Hoe diep gaan de wortels van het CDA?
Samenvatting
De recente gemeenteraadsverkiezingen laten zien dat het CDA goed geworteld is in de samenleving. Dat biedt kansen maar ook concurrentie, en daarmee huiswerk voor de partij. Een analyse.
De gemeenteraadsverkiezingen van 15 maart 2018 hebben duidelijk gemaakt dat de trend van lokale partijen zich doorzet. Het CDA ondervindt hiervan behoorlijke concurrentie, als partij die het meest geworteld is in de samenleving. Zijn kiezers kennen het vaakst van alle electorale doelgroepen persoonlijk de kandidaat op wie ze hebben gestemd, en zijn daarnaast significant vaker dan gemiddeld trouw aan de partij. Uit een analyse van voorkeurstemmen blijkt dat de staart van de lijst veel stemmen oplevert, veel meer dan bij andere partijen. Hier liggen wellicht kansen voor het CDA.
Evaluatie verkiezingsuitslag
Het CDA blijft nipt de grootste landelijke politieke partij, met 13% van de stemmen. Alleen de lokale partijen gezamenlijk weten meer stemmen te behalen. De uitslag van het CDA betekent een kleine winst (+0,9%) vergeleken met de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 en een klein verlies (−0,8%) ten opzichte van de gemeenteraadsverkiezingen van 2014. De uitslag is een verbetering ten opzichte van het dieptepunt in 2012.
Rondom de gemeenteraadsverkiezingen heeft het CDA een onderzoek laten uitvoeren naar de achtergrond en de motivatie van de kiezers. Dit is uitgevoerd door onderzoeksbureau Motivaction. We zien daarin drie patronen die relevant zijn voor de christendemocratie: de overeenkomsten van CDA-stemmers met die van lokale partijen, de diversiteit van de achterban, en de verbinding met het CDA als landelijke politieke partij.
De lokale partijen zijn voor de gemeenteraadsverkiezingen de grootste concurrent voor het CDA. Bijna een kwart van de CDA-kiezers voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 stemt in 2018 op een lokale partij. Ten opzichte van de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 is dat een stijging van 10 procentpunt.1 Dat het CDA hier veel stemmen kwijtraakt kunnen we zien als een zwakte, maar het betekent ook dat het CDA een achterban heeft met sterke lokale wortels. De lokale partijen hebben hun aantrekkingskracht omdat ze dicht bij de mensen staan, met grote aandacht voor lokale problemen. Dit klinkt als waarden die typisch bij het CDA horen. Daar komt bij dat veel kiezers vinden dat lokale problemen beter door lokale partijen kunnen worden aangepakt. Het is dan ook van groot belang voor het CDA om aan te sluiten bij wat er leeft in de gemeenten, en de partij moet daarnaast een stap extra doen om haar wortels te verstevigen.
Wat het laatste punt nog versterkt is dat CDA-stemmers het vaakst van alle electorale doelgroepen de persoon kennen op wie ze hebben gestemd. En ze zijn meer dan gemiddeld trouw aan de partij van hun keuze. Deze sterke lokale wortels en de loyaliteit aan een partij zijn uniek in een tijd van versplintering en ervaren kloven in de samenleving.
Qua achterban heeft het CDA nog steeds de diverste groep stemmers wanneer we kijken naar drie belangrijke sociodemografische/-economische kenmerken. De partij behoudt de positie van brede volkspartij en weet haar waarden en visie te vertalen naar vele groepen. Ze bindt iedere groep: van hoog- tot laagopgeleid, jong en oud, man en vrouw. Opvallend is bijvoorbeeld dat driekwart van de CDA-stemmers een middelbare of lage opleiding heeft. De meeste andere partijen kunnen dit niet (meer) waarmaken in een tijd van sterke polarisatie rond opleidingsniveau.2 Daarmee maakt zij haar naam waar als een partij ‘van de samenleving’, waar verschillende groepen zich kunnen vinden in een politieke stroming. Voor belang van de christendemocratie is dat zij dus kennelijk verbindend kan werken: in het CDA zijn verschillen in achtergrond te vinden binnen de partij. Dit geeft een kans om met het christendemocratische geluid een grote groep kiezers aan te spreken.
Het derde patroon dat we uit de onderzoeksresultaten opmaken is dat de landelijke politiek veel invloed heeft op de stemkeuze bij de gemeenteraadsverkiezingen. Bij 62% speelt het een rol, en bij 29% heeft het zelfs zeer veel invloed. Potentiële CDA-stemmers laten zich leiden door hun verbinding met het landelijke CDA: 54% is (zeer) sterk geneigd lokaal hetzelfde te kiezen als landelijk. Dit resultaat suggereert dat het CDA een sterke landelijke uitstraling heeft.
De overlap met de achterban van lokale partijen en de sterke landelijke uitstraling vormen de kern van een dilemma dat in het vorige nummer van Christen Democratische Verkenningen naar voren kwam in de discussie tussen Rien Fraanje en Adger van Helden.3 Het is de vraag naar de profilering van het CDA: als lokale netwerkpartij, of als landelijk herkenbare politieke stroming? Uit de analyse blijkt dat allebei de effecten een duidelijk aanwijsbare rol spelen in de gemeenteraadsverkiezingen. Allebei moeten ze een plaats hebben in de ontwikkeling van het CDA. De partij moet het een doen, maar het ander niet laten. Dit is tevens de manier voor de lokale afdelingen om het effect van eventuele onvrede met de landelijke politiek te verkleinen (wat een tweede verklaring vormt voor het succes van lokale partijen).
Analyse voorkeurstemmen
De partijvoorzitter noemde het nog in haar toespraak op het CDA-partijcongres van juni: het CDA is van alle partijen het meest geworteld in de samenleving. Dat zou te zien zijn aan het grote aantal voorkeurstemmen dat het CDA krijgt. Om deze uitspraak tegen het licht te houden hebben we de uitslagen per gemeente verzameld en gemeten: hoeveel procent van de kiezers stemde op de lijsttrekker per partij, en valt het CDA daarin op?
Iedere gemeente heeft voor het rapporteren van de verkiezingsuitslag een standaardformulier: Model P 22-2 (Proces-verbaal van de verkiezingsuitslag van de gemeenteraad). Dit hebben we gedownload van de websites van elke gemeente. Van alle 385 Nederlandse gemeenten hadden er vijftig geen verkiezingen in verband met herindelingsverkiezingen. Van nog eens 65 gemeenten konden we het proces-verbaal niet online vinden. Dat geeft ons een uiteindelijke lijst van 272 gemeenten met voor elke partij het stemmenaantal per kandidaat.
Lokale partijen geven we de standaardaanduiding ‘lokaal’. Lijstcombinaties tellen we mee voor elke partij in de combinatie. Dus PvdA-GroenLinks, een veelvoorkomende combinatie, telt één keer mee voor PvdA en één keer voor GroenLinks. Tabel 1 geeft een overzicht van de verzamelde data.
In tabel 1 zien we een gemiddeld aantal partijen van 8,4, een gemiddelde lijstlengte van 19,4, en een percentage stemmen op de lijsttrekker van gemiddeld 50%. Dit bevestigt het beeld van een levendige lokale democratie met een belangrijke rol voor de lijsttrekker. Hij of zij is voor vijftig procent bepalend voor de stemmen die de partij haalt.
Het CDA doet mee in 270 gemeenten, het hoogste aantal van alle partijen. Het heeft ook de grootste gemiddelde lijstlengte (24). We tellen in totaal 817 lokale partijen. Als eerste test kijken we naar het lijsttrekkereffect: hoeveel mensen stemmen op de nummer 1 van de lijst? In tabel 2 staan de resultaten, gesorteerd op het gemiddelde stempercentage voor de niet-lijsttrekker.
Tabel 1: Overzicht van de data
Aantal gemeenten | 272 |
Gemiddeld aantal partijen | 8,4 |
Gemiddelde lijstlengte | 19,4 |
Percentage op nr. 1 | 50% |
Percentage op nr. 2 | 12% |
Percentage op eerste 5 | 78% |
Percentage op eerste 10 | 89% |
Tabel 2: Percentage stemmen op de lijsttrekker
Partij | Aantal lijsten | Gemiddelde lijstlengte | Stempercentage niet-lijsttrekker | Stempercentage buiten de top twee | Afwijking |
---|---|---|---|---|---|
CDA | 270 | 24 | 53% | 42% | 1,4% |
D66 | 215 | 17 | 51% | 36% | 1,5% |
GroenLinks | 165 | 19 | 50% | 36% | 1,7% |
Lokaal | 817 | 6 | 50% | 38% | 1,1% |
PvdA | 227 | 18 | 49% | 36% | 1,4% |
VVD | 255 | 18 | 49% | 37% | 1,3% |
ChristenUnie | 140 | 22 | 45% | 33% | 1,2% |
SP | 99 | 22 | 43% | 31% | 1,9% |
Het CDA staat met stip bovenaan als het gaat om het percentage voorkeurstemmen: van al de op het CDA uitgebrachte stemmen gaat 53% naar een ander dan de lijsttrekker. D66 is tweede met 51%. De ChristenUnie en de SP staan onderaan met 45% resp. 43%. De verschillen zijn nog duidelijker zichtbaar als we kijken naar het stempercentage op de kandidaten buiten de top twee. Daar haalt het CDA 42% van zijn stemmen, en volgt D66 op afstand met 36%. De SP haalt daar nog maar 31% van de stemmen.
De resultaten zouden vervormd kunnen zijn door een grote aanwezigheid van het CDA in kleinere gemeenten, maar als we het gemiddelde over alle stemmen en alle gemeenten nemen, ontstaat hetzelfde beeld.
De afwijking van de schatting voor het gemiddelde varieert van 1,1% tot 1,9%, wat betekent dat de verschillen tussen CDA en D66 voor niet-lijsttrekkers nog binnen de onzekerheidsmarge vallen.4 Voor het stempercentage buiten de top twee geldt dit niet meer, en is het CDA significant verschillend van D66.
De verschillen tussen CDA en D66 vragen om verdere analyse. We betrekken daar ook de lokale partijen bij, omdat deze wel gezien worden als concurrenten voor het CDA in hun lokale worteling. Figuur 1 toont de procentuele stemmen voor de rest van de lijst, met een aparte categorie voor de kandidaten voorbij nummer 10.
Figuur 1: Percentuele verdeling van de voorkeurstemmen
Figuur 1 laat zien dat D66 zijn voorkeurstemmen vooral haalt uit de nummer twee van de lijst. Dit verklaart de grotere verschillen tussen CDA en D66 als we kijken naar de stempercentages buiten de top twee van de lijst. Een van de verklaringen zou kunnen zijn dat D66 vaker gebruikmaakt van een man-vrouwafwisseling bij de eerste twee op de lijst. In dit geval zou de nummer twee van de lijst ook meteen de eerste man of eerste vrouw op de lijst zijn, en dat trekt altijd wat meer stemmen.
Bij het CDA komen opvallend veel stemmen uit de staart van de lijst: voorbij nummer 10 haalt de partij nog elf procent van de stemmen. Dit is het hoogste van alle partijen, en vergelijkbaar met het percentage dat op nummer twee stemt. De lokale partijen liggen hier qua patroon tussenin.
De opvallende piek ‘in de staart’ is uniek voor het CDA. Geen andere partij haalt hier zoveel stemmen. Al met al bevestigt deze analyse dus de uitspraak dat het CDA de breedste steun voor kandidaten heeft: bij geen andere partij zijn de stemmen voor de nummer 1 en voor de staart zo in balans.
De ‘dikke staart’ van stemmen voor het CDA lijkt ook een strategisch pluspunt. Het is in overeenstemming met de lange gemiddelde lijstlengte van 24 (zie tabel 2). Het lukt ons om mensen te mobiliseren die op de kieslijst willen staan en stemmen kunnen binnen halen. Het leert ons om op de kleintjes te passen: wie in het kleine getrouw is, is dat ook in het groot.
Noten
- 1.Peil.nl/Maurice de Hond.
- 2.Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, Lang leve het verschil, weg met de fragmentatie. Een christendemocratisch antwoord op het sociale vraagstuk van deze tijd. Den Haag: WI, 2015; en Paul Dekker, Josje den Ridder en Pepijn van Houwelingen, Burgerperspectieven 2017|1.
- 3.Zie: Rien Fraanje, ‘Het CDA moet een federatie van lokale politieke verenigingen worden. Eens, de partijstructuur moet 180 graden omgedraaid’; en Adger van Helden, ‘Het CDA moet een federatie van lokale politieke verenigingen worden. Oneens, de christendemocratie is een landelijke beweging’, in: Marc Janssens e.a., Nepnieuws (CDV Lente 2018). Amsterdam: Boom, 2018, pp. 12-13 en 14-15.
- 4.De afwijking geeft de afwijking naar boven en naar beneden weer waar met 95% zekerheid het echte gemiddelde ligt.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.