‘Europese agenda voor de stad nodig’
Samenvatting
‘Het Pact van Amsterdam gaat over de Europese agenda voor de stad. Dit is een nieuwe aanpak voor allerlei Europees beleid met directe gevolgen voor steden en hun inwoners. Het is een doorbraak in de samenwerking in Europa, in een vijftien jaar slepende patstelling over botsende bevoegdheden. Onder het Nederlandse voorzitterschap is gezegd: we praten niet over bevoegdheden, maar over de directe participatie van steden in Europese doelstellingen.’
‘Toen ik eind 2015 op de voorbereidingsbijeenkomst van het Pact van Amsterdam in Riga minister Plasterk sprak, heb ik hem gezegd: “Het kan toch niet zo zijn dat een nieuwe verklaring over Europees beleid onder jouw voorzitterschap weer in zo’n patstelling eindigt? Er is een andere benadering nodig. Niet een van strijd over botsende bevoegdheden, maar een van gedeelde verantwoordelijkheden en gedeelde doelstellingen, waarin verschillende partners belang hebben en op voet van gelijkheid deelnemen.” Mijn advies was om het in de vorm van een pact te gieten, waarmee een doorbraak mogelijk zou worden gemaakt. Plasterk heeft deze in wezen christendemocratische agenda omarmd.’
***
‘Hoe krijgt het pact gestalte? Allereerst in de aanpassing van wetgevingstrajecten. De competentiestrijd over bevoegdheden wordt omgevormd tot een samenwerking. Het past in de better regulations-agenda van Timmermans, maar meer nog in een christendemocratische agenda van gespreide verantwoordelijkheid.’
Lambert van Nistelrooij (1953)
‘Het gaat hierbij om een toets vooraf op de uitvoerbaarheid van regelgeving, op de impact ervan. Hier was voorheen te weinig aandacht voor. Het is duidelijk beter voor Europa én voor de regio’s. Dit pact maakt het steden mogelijk rechtstreeks te communiceren met de Europese Commissie over betere regelgeving. Zijn de regels werkbaar in de praktijk? Kunnen er regels af? Wetgeving is daarmee geen technisch te benaderen vraagstuk meer, een van bovenaf te implementeren zaak, maar is een kwestie van participatieve democratie geworden. Ervaringen van burgers en betrokkenen worden uitdrukkelijk meegenomen en dat leidt tot betere en afgeslankte regelgeving.’
‘Het pact geeft, ten tweede, gestalte aan nieuwe vormen van samenwerking binnen Europa via een kennisplatform van good practices, waarop makkelijk aan te haken is. Er zijn in overleg met Europese steden twaalf thema’s vastgesteld: luchtkwaliteit, migratie en vluchtelingen, woningbouw, armoede in de stad, werkgelegenheid, duurzaam gebruik van grond, circulaire economie, klimaatadaptatie, energietransitie, stadsmobiliteit, digitale transitie, en innovatief en verantwoordelijk aanbesteden; er is 371 miljoen euro beschikbaar voor innovatieve acties op deze terreinen.’
‘Het gaat om het blootleggen van de aanwezige kennis, om het in beeld brengen van de voortrekkers. Om het aan elkaar koppelen van de informatie; om daar op eigen kracht of in combinatie met geld voor regionale ontwikkelfondsen (zo’n veertig miljard euro) bij aan te kunnen haken. Regio’s in Oost- en Zuid-Europa hoeven zo niet opnieuw het wiel uit te vinden.’
‘Nederland doet het goed met de aanpak van fijnstof. Andere steden, zoals Warschau, Sofia, Athene, kunnen meteen gebruikmaken van een dergelijke aanpak. Wat kunnen we van elkaar leren? Dat is de insteek. Die vraag is in het verleden te weinig gesteld. Het doel is uitdrukkelijk om de territoriale cohesie te bevorderen. De financiële en economische crisis heeft in Europa flink huisgehouden; in Noord-Europa zien we nu tekenen van herstel, maar in Oost- en Zuid-Europa gaat dat minder snel. Daarom is stimuleren van onderop nodig om het laatste zetje richting herstel te geven. Het gaat erom door het leggen van slimme verbindingen ontwikkeling binnen Europa te stimuleren. Regio’s kunnen op een hoger plan instappen en dan meebewegen in de richting van een duurzame en inclusieve economie. De solidariteit bestaat niet uit het uitdelen van een blanco cheque, maar uit deelname in een participatieagenda.’
***
‘De behoefte om te participeren in die veranderingen is groot. Europa geeft zo praktisch vorm aan de nieuwe economie, op het terrein van bijvoorbeeld de circulaire economie. Zie bijvoorbeeld hier dichtbij de activiteiten in het kader van de Biobased Delta.’
‘Het nieuwe Europa is het Europa van de slimme specialisatie, van verbindingen leggen tussen regio’s en hun burgers, van nieuwe vormen van lerend bestuur. De burger snapt heel goed hoe belangrijk de regio is in het stimuleren van innovatieve ontwikkelingen. Zo’n Europa is niet langer losgezongen van zijn burgers.’
‘De ontwikkeling van onderop heeft het grote voordeel dat je daarmee burgers bereikt. Via het Pact van Amsterdam, verbetering van wetgevingstrajecten van onderop en de daarmee verbonden inzet met de regionale ontwikkeling, zitten bestuurslagen elkaar niet in de weg, en krijgen innovatieve ontwikkelingen een kans. Op deze manier kan gespreide verantwoordelijkheid, die in de erkenning van eigen kracht zijn basis vindt, worden waargemaakt. Alleen zo kan Europa de hoofden en harten van zijn burgers winnen.’
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.