Kuypers komische opera
Samenvatting
In dit Intermezzo belichten we een politicus uit de tijd van de verzuiling, die tegelijk journalist of zelfs hoofdredacteur was. Hoe ging Abraham Kuyper (ARP en De Standaard) om met zijn dubbelfunctie?

Abraham Kuyper Bron: Fotoarchief Eerste Kamer
Dat Abraham Kuyper (1837-1920) een geweldenaar was, is een beeld dat velen nog wel hebben. Hij was Kamerlid en premier, stichtte de eerste politieke partij, een eigen universiteit en zelfs een (mislukte) kerk. Minder bekend is zijn hoofdrol: meer dan een halve eeuw was hij journalist, en hij leidde het jonge journalistengilde.
Gek werden ze van hem. Wanneer antirevolutionairen iets wilden, in de Kamer of in de regering, konden ze de krant al spellen. Die krant was De Standaard, en het roer daarvan was stevig in handen van Kuyper. En laat dat nou een man zijn van onvermurwbare principes. Of beginselen, zoals hij zelf schreef. De wereld draaide volgens Kuyper letterlijk om beginselen: tijdloze, aan de werkelijkheid voorafgaande oeropties waaraan onze ideeën en de hele cultuur ontspringen. In de Angelsaksische wereld geldt Kuyper nog altijd als de man die de onvermijdelijke world-view van de mens op de kaart heeft gezet.
In de politiek kunnen zulke ideeën lastig zijn. Zijn partijgenoten ondervonden dat nogal eens. Toen ze eindelijk het liberale monopolie wisten te breken en met veel balanceerkunst een eigen coalitie optuigden – we schrijven 1888 – troffen ze Kuyper op hun pad. Vanuit zijn veilige redactiestoel bleef hij hen bestoken met zijn antirevolutionaire eisen, klaagden ze. Hij had gemakkelijk praten, hij stond niet met zijn klompen in de modder. Maar toen ze hem uitdaagden en Kuyper zelf weer plaatsnam in de Kamer (1894-1901), als politiek leider nog wel, werd het er niet beter op.
Al vanaf het begin van zijn journalistieke carrière had Kuyper veel werk gemaakt van, jawel, zijn journalistieke principes (grondiger dan wie ook, in die tijd). De kern luidt dat journalistiek volstrekt onafhankelijk dient te zijn. ‘Zelfstandigheid’ heet dat bij Kuyper: vrij tegenover de politieke machten en zo mogelijk ook de economische, enkel gestuurd door ideeën en beginselen. De openbare discussie moet vrij zijn.
Dat houdt hij in 1895 letterlijk collega Lohman voor, wanneer deze zich weer eens beklaagt. Kuyper leest hem die les in een ingezonden brief in, inderdaad, zijn eigen krant. Lezer Kuyper krijgt namelijk van hoofdredacteur Kuyper beleefd de ruimte om een persoonlijke kopstoot uit te delen. De Standaard zelf is immers onafhankelijk, nietwaar.
In 1901 zijn eindelijk de rollen omgekeerd. Als premier (1901-1905) legt Kuyper zijn journalistieke werk neer. Maar Kuyper zou Abraham niet zijn als de ‘journalistminister’ – zoals hij half-afkeurend wordt genoemd – ook dan niet de zaken naar zijn hand zou weten te zetten.
Als premier kan hij immers ook de krant bedienen. Het interview is in die jaren een nog maar net uit Amerika overgewaaide nieuwigheid, maar Kuyper houdt ervan. Tientallen geeft hij er, vooral aan buitenlandse journalisten. Niet alleen is hij de eerste Nederlandse premier die dat doet, maar hij beschouwt de ‘persmuskieten’ (zijn vondst!) ook als collega’s, en praat vrijuit. Veel te vrij, vindt haast iedereen, en interviews met Kuyper worden gelezen als de tweets van Trump: met een mengeling van sensatie en ongemak om wat hij nu weer publiekelijk durft te stellen.
Sterker: volgens insiders blijft hij stiekem ook in De Standaard schrijven. Onder journalisten – hij was hun leider in de eerste landelijke journalistenclub – gaat het verhaal dat hij tijdens Kamerdebatten zelfs zijn manchetten vol pent met kopij. Krantenartikelen zijn in deze tijd nog anoniem, al is Kuypers stijl zo herkenbaar als de huid van Ezau.
In 1902 schaakt hij mee op het bord van de internationale politiek. In het Torentje laat een paar keer journalist Alexander Cohen langskomen. Nu was Cohen als anarchist veroordeeld en naar Frankrijk gevlucht, maar Kuyper ontvangt het enfant terrible joviaal, en ze zijn dikke maatjes. Cohen kan zijn verhaal kwijt bij de grote kranten van Parijs, en de volgende dag staat Kuypers boodschap op de voorpagina’s van The Times en The New York Times.
Op veel interviews met Kuyper reageren opiniemakers trouwens afwijzend: nepnieuws, menen ze. Dat kan de Nederlandse premier onmogelijk hebben gezegd: die buitenlandse interviewers willen scoren met goedkope sensatie.
Echt nepnieuws is er ook. Zo duikt in 1902 in Londen het verhaal op dat de Nederlandse premier niet alleen veel boeken, maar zelfs een opera op zijn naam heeft staan. In New York is het even later al een komische opera. Het verhaal – dat zijn oorsprong vindt in het feit dat Kuyper de theologische werken (opera) van Franciscus Junius had uitgegeven – gaat nog jarenlang de wereld rond, en dat terwijl Kuyper gruwde van opera.
En in 1914 heeft een Amerikaanse krant nog een interview met de broer van Kuyper. Alleen: Kuyper had geen broer.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.