Islamisme: een westerse politieke ideologie?
Samenvatting
Met het islamisme zijn we eerder getuige van een nihilistische twintig-ste-eeuwse politieke ideologie dan van iets wat lijkt op de traditionele islamitische heerschappij. Zo vond de vernietiging van Palmyra pas plaats met de opkomst van het islamisme; een barbaarse, van cultuur gestripte, ideologische vorm van de politieke islam.
Het leven van veel westerse mensen is de laatste decennia geraakt door het islamisme, zoals de afgelopen maand opnieuw zichtbaar is geworden in Parijs, Brussel, Londen en Manchester. In deze bijdrage wil ik voor dit verschijnsel een ietwat ongewone stelling verdedigen, namelijk dat het islamisme – in tegenstelling tot wat vaak wordt betoogd – een door en door moderne politieke ideologie is. De gangbare visies op dit onderwerp zijn zeer politiek gemotiveerd en kunnen dan ook als zodanig worden gecategoriseerd: er bestaat, kortom, zowel een linkse als een rechtse benadering.
De linkse benadering benadrukt vooral de sociaaleconomische wortels van het islamisme. Het neigt er zogezegd naar om islamisme te zien als een reactie van economisch achtergebleven gedeelten van de bevolking of van culturele of etnische minderheden tegen een samenleving die wordt gezien als ongelijk. De gangbaarste rechtse benadering, die de meeste liberalen en neoconservatieven gemeen hebben, ziet het islamisme goeddeels als een vreemde politieke ideologie. Zij zou namelijk een achterlijke, religieus geïnspireerde reactie zijn op de moderne westerse verlichtingswaarden, zoals vrijheid en gelijkheid. In dit opzicht wordt het isla misme gezien als iets wat in het geheel niets van doen heeft met onze eigen cultuur en beschaving.
Er is volgens mij echter nog een derde perspectief, dat vermoedelijk eveneens als rechts valt te typeren, maar noch liberaal, noch neoconservatief van aard is. Eerder is er sprake van een traditioneel conservatief gezichtspunt, waarin het idee is dat het islamisme een reactie is tegen bepaalde vormen van modernisering, secularisering en de teloorgang van traditionele waarheden. Dit is vergelijkbaar met wat we in het Westen zelf hebben gezien in de grote twintigste-eeuwse politieke ideologieën, waaronder het fascisme en nationaalsocialisme. In veel opzichten heeft het islamisme meer weg van deze extreemrechtse totalitaire ideologieën dan van enige traditionele religieuze structuur. Om te begrijpen hoe dat precies zit, is het behulpzaam te kijken naar de ontwikkeling van een aantal westerse ideeën onder conservatieven aan het eind van de negentiende eeuw en naar de tragische versmelting van veel conservatieve geluiden met het fascisme en het nationaalsocialisme in de twintiger en dertiger jaren.
Het conservatisme ontstond in de negentiende eeuw in een poging de traditionele, veelal religieus gefundeerde waarden van de Europese beschaving te verdedigen tegen de golf van politieke, sociale en economische modernisering destijds. Tegen het einde van de negentiende eeuw komt echter een relatief onbekend fenomeen op, dat desondanks buitengewoon belangrijk is voor het begrijpen van de twintigste eeuw. Er ontstaat dan namelijk een geheel nieuwe vorm van conservatisme; een die weliswaar aan de kritiek op de moderne beschaving vasthoudt en opkomt voor de – zij het in een nogal geïdealiseerde vorm – traditie, maar die ook de nihilistische, nietzscheaanse trek omarmt die de Europese cultuur van die tijd stempelt.1
Dit was een tot dan toe zeer ongebruikelijk conservatisme. In feite was het een revolutionair conservatisme, omdat het de traditionele – christelijke – grondbeginselen minachtte en niet levensvatbaar vond. In de daaropvolgende zoektocht naar nieuwe absoluutheden kwamen deze conservatieven vaak uit bij mystisch nationalisme of bij een corporatistisch en conservatief getint socialisme. Waar het traditionele conservatisme vanuit zijn christelijk universalisme zeer sceptisch was over nationalisme en het als afgoderij bschouwde, daar werd het nieuwe conservatisme er dodelijk toe aangetrokken. Het ressentiment over de teloorgang van zin en betekenis trachtte men te overwinnen met voortdurende, veelal gewelddadige, sprongen voorwaarts. Langs deze weg kwamen conservatieven in de jaren twintig en dertig uit bij fascisme en nationaalsocialisme, die door velen van hen werden gezien als mindere kwaden in de strijd tegen het communisme.
Het islamisme lijkt op deze moderne politieke ideologieën, omdat zowel de islamitische samenlevingen als de moslimgemeenschappen in het Westen in de laatste eeuw een top-down afgedwongen proces van secularisatie en modernisering hebben ondergaan dat vergelijkbaar is met dat wat onze westerse samenlevingen hebben meegemaakt tijdens de negentiende eeuw. Dit greep eerst plaats via de gedwongen modernisering door de westerse koloniale machten, maar belangrijker nog is dat dictatoriale figuren de moderniteit oplegden. We moeten dan denken aan leiders als Atatürk in Turkije, Nasser in Egypte en later Saddam Hoessein in Irak. Hoewel deze dictators geen democratische rechtsstaat voorstonden, waren zij door en door moderne figuren. Zij zagen religie als een macht uit vervlogen tijden en meenden dat het zonder de verdrukking van godsdienst onmogelijk was hun landen te moderniseren. Dat is de achtergrond van het gedwongen moderniseringsproces van de islamitische samenlevingen. Waar nu het conservatisme dat hiervoor is beschreven een conservatisme zonder christendom is, daar is het tegenwoordige islamisme een islamisme zonder islam; een ideologie die zichzelf heeft losgesneden van de culturele wortels van de islamitische beschaving.
Een van de opvallendste voorbeelden van deze culturele onthechting is het lot dat Palmyra heeft getroffen. Palmyra was een antieke Semitische stad van verbluffende schoonheid die lang voor de opkomst van de islam is gebouwd. Vrijwel sinds het ontstaan van de islam in de zevende eeuw viel Palmyra onder islamitische heerschappij. De stad werd gekoesterd en beschermd door de islamitische machthebbers: ze werd gezien als het over-blijfsel van een oudere en grote beschaving die door de islam werd opgenomen, verbeterd en uitgebouwd. Zoals het christendom voortbouwde op de klassieken en die christianiseerde, zo deed de islam dat met de oude hellenistische beschavingen van het Oosten. De vernietiging van Palmyra vond pas plaats met de opkomst van het islamisme; een barbaarse, van cultuur gestripte, ideologische vorm van de politieke islam.
Zo zijn we dus eerder getuige van een nihilistische twintigste- en eenentwintigste-eeuwse politieke ideologie dan van iets wat lijkt op de traditionele islamitische heerschappij. Onder westerse moslims is dit islamisme zonder islam eveneens zichtbaar: veel terroristen zijn geen daadwerkelijk praktiseren- de moslims. Zij radicaliseren in de zoektocht naar waarheden die ze zijn kwijtgeraakt en verhouden zich amper tot de islamitische traditie als zodanig. We zouden het daarom weleens mis kunnen hebben wanneer we het islamisme bezien als een wezensvreemde politieke ideologie. Het perspectief dat daaraan ten grondslag ligt, is de gedachte dat het Westen te vereenzelvigen valt met de verlichtingswaarden. Maar dat is een ronduit verkeerd gezichtspunt, want er bestaat even-goed een reeks buitengewoon onvrije westerse politieke tradities, zoals communisme en nationaalsocialisme, en het islamisme behoort hier waarschijnlijk eveneens toe.
Dit alles betekent niet dat islamisme niets van doen heeft met de islam. Dat zou zoiets zijn als beweren dat het antisemitisme van de nazi’s geheel losstaat van het traditionele antisemitisme dat in vroegere christelijke samenlevingen voorkwam. Er is een ‘atmosferisch’ verband, maar het gaat om heel verschillende fenomenen. Het eerste was biologisch en pseudowetenschappelijk van aard, terwijl het tweede vooral religieuze wortels had. Islamisme lijkt op zijn beurt een reactie binnen islamitische samenlevingen en gemeenschappen te zijn op de pijnlijke veranderingen die het moderniseringsproces teweegbrengt, maar dan één of twee eeuwen later dan in het Westen.
Het verband tussen het islamisme en westerse politieke ideologieën is mijns inziens goed begrepen door enkele van de stevigste opponenten van het islamisme, die meenden dat de westerse beschaving en het islamisme geheel onverenigbaar waren. Bijvoorbeeld door Oriana Fallaci, de Italiaanse journaliste die in de nasleep van 9/11 zeer populair werd vanwege haar islamkritiek. Precies de keuze voor de term ‘islamisme’ als tegengesteld aan ‘islam’ is een signaal dat we ons ervan bewust zijn te spreken over een moderne politieke ideologie. De Britse filosoof John Gray, die een vergelijkbaar standpunt is toegedaan, schreef daarom in verband met de Islamitische Staat: ‘ISIS resembles a 20 th century totalitarian state more than any type of traditional rule.’2
Noten
- 1.Zie voor de beste weergave van dit type conservatieve beweging: Klemens von Klemperer, Germany’s New Conservatism. Its history and dilemma in the twentieth century. New York: Princeton University Press, 1957.
- 2.John Gray, ‘A point of view. Isis and what it means to be modern’, BBC News Magazine, 11 juli 2014.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.