Een precaire balans voor de EU
Samenvatting
‘Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel’, is een bekend gezegde. Maar dat is niet langer vanzelfsprekend. De snelheid waarmee informatie zich via het internet en sociale media verspreidt, biedt veel ruimte voor partijen die, voor eigen gewin of voor het destabiliseren van het publieke debat, alternatieve feiten verspreiden: het zogenoemde nepnieuws. De omgang met nepnieuws is een brede maatschappelijke uitdaging die intensieve aandacht vereist van onderwijzers, media, het maatschappelijk middenveld en de overheid.
De vragen die het debat over nepnieuws opwerpt, zijn fundamenteel en complex. De Europese Unie is pas sinds 2015 serieus bezig met nepnieuws. Het huidige beleid vindt zijn oorsprong in de verslechterde relatie met Rusland na de annexatie van de Krim. Maar ook het veelvoud aan nepnieuws rond het brexitreferendum, de migratiecrisis en de verkiezing van Trump hebben bijgedragen aan de bewustwording over de potentiële politieke gevolgen van nepnieuws in combinatie met sociale media.
Wat wij hier voor het gemak ‘nepnieuws’ noemen is eigenlijk een veel complexer probleem. In moedwillig geproduceerde desinformatie zit namelijk vaak een mix van verzinsels en waarheden en de associatie met echt nieuws is misleidend. Een groep experts die in opdracht van de Europese Commissie het fenomeen nepnieuws onderzocht, spreekt in haar rapport dan ook bij voorkeur over desinformatie.1
De definitie van desinformatie die de experts handhaven, is deze: ‘(…) valse, inaccurate of misleidende informatie die is ontworpen, gepresenteerd en gepromoot om moedwillig publieke schade aan te richten, of voor eigen gewin.’2 Ze benoemen ‘democratische processen en democratische waarden’ als kwetsbaar voor desinformatie.3 Immers, om een democratisch recht uit te oefenen hebben burgers accurate informatie nodig, zowel van de processen als van de kandidaten en standpunten. Desinformatie is een bedreiging voor het gelijke speelveld in een democratie.
Nepnieuws: Europese kinderschoenen
In maart 2015 besloten de regeringsleiders tot het opzetten van de East StratCom Task Force ( ESTF), als onderdeel van de communicatieafdeling van de European External Action Service ( EEAS). Met steun van Nederland klonk het in de conclusies van de Europese Raad als volgt: ‘De Europese Raad benadrukt dat tegenwicht moet worden geboden tegen de aanhoudende desinformatiecampagnes door Rusland, en verzoekt de hoge vertegenwoordiger om in samenwerking met de lidstaten en de EU-instellingen (…) met een actieplan inzake strategische communicatie te komen. De instelling van een communicatieteam vormt een eerste stap in die optiek.’4
Als vervolg op deze conclusies kwam de ESTF in juni 2015 met een strategisch communicatieplan. De EU moest haar beleid beter gaan communiceren richting het oostelijke partnerschap, ondersteuning bieden aan onafhankelijke media, en het bewustzijn verhogen rond desinformatiecampagnes van derde landen.5
MH17
De trend is dus duidelijk: Europese landen zijn zich in korte tijd grote zorgen gaan maken over nepnieuws. De cijfers liegen er dan ook niet om: in een hoorzitting in het Amerikaanse congres over desinformatie moest Twitter toegeven dat er tijdens de presidentsverkiezingen 50.258 aan Rusland gelinkte accounts actief waren, veelal met Amerikaans klinkende namen, zoals ‘@10_gop’, die verantwoordelijk waren voor 2,1 miljoen tweets. Facebook vond 470 accounts met 80.000 posts, en Google sprak over 18 kanalen op YouTube met in totaal 43 uur aan politieke video’s.6
Maar ook tijdens de brexitcampagne deden 400 Russische nepaccounts enthousiast mee met het versterken van het wantrouwen jegens de EU en het verspreiden van valsheden.7 Zelfs tijdens de protesten en het politieoptreden rond het Catalaanse referendum circuleerden meteen oude misleidende beelden van slachtoffers van politiegeweld.8
Het is naïef om te denken dat deze storm aan ons voorbij zal gaan. Sybrand Buma had dus groot gelijk toen hij stelde dat Nederland deze dreiging van buitenlandse inmenging in onze democratie serieus moet nemen.
Veel foute berichten die in Europa de ronde doen, gaan over Oekraïne. Voor Nederland kwam dat ineens heel dichtbij toen vlucht MH17 werd neergeschoten boven Oost-Oekraïne. In de nasleep van deze ramp hebben de Russen er alles aan gedaan om de conclusies van het internationale onderzoek naar de toedracht van de MH17-ramp te ontkrachten.9 Wie de Russische media zou geloven, denkt dat het Oekraïense leger indertijd het vliegtuig heeft neergeschoten.10 Desinformatie wordt gebruikt om de internationale rechtsgang te belemmeren en de conclusies van het onderzoek in twijfel te trekken.
EU vs Disinfo
Tegenover de Nederlandse ambassade aan een drukke straat in Brussel vinden we een groot kantoor met spiegelende ruiten. Achter één van deze ramen jaagt een kleine groep ambtenaren van de EEAS de hele dag naar desinformatie. Deze dienst ‘ EU vs Disinfo’, een direct uitvloeisel van het nieuwe strategische communicatieplan van de ESTF, heeft de handen vol aan het identificeren en zichtbaar maken van nepnieuws, vooral afkomstig uit Rusland, in onze media.
Alleen al in 2017 heeft voornoemde dienst 1310 onwaarheden tegengesproken. Sinds de oprichting in 2015 gaat het om 3680 berichten. Maar de omgang met nepnieuws is niet zonder valkuilen. Zo werd bekend dat het Europese register enkele artikelen uit Nederlandse media, namelijk een van De Gelderlander11 en een op de website ThePostOnline,12 bestempelde als nepnieuws, terwijl de journalisten niets anders deden dan het weergeven van een mening van derden. Het is een overduidelijke faux pas wanneer we journalisten verantwoordelijk houden voor de standpunten van anderen waar ze verslag van doen. Het CDA heeft dit gebrek aan nuance in het Europees Parlement aangekaart met schriftelijke vragen.13 De dienst heeft snel gereageerd op deze vragen met een aanpassing van het beleid. In plaats van de media waar een bericht in verschijnt te bestempelen als een ‘disinformation outlet’, wordt nu een preciezere aanduiding gebruikt, namelijk ‘outlet where the disinformation appeared’.14
Toch blijft het een precaire balans: waar houdt het tegenspreken van onwaarheden op en begint overheidspropaganda? Het laat zien dat we ons met het bestrijden van nepnieuws op glad ijs begeven. Zeker als het ontbreekt aan voldoende medewerkers met voldoende kennis van de Nederlandse taal en het Nederlandse medialandschap.
Gamechanger
‘Niks nieuws onder de zon’, stellen sommigen – en dus geen reden tot zorg of actie. Zij hebben uiteraard gelijk dat desinformatie, leugens en het bewust verdraaien of verzwijgen van de feiten van alle tijden zijn. Al rond het begin van onze jaartelling liet keizer Octavianus verzinsels verspreiden over zijn politieke rivaal Marcus Antonius in de vorm van korte berichten gedrukt op munten. Nieuw zijn echter de snelheid waarmee de desinformatie zich verspreidt en de omvang van het fenomeen – met dank aan nieuwe media en technologieën zoals algoritmen, die de inzet van bots (geautomatiseerde accounts) en trolls (pseudonieme accounts) op grote schaal mogelijk maken. Waar het in deze discussie dus om draait, is de rol van de technologie die gebruikt wordt om informatie te verspreiden. Het internet is de echte gamechanger.
De enorme vrijheid die sociale media bieden, waar het leven van zoveel mensen mee verrijkt is, wordt door anderen ook moedwillig misbruikt, soms ook met het doel om te destabiliseren en onzekerheid te verspreiden of wantrouwen te voeden. Het wordt langzamerhand steeds duidelijker dat de digitale (sociale) media, en vooral de algoritmen die hierachter schuilgaan, in korte tijd het medialandschap totaal op zijn kop hebben gezet. De algoritmen bepalen, vaak met ons goedvinden, wat zichtbaar wordt en wat niet. Zoals Sammy Mahdi het omschrijft in zijn bijdrage aan Christen-Democratische Reflecties, de Vlaamse tegenhanger van CDV: ‘De digitale wereld had als doelstelling onze wereld te verruimen. Alleen wees marktonderzoek uit dat mensen vooral bevestigend nieuws willen horen en lezen, waardoor de algoritmes het oneindig breed gezichtsveld van sociale media van de nodige oogkleppen voorzien.’15 Dat heeft gevolgen voor onze democratie.
Spelregels
Betrokken en geïnformeerde burgers zijn de beste reactie op deze gevaren. Hier ligt in de eerste plaats een taak voor ouders en onderwijzers: zij moeten onze kinderen leren dat niet alles op het internet waar is, en hun de kennis en vaardigheden geven om echt van nep te onderscheiden. Veel desinformatieaccounts gebruiken bijvoorbeeld oude foto’s om hun claims kracht bij te zetten. Hoe kun je dat checken?
Daarnaast spelen de onderzoeksmedia een belangrijke rol, al werkt de tijd vaak in hun nadeel. Het duurt soms maanden voordat een troll kan worden opgespoord door onderzoeksjournalisten, zoals de Volkskrant en Nieuwsuur deden met de man die zich voordeed als de broer van een slachtoffer van de MH17-ramp16 of de zeer invloedrijke luchtverkeersleider die claimde dat er Oekraïense gevechtsvliegtuigen in het luchtruim te zien waren toen het drama zich voltrok.17
En hoewel voorzichtigheid en terughoudendheid geboden zijn, hebben ook overheden een rol te spelen. Websites of accounts op sociale media afsluiten is uiteraard geen taak van de Europese Unie, maar de spelregels van het internet zijn wél een Europese aangelegenheid. Amerikaanse techreuzen zijn notoir oncoöperatief als het aankomt op het aanpakken van misstanden die plaatsvinden op hun platformen. Daar moet echt verandering in komen.
En ook de transparantie kan beter. Als Twitter met een blauw vinkje kan aangeven wat (tussen alle parodie- en nepaccounts) het officiële account van popster Rihanna of bondskanselier Merkel is, waarom kan deze dienst dan niet zichtbaar maken wanneer we te maken hebben met een robotaccount dat aan de lopende band identieke berichten produceert? Wanneer techbedrijven dit niet uit eigen initiatief aanbieden, is de overheid aan zet.
Conclusie
De moeizame start van EU vs Disinfo toont hoe gevoelig de discussie over moedwillige desinformatie is. In principe bemoeit een democratische overheid zich niet met de vrije pers en met het vrije woord in de publieke ruimte, maar onze democratie en de rechtsstaat moeten ook weerbaar zijn. Een overheid moet zich kunnen verdedigen als zij aangevallen wordt.
De vele vragen die het fenomeen nepnieuws opwerpt, zijn zeer fundamenteel en complex. De Europese Unie is pas sinds 2015 serieus bezig met het fenomeen, en ook de nationale overheden zoeken nog naar hun rol. Terughoudendheid is geboden van de zijde van overheden, maar de Europese aanpak moet echt beter, want (praktisch) niets doen is ook geen optie: daarvoor staat er te veel op het spel. Hoog tijd dus voor een gedegen en diepgaand debat.
Noten
- 1.European Commission, A multi-dimensional approach to disinformation. Report of the independent High level Group on fake news and online disinformation. Luxemburg: Publications Office of the European Union, 2018, p. 3.
- 2.European Commission 2018, p. 3.
- 3.European Commission 2018, p. 35.
- 4.Europese Raad, Bijeenkomst van de Europese Raad (19 en 20 maart 2015). Conclusies. Brussel, 20 maart 2015, p. 5. Zie http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-11-2015-INIT/nl/pdf
- 5.East StratCom Task Force, Action plan on strategic communication, Brussel, 22 juni 2015. Zie http://archive.eap-csf.eu/assets/files/Action%20PLan.pdf
- 6.Kurt Wagner, ‘These are some of the tweets and Facebook ads Russia used to try and influence the 2016 presidential election’, Recode. net, 31 oktober 2017. Zie https://www.recode.net/2017/10/31/16587174/fake-ads-news-propagandacongress-facebook-twitter-google-tech-hearing
- 7.Robert Booth, Matthew Weaver, Alex Hern, Stacee Smith en Shaun Walker, ‘Russia used hundreds of fake accounts to tweet about Brexit, data shows’, The Guardian, 14 november 2017. Zie https://www.theguardian.com/world/2017/nov/14/how-400-russia-run-fake-accounts-posted-bogus-brexit-tweets
- 8.Debora Almeida, ‘Fake images from the Catalan referendum shared on social media’, El País, 6 oktober 2017. Zie https://elpais.com/elpais/2017/10/06/inenglish/1507278297_702753.html
- 9.‘Int’l investigators allowed Ukraine to fabricate mh17 evidence – Russia’, rt.com, 28 september 2016. Zie https://www.rt.com/news/360946-mh17-ukrainefabricate-evidence/
- 10.‘“Claims su-25 shot down mh17 unsupportable”’, rt.com, 12 maart 2015. Zie https://www.rt.com/oped/240021-mh17-investigation-su25-ukraine/
- 11.Redactie De Gelderlander, ‘Buk-fabrikant verwerpt conclusies mh17’, De Gelderlander, 10 januari 2017.
- 12.Chris Aalberts, ‘#Bruslog: Thierry Baudet is Neerlands belangrijkste expert over Oekraïne’, ThePostOnline, 19 november 2015.
- 13.Esther de Lange (ppe), parlementaire vragen betreffende ‘De dienst “EU vs Disinformatie”’, 6 februari 2018. Zie http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+WQ+E-2018-000721+0+DOC+XML+V0//NL
- 14.EU vs Disinfo, ‘Change of terminology in the EUvsDisinfo database’, 24 januari 2018. Zie https://euvsdisinfo.eu/change-of-terminology-in-theeuvsdisinfo-database
- 15.Sammy Mahdi, ‘Populisme in de strijd tussen Mondriaan en Pollock’, Christen-Democratische Reflecties 5 (2017), nr. 1 (juli), pp. 18-22, aldaar p. 20. (Respons op: Koen Abts, ‘Lost in modernization? Populisme en maatschappelijk onbehagen’, pp. 9-17.)
- 16.Rudy Bouma, ‘De ontmaskering van een twittertrol: “Natuurlijk lieg ik over mh17”’, website Nieuwsuur, 15 januari 2018.
- 17.Rudy Bouma, ‘mh17: “luchtverkeersleider Kiev” ontmaskerd, hij blijkt een fantast’, website Nieuwsuur, 14 maart 2018.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.