Een felle aanklacht tegen een wantrouwende overheid
Samenvatting
De eerste scène zet de toon. Het beeld blijft op zwart, zodat de kijkers zich alleen hoeven te concentreren op de dialoog die volgt. Een vrouwenstem stelt vragen: ‘Kunt u meer dan vijftig meter lopen zonder hulp van anderen? Kunt u uw arm optillen om iets in uw zak te stoppen? Kunt u uw armen en handen naar uw hoofd brengen alsof u een hoed opzet? Kunt u de toetsen van uw telefoon indrukken? Verliest u weleens de controle waarbij uw darmen totaal leeglopen? Kunt u zoiets eenvoudigs als een wekker instellen?’ Aan de hand van de antwoorden van haar gesprekspartner, een man, kan de interviewster bepalen of hij nog recht op een uitkering heeft. Op de eerste twee vragen reageert hij nog met onderdrukte tegenzin met ‘Ja’, maar al snel raakt zijn geduld op: ‘Ik heb een zware hartaanval gehad, kunnen we het daarover hebben?’ Ze geeft geen krimp: ‘Op deze manier toont u zich weinig constructief. Wilt u de vragen gewoon beantwoorden.’ De vrouwenstem is perfect gecast: die klinkt plichtmatig vriendelijk, maar door de snelheid en dictie waarmee de zinnen worden uitgesproken, wordt duidelijk dat ze ingestudeerd zijn, geleerd op de training ‘Gesprekstechnieken voor de omgang met lastige klanten’.
* * *
Met I, Daniel Blake heeft de geëngageerde Britse filmmaker Ken Loach niets minder dan een aanklacht opgesteld, en wel een tegen het bij politiek en overheid dominante beeld van de mens als calculerend wezen die zich enkel en alleen laat leiden door eigenbelang. Als hij kan profiteren van regels en voorzieningen, ook als die niet voor hem zo zijn bedoeld, dan zal die mens dat niet nalaten. En dus richt de overheid haar processen en protocollen zo in dat het wantrouwen alleen nog door die plichtmatige en op trainingen ingestudeerde beleefdheid wordt verhuld. Uit de gestandaardiseerde vragenlijsten, de gestelde eisen en de heilig verklaarde regels spreekt echter onmiskenbaar argwaan en achterdocht: ‘Jij bent een mens dat mogelijk, nee, waarschijnlijk misbruik maakt van de voorzieningen, en wij zullen er alles aan doen om dat aan te tonen.’
Maar Daniel Blake is allesbehalve een fraudeur. Hij is een timmerman die heel graag weer aan het werk wil, maar dat kan nog even niet omdat hij herstelt van een hartaanval. ‘Geef me een stuk grond en ik bouw een huis voor je’, zegt hij trots tegen een medewerker van de sociale dienst. Vraag hem niet een vragenlijst via internet in te vullen. Hij is goed met zijn handen, maar raakt verstrikt in de gesprekken met de bureaucraten die zich over zijn uitkering moeten buigen. ‘Maar u luistert niet!’, roept hij enkele keren wanhopig tegen zijn beoordelaars. Die zijn daarvoor ook niet opgeleid; luisteren, vragen stellen en oprechte interesse tonen passen niet bij het mensbeeld dat de basis vormt voor het werk dat zij moeten doen. De enige reactie die hij met zijn uitroep uitlokt is een zogenoemde interactie-interventie uit de deescalatietraining: ‘U werkt op deze manier niet mee aan een oplossing.’
Film: I Daniel Blake (2016). Regie: Ken Loach.
Daniel gaat kopje-onder in de ondoorzichtige regels, onbegrijpelijke formulieren en oneerlijke beslissingen die hem depersonaliseren en reduceren tot een object, een potentiële oplichter. Hij verliest zijn uitkering, want: ‘Voor een uitkering moet u 15 punten hebben, maar u komt niet verder dan 12.’
* * *
Ergens halverwege de film ga je begrijpen dat mensen razend worden van de wijze waarop de overheid met hen omgaat. Sybrand Buma moet Daniel Blake voor ogen hebben gehad toen hij ter voorbereiding op zijn HJ Schoolezing noteerde dat boze burgers eigenlijk gewone mensen met zorgen zijn. Daniel Blake is zo’n gewone man, die inderdaad meer wanhopig dan boos is.
Daniel Blake kan dan wel niet met computers omgaan en op internet heeft hij nog nimmer gesurft, maar met een potlood kan hij prima opschrijven waar voor hem de angel zit. Een vriendin leest het voor op zijn uitvaart, omdat de scriptschrijver van de film met iets te veel gevoel voor drama Daniel Blake heeft doen overlijden aan een tweede hartaanval, vlak voordat zijn bezwaar tegen het intrekken van zijn uitkering wordt behandeld: ‘Ik ben geen cliënt, klant of gebruiker. Ik ben geen profiteur of dief. Ik ben geen burgerservicenummer of een vlek op een scherm. Ik heet Daniel Blake. Ik ben een man, geen hond. Ik eis dat u mij met respect behandelt. Ik, Daniel Blake, ben een burger. Niets meer en niets minder.’
‘I, Daniel Blake.’ Het noemen van je naam als antwoord op de poging tot ontmenselijking. Een krachtiger reactie is er niet.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.