Ter introductie
Samenvatting
HET WAS EEN MERKWAARDIG BEELD. maar het vat wel precies samen wat democratie in 2016 is. Hillary Clinton is op campagnetournee in Orlando, Florida. Ze staat op een zeepkistje in zo’n steriele zaal, met grijze plavuizen en systeemplafond, vol met joelende democraten. En op een bepaald moment keert de aanwezige massa haar de rug toe om een selfie te maken (zie de foto op pag. 22). En zo ziet Clinton niet duizenden ogen op zich gericht, maar een zaal vol enthousiaste achterhoofden en wapperende smartphones.
Het is de culturele staat van het publieke leven in 2016. Dankzij de techniek van de smartphone is het mogelijk om op de foto met Hillary herself te gaan en dat moment van euforie via sociale media terstond met duizenden anderen te delen. Maar die techniek is niet slechts een middel, ze doet zelf ook iets. Ze beïnvloedt ons in hoe we de wereld waarnemen en ervaren, in wat we passende manieren vinden om met elkaar om te gaan en in wat we ervaren als onze eigen identiteit. Een collectief selfiemoment draagt een zelfbewuste boodschap uit. Ik hoor erbij, ik samen met Hillary, zie ons intiem zijn, wij samen vormen de democratie. ‘The medium is the message.’

Democratie is onder eenentwintigste-eeuwse technoculturele omstandigheden een ‘stemmingendemocratie’ geworden, schrijft Frank Hendriks. In zo’n democratie gaan stemmingen als emoties en als stemverklaringen hand in hand. Dat hoeft niet per se negatief uit te werken. Technologie kan goede sociale praktijken zowel openen als sluiten. Feit is wel dat de hedendaagse cultuur bevattelijk is voor zulke stemmingen en dat de digitale media het makkelijker maken om ze te organiseren.
***
Een smartphone is een handig ding, maar beseffen we wat dit handige ding doet met ons mens-zijn en met het publieke domein? In feite stellen we die door Gerard Visser opgeworpen vraag in dit CDV-nummer. De techniek is de laatste jaren zozeer verweven geraakt met de mens dat we kunnen spreken van een ‘intiem-technologische revolutie’. Het zichtbaarste symbool voor deze ontwikkeling is de ‘versmelting’ tussen mens en computer. Lange tijd was de computer een desktop, staande op het bureau in onze werkkamer of afgezonderd in onze woonkamer. Het werd een laptop en daarmee was het mogelijk om op alle plekken met de computer te werken. Inmiddels is de computer middels een smartphone, vastgekleefd aan ons lijf, letterlijk een verlengstuk van onszelf geworden.
De hoofdvraag voor deze CDV-bundel luidt: op welke manier structureert de informatie- en communicatietechnologie de publieke ruimte en welk technologisch burgerschap hoort daarbij? We richten ons daarbij met name op die technologie die de interactie tussen burgers in de publieke sfeer beïnvloedt, zoals internet en sociale media.
Het nummer is opgebouwd in drie delen. In het eerste deel, ‘Grensvervagingen: mens, techniek en ethiek’, onderzoeken we de ethische dilemma’s die de intiem-technologische revolutie met zich meebrengt. René Munnik reikt een historisch perspectief aan en stelt dat we altijd al technologische wezens zijn geweest en dat de technologie het christelijke en humanistische mensbeeld diepgaand heeft beïnvloed. Ciano Aydin gaat in op het ethische denkkader en onze verhouding met technologie. En Tsjalling Swierstra laat zien waarom het van belang is om de ‘zachte’ gevolgen van technologie onderdeel te laten zijn van collectieve menings- en besluitvorming.
De vraag is natuurlijk: hoe verandert de publieke ruimte door de informatie- en communicatietechnologie? In het tweede deel, ‘Technologisering van het publieke domein’, verkennen we dat. Volgens Hans Schnitzler draagt de komst van de digitale heilstaat de belofte in zich onze democratie om te toveren tot een technocratie, met een dikke datanevel en pientere machientjes ter vervanging van onze geestelijke vermogens. Esther Keymolen wijst op het ontstaan van publiek-private machtsconstellaties bij de online gemeenschappen in de zogeheten deeleconomie, zoals Airbnb, Peerby en Uber; ‘geen gemeenschap zonder bedrijf en geen bedrijf zonder gemeenschap’. Arthur Edwards laat zien dat sociale media het makkelijker maken voor burgers om zich als tegenmacht tegenover de politiek en instituties te organiseren. En Niels Spierings en Kristof Jacobs reflecteren op het socialemediagebruik door Nederlandse politici.
***
De gevolgen van de intiem-technologische revolutie voor het mens-zijn en de publieke sfeer zijn niet zozeer kwantitatief, maar veeleer kwalitatief van aard. Dat maakt het waarschijnlijk ook lastig voor politici en burgers om ze te bediscussiëren; het debat over de gevolgen van techniek wordt grotendeels overgelaten aan de techneuten en bedrijven. Toch is de betrokkenheid van politici en burgers van groot belang, juist omdat techniek zo’n impact heeft op de interactie tussen mensen.
In het derde deel staat ‘Het belang van technologisch burgerschap’ centraal. Volgens Rinie van Est stellen onze huidige politiek-bestuurlijke instituties burgers niet in staat optimaal te profiteren van de zegeningen van technologie en slagen ze er niet in hen adequaat te beschermen tegen de korte- en langetermijnrisico’s daarvan. In het onderwijscurriculum moet er daarom meer aandacht zijn voor mediawijsheid, stelt hij. Huub Dijstelbloem is niet optimistisch over de kansen voor meepratende burgers bij de ontwikkeling van technologie. Afzijdige burgers zijn de resultante van een inkrimpende sfeer van publieksvorming. Het laatste redmiddel dat hun ten dienste staat is een argwanend oog. Iris Korthagen en Ira van Keulen maken inzichtelijk hoe ICT allerlei vormen van burgerbetrokkenheid kan versterken. Jan van Dijk tekent daarbij aan dat politici wel de digitale kloof onder ogen dienen te zien; nagenoeg iedereen heeft internet, maar de ongelijkheid op het gebied van digitale vaardigheden, gebruik en profijt van digitale media neemt alleen maar toe.
Techniek doet altijd meer én minder dan ons wordt beloofd, zo leert de geschiedenis. Minder, want de beloften van een digitale heilstaat (met minder ziekten, armoede en honger, en meer democratie) blijken altijd vals te zijn. Meer, want technieken vormen ons mens-zijn en ons samenleven grondiger dan we beseffen als ze het laboratorium eenmaal verlaten hebben. Dat noopt ons tot bescheidenheid én tot engagement. Is dat te veel gevraagd?
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.