‘Overheidsactivisme in het onderwijs moet stoppen’
Samenvatting
Zijn geschiedenisleraar wakkerde in Michel Rog, de huidige woordvoerder Onderwijs van de CDA-Tweede Kamerfractie, een vuurtje aan. ‘Deze man was een verhalenverteller pur sang en zette mij ertoe aan in de bibliotheek geschiedenisboeken te lezen. Dit inspirerende voorbeeld, en mijn interesse voor samenleving en staatkunde, maakten dat ik koos voor de lerarenopleiding maatschappijleer.’ Twee jaar doceerde Rog op een middelbare school waar hij daarna nog jaren bij betrokken bleef. ‘Het was een mooie tijd, maar de wereld die ik onderwees trok mij ook zelf. Ik kreeg de kans om in de vakbond aan de slag te gaan en werd uiteindelijk voorzitter van CNV Onderwijs.’
Meer dan ooit staat het onderwijs in het brandpunt van de maatschappelijke belangstelling. Hoe moet dat worden gewogen? ‘Aandacht voor onderwijs is goed, maar moet niet uitmonden in politiek interventionisme. Op scholen zijn vele waardevolle initiatieven zichtbaar; leraren bezinnen zich op goed onderwijs en nieuwe onderwijsvormen worden opgezet. De overheid laat zich evenmin onbetuigd, vooral via het Platform Onderwijs2032, maar ook met de Nationale Wetenschapsagenda en bijvoorbeeld in de recente discussie over de schaalgrootte van mbo’s.’
Hoopgevend acht Rog de kritische discussies over rendementsdenken, de onderwijskwaliteit en de roep ombildung. ‘Maar tegelijkertijd zie ik dat het beleid eenzijdig inzet op nutsdenken en de voedingsbodem voor slecht onderwijs vergroot. Ik ben benieuwd naar wat minister Bussemaker eigenlijk verstaat onder vorming. Als we daarover de diepte ingaan, wordt glashelder hoezeer het christendemocratische mens- en maatschappijbeeld verschilt van de visie van dit kabinet, en overigens ook van het onderliggende mensbeeld dat D66 en Groen-Links aanhangen.’
Michel Rog (1973)
***
‘Vanuit welk idee over het kind het onderwijsbeleid wordt vormgegeven? In Den Haag wordt vol ingezet op het individualisme. De samenhang in de samenleving en in het onderwijscurriculum wordt nauwelijks meer gezien. In het hoger onderwijs gaat het bijvoorbeeld om de rechten van studenten, wier keuzevrijheid en invloed moeten worden gemaximaliseerd, van het samenstellen van een eigen vakkenpakket tot het beoordelen van docenten. Medezeggenschap is tot op zekere hoogte prima, maar te veel democratisering is een slecht idee dat kan resulteren in een verdere teruggang van de onderwijskwaliteit. Het leidt tot tentamengericht onderwijs, docenten die geneigd zijn een oogje dicht te knijpen en incoherente curricula. Ik heb geen bezwaar tegen studenten die extra vakken volgen omdat zij die interessant vinden, maar het hoort bij volwassenwording om te leren dat je niet alles naar je hand kunt zetten.’
‘Het lageronderwijsbeleid wordt in toenemende mate gebaseerd op het idee dat kinderen de toekomstige schakeltjes in het succes van de BV Nederland zijn. Vanuit deze blikvernauwing – het kind als homo economicus in wording – wil dit kabinet heel gedetailleerd voorschrijven wat kinderen moeten leren. Het is kortom een vreemde gewaarwording om te zien dat er enerzijds kritisch wordt gediscussieerd over rendementsdenken, terwijl er anderzijds krachtige impulsen aan worden gegeven.’
‘Dit denken doortrekt ook het Platform Onderwijs2032. Als uitgangspunt heeft staatssecretaris Dekker gekozen voor wat 4-jarige kinderen moeten kunnen om op de arbeidsmarkt van 2032 uit de voeten te kunnen. Ik vind dat veelzeggend én armoedig. Het leidt tot een ongekend overheidsinterventionisme. Niet alleen wordt straks voorgeschreven wat kinderen moeten leren, maar ook hoe en wanneer, bijvoorbeeld Engels vanaf 4 jaar. Met ronkende mantra’s als maatwerk, blended learning, vakoverschrijdend werken en 21st century learning skills gaat het totale onderwijs op de schop, omdat Nederland anders de aansluiting met de wereldeconomie zou verliezen. Intussen dreigen onderscheiden vakken te verdwijnen zonder dat men zich in bredere zin rekenschap geeft van de consequenties daarvan voor de onderwijskwaliteit en de persoonsvorming van het kind. Nederland stevent af op een zeer onwenselijke nationalisering van het onderwijs, omdat we een kosmopolitische elite op basis van een onrealistisch wereldbeeld het beleid laten bepalen.’
***
‘Vanuit de christendemocratie bezien moet een geheel andere weg worden ingeslagen. Het gaat niet boven alles om het klaarstomen van individuen voor de arbeidsmarkt of om de socialisatie van kinderen, maar om persoonsvorming. Jongeren moeten handvatten aangereikt krijgen, zodat ze als volwassene bestand zijn tegen de uitdagingen van de samenleving en het mens-zijn. Zoiets gebeurt door een leermeester die een leerling inwijdt in een wereld waar hij meer van afweet. Onderwijs kan niet zonder zo’n kader, noch zonder grenzen.’
‘De kracht van het Nederlandse onderwijs schuilt in vrijheid en pluriformiteit. Niet alleen doet dit recht aan het nauwe verband tussen opvoeding en onderwijs, maar het geeft reformatorische scholen, vrije scholen, iPadscholen enzovoort de kans zich te bewijzen. De overheid moet ingrijpen waar het misgaat en bepaalde eindtermen bepalen, maar verder kan ze zich terugtrekken. Het is aan de scholen hoe de gestelde doelen te bereiken. De positie van de leraar mag hierin worden versterkt. Wat mij betreft krijgen zij meer tijd en ruimte om zichzelf en hun onderwijs te ontwikkelen.’
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.