ‘samen sterk’. Tégen de polarisatie, vóór Europa. Oplossingen zitten niet op de flanken, in een exit van wat voor soort dan ook, in weglopen. Oplossingen zitten in vertrouwen, in je thuis voelen, in perspectief ervaren, voor jezelf en voor volgende generaties.
Het zijn de mensen die daaraan smoel geven. Onze voorvrouw Esther de Lange zei op 16 januari jl. in het Europees Parlement al klip-en-klaar dat het gaat om verantwoordelijkheid nemen. Wat ze over de brexit zei geldt eigenlijk voor heel Europa: ‘De tijd van mooie speeches is voorbij. De burgers verdienen oplossingen.’ En Manfred Weber is onze Spitzenkandidat – na ‘weltschmerz’, ‘angstgegner’ en ‘schwalbe’ opnieuw een eigenzinnig woord uit het Duits in de Nederlandse taal. Weber is een Beierse Europeaan en daarmee letterlijk van de verbinding: een man van Noord én Zuid op ons continent. En iemand die staat voor de waarden. Of, zoals de Volkskrant schreef: ‘Kom niet aan zijn kernprincipes, want dan hardt deze zacht ogende man uit tot een Beierse Alpenrots.’2
Drie bepalende gebeurtenissen
Duitsland kreeg in de twintigste eeuw de kans om een democratisch en constructief land in Europa te worden. 1919, 1949 en 1989: drie momenten, dit jaar herdacht, die tot op de dag van vandaag de visie van christendemocraten op Europa bepalen, en die wat mij betreft ook iets te maken hebben met de opdracht waarvoor we staan: de opdracht voor onze toekomst. Een blik in de achteruitkijkspiegel helpt om die opdracht beter te zien.
1919
1919, honderd jaar geleden. De Eerste Wereldoorlog is voorbij. Ook toen was er enorme turbulentie. In Duitsland is de keizer gevlucht, naar Nederland. Een communistische staatsgreep dreigt, net als extreemrechtse militaire coups. Er is honger, er is armoede, er is het enorme verdriet om miljoenen jongens en mannen die gesneuveld of verminkt zijn. Littekens voor het leven tekenen het land.
Het is grote moed die de Duitse politici dan tonen. Zij richten een democratie in, een republiek van het midden en van samenwerking: de Weimarrepubliek. Een democratie met een vrije grondwet – voor het eerst in Duitsland! – met mensenrechten en burgerlijke vrijheden voor iedereen. Der Untertan van de Junkers en van militarisme3 werd ‘burger’ in een westerse democratie.
Die republiek was geen lang leven beschoren; we kennen de geschiedenis. Dat is een indringende waarschuwing aan ons in het heden, een eeuw later. De democratie en de rechtsstaat van de Weimarrepubliek gingen ten onder om twee bittere redenen: ten eerste omdat de rest van Europa aan Duitsland geen nieuwe kans wilde geven om een gelijkwaardige partner te worden in plaats van een bedreigende macht, en ten tweede omdat de extreme partijen van links en van rechts die nieuwe democratie van het fatsoenlijke midden kapot wilden maken. En dat is ze gelukt.
Het heeft een gruwelijke prijs. Daarover vertellen zij die het meemaakten. Johan van Hulst, onze oud-senator, pas gestorven toen hij 107 jaar oud was; hij was kind in de Eerste Wereldoorlog en mensenredder in de Tweede. En Hannie van Leeuwen, die óver haar angst heen gewoon op weg ging, omdat het onrecht bevochten moest worden en omdat wie in nood was moest worden gered. En na de gruwelen, de ontelbare doden, de Shoah en de puinhopen was er het besef: ‘Nie wieder!’ Nooit meer!
Maar ze zijn er weer: de extremisten op rechts en op links, onbeschaamd, meedogenloos, net als toen in Weimar. En de Unie in Europa – dat unieke experiment van vrede, samenwerking en vrijheid – kán kapot. Zij die daarop uit zijn krijgen steun van autoritaire heersers elders, met wapens, met geld, door ondermijning met nepnieuws en hacks. ‘Nie wieder!’ is hoogst actueel.
Wat is dan een krachtiger wapen dan vriendschap en samenwerking! Merkel en Macron, hand in hand bij de herdenking van honderd jaar einde van de Eerste Wereldoorlog. Europa en de Unie – en 75 jaar vrede. Laat dat ook onze toekomst zijn! En laten we dus in het geweer komen tegen de verspreiders van haat, nepnieuws en machtswellust. Thierry, Geert, de AfD, Le Pen, Salvini, Vlaams Belang of wie dan ook – geen sprake van dat zij Europa kapotmaken. Wij christendemocraten, wij Europeanen van het eerste uur, wij staan voor samenwerken, voor vrede en welzijn, voor duurzaamheid en welvaart. Dat laten wij door niemand verwoesten. ‘Nie wieder!’, inderdaad. Dat is de eerste grote les, die uit 1919 en Weimar.
1949
Het tweede moment dat Duitsland en Europa in 2019 herdenken is het jaar 1949. Toen was er voor onze oosterburen opnieuw de kans om van Duitsland een democratie te maken, een constructieve en vrije natie in Europa. Dit keer lukte het. En hoe! Dat het lukte, had te maken met twee dingen.
Ten eerste waren de buren in Europa door schade en schande wijzer geworden. Zij gaven een nieuw Duitsland echt een kans. Angela Merkel zei het prachtig bij haar eredoctoraat in Nijmegen: ‘Wij kregen van u een Vorschuss des Vertrauens …’4 Binnen een nieuw, democratisch en vrij Europa zou ook een democratisch en vrij Duitsland zijn plek en zijn bestemming moeten kunnen vinden. Dát was de centrale gedachte, dát was dat voorschot.
De tweede beslissende factor was een mens, een bejaarde man, de burgemeester van Keulen, Konrad Adenauer. Adenauer werd in 1949 de eerste bondskanselier van het nieuwe Duitsland, althans van het westelijke deel ervan. Hij mocht nog nét van zijn dokter: ‘U bent 73’, zei die, ‘maar een jaar of twee op zo’n zware post zou nog wel moeten kunnen.’ Hij bleef veertien jaar, tot hij 87 was. Der Alte noemden de Duitsers hem eerbiedig, en bijna liefkozend. Adenauer was een politiek dier pur sang, en hij deugde. Maar hij was geen heilige: hij was óók machtsbewust, behoorlijk autoritair en cynisch. Geen doetje. Hij zocht naar verzoening met de buren, allereerst met Frankrijk. Hij ging naar Moskou om krijgsgevangenen in Siberische strafkampen vrij te pleiten. En hij verzoende zich met David Ben- Gurion, de oprichter van de vrije staat Israël. Echt grote staatslieden durven dat en kunnen dat.
Van hem, de CDU’er Adenauer, is de les dat je een politiek dier moet zijn om iets voor elkaar te krijgen. En dat het niet alleen mooi is als politici ook uit zijn op verzoening, op toch maar wat moeite doen om goed met de buren overweg te kunnen, op wederzijds respect voor de ander en zijn geloof, maar dat het ook lóónt. Wat er ook gebeurt, welke verschillen van inzicht er binnen de EVP ook af en toe zijn, wij blijven beseffen: zonder Adenauer was het Europa van vrede en welvaart er niet geweest.
1989
En dan het derde jaar dat Duitsland dit jaar herdenkt. 1989, het jaar dat de Muur viel. Reagan had daartoe opgeroepen op 12 juni 1987, bij de Brandenburger Tor: ‘Mr. Gorbachev, open this gate. Mr. Gorbachev, tear down this wall!’ Het beeld van de val twee jaar later voelt vlakbij in de achteruitkijkspiegel van de geschiedenis.
Voor het eerst mochten mensen in een communistische dictatuur vrijuit spreken, vrijuit geloven, vrijuit politiek bedrijven. Ook die chemisch onderzoekster in Oost-Berlijn, Angela Merkel. Zij koos voor de CDU. De val van de Muur was opnieuw een ongekende kans voor Duitsland en Europa wat betreft democratie en samenwerking. Wat tot dan toe West was en Oost, werd nu sámen: samen werken aan vrede, aan vrijheid, aan welvaart. Polen, Letland, Estland, Tsjechië, Litouwen en ja, juist ook Hongarije: het werden broedernaties. En het was opnieuw een CDU-voorzitter die daarbij belangrijk was: Helmut Kohl. Hij deed het toch maar! Net als Adenauer en net als Merkel was hij alert en doortastend toen het erop aankwam. Voor sommigen is het beladen, maar voor mij staat het voor hoop, moed en toekomst, hun gezamenlijk motto: ‘Wir schaffen das.’
Van Kohl in 1989 leren wij Europeanen iets heel wezenlijks: moed, durf. Niet treuzelen, niet luisteren naar ophitsers van de burgers, niet bang zijn voor peilingen, geen lauw gedoe. Kohl zag dat de val van de Muur een nieuw, vrij Europa mogelijk kon maken. Hij was daadkrachtig en onvermoeibaar, en hij liet niet los tot hij zijn droom en die van zijn miljoenen landgenoten verwezenlijkt had. Of zoals hijzelf zei, met nota bene een citaat van Bismarck: ‘Als de mantel van de geschiedenis ineens voorbijkomt, moet je die desnoods aan de zoom vastpakken.’
2019 en verder: werken aan constructieve samenwerking
De wereld leek nieuw, kansrijk, hoopvol in de jaren negentig. Het nieuwe, vrije Europa van Kohl werd de Unie van vandaag.
Natuurlijk is er genoeg over te zeggen. Dat Europa democratischer moet en dat het geregeld over de verkeerde dingen gaat. Dat het lastig is met nu, en laten we hopen straks ook nog, 28 landen. Dat we heel zuinig moeten zijn met het geld en dat het onzinnig is dat alle parlementariërs elke maand van Brussel naar Straatsburg verhuizen. Maar tegelijk is en blijft Europa iets prachtigs. 75 jaar vrede – dat is nog nooit vertoond in de geschiedenis. Piepend en krakend, af en toe bijna barstend, maar we houden vol. En ik ben nooit méér Europeaan dan wanneer ik de mensen hoor die nog niet bij de EU horen, maar die dat zo graag willen: uit Oekraïne, uit Wit-Rusland, uit Macedonië. Of uit de landen waar democratie pril is, zoals in Polen – dat burgemeester Paweł Adamowicz met bruut geweld werd vermoord5 is een grote schok in menselijk opzicht, maar ook een aanslag op de democratie. Er is zo veel wat het waard is om ervoor te vechten. Als wij Viktor Orbán bij zijn kladden grijpen en bij de lurven pakken, dan doen we dat dáárom. Omdat we de Hongaren, onze neven, die we af en toe niet kunnen luchten of zien, erbij willen houden, niet in de steek willen laten, juist omdát we het debat over onze waarden ook met hem en met hen niet schuwen. Schelden kan iedereen; zo moeilijk is dat niet. Waarden en normen scherpstellen is echter een kunst.
1919, 1949 en 1989 gedenken is werken aan democratie en aan constructieve samenwerking. Ook nu, opnieuw. De politici van de Weimarrepubliek, Adenauer, Kohl, Merkel: zij vragen fakkeldragers, ook vandaag. Democratie is nooit vanzelfsprekend. De Duitsers begrijpen veel beter dan de Nederlanders waarom. Niet wat het kost telt, maar de waarde ervan. Grondrechten, verschil van mening, rekening houden met minderheden, stemrecht – op zó veel plekken in de wereld is zichtbaar hoe weinig vanzelfsprekend die zaken zijn. Daarin samen optrekken, op allerlei manieren, is nodig. In de Europese samenwerking, maar ook ieder op z’n eigen plek, als minister, als lid van een politieke partij, als journalist, als burger. Zo krijgt democratie spankracht.
Noten
- 1.Deze bijdrage is de uitwerking van het coreferaat van Peetoom, toen nog voorzitter van het CDA, bij de 16e Schmelzerlezing, gehouden door Peter Altmaier in de Paleiskerk te Den Haag op 18 januari 2019. Met dank aan Pieter Gerrit Kroeger.
- 2.Elshout, A. (2018, 10 mei). De stille kracht van Brussel, Manfred Weber, ziet ook in dat Viktor Orbán rode lijnen dreigt te overschrijden met zijn huidige politiek. de Volkskrant.
- 3.Zie Mann, H. (1918). Der Untertan. Leipzig: Kurt Wolff Verlag. Mann voltooide het boek in juli 1914, maar door de oorlog moest publicatie worden uitgesteld. De laatste Nederlandse vertaling is van 2014: De onderdaan. Soesterberg: Aspekt.
- 4.Oftewel een ‘voorschot op het vertrouwen’. Merkel zei dit in haar dankwoord na het ontvangen van een eredoctoraat aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, op 23 mei 2013.
- 5.Adamowicz, burgemeester van Gdańsk, werd op 13 januari 2019 tijdens een benefietevenement in Gdańsk op het podium neergestoken. Hij overleed een dag later aan zijn verwondingen
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.