‘Gemeenschapszin is een werkwoord’
Samenvatting
Dave Ensberg-Kleijkers is kritisch over de manier waarop binnen het CDA het debat wordt gevoerd over identiteit en gemeenschapszin. Het mag ruimhartiger, minder benauwd en eenzijdig. Hij stelt: ‘Als onze politieke vereniging mensen bij elkaar wil houden en wil praten over thema’s als gemeenschapszin, dan moeten we zelf in die vereniging ook die gemeenschapszin tentoonspreiden, in woord en daad. Dat doen we niet door negatieve paradigma’s zonder feitelijke onderbouwing te hanteren, zoals partijgenoot Verhagen in 2011 deed toen hij als minister van Buitenlandse Zaken verkondigde dat “de multiculturele samenleving” mislukt was. Wat zeg je dan precies? De multiculturele samenleving is een onmiskenbaar gegeven, en de samenleving is geen statisch “ding” dat kan mislukken. Wij, personen met multicultureel DNA vanuit de hele wereld, vormen en ontwikkelen haar dagelijks in de praktijk.’
‘Belangrijk is: net als de economie is ook de samenleving psychologie. Alles wat we zeggen, en ook de manier waarop, is bepalend voor de uitkomst; dat is de essentie van framing. Het debat over integratie en culturele diversiteit wordt vanuit een negatief frame gevoerd en staat vooral in het teken van “wij” versus “zij”: nieuwkomers moeten zich aanpassen. Ik mis daarbij solidariteit en compassie met de kwetsbaarste mensen van de wereld, met mensen die gevlucht zijn uit bijvoorbeeld veiligheidsoverwegingen. Sterker: er wordt gesproken over Afrika als een continent waar allemaal potentiële criminelen zitten die ons land gaan veroveren. We miskennen daarbij volledig de historische context: de achterstanden van Afrika en andere continenten zijn vooral ontstaan door eeuwenlange kolonisatie vanuit het Westen. Als je wilt voorkomen dat mensen hierheen komen, moet je erkennen dat wij het speelveld zullen moeten rechttrekken dat door ons toedoen is scheefgegroeid: we hebben die continenten eeuwenlang uitgebuit.’

DAVE ENSBERG-KLEIJKERS (1984)
***
‘We gaan als Nederland al jarenlang prat op onze tolerantie, maar zijn helaas intolerant op tal van aspecten van onze culturele identiteit, zoals blijkt uit de discussies rond discriminatie door de politie en rond Zwarte Piet. Het tolerante Nederland waarin Surinaamse Nederlanders dachten terecht te komen, bestaat niet.’
‘Het christendemocratische CDA roept vanuit zijn eigen pluriforme en religieuze identiteit op landelijk niveau onvoldoende op tot verbinding met nieuwkomers. Nederlanders van Surinaamse of multiculturele komaf zeggen dan:“Wat moet ik met het CDA? Het is een kille rechtse partij geworden die niets met of voor ons wil doen.” Ze zien een wit bolwerk en horen dat diversiteit een vervelende vorm van cultuurrelativisme is. Zo voelen migrantenchristenen zich slecht vertegenwoordigd, en ze lopen massaal over naar de ChristenUnie.’
‘De diversiteit op de landelijke kandidatenlijst was ver te zoeken. De aanwezigheid van rolmodellen op die lijst (zoals in het verleden Kathleen Ferrier) is echter cruciaal om het verlangen tot politieke participatie op te wekken.’
***
‘Juist het CDA, de partij van de pluriformiteit, profileert zich momenteel op één bepaalde vorm van Nederlandse identiteit, namelijk de joods-christelijke, die echter in de geschiedenis nooit als een vastomlijnde identiteit of cultuur heeft bestaan. Deze identiteit wordt nu, zonder intern partijdebat, geponeerd als de norm, en dat stoort mij.’
‘Waarom spreken we niet – in lijn met de aanbevelingen uit het CDA-rapport Gedeelde waarden uit 2013 – van een abrahamitische traditie, een die de joodse, de christelijke én de islamitische traditie omvat? Dat doet recht aan de gemeenschappelijke, universele en verbindende verhalen waaruit deze godsdiensten putten, en verrijkt enorm ons repertoire van communicatie richting de islamitische gemeenschap. Erken dat moslims zowel in het verleden als in het heden hebben bijgedragen aan ons koninkrijk, zeker toen Indonesië, als overwegend islamitisch land, nog bij Nederland hoorde. We zeggen daarmee ook: islamitische Nederlanders horen erbij, en we sluiten elke vorm van radicale religiositeit uit. We willen niets te maken hebben met fundamentalisme en elke vorm van religie die intolerantie predikt of theocratie voorstaat. Begin met de erkenning dat de gematigde islam bestaat in Nederland, en niet met het ontkennen ervan. Het zou van lef getuigen als Buma in een van de grootste moskeeën van het land zou speechen over gedeelde waarden en hoe we dit land samen verder kunnen opbouwen. Dat zou symbolisch zo krachtig zijn!’
***
‘Samenleven in het groot werkt hetzelfde als samenleven in het klein, zoals in de klas van één van mijn multiculturele scholen. Het gaat steeds om het besef in een gedeelde ruimte te zitten, waarin mensen elkaar aanspreken op zaken die goed en fout gaan. Als mensen de ruit van je lokaal ingooien of erger, is optreden en het handhaven van normen op zijn plaats, en niet eindeloos theedrinken. In de klas begint ook de opvoeding tot wereldburgerschap, de cultivering van het besef onderdeel te zijn van een wereldwijde gemeenschap van mensen.’
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.