Ter introductie
Samenvatting
‘EEN OUDE MAN ZIET AAN HET STRAND een jongetje zeesterren teruggooien in de zee, gestrand door het teruglopend tij. De oude man gaat naar hem toe en vraagt waarom hij dat doet. Het jongetje antwoordt dat de zeester dood zal gaan als hij haar laat liggen in de hete morgenzon. “Maar het strand is kilometers lang”, zegt de oude man. “En er zijn duizenden zeesterren. Het zal je niet lukken om alle zeesterren te redden. Hoe kan jouw bijdrage een verschil maken?” De jongen kijkt naar de zeester in zijn hand en werpt deze terug in de golven: “Voor deze zeester”, antwoordt hij, “maakt het een verschil.” ’
Dit verhaal staat opgetekend in het boek To heal a fractured world van rabbi Jonathan Sacks uit 2005 (dat onlangs in het Nederlands vertaald is als Een gebroken wereld heel maken). De actie van de jongen is een uiting van hoop. Natuurlijk maakt zijn handelen niet de hele wereld heel; het effect van zijn actie op het geheel is zelfs verwaarloosbaar klein. En toch is zijn handeling zinvol. In het Jodendom bestaat deze uitdrukking: ‘Redt een leven en je redt de wereld. Verander een leven en je verandert de wereld.’ Het jongetje belichaamt deze zegswijze.
Mensen willen vaak het goede doen, maar het gewicht van de problemen kan zo machteloos maken dat zij zich de levenshouding van het jongetje niet meer eigen kunnen maken. ‘En als mijn bijdrage aan het geheel er toch bijna niets toe doet, ben ik beter af door helemaal niets bij te dragen’, rekent de rationalist voor. De liberaal heeft ‘negatieve vrijheid’ hoog in het vaandel: de vrijheid als afwezigheid van hinder bij datgene wat hij wil doen. Hij ziet de overvloed aan zeesterren vooral als obstakel dat het eigen voornemen om ongehinderd langs de vloedlijn te lopen in de weg zit. Er is geen dragend verhaal voor de gemeenschap.
***
Deze liberale geest – tegenwoordig dominant van links tot rechts binnen het politieke spectrum – vindt momenteel misschien wel zijn extreemste uitdrukking in het maatschappelijke onbehagen en het populisme. Als de buitenwereld niet aan mijn verlangens beantwoordt, dan levert dat vooral frustratie op. De burger is de klant die op elk moment optimaal bediend moet worden.
Maar handelen vanuit hoop biedt een ander perspectief. Een hoopvol mens ziet datgene wat op zijn pad komt als uitnodiging om het verschil te maken. Hoopvolle mensen weten dat zij morgen niet in Jeruzalem zullen aankomen en gaan toch op reis.
***
In deze CDV staat de vraag centraal naar de betekenis van hoop voor de politiek. Kan hoop bijdragen aan een goede samenleving, juist in een tijd van maatschappelijk onbehagen? Of is hoop als politieke deugd juist gevaarlijk en naïef in een wereld waarin vooral de machtspolitiek lijkt te zijn teruggekeerd? Het eerste deel van deze CDV gaat in op het belang en de functie van hoop. Bert Jan Lietaert Peerbolte schetst de centrale rol van het begrip ‘hoop’ in de brieven van Paulus. Patrick Nullens stelt in het verlengde hiervan dat het onze morele burgerplicht is om de oude deugd van de hoop onder het stof vandaan te halen. Paul van Tongeren waarschuwt in een gesprek met CDV vooral voor een al te lichtvaardig gebruik van hoop in de politiek tegenover het sociale pessimisme. Paul Dekker van het SCP probeert in zijn bijdrage zowel het vermeende maatschappelijk onbehagen te relativeren als de hoop handen en voeten te geven.
***
In het tweede deel wordt de gedachte uitgewerkt dat hoop ijdel blijkt en toch steeds weer oplaait. Hans Achterhuis stelt dat grote utopieën over een totaal andere samenleving valse hoop bieden en zelfs kunnen ontaarden in geweld. Ook Bas van Stokkom waarschuwt voor valse hoop, geïntensiveerd door populistische partijen, en analyseert waarom liberalen moeite hebben met ‘sociale’ hoop. Toch kan een samenleving volgens hem niet zonder vertellingen met een open einde die aan de verdeeldheid voorbij proberen te komen. Theo de Wit geeft weer hoe Edith Schippers in haar Elsevier/HJ Schoo-lezing van eerder dit jaar bijna tegen wil en dank de positieve vrijheid ontdekt. Martijn Burger, Emma Pleeging en Steven van den Heuvel gaan in hun bijdrage onder meer in op de vraag wat de verkiezing van Trump als president van de VS ons over valse hoop en deugdzame hoop leren kan.
***
‘Dragers van hoop’, het derde deel van dit nummer, geeft aan welke perspectieven zich vanuit de deugd van de hoop aandienen. Ab Klink spitst de vraag naar de betekenis van hoop in populistische tijden toe op de rol van elites binnen en buiten de politiek. Volgens Govert Buijs brengt hoop ons werkelijkheidszin bij en leert zij ons om te gaan met tegenslagen. Erik Borgman geeft aan hoezeer een politiek van hoop op gespannen voet staat met de neiging om problemen zo snel mogelijk onder de knie te krijgen. Voor Ernst Hirsch Ballin betekent handelen vanuit hoop een protest tegen het onrecht van een identiteitspolitiek die mensen vastpint op één kenmerk, zoals etniciteit of religie. Ten slotte gaat Monique van Dijk-Groeneboer in op de vraag in hoeverre jongeren – op het strand (zie de zeesterren) of elders – tekens van hoop zijn.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.