‘De “knoppenkennis” is er wel, maar het ontbreekt aan mediawijsheid’
Samenvatting
Math Reintjens is zelfstandig mediacoach. Hij houdt zich bezig met mediawijsheid: hoe gaan wij, hoe gaan jongeren om met de nieuwe media? Hij volgde opleidingen tot mediacoach in Nederland en België en de opleiding tot antipestcoördinator.
‘Mediawijsheid is de kennis om vaardig te kunnen omgaan met de (nieuwe) media. Vaak wordt alleen gedacht aan “knoppenkennis”, maar het is meer. Jongeren zijn heel goed op de hoogte van de technische werking van apparaten. Het ontbreekt hun alleen aan wijsheid: hoe gebruik je deze media op de juiste manier?’
‘Het is in het algemeen raadzaam om jezelf niet “te bloot” te geven op het internet. Letterlijk en figuurlijk. Ook zou het goed zijn om zelf eens op onderzoek uit te gaan en te beoordelen wat waar en niet waar is van de nieuwe media. Of om zelf materiaal te creëren, zoals vlogs en foto’s. Alleen zo leren jongeren de bedreigingen van digitale media uit de weg te gaan en de kansen ervan te benutten.’
***
‘Het gebruik van sociale media is in mijn ogen op zichzelf prima. Maar zoals voor alles, geldt ook hier dat te veel gebruik niet goed is. Uiteraard zien de jongeren van deze generatie dit niet zo. Ik ben van een andere generatie, uit een tijd waarin je je nog kon vervelen, samen met vrienden en vriendinnen urenlang kon kletsen. Voordelen van de nieuwe media zijn dat men contact heeft met wellicht meerdere vrienden en vriendinnen, maar zijn dit échte vrienden? Is degene aan de andere kant wel degene die hij of zij zegt te zijn? De geruchten die de ronde doen op sociale media, zijn die waar of verzonnen? Kan men ook nog een normaal gesprek met iemand voeren in plaats van via die media?’

Math Reintjens (1958)
‘Ik denk dat het goed zou zijn als in het onderwijs alle leerstof wordt opgehangen aan de kapstok “mediawijsheid”. Op die manier zou de mediawijsheid van jongeren verbeteren, en tegelijkertijd zou het onderwijs er een stuk aantrekkelijker door worden.’
‘Niet alleen docenten hebben een verantwoordelijkheid; het is natuurlijk ook een taak voor ouders om hun kinderen mediawijs te maken. Maar lang niet iedereen is zelf mediawijs genoeg om dit te kunnen doen. Bovendien, kun je eigenlijk wel van opvoeders verwachten dat ze continu op de hoogte zijn van de nieuwste trends in het medialandschap? De ontwikkelingen gaan immers razendsnel. Ik denk dat het belangrijk is dat ouders hun kinderen wijzen op de gevaren en bedreigingen die nieuwe media met zich meebrengen, en dat ze er tegelijk op wijzen dat nieuwe media op zichzelf niet fout zijn. En het lijkt me ook zinvol om hun te laten zien dat er andere zaken in het leven van een kind belangrijk zijn, bijvoorbeeld buiten spelen of gewoon het gesprek met elkaar aangaan.’
***
Jongeren met een verstandelijke beperking zijn extra kwetsbaar als het gaat om nieuwe media, vertelt Reintjens. ‘Het is voor mensen zónder verstandelijke beperking vaak al moeilijk om na te gaan of een bericht waar of niet waar is of hoe het bedoeld is – laat staan voor deze groep. Deze jongeren kunnen bijvoorbeeld emoties vaak niet lezen in geschreven berichten. Hierdoor lopen ze grote risico’s; ze kunnen uitgebuit worden, meegesleept worden in zaken die ze niet willen. Daarom is het voor deze groep nog belangrijker dan voor andere groepen om veel aandacht te besteden aan mediawijsheid, voor zover dat mogelijk is. Op het gebied van mediawijsheid is er al een kloof tussen “normale” jongeren en jongeren met een beperking; laat deze alsjeblieft niet nog groter worden.’
Reintjens is momenteel bezig met de ontwikkeling van een methodiek om bedreigingen en ook kansen voor instellingen voor mensen met een beperking in kaart te brengen, om daar vervolgens een plan van aanpak voor te schrijven. ‘Zelf denk ik dat mediawijsheid een onderdeel moet gaan worden van het meten van de kwaliteit van leven van cliënten. Net zoals het gebruik van oude en nieuwe media ons leven voor een groot, zo niet heel groot, deel bepaalt, bepalen die media ook het leven van jongeren met een beperking.’
‘De Tweede Kamer heeft dit jaar ingestemd met het ratificeren van het VN-verdrag uit 2006 voor gelijke rechten van personen met een beperking. Dit schept de nodige verplichtingen ten aanzien van deze personen om ze mediawijzer te maken, zowel wat betreft de gevaren als wat betreft de kansen van internet en sociale media.’
Marjolijn van der Stel
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.