Kan de mens antwoorden en hoe?
Samenvatting
De analyse van Big Data zal verregaande gevolgen hebben voor ons denken, werken en leven. Vooralsnog vallen voornamelijk juichverhalen over de mogelijkheden van Big Data te beluisteren. De kritische kanttekeningen betreffen de bescherming van de privacy. Toch mag de discussie zich daar niet toe beperken. Er staat iets fundamentelers op het spel: het bewaren van menselijkheid in een tijdperk van Big Data. Hoe zorgen we ervoor dat de mens niet wordt gedetermineerd tot profiles, ten koste van zijn vrijheid, creativiteit en mondigheid?
Het is een van de belangrijkste ontwikkelingen in de eenentwintigste eeuw, voorspellen wetenschappers: de ‘Big Data-revolutie’. Het is een trend die het denken, werken en leven de komende jaren verregaand zal beïnvloeden. De term Big Data verwijst naar wat de naam al aangeeft: enorme verzamelingen data. Die data kan van alles omvatten, als het maar digitaal is; van foto’s tot bonuskaartgegevens, van financiële cijfers tot homevideo’s. De verzamelingen zijn immens: data-expert EMC heeft voorgerekend dat tegen 2020 zo’n 35 zettabytes aan data zal zijn opgeslagen. In de afgelopen twee jaar hebben we meer informatie geproduceerd dan in de tweeduizend jaar daarvoor.1 Toch is niet zozeer de omvang relevant; Big Data duidt vooral op een ontwikkeling. Big Data bevat namelijk twee elementen die pas de laatste jaren ten volle zichtbaar zijn. In de eerste plaats maakt het fenomeen van Big Data inzichtelijk dat we dankzij de computertechnologie en geavanceerde hard- en software meer datagegevens dan ooit kunnen verzamelen, bewerken en bewaren. Daarmee laten we bij vrijwel alles wat we doen een digitale schaduw na. Ten tweede is het mogelijk om dankzij slimme algoritmes en rekenmodellen betekenis te ontwaren in de losse dataverzamelingen en daar zelfs conclusies aan te verbinden.
Vooralsnog zijn vooral de juichverhalen bekend. Met Big Data kunnen epidemieën worden voorspeld, de effecten van medicijnen getest, verkeersstromen geregeld, en de vervuiling in steden effectief aangepakt. Volgens Jeremy Rifkin staan we door de internettechnologie aan de vooravond van een derde industriële revolutie; een nieuwe, omvangrijke economische transitie die wordt aangedreven door de combinatie van ‘gratis’ informatiedata en duurzame energie.2 Big Data is kortom volgens velen een onuitputtelijke grondstof die ons met heilzame kennis zal laven.3
WikiLeaks, Snowden en publicaties over de afluisterpraktijken van de nsa hebben voor het eerst de keerzijde van digitale data laten zien. Op basis van het gebruik en de analyse van Big Data kan de staat zich tot een afluisterstaat ontwikkelen,4 tot een strenge big brother, maar ook tot een soft sister,5 een moeder die met het oog op het welzijn van haar kroost streng op het gedrag van haar kinderen let. En daarmee is Big Data ook politiek een urgent thema geworden.
Onmiskenbaar bieden het gebruik en de analyse van Big Data grote voordelen. Maar wat betekent het om in een maatschappij te leven waarin kennis niet meer opgeslagen zit in hoofden of in naslagwerken, maar in computersystemen die met elkaar communiceren?6 Een wereld waar mens en techniek steeds intiemer met elkaar verbonden zijn, tot… Ja, tot wat? Tot een nieuwe mens, of toch nog steeds een versie van de onaangepaste oude? Die vragen worden nog weinig gethematiseerd, en al helemaal niet in de politiek. In deze CDV-bundel worden de gevolgen van Big Data voor het mens-zijn, voor de samenleving en voor de politiek verkend. Wat staat er precies op het spel met het gebruik en de analyse van Big Data? En in hoeverre ligt daar een taak voor politieke partijen en overheden?
Het mens-zijn als ijkpunt voor politiek handelen
Kritiek op vernieuwingen is van alle tijden.7 Of het nu de komst van de postkoets, de trein of de telefoon betreft: vernieuwing tast de normale gang van zaken aan en zet de boel vaak op zijn kop, en dat roept vaak een gevoel van dreiging en crisis op. Het is te gemakkelijk om deze weerstand bij voorbaat af te doen als onzinnig. Er is wel degelijk zinnige kritiek op de vooruitgang te leveren. Niet elke verandering in de tijd betekent automatisch vooruitgang, net zomin als elke stilstand per definitie een achteruitgang betekent. Om een nieuwe ontwikkeling in de beschaving als Big Data evenwichtig te beoordelen, is het van belang om te blijven reflecteren op de verhouding tussen mens en techniek. Het gaat er dan niet zozeer om mens en techniek tegenover elkaar uit te spelen; die zijn onlosmakelijk met elkaar verweven. Het gaat veeleer om een permanente bezinning op de vraag hoe de verhouding tussen mens en techniek gestalte krijgt en op de vraag of de mens niet belemmerd wordt in zijn vrijheid, creativiteit en verantwoordelijkheid.
Jacob Kohnstamm noemt terecht twee principes die in essentie bepalen wat het betekent om mens te zijn. Ten eerste is de mens een homo respondens: hij of zij wordt altijd aangesproken om te antwoorden op de heel verschillende situaties en relaties waarin hij of zij geplaatst wordt. Respondeo ergo sum: ik antwoord, dus ik ben. Het feit dat de mens kan communiceren, is uiteindelijk waarin het mens-zijn volop tot uitdrukking kan komen. Het tweede principe is dat van optimale persoonlijke ontplooiing.8 Op basis van deze uitgangspunten zijn mensen in staat tot bloei te komen.
De vraag moet dan ook zijn of deze uitgangspunten van het volwaardige mens-zijn in het geding zijn met Big Data. Esther Keymolen wijst in dit verband, aan de hand van Neil M. Richards en Jonathan H. King, op het ontstaan van drie paradoxen bij de Big Data-revolutie.9 In de eerste plaats is er de transparantieparadox. Door Big Data-analyses moet de wereld transparanter en dus inzichtelijker worden, maar hoe deze analyses tot stand komen onttrekt zich in grote mate aan het oog van burgers en klanten. Een tweede paradox die zich voordoet is de identiteitsparadox. Big Data belooft nieuwe kennis op te leveren over wie we zijn en wat we zullen doen. Deze kennis is echter altijd gebaseerd op een kansberekening. Het zegt iets over wie we mogelijkerwijs zijn, niet over wie we werkelijk zijn. De derde paradox is de machtsparadox. Enerzijds belooft Big Data ons een krachtig middel te leveren voor het vergaren van nieuwe menselijke inzichten, anderzijds lijken deze inzichten niet bij iedereen evenredig terecht te komen. Met enige fantasie zou je kunnen stellen dat de scheidslijnen in de samenleving lange tijd tussen macht en onmacht, of tussen kapitaal en arbeid liepen, en dat de nieuwe scheidslijnen tussen digibeten en datadeskundigen lopen. Het is te verwachten dat met name zij die de data bezitten – en niet zozeer zij die de data voortbrengen – deze zullen mijnen op zoek naar kennis, en deze kennis vervolgens zullen aanwenden om macht te verkrijgen en te behouden. Zoals Keymolen stelt: ‘Big Data leidt onherroepelijk tot winnaars en verliezers.’10
Deze drie paradoxen roepen om een politiek antwoord, om een ethiek zelfs, een ethiek die zich niet blindstaart op de vraag of Big Data wel of niet moreel juist is, maar een die zich richt op de vraag op welke manier het mens-zijn bevorderd wordt door op bepaalde technologische ontwikkelingen in te spelen.11
Richtingaanwijzers voor verantwoordelijke politiek
Als de mens wordt opgeroepen om te antwoorden op de situaties en relaties die hij tegenkomt, heeft dat implicaties voor de politiek. Volgens de Franse politiek filosoof Paul Ricoeur wordt politiek gedragen door het ethische verlangen om met en voor anderen het goede leven te leiden in rechtvaardige instituties.12 Politiek is dan ook niet primair een strijd om macht of een technocratisch model om de spreiding van macht, kennis en inkomen op een eerlijke manier te verdelen, politiek is de uitdrukking van het menselijk vermogen om rechtvaardige instituties – van maatschappelijke organisaties tot een privacywaakhond, van internetfora tot een vakbond – op te bouwen en daarin goed samen te leven.
Zo bezien vraagt de Big Data-revolutie om een verantwoordelijke politiek. Die verantwoordelijkheid kan vorm krijgen door de volgende richtingaanwijzers:
- Het is een nobele opdracht voor de politiek om niet in de instrumentaliteit, in nuttigheidsdiscussies en het formuleren van beleidsmaatregelen te blijven steken. Voortdurend zal de vraag naar het ‘nut van nut’13 gesteld moeten worden, de vraag naar betekenis en zin. In algemene zin roepen de auteurs in deze CDV-bundel op om niet gelijk in de valkuil te trappen om Big Data-beleid te willen gaan maken of de ontwikkelingen alleen vanuit een technologische bril te bekijken.14 De belangrijkste vraag voor nu is hoe de Big Data-revolutie uitpakt op de vrijheid van de mens, op verantwoordelijkheids- en zeggenschapsverhoudingen en op de verdeling van macht.
- Houd rekening met de terugpratende mens. Regel de inspraak, zorg dat het vermogen tot antwoorden optimaal gewaarborgd blijft. Betrek burgers bij de ontwikkelingen, zowel waar het een nieuw veiligheidscontract betreft,15 als ook waar het gaat om de ontwikkeling van technologisch burgerschap, invloed en zeggenschap.16 Zet in op technologisch burgerschap, zodat het vermogen van burgers om goed te antwoorden op de ontwikkelingen wordt vergroot.17
- Het veiligheidsbegrip zou beter gehanteerd moeten worden dan nu gebruikelijk is. Human security houdt ook terughoudendheid en respect voor de privacy in. De gevolgen van ons beheersingsstreven naar orde en veiligheid kunnen doorschieten en zelfs uiteindelijk de orde van de democratische rechtsstaat bedreigen.18 Privacy is daarbij meer dan een privébelang. Respect voor privacy is een publiek belang dat bij de basale voorwaarden van de democratische rechtsstaat hoort.19
- Probeer er rekenschap van te geven dat het gebruik van Big Data aanleiding kan geven tot allerlei paradoxale effecten. Zo is in de informatiemaatschappij het vermogen om te schiften in informatie en zelf nieuwe verbindingen aan te gaan, steeds belangrijker geworden, en kan dit op paradoxale wijze steeds meer onder druk komen te staan door het gebruik van Big Data, die die verbindingen voor ons legt. We moeten ook de rol van de professional niet vergeten, die door het klakkeloos gebruik van en het blind vertrouwen in Big Data weleens op onwenselijke wijze buitenspel zou kunnen komen te staan.20 Ook levert meer data lang niet altijd meer kennis, laat staat meer wijsheid op. En evengoed is een transparantere overheid wellicht wel wenselijk, maar geen oplossing voor alle kwalen.21
- Er zal een nieuwe machtsbalans gevonden moeten worden, met nieuwe structuren en aansprakelijkheden om aan verantwoordelijkheid een goede institutionele verankering te kunnen geven.22 Niet Big Government – of het nu in de gestalte van big brother of van soft sister is – maar digitale burgerrechten dienen daarbij centraal te staan.23 Wanneer er geen nieuwe institutionele waarborgen worden gevonden en er geen rekening wordt gehouden met de terugpratende mens, veiligheid eenzijdig wordt geformuleerd, en de paradoxale effecten van omgang met Big Data niet worden verdisconteerd, zouden de effecten van de Big Data-revolutie weleens vooral negatief kunnen uitpakken. Big Data kan dan fungeren als seculiere voorzienigheid24 of als digitale predestinatie.25
Besluit
Alles overziende staat er nogal wat op het spel. Het gaat om meer dan de bescherming van privacy, waarvan soms gesteld wordt dat deze te ver door zou schieten.26 Het bewaren van menselijkheid ten tijde van biopolitiek en Big Data – daar gaat het in essentie om: niets meer en niets minder.
Waarschuwingen tegen een al te klakkeloos en eendimensionaal vooruitgangsgeloof, op grond van een appellerend mensbeeld, is altijd al de kracht van christendemocratische politiek geweest. De kunst is nu om deze kritiek serieus te nemen zonder in de valkuil te trappen de moderniteit als zodanig te veroordelen en terug te willen naar oudere tijden. Niets daarvan, zeiden de vroege christendemocratische voormannen al. Mensen als Kuyper en Schaepman wezen niet zelden op het goede dat aanwezig is in de samenleving. Er zijn volop mogelijkheden om waarachtig, goed en mooi leven te ontdekken. Sterker nog, hierin ligt precies onze opdracht.
Het gaat om reflexieve evenwichtskunst, om een ‘ethiek van het midden’. Voor het goed beoefenen van deze evenwichtskunst, in het licht van Respondeo ergo sum, kunnen de verschillende betekenissen van ‘communicatie’ de kritische ijkpunten vormen. Dit begrip kan afgeleid worden van het Latijnse woord communicatio, dat wil zeggen ‘verplaatsen van informatie’, maar ook van communicare, dat wil zeggen ‘iets gemeenschappelijk maken’. Communicatie in die laatste zin is méér dan het verplaatsen van informatie, en betekent het transformeren van de sociale orde, het geboren laten worden van iets nieuws. Communicatie in die laatste zin legt de basis voor het stichten van gemeenschap27: de omvorming van plekken op aarde tot veilige woonplaatsen waarin de mens in vrijheid, verantwoordelijkheid en verbondenheid met anderen het goede leven zo veel mogelijk gestalte kan geven.
Durven we die hooggestemde uitdaging aan?
Noten
- 1.Zie voor een nu al klassieke inleiding op het thema: V. Mayer-Schönberger en K. Cukier, Big Data. A Revolution That Will Transform How We Live, Work and Think. Londen: John Murray, 2013. Nederlandse vertaling: De Big Datarevolutie. Hoe de data-explosie al onze vragen gaat beantwoorden. Amsterdam: Maven Publishing, 2013. Zie ook de boekbespreking van Rogier Havelaar in deze CDV-bundel.
- 2.Jeremy Rifkin, The Zero Marginal Cost Society. The Internet of Things, the Collaborative Commons, and the Eclipse of Capitalism. Londen: Palgrave Macmillan, 2014.
- 3.Zie Nationale DenkTank, ‘Onuitputtelijke grondstof: Big Data’. Zie http://www.nationale-denktank.nl/wpcontent/uploads/2014/03/Big-Datamanagament- summary-Nationale-DenkTank-2014-140226.pdf
- 4.Zie de boekbespreking van Stephan Grimmelikhuijsen in deze CDV-bundel.
- 5.Zie Paul Frissen, ‘Een onttoverde wereld’, in: E.M.H. Cornelissen, P.H.A. Frissen, S. Kensen en T. Brandsen (red.), Betoverend bestuur. Legitimiteit, vitaliteit en meervoudigheid. Den Haag: Boom Lemma, 2007, pp. 17-32.
- 6.Vgl. Alessandro Baricco, DE BARBAREN. Amsterdam: De Bezige Bij, 2012. Baricco stelt dat onze cultuur in een overgangsfase zit van een oude hiërarchische boekencultuur naar een horizontalistische internetcultuur, waarbij het een niet zonder meer beter of slechter is dan het ander.
- 7.Zie de bijdrage van Peter Cuyvers in deze cdv-bundel.
- 8.Zie het interview met Jacob Kohnstamm in deze CDV-bundel.
- 9.Zie de bijdrage van Esther Keymolen in deze CDV-bundel; N.M. Richards en J.H. King, ‘Three Paradoxes of Big Data’, Stanford Law Review Online 66 (2013), pp. 41-46.
- 10.Zie de bijdrage van Esther Keymolen in deze CDV-bundel.
- 11.Vgl. Peter-Paul Verbeek, De grens van de mens. Over techniek, ethiek en de menselijke natuur. Rotterdam: Lemniscaat, 2011.
- 12.Paul Ricoeur, Soi-même comme un autre. Parijs: Seuil, 1990, p. 278.
- 13.Hannah Arendt, The Human Condition. Chicago: The University of Chicago Press, 1958.
- 14.Dit element komt bijvoorbeeld terug in de bijdragen van Bomhof, De Graaf, Kohnstamm, Van Est, Griffioen, Cuyvers en Pieterse & Van Heesewijk.
- 15.Zie de bijdrage van Beatrice de Graaf in deze CDV-bundel.
- 16.Zie met name de bijdragen van Peter Cuyvers en Josien Pieterse & Mieke van Heesewijk in deze CDV-bundel.
- 17.Zie de bijdrage van Rinie van Est in deze CDV-bundel.
- 18.Zie de bijdrage van Marianne Hirsch Ballin in deze CDV-bundel.
- 19.Zie de bijdrage van Bart van der Sloot in deze CDV-bundel.
- 20.Zie de bijdrage van Esther Keymolen in deze CDV-bundel.
- 21.Zie de bijdrage van Erna Scholtes in deze CDV-bundel. Zij belicht de schaduwkanten van transparantie.
- 22.Zie behalve het interview met Jacob Kohnstamm ook de bijdrage van Henk Griffioen in deze CDV-bundel.
- 23.Zie de bijdrage van Peter Cuyvers in deze CDV-bundel.
- 24.Zie de bijdrage van Frank Bosman in deze CDV-bundel.
- 25.Zie het interview met Jacob Kohnstamm in deze CDV-bundel.
- 26.Vgl. ‘Interview met Wim van de Camp. Big Data niet tegengaan, maar begeleiden’. Zie www.christendemocraat.nl/2014/07/interview-met-wim-van-decamp-big-data-niet-tegengaan-maarbegeleiden/
- 27.Alexandra Gabrielli, ‘Hoe kan ik beter communiceren op de werkvloer?’ Zie www.beroepseer.nl/nl/video/andere/ item/888-hoe-kan-ik-beter-communiceren-op-de-werkvloer?
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.