Opmars Engels in hoger onderwijs is een probleem
Samenvatting
Meer Nederlands in het hoger onderwijs? Ik ben voor! Voor nog veel meer colleges, stages, practica, laboratoriumwerk en projecten in hbo en wo voor nog veel meer Nederlandse jongeren in hun moedertaal, die mooie taal van Vondel en Vasalis. Ik hoop ook op nog veel meer van zulke inhoud in het Duits, het Chinees, Engels en Russisch. Want ons land moet zijn missie als kennisnatie op alle terreinen met elan verwezenlijken. We stoppen met het pompen van gas, dus meer dan ooit hangen onze welvaart en ons welzijn samen met ons vernuft, onze kwaliteit en onze wereldwijde attractie voor het talent uit ieder land.
Weg met de legendevorming
Wat dan erg helpt zijn feiten en cijfers die legendes, broodjes aap en mythologie daarover kunnen bestrijden. Zoals: ‘Onze studenten worden overspoeld met het Engels.’ Onzin. Feitenvrije praatjes van de SP, de PVV en hun acolieten, zoals Baudets VU-filosoof Ad Verbrugge. Wat zijn de feiten? Ruim twee derde van de ho-studenten is hbo’er, en voor hbo’ers is bijna alles bijna altijd in het Nederlands, tenzij zij natuurlijk een stage in het buitenland doen. Slechts enkele hboopleidingen zijn in andere talen. Hoe wilt u Asian Trade Management doceren zonder een internationale insteek die zich richt op Azië en de economie en culturen daar? En de wereldtop van de kunsten studeert ook in ons hbo. Dus de beste choreografen, operazangers, Bachkenners en designtoppers zijn hier docent voor een zeer begaafde studentenpopulatie die wereldwijd uiterst streng is geselecteerd. Hun lessen in operazang zijn vaak Italiaans. Hun ballettraining is extreem zwaar en vaak in een Russisch Engels. Vindt u het gek? Dit maakt het land van Rembrandt en Haitink wel de toplocatie van de creatieve industrie uit heel de wereld.
In de universiteiten, met slechts een derde van het aantal ho-studenten, zijn wel meer internationale opleidingen, en dat is logisch: grote delen van de wetenschap zijn global communities, zeker in bèta en technologie. Wil je als land daarin voorhoede zijn – en Nederland is dat! –, dan onderzoek je in multiculturele en multinationale teams, mede gefinancierd door de meer dan honderd miljard euro vanuit de EU-wetenschapsfondsen. De meeste Engelstalige bacheloropleidingen komen dan ook voor binnen de technieksector en bij de – net als de kunstopleidingen in het hbo zeer selectieve – universitycolleges. De ‘Engelstalige’ delen omvatten vooral het laatste van de vier jaar van de academische vorming. De bacheloropleidingen van drie jaar zijn vooral in het Nederlands, de op R&D en academische professies gerichte masters van één jaar zijn in meerderheid in het Engels, dan wel gemengd Nederlands en Engelstalig. De postmasteropleidingen zijn bijna geheel in het Nederlands.
En o ja: klaagzangen over colleges in het Engels miskennen ook nog dat hoorcolleges echt niet de dominante vorm van kennisoverdracht zijn in praktijkopleidingen in het hbo en in R&D- opleidingen in het wo. Die gedachte over hoger onderwijs is ernstig verouderd. Oftewel: van een derde van de studenten is een kwart van hun opleiding veelal in het Engels. Van twee derde van de studenten is vrijwel honderd procent van hun vier jaar in het Nederlands, op enkele neusjes van de zalm na in de culturele wereldtop. En daar zijn wij terecht trots op.
Klagerig en achterhaald
Dit zijn de feiten en cijfers. Nationalistische propagandisten willen ook het CDA iets anders doen geloven. Ik snap wel waar dat vandaan komt. In de hierin doorklinkende eurosceptische somberheid over ons land klinken argwaan én jaloezie door uit krimpgebieden als Friesland, Limburg en andere rurale streken naar de centra van wetenschap en cultuur in het urbane deel van ons land. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat de studerende jeugd in ons land zulke zuren tonen niet aansprekend vindt. Jongeren vinden het klagerig en achterhaald. Onze pleidooien voor de basisbeurs komen daardoor weinig aan onder hen. Zij ruiken in verhalen tegen internationalisering in het hoger onderwijs niet alleen een rurale spruitjeslucht, maar nog iets anders, namelijk een bewuste weigering om te investeren in de faciliteiten die nodig zijn voor Nederland als global player in kennis, talent en technologie, en vooral ook een weigering om geld te steken in hún talent.
Zie de tekorten op het terrein van studentenhuisvesting. Die komen uiteraard sterk voor in steden met een snelgroeiende vraag, ook van internationale studenten. De rem daarop vanuit het CDA is duidelijk, want velen zien die stedelijke centra niet als osm, ‘ons soort mensen’. Een CDA dat zo redeneert is geen ‘volkspartij’ meer, en evenmin een partij die serieus verantwoordelijkheid kan nemen voor Europa en voor ons land in de komende decennia van technologische en wetenschappelijke revoluties en innovaties. Willen we dat?
Dus ja, ik wil meer Nederlandse colleges en practica en stages in hbo en wo. Veel meer! En ook veel meer andere inspiratie, topkennisoverdracht en docenten, promovendi, geleerden en onderzoekers uit heel de wereld die alom uitstralen: ‘Holland is the place to be!’ Want de gasvelden zijn bijna leeg, maar de breinen zijn dat niet.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.