Europa’s hellevaart
Samenvatting
Douglas Murray beschrijft in zijn boek vooral de kwalijke kanten van de immigratie van moslims in Europa. Als zodanig kan zijn boek worden beschouwd als een opvolger van While Europe slept van Bruce Bawer.’1 Wieis Murray? Hij is een intellectueel, neoconservatief en homoseksueel (evenals Bawer), schuwt de publiciteit niet en ondervindt daardoor bedreiging met fysiek geweld. Hij noemt zichzelf een christelijke atheïst: een ongelovige die het betreurt dat de rest van het volk ook van zijn geloof valt, inclusief de daarbij horende normen en waarden. Wat dat betreft kun je hem de Pim Fortuyn van Engeland noemen. Murray haalde met zijn boek de eerste plaats op de bestsellerlijst van The Sunday Times. Evenals het CDA rond de eeuwwisseling trachtte de veenbrand te begrijpen waaraan Fortuyn woorden gaf, moeten we ook vandaag onze oren en ogen openhouden voor wat op het eerste gezicht misschien een onwelgevallige mening lijkt. In 2002 won het CDA daar veertien zetels mee.
Douglas Murray
The strange death of Europe. Immigration, identity, Islam
Bloomsbury | 2017 | 343 pp. | € 15,99 | ISBN 9781472942241
Centraal thema bij Murray is dat de instroom van moslims in Europa komt op een moment dat de geestelijke leegheid in Europa haar voltooiing nadert. Al jarenlang wordt de immigratie een topprioriteit genoemd, wordt er gesproken over aanpassing, integratie en assimilatie, maar het blijft bij woorden. Onder het publiek is er weinig steun voor deze immigratie, maar de elite lijdt aan cognitieve dissonantie. Eerdere signalen, zoals de moord op Pim Fortuyn en Theo van Gogh en het gedwongen vertrek van Ayaan Hirsi Ali uit het parlement en uit Nederland, zorgen hooguit voor kortstondige rimpelingen. De multiculturele samenleving is een keizer, maar wel een zonder kleren aan.2 Veel moslims gaan uit van de minderwaardigheid van vrouwen, beschimpen homoseksualiteit, zijn antisemiet en verbieden afvalligheid van het islamitisch geloof. Een moderne, verlichte islam is volgens Murray een illusie. Als er al pogingen in die richting zijn ondernomen, zijn ze altijd mislukt.3
***
Deze islam trekt Europa binnen, terwijl dat in grote verwarring verkeert. Murray somt op: sinds enkele decaden wentelt een spraakmakend deel van Europa zich in een collectieve schuld. De zonden der vaderen worden bezocht aan de kinderen tot in het vierde geslacht. Kolonialisme, racisme, Columbus en de slavernij beleven een opleving. De Europese Unie ligt op haar gat. De verdragen van Schengen en Dublin worden met voeten getreden, met als gevolg dat nationale grenzen weer in ere worden hersteld, soms met prikkeldraad en al. Er ontstaat een gevoel van: we moeten er maar mee leren leven. In Duitsland wordt slechts tien procent van de verkrachtingen door asielzoekers aangegeven. Van de aangiften die het tot een rechtszaak brengen leidt slechts acht procent tot een veroordeling.4 De rechtsorde komt zo onder zware druk te staan. Een druk die nog wordt verergerd als in landen als Zweden en Duitsland in 2015 een miljoenenstroom van vluchtelingen wordt welkom geheten, terwijl bekend is dat het merendeel van deze vluchtelingen bestaat uit economische gelukzoekers, die eigenlijk het land op de kortst mogelijke termijn moeten verlaten. Daarvoor zijn echter geen instrumenten aanwezig. Het gevolg is dat er honderdduizenden illegalen in Europa verblijven en het vertrouwen in de politiek afneemt. Europa wordt vermoeid. De tijd dat religie een bron van energie was, is voorbij. Het geloof in de autonome mens werd door de autonome mens zelf om zeep geholpen in een eeuw waarin communisme en fascisme miljoenen slachtoffers maakten. Wat rest is een gevoel van wantrouwen tegenover alles wat als waarheid wordt verkocht, en er wordt gevlucht in plezier, entertainment en consumptie. Het enige waardeoordeel dat nog leeft, is dat een waardeoordeel verkeerd is.5 Overigens blijkt hier een kloof tussen West- en Oost-Europa. Het Westen leeft nog met de herinnering aan de verdrijving van de Joden uit hun midden; het Oosten daarentegen leeft met de herinnering aan Russische overheersing en wijst een nieuwe immigratie tegen zijn wil af. Een nieuwe ontwrichting van de maatschappij, nu door de islam, wordt met kracht afgewezen. Het Westen reageert vol onbegrip en denkt met quota de zaak te redden, alsof het visserijpolitiek betreft.6
Murray haalt de Duitse jurist en theoloog Böckenförde aan, die zich al in de jaren zestig van de vorige eeuw afvroeg of de vrije, geseculariseerde staat berust op normatieve veronderstellingen die hij zelf niet kan garanderen.7 De joods-Grieks-christelijke wortels van de westerse cultuur zijn na de dood van God uitgelopen op de rechten van de mens. De Universele verklaring van de rechten van de mens zou de handtekening van Jezus kunnen dragen, maar niet die van Mohammed, zo stelt Murray. Mohammed heeft een eigen versie van de mensenrechten, de Caïro-verklaring, waarin de Universele verklaring op het procrustesbed van de sharia wordt bijgesneden: vrouwen blijven minderwaardig en vrijheid van godsdienst uitgebannen.8 In de praktijk blijken de mensenrechten een ondraaglijke oppervlakkigheid te bezitten, omdat ze de verankering van een eeuwenoud geloof missen en zo tot een fataal nihilisme kunnen leiden.
Eigenlijk tegen beter weten in ziet Murray als enige uitweg – en hij zegt het paus Benedictus na – dat het Westen zich weer gaat gedragen alsof God nog bestaat.9 En daarbij zou het goed zijn als de deugdethiek van Aristoteles van stal wordt gehaald en dat eindelijk eens aan de deugd van de rechtvaardigheid voorrang wordt gegeven boven die van de barmhartigheid. De volken van Europa wordt onrecht aangedaan. Europa moet beseffen dat het niet alle wereldproblemen kan oplossen en dus ook niet alle vluchtelingen kan toelaten. Murray pleit voor opvang in de regio, voor het afhandelen van asielverzoeken buiten Europa, voor effectieve terugkeer van gelukzoekers, en voor tijdelijk asiel. Het lijkt wel alsof de schrijvers van het regeerakkoord een aantal aanbevelingen van Murray hebben gekopieerd.10 Murray eindigt in mineur. Hij ziet in de politiek een vooruitschuiven van de problemen, vreest dat de autochtonen minderheden zullen worden, en dat een zachte landing langzamerhand onmogelijk wordt. Er is geen fatsoenlijk antwoord voor de toekomst en het wachten is op de fatale klap.
***
Wat hiervan te vinden? In de eerste plaats getuigt het van moed dat Murray deze koe bij de hoorns vat. Kritiek op de islam is niet zonder gevaar. Vraag het Wilders maar. Paul Cliteur kondigde aan zich te matigen in zijn kritiek op de islam, en de Deense cartoonist Kurt Westergaard stoot zich geen tweede keer aan dezelfde steen. De vrijheid van meningsuiting is dan in het geding.
In de tweede plaats moet je je afvragen wat het effect is van een dergelijk boek. Werkt het niet averechts? In de kwantummechanica is het bekend dat een object verandert door de waarneming en in de economische wetenschap kennen we de Lucas-kritiek,11 die stelt dat doorrekening van een beleidsvoornemen met een econometrisch model tot onjuiste resultaten leidt, omdat kennis van het voorgenomen beleid het model verandert. Murray zou met zijn boek de gematigde moslims in de hoek kunnen drijven van de fundamentalisten, omdat ze zich aangevallen voelen. Het gevaar van generalisatie is aanwezig. De islam is geen homogene massa, maar breng die nuancering maar eens effectief aan. Het gevaar is dat de nuance verdwijnt en de toon verhardt. Het is echter te gemakkelijk om het boek alleen op die gronden geheel te verwerpen.
In de derde plaats zijn de vooroordelen bij dit onderwerp bijna onoverkomelijk. Deze vooroordelen bestaan bij de gratie van een onderscheid tussen het gewone volk en de elite. Het gewone volk12 herkent zich in de analyse van Murray en ziet de oprukkende islam als een gevaar. Er bestaat een beeld van buitenlanders die banen en woningen inpikken en een afwijkend waardesysteem hebben.13 Ze eisen respect en zijn eergevoelig, maar mijn en dijn wordt nauwelijks uit elkaar gehouden. Een groot deel van de al of niet georganiseerde criminaliteit hebben ze in handen. De elite daarentegen knuffelt Marokkanen en Turken, ziet ze als een verrijking van onze samenleving, en ook al heeft zeventig procent van de jonge Marokkanen als verdachte contact gehad met de politie,14 dan toch zijn ze eerder slachtoffer dan dader als ze op de arbeidsmarkt kritisch tegen het licht worden gehouden.15 En als vanuit de elite door leiders als Maxime Verhagen en Sybrand Buma getracht wordt begrip op te brengen, niet alleen voor de gematigde moslims, maar ook voor de gewone man, dan worden zij uit de groep gestoten als aanhangers van Wilders of Trump.16 Framen wordt dan belangrijker dan luisteren.
Een stap verder, in de vierde plaats, gaat de kritiek die alles wat Murray naar voren brengt ontkent. Deze opvatting heeft enige ondersteuning vanuit de protestantse theologie, bij monde van de voorlaatste theoloog des vaderlands, Janneke Stegeman.17 Vanuit dit kamp moet dan allereerst afstand worden genomen van onze joods-Grieks-christelijke wortels. Aristoteles, Aquino, Spinoza en Kant, Mozart en Bach, Caravaggio, Rembrandt en Chagall, Thomas Mann en Lev Tolstoj worden met terugwerkende kracht uit onze traditie gekerfd. Als dat gelukt is, kun je beweren dat ‘de zorgen van de moslims zelf net zo belangrijk zijn als die van ons’.18 De westerse cultuur is dan niet langer superieur aan de islam, maar staat op voet van gelijkheid. De zorgen van de witte Nederlander over de minderwaardigheid van vrouwen, homoseksuelen, afvalligen en joden bij moslims kun je dan wegstrepen tegen de zorgen van moslims over de gelijkheid van vrouwen, homoseksuelen, afvalligen en joden bij de witte Nederlanders. De rol voor de witte Nederlanders met hun privileges is die van luisteraar en zwijger, ongemak aanvaarden en aanvallen doorstaan; je leert ervan.
In de vijfde plaats zijn er de bruggenbouwers: zij die een brug willen slaan tussen de westerse cultuur en de islam. Op dit pad kwamen we Verhagen en Buma al tegen. Een dergelijke brug zal er niet komen zonder duidelijke piketpalen. Grapperhaus is in dit opzicht erg duidelijk. Het zal niet gaan zonder wederzijdse assimilatie. De nieuwkomers moeten zich ‘committeren aan de inrichting, cultuur en gewoonten van de samenleving waar zij binnentreden’. Maar de nieuwkomers kunnen wel ‘op een natuurlijke wijze nieuwe elementen meebrengen, mits die verenigbaar zijn met de in de samenleving bestaande cultuur, en vooral de wetten’.19 Maar vrijblijvend is het niet. Het is een keus tussen ‘onvoorwaardelijke integratie of terugkeer naar een samenleving die […] wél de fundamentalistische principes onderschrijft’.20
Ten slotte Europa. Europa bevindt zich in een bijna permanente staat van crisis. De verdragen van Schengen en Dublin liggen op hun gat, Groot-Brittannië verlaat de EU, de muntunie is nog steeds verre van voltooid, de Verenigde Staten zijn niet langer de verdedigers van Europa, de oostflank van Europa ligt gapend open, en het zwaartepunt in de wereldorde verschuift naar het Oosten.21 Adam Smith schreef zijn Wealth of Nations in 1776. Vanaf die tijd nam Europa de leidende rol in de ontwikkelde wereld na twaalfhonderd jaar over van het Oosten.22 Volgens Ian Morris zal nog deze eeuw het Oosten, onder leiding van China, deze leidende rol weer op zich nemen. Europa was een intermezzo. Zo krijgt de vreemde dood van Europa een wat wijder perspectief.
Noten
- 1.Bruce Bawer, While Europe slept. How radical Islam is destroying the West from within. New York: Broadway Books, 2006.
- 2.Murray behandelt deze Nederlandse connectie in hoofdstuk 8 van zijn boek, ‘Prophets without honour’. Douglas Murray, The strange death of Europe. Immigration, identity, Islam. Londen: Bloomsbury, 2017, pp. 134-141.
- 3.Murray 2017, p. 154.
- 4.Murray 2017, p. 197.
- 5.Murray 2017, p. 225.
- 6.Luuk van Middelaar wijst hierop. Het Westen denkt dit vraagstuk bureaucratisch te kunnen regelen, terwijl politiek handelen is vereist. Luuk van Middelaar, De nieuwe politiek van Europa. Groningen: Historische Uitgeverij, 2017.
- 7.Murray 2017, pp. 260-261.
- 8.Dit brengt Bolkestein ertoe de westerse cultuur superieur te noemen ten opzichte van de moslimwereld. Frits Bolkestein, De intellectuele verleiding. Gevaarlijke ideeën in de politiek. Amsterdam: Bert Bakker, 2011, p. 264.
- 9.Murray 2017, p. 306.
- 10.VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, Vertrouwen in de toekomst. Regeerakkoord 2017-2021. Den Haag, 10 oktober 2017, paragraaf 4.5.
- 11.Robert E. Lucas, Jr., ‘Econometric policy evaluation. A critique’, in: Karl Brunner en Allan H. Meltzer (red.), The Phillips curve and labor markets. North-Holland, 1976, pp. 19-46.
- 12.Wie graag een semantische discussie wil beginnen over het gewone volk, leze: Jos Palm, De gewone man. Een kleine mensheidgeschiedenis. Amsterdam: Atlas Contact, 2017.
- 13.Marjan de Gruijter, Eliane Smits van Waesberghe en Hans Boutellier, ‘Een vreemdein eigen land’. Boze autochtone burgers over nieuwe Nederlanders en de overheid. Amsterdam: Aksant/Forum, 2010.
- 14.Sociaal en Cultureel Planbureau, Integratie in zicht? De integratie van migranten in Nederland op achtterreinen nader bekeken. Den Haag: SCP, 2016, p. 162.
- 15.Bijvoorbeeld Ernst Hirsch Ballin en Paul van Geest, ‘Maatschappelijke scheidslijnen mogen geen breuklijnen worden’, in: Gerrit de Jong en Jan Prij (red.), Vrijhandel onder druk (CDV Herfst 2017). Amsterdam: Boom, 2017, pp. 18-23, aldaar p. 22.
- 16.Zo reageerde Hans Goslinga op een toespraak van toenmalig CDA-leider Maxime Verhagen over populisme tijdens een CDV-symposium op 28 juni 2011 met: ‘Nog even en Verhagen haalt de PVV rechts in’ (Trouw, 10 september 2011); en op de recente HJ Schoo-lezing van de huidige CDA-leider Sybrand Buma met: ‘Buma ontpopt zich als een Trump-light’ (Trouw, 10 september 2017).
- 17.Janneke Stegeman, Alles moet anders! Bevrijdingstheologie voor witte Nederlanders. Utrecht: Boekencentrum, 2017.
- 18.Stegeman 2017, p. 43.
- 19.Ferdinand Grapperhaus, Rafels aan de rechtsstaat. Amsterdam: Prometheus, 2017, p. 30.
- 20.Grapperhaus 2017, p. 76.
- 21.Zie: Peter Frankopan, The silk roads. A new history of the world. Londen: Bloomsbury, 2015.
- 22.Ian Morris, De val van het Westen. Hoe lang houdt de Westerse dominantie nog stand? Utrecht: Spectrum, 2011, p. 510.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.