Trump en het ‘you are fake news’
Samenvatting
President Trump gebruikt de term ‘fake news’ om hem onwelgevallige media weg te zetten, terwijl hijzelf lichtzinniger met de feiten omgaat dan alle presidenten voor hem. Zijn aanhangers nemen dat voor lief, omdat de president tenminste in hetzelfde ideologische frame spreekt als zijzelf. Ook zijn zij gevoelig voor nepnieuws uit Rusland. Een verkenning van de achtergrond en de diverse betekenissen die het begrip ‘fake news’ in de Amerikaanse politiek heeft.
Nepnieuws kent verscheidene vormen. In de Nederlandse context wordt het gebruikt als duiding voor bewust misleidende berichten die voornamelijk op sociale media verschijnen en pogen de publieke opinie te beïnvloeden. Veel van deze berichten zijn afkomstig uit Rusland. Al dan niet voortkomend uit of ondersteund door het Kremlin, lijken ze tot doel te hebben het publieke vertrouwen in overheden, feiten, onderzoeken en maatschappelijke normen te ondermijnen.
Verenigde Staten
Momenteel doet voormalig FBI-directeur Robert Mueller onderzoek naar inmenging door Rusland tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016. Tevens doet hij, als Special Counsel, onderzoek naar mogelijke samenwerking tussen de Russen en de campagne van Trump. Tot nu toe is duidelijk geworden dat er veel nepnieuws is: berichten die door nepaccounts van Russische trolls zijn verspreid. Sterker nog: het gaat niet alleen om de verspreiding van nepnieuws, maar ook om het aanmoedigen van groepen kiezers op basis van misleidende informatie en het veroorzaken van chaos in de informatiestroom naar (potentiële) kiezers. Online zijn afbeeldingen te vinden van Hillary Clinton die tegenover de duivel wordt geplaatst en waarbij de keuze weinig subtiel is: met Clinton kies je voor het kwaad. Deze afbeeldingen en andere berichten waren afkomstig van Russische beïnvloeders die, zeer waarschijnlijk aangestuurd door het Kremlin, als taak hadden het vertrouwen in de democratische verkiezingen te ondermijnen. Volgens de gezamenlijke conclusie van de Amerikaanse inlichtingen- en veiligheidsdiensten hadden zij tevens als doel de kandidatuur van Donald Trump te ondersteunen.1 De Amerikaanse Director of National Intelligence laat duidelijk weten wat de rol van Rusland is geweest:
‘Russian efforts to influence the 2016 US presidential election represent the most recent expression of Moscow’s longstanding desire to undermine the US-led liberal democratic order, but these activities demonstrated a significant escalation in directness, level of activity, and scope of effort compared to previous operations.
We assess Russian President Vladimir Putin ordered an influence campaign in 2016 aimed at the US presidential election. Russia’s goals were to undermine public faith in the US democratic process, denigrate Secretary Clinton, and harm her electability and potential presidency. We further assess Putin and the Russian Government developed a clear preference for President-elect Trump. We have high confidence in these judgments.’2
Ongeacht de uitkomsten van het onderzoek van Mueller lijken de gevolgen al zichtbaar. Miljoenen kiezers hebben via Facebook en Twitter nepnieuws gelezen in aanloop naar de verkiezingen. Socialemediagiganten Facebook, Google en Twitter haasten zich om hun platforms op te schonen van nepnieuws om ingrijpende wetgeving uit Washington te voorkomen, maar nog dagelijks komen er berichten naar buiten over de hoeveelheid schade die nepnieuws via sociale media heeft berokkend aan privacy en publiek vertrouwen. Voor- en tegenstanders van Trump hebben het vertrouwen verloren in vele nieuwsorganisaties, en ook in de waarborgen van de verkiezingen. Inmiddels is ook bekend dat er ingebroken is in verkiezingssystemen en kiezerslijsten in verschillende staten, en de huidige federale regering lijkt daar vooralsnog weinig tegen te doen. Als dit het oorspronkelijke doel vanuit het Kremlin was, dan heeft het resultaat ongetwijfeld de verwachtingen overtroffen.
President Trump
‘You’re fake news!’, riep President-elect Trump, terwijl hij wees naar CNN-journalist en Witte Huiscorrespondent Jim Acosta. Dit bekende beeld van de persconferentie van woensdag 11 januari 2016 geldt misschien wel als de wereldwijde introductie van de trumpiaanse versie van ‘fake news’. Voor critici van de president is ‘fake news’ een verwijzing naar onwelgevallige berichtgeving of feiten die door opponenten niet geaccepteerd worden. Toen presidentieel adviseur Kellyanne Conway op 2 februari 2017 op televisie kwam met ‘alternatieve feiten’ aangaande het zogenaamde ‘Bowling Green Massacre’ was de chaos compleet. Conway stelde, tegen de achtergrond van het debat over het toelaten van immigranten uit voornamelijk moslimlanden: ‘I bet it’s brand-new information to people that President Obama had a six-month ban on the Iraqi refugee program after two Iraqis came here to this country, were radicalized, and were the masterminds behind the Bowling Green Massacre. Most people don’t know that because it didn’t get covered.’3 Volgens de presidentieel adviseur hadden de media dus geen verslag gedaan van deze slachtpartij in Bowling Green – niet verwonderlijk, want deze heeft nooit plaatsgevonden.
Wat moet je als nieuwsorganisatie doen wanneer de president en zijn staf stelselmatig verifieerbare feiten negeren, ontkennen of tegenspreken? Wat wanneer je zelf als nieuwsorganisatie als ‘fake news’ wordt bestempeld? Met name CNN heeft grote verbale klappen van president Trump gekregen. Het is gebruikelijk dat Amerikaanse presidenten vanuit het respect voor hun ambt zo veel mogelijk de vrije pers ondersteunen. Dat geldt voor alle geloofwaardige journalisten. Voor CNN is het extra zwaar, omdat de nieuwsorganisatie Trump tijdens de verkiezingscampagne veel vrije (en gratis) zendtijd heeft gegeven. Beelden van een leeg podium met katheder wisten televisie-uitzendingen te vullen, terwijl CNN (en andere media) zaten te wachten op kandidaat Trump. De Democraten klaagden dat Hillary met minder show en meer inhoud nauwelijks zoveel zendtijd kreeg als de chaotische en impulsieve campagne van Trump. Daarom is de kritiek van Trump op CNN opmerkelijk: hij heeft veel aan ze te danken.
Huidige ontwikkelingen
Recent onderzoek heeft uitgewezen dat nepnieuws zich sneller verspreidt door sociale netwerken dan echt nieuws, en mensen zijn daar zelf de oorzaak van.4 Onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology concludeerden dat ‘false news reached more people than the truth; the top 1% of false news cascades diffused to between 1000 and 100,000 people, whereas the truth rarely diffused to more than 1000 people. Falsehood also diffused faster than the truth. The degree of novelty and the emotional reactions of recipients may be responsible for the differences observed.’5 De onderzoekers stellen dus dat nepnieuws meer mensen heeft bereikt dan op feiten gebaseerde informatie. Het verspreidde zich ook sneller, en daarbij spelen vooral menselijke factoren een rol.
Dat nepnieuws zich sneller verspreidt over sociale platforms dan echt nieuws heeft de impact van nepnieuws op de verkiezingen van 2016 vergroot. Met minder inspanning en meer impact hebben, zoals het ernaar uitziet, Russische trollen chaos kunnen creëren in de manier waarop kiezers geïnformeerd worden, zodat leugens zich als feiten konden verspreiden. Dit geldt niet alleen de beïnvloeding van de verkiezingscampagne van 2016. Er zijn daadwerkelijke voorbeelden van hoe een nepnieuwsbericht een bijna dodelijke impact heeft gehad in de werkelijke wereld. In december 2016 kwam een gewapende man een pizzeria in Washington D.C. binnen, in de veronderstelling daar kinderen uit een door Hillary Clinton geleid seksnetwerk te moeten redden. Niets was echter minder waar, en de man is door de politie in hechtenis genomen zonder dat er slachtoffers vielen. Edgar Welch uit North Carolina was naar de federale hoofdstad gekomen op basis van nepnieuwsberichten en leugens over de Clintoncampagne na het uitlekken van campagnemails via WikiLeaks.6
Amerika en de werkelijkheid
Kan het begrip ‘fake news’ verklaard worden vanuit een diepere betekenis van hoe in de VS naar de werkelijkheid wordt gekeken? Naast een grote groep Amerikaanse burgers, wetenschappers en journalisten die zich afzetten tegen de trumpiaanse notie van ‘fake news’ en die daar in de Amerikaanse media en online veelvuldig een andere werkelijkheid tegenover stellen, bestaat er een groep Amerikanen voor wie ‘truth’ een andere betekenis heeft. Waar voor de eerstgenoemde groep de werkelijkheid gestoeld moet zijn op onomstotelijk bewezen feiten, verifieerbaar onderzoek en – het liefst – controleerbare data, beleeft laatstgenoemde groep een ‘post-truth’ Amerika.
De Franse socioloog Jean Baudrillard heeft onderzoek gedaan naar de manier waarop Amerikanen omgaan met de originaliteit van dingen. Hij keek naar de verbroken relatie tussen een origineel exemplaar en een kopie. Immers, wat is het verschil tussen een renaissancekasteel uit Frankrijk en een nagebouwd exemplaar in Disneyland? Europeanen hechten aan het origineel, dat staat voor de adellijke klasse en de wedergeboorte van Europese kunst en intellectualisme na de donkere dagen van de middeleeuwen. Voor veel Amerikanen is het gewoon een mooi kasteel waarvan een gekopieerd exemplaar een amusementspark kan sieren. Dit lijkt een verre stap van fake news vandaan, maar komt vanuit de gedachte van Baudrillard op hetzelfde neer: moeten feiten of nieuwsberichten een originele of waarheidsgetrouwe waarde hebben, of zijn de termen ook los te koppelen van wat wij al generaties lang met de termen ‘feiten’ en ‘nieuws’ associëren?
Baudrillard beschreef het als volgt in zijn boek America uit 1988: ‘America ducks the question of origins; it cultivates no origin or mythical authenticity; it has no past and no founding truth. Having known no primitive accumulation of time, it lives in a perpetual present. Having seen no slow, centuries-long accumulation of a principle of truth, it lives in perpetual simulation, in a perpetual present of signs.’7
Vanuit het denken van Baudrillard is dit te wijten aan het ontstaan van de Verenigde Staten: vrij van eeuwenlange feodale strijd zoals die op het Europese continent heeft plaatsgevonden, maar geboren uit idealen die door verlichte denkers in de Declaration of Independence zijn opgenomen. Volgens Baudrillard bestaat er een Amerikaanse notie van, in dit geval, woorden en symbolen waarbij de betekenis (of datgene waar ze voor staan) losstaat van de oorspronkelijke betekenis. Dit zou kunnen verklaren waarom fake news voor sommigen een betekenis kan krijgen buiten datgene waar het oorspronkelijk voor staat. Nepnieuws is dan niet meer wat we aanvankelijk beschouwden als ‘onjuist nieuws’, en in het geval van Trump slaat het op berichtgeving die niet past binnen het ideologische kader van veel kiezers. Voor veel aanhangers van de president is wat hij zegt het ideologische frame van waaruit naar de werkelijkheid wordt gekeken. Woorden krijgen daarmee een betekenis die losstaat van de oorspronkelijke betekenis, maar die verbonden is met hun huidige werkelijkheid: Trump.
Uit peilingen blijkt dat een derde van de Amerikaanse kiezers de verbroken relatie van Trump met de werkelijkheid voor lief lijkt te nemen; ook hijzelf lijkt (soms) te beseffen dat wat hij zegt niet de waarheid is. Zo had Trump onlangs een gesprek met de Canadese premier Justin Trudeau waarin hij beweerde dat de VS een groot handelstekort heeft ten opzichte van Canada. Trudeau betwistte dit (en had gelijk), en Trump gaf later toe niet te weten of zijn eigen bewering wel klopte. Dat weerhield hem er echter niet van bij zijn standpunt te blijven, en later werd dit bevestigd in de officiële woordvoeringslijn van het Witte Huis.8
Witte Huiscorrespondent van The New York Times Peter Baker trekt een paar pittige conclusies. Volgens de peilingen hebben Amerikanen al lang geleden besloten dat Trump oneerlijk is, aldus Baker. Hoewel ook eerdere presidenten, en andere politici, niet altijd de waarheid hebben verteld, is het aantal leugens nog nooit zo groot geweest als onder Trump. Baker citeert Bill Adair, oprichter van de Pulitzerprijs-winnende en niet-partijgebonden website PolitiFact: ‘He seems so willing to say whatever suits him at that moment regardless of whether it’s true.’9
Historicus Van Veldhuizen waarschuwt voor vervreemding van de mensen die in vertrouwen achter Trump aanlopen, de zogenoemde ‘post-truthers’: ‘(…) omdat het een groep mensen letterlijk versimpelt vanwege hun elastische omgang met de feiten. Hun eigen waarheid wordt slecht gezien. (…) we doen er geen goed aan om degenen die ontvankelijk zijn voor Trump en andere populisten (…) als onnozele slachtoffers te zien. Wie deze mensen serieus wil nemen, moet hun verhaal begrijpen. Niet om het ermee eens te zijn, wel om te zien wat ze denken.’10 De notie dat ‘Mr. Trump’s supporters do not see deception, they see a commitment to winning’ is dus een beginpunt in de zoektocht naar wat Amerikaanse kiezers beweegt.11
De term ‘fake news’ heeft een wervelende introductie gemaakt in het wereldwijze lexicon van politieke termen. Het complexe aan dit vraagstuk is dat enerzijds uit onderzoek blijkt dat mensen in nepnieuws zijn gaan geloven en de verspreiding ervan erg snel gaat, en dat anderzijds werkelijk nieuws (op feiten en onderzoek gebaseerd) als fake news wordt weggezet. We moeten daarom eerst zelf leren begrijpen welke facetten fake news heeft, om vervolgens de achtergronden te doorgronden van de grote groepen kiezers die erin geloven. Pas als dat gebeurd is, kunnen we fake news ontmaskeren en er de echte werkelijkheid tegenover zetten.
Noten
- 1.Zoals blijkt uit verklaringen van de dni en de cia en uit de recente aanklachten die Mueller tegen een dertiental Russen heeft opgesteld; Axios, ‘Mueller indicts 13 Russians for election meddling’, Axios.com, 16 februari 2018.
- 2.Intelligence Community Assessment, Assessing Russian activities and intentions in recent us elections. ica, 6 januari 2017, p. ii.
- 3.Clare Foran, ‘Kellyanne Conway and the Bowling Green Massacre that wasn’t’, The Atlantic, 3 februari 2017.
- 4.Steve Lohr, ‘It’s true: False news spreads faster and wider. And humans are to blame’, website The New York Times, 8 maart 2018.
- 5.Soroush Vosoughi, Deb Roy en Sinan Aral, ‘The spread of true and false news online’, Science 359 (2018), nr. 6380, pp. 1146-1151.
- 6.Berichtgeving over wat in de vs ‘Pizzagate’ wordt genoemd: wjla, ‘Washington pizzeria attack blamed on fake news’, Times Video, 6 december 2016; en Cecilia Kang en Adam Goldman, ‘In Washington pizzeria attack, fake news brought real guns’, website The New York Times, 5 december 2016.
- 7.Jean Baudrillard, America. Londen: Verso, p. 76. (Oorspronkelijk: Amérique. Parijs: Bernard Grasset, 1986.) Citaat samengevat: ‘Amerika ontloopt de vraag van wat origineel is; het onderhoudt geen origineel of mystieke authenticiteit; het heeft geen verleden of oorspronkelijke werkelijkheid.’
- 8.Peter Baker, ‘Trump and the truth. A president tests his own credibility’, website The New York Times, 17 maart 2018.
- 9.Baker 2018.
- 10.Adriaan van Veldhuizen, ‘De geschiedenis van de lange neus. Post-truth en de ervaring van de waarheid’, De Groene Amsterdammer, 25 januari 2017.
- 11.Baker 2018.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.