Het CDA moet zich niet inlaten met boycotpolitiek [1]
Samenvatting
Toegegeven: het is een sympathieke geste. Maar daarom is het niet minder ondoordacht, zelfs bedenkelijk.
Ik heb het over de actie van Jan Jacob van Dijk, ‘onze’ Gelderse gedeputeerde. Hij heeft besloten, kennelijk weloverwogen zelfs, om Albert Heijn te boycotten – uit onvrede over het plan van onze nationale grootgrutter om prijskortingen van boeren en andere leveranciers af te dwingen.
Volgens mij gaat het provinciebestuur er niet over. Maar dat terzijde. Alleen een kniesoor laat zich nog tegenhouden door dat soort formaliteiten – sinds ik in de Tweede Kamer heb meegemaakt hoe Wilders’ PVV een lampionnenoptocht in Den Haag probeerde te blokkeren…
Kennelijk is zelfs iemand van het kaliber van Van Dijk niet immuun voor het populistische virus. Welbewust deint hij mee op de golven van publiek ongenoegen, speelt erop in en probeert er zijn voordeel mee te doen. Hij maakt zich boos – dat kan, dat mag, dat moet soms zelfs – en zet die woede om in een vorm van tegendraads activisme, een activisme dat het karakter krijgt van een vorm van tegendemocratie.
Kennelijk hoort het er vandaag de dag bij. Kennelijk kun je je als politicus alleen maar handhaven als je je bedient van methoden die niet in het handboek van de klassieke politicus staan. Het populisme maakt school, en niet alleen in de Tweede Kamer.
Waarom Van Dijk zich overgeeft aan bestuurspopulisme laat zich met enige goede wil nog wel navoelen. Ik hoop maar dat hij goed over de gevolgen heeft nagedacht. Denkt hij dat hij na acties als deze nog kan aankomen bij Albert Heijn of bij andere bedrijven die hij in de toekomst gaat boycotten? Of heeft hij zich buitenspel gezet en hoeft hij niet meer binnen te komen?
Het provinciebestuur van Gelderland is letterlijk uitgepraat met ’s lands kruidenier. Dat is, eerlijk gezegd, nogal wat. In een democratie – dat is voor mij de kern – praat je met elkaar, praat je over problemen, zoek je al pratend naar oplossingen. Het is je lot als bestuurder, ook als gedeputeerde, om dóór te praten, desnoods tot je erbij neervalt.
***
Bestuurders als gedeputeerden zijn er, net als ministers en wethouders, in de eerste plaats voor om zaken te fiksen. Via Provinciale Staten, via ambtelijk overleg, via rechtstreekse contacten, via onderhandelingen, via voorschriften, regels en subsidies, via speeches enzovoort; bestuurders als Van Dijk staan tal van middelen ter beschikking om voor elkaar te krijgen wat ze belangrijk vinden. Steeds met een oog op het algemeen belang: je bent er als bestuurder ‘voor alle Nederlanders’ (net zoals de premier dat moet zijn). Daarom hebben ze ook zoveel macht.
Natuurlijk mag je boos worden als je je zin niet krijgt. Maar een pruillip getuigt niet van kracht. Wie wegloopt om buiten te gaan demonstreren, actie te voeren en te gaan boycotten, krijgt vandaag misschien de handen op elkaar, maar het is vooral winstbejag voor de korte termijn: morgen wenden diezelfde kiezers die nu applaudisseren zich teleurgesteld af van een bestuur dat niets voor elkaar krijgt, zich door emoties laat leiden of, nog erger, als ‘partijdig’ wordt ervaren.
Voor gekozen volksvertegenwoordigers – Kamerleden, statenleden, raadsleden – ligt het wellicht een slagje anders. Van hen wordt verwacht dat ze herkenbaar ‘vechten’ voor de belangen van hun kiezers. Bij bestuurders heb je het toch veel meer over mensen die in zekere rust op enige afstand van het politieke gewoel alle belangen op een fatsoenlijke, evenwichtige manier tegen elkaar afwegen.
***
Tja, dat is niet erg opwindend. Maar op wat langere termijn wint de democratie meer bij zo’n saaie, bestuurlijke aanpak dan bij een wat hijgerige populistische stijl.
Nee, ik ga niet met krachttermen smijten. Over democratische legitimiteit, over bestuurlijke geloofwaardigheid, over ondermijning van geloofwaardigheid, over politieke kortzichtigheid, over christendemocratisch verantwoordelijkheidsbesef en zo. Dat is me veel en veel te zwaar voor wat me een uit de hand gelopen grap lijkt. Ook omdat de actie van Jan Jacob van Dijk zo goedbedoeld is. Maar het zou veel beter zijn als hij terugging naar de plek waar hij als gedeputeerde thuishoort: de onderhandelingstafel.
Zulke populistische trekjes heeft een bestuurder van een partij als het CDA toch niet nodig? Jan Jacob van Dijk kan beter, de kiezers verdienen beter, en het CDA moet beter.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.