Intellectueel loopt vast in politieke realiteit
Samenvatting
Michael Ignatieff heeft een zeldzaam boek geschreven. Enerzijds laat hij successen in de politiek zien, maar daarvan kennen we veel boeken. Ignatieff laat anderzijds ook het falen van politici (en van zichzelf ) zien. Van dat laatste genre zijn publicaties schaars. Vuur en as is bovendien een handboek voor huidige en toekomstige politici die zich willen bewegen binnen de moderne democratie en daar resultaten willen behalen. Het is een onmisbaar boek geworden voor iedereen die begaan is met politiek en bestuur. Hoewel Canada geheel in de traditie van de Angelsaksische staatsrechtelijke en politieke cultuur geen christendemocratische partijen kent, is lezing van het boek niettemin boeiend voor christendemocraten.
Michael Ignatieff
Vuur en as. Succes en falen in de politiek
Cossee | 2013 | 240 pp. | € 19,90 | ISBN 9789059364547
***
Michael Ignatieff (1947) is onder intellectuelen al vele jaren bekend als schrijver van scherpzinnige analyses van de internationale politiek. Hij was hoogleraar internationale betrekkingen aan de universiteiten van Cambridge, Oxford, Toronto en Harvard. Daarnaast was hij programmamaker, journalist en columnist bij onder meer de Britse zondagskrant The Observer. Na zijn terugtreden uit de Canadese politiek in 2011 werd Ignatieff benoemd tot ‘senior resident’ bij de Universiteit van Toronto, Masse College. Hij doceert tevens aan de School of Public Policy en de rechtenfaculteit. In januari 2013 keerde hij terug naar Harvard Kennedy School, waar hij zich vooral toelegt op de betekenis van mensenrechten. Hij schrijft nog steeds over internationale politiek en over de Canadese politiek.
Ignatieff maakte snel carrière in de Canadese politiek. In 2004 werd hij door een drietal ‘mannen in het zwart’ (p. 19) te eten gevraagd in The Charles Hotel in Cambridge, Massachusetts. Hij kende geen van hen, maar het bleken leiders van de Liberale partij in Canada te zijn. Dezelfde avond accepteerde hij hun aanbod om leider te worden van de liberalen in Canada. De consequenties van deze zeer snelle beslissing overzag Ignatieff pas veel later.
***
In 2006 werd Ignatieff gekozen tot lid van het Lagerhuis in een ‘veilig’ district van de liberalen: Etobicoke-Lakeshore, in de buurt van Toronto. Nog datzelfde jaar stelde hij zich kandidaat voor het leiderschap van de partij in het Lagerhuis. Hij verloor de strijd van Stéphane Dion, maar werd wel vicefractievoorzitter. In 2008 trad Dion af en werd Ignatieff interim-leider. Dion slaagde er niet in om een coalitieregering te vormen als alternatief voor de regering van minister-president Stephen Harper van de Conservatieve Partij. Op het partijcongres in mei 2009 werd Ignatieff gekozen als leider van de liberalen. Bij de federale verkiezingen van 2011 leden de liberalen de grootste nederlaag ooit (ze behaalden slechts 34 van de 308 zetels in het Lagerhuis). De partij werd derde, na de Conservatieve Partij en de New Democratic Party (NDP). Daarmee verloren de liberalen ook hun positie als eerste oppositiepartij. Dieptepunt was dat Ignatieff zijn eigen zetel in het district Etobicoke-Lakeshore verloor aan zijn conservatieve uitdager. Op 3 mei 2011 kondigde Ignatieff zijn aftreden aan. Dat moment betekende het einde van een korte, maar boeiende politieke carrière.1
***
Het boek Vuur en as is een opvallend eerlijke en bijna kwetsbare analyse van politiek falen, dat laat zien dat politiek bedrijven minder aantrekkelijke kanten heeft. Ignatieff vat het als volgt samen in zijn eigen woorden: ‘You start with the stupid idea that what you say matters. But politics is not a battle of ideas, but a battle of standing. It’s about who has the right to be heard’ (p. 148 e.v.).
Het begrip standing staat centraal in zijn boek (zie vooral hoofdstuk 7). Standing is een bekende Engelse juridische term die aangeeft dat je nadeel moet hebben ondervonden van een actie van iemand of een instantie, alvorens je wordt toegelaten tot de rechter. In de politieke betekenis van het woord gaat het bij standing om de autoriteit om zaken aan te kaarten en dat er naar je geluisterd wordt. Deze standing werd Ignatieff niet alleen ontzegd, maar hij had die ook niet. De kern van de oppositie tegen zijn kandidatuur was dat hij ‘was ingevlogen’ uit de Verenigde Staten om in Canada ‘even’ orde op zaken te stellen (p. 169). Vooral zittend premier Harper buitte dit meedogenloos uit; hij zette Ignatieff weg als ongewenste indringer en zweverige intellectueel uit Harvard. Nu is Ignatieff Canadees van geboorte (zijn familie komt uit een adellijk geslacht in Rusland), maar hij heeft, zoals gezegd, vele jaren in de Verenigde Staten en Engeland gewoond en gewerkt. Dat brak hem in de campagne op. Ook werden door de oppositie zijn vele artikelen en boeken op een tendentieuze wijze uitgelegd en soms ook misbruikt. Ignatieffs standpunt betreffende de inval in Irak (hij steunde het beleid van George W. Bush) werd tevens politiek volledig uitgebuit: hij werd afgeschilderd als een bruut die mensonterende praktijken zou goedkeuren. Deze tactiek was nieuw voor hem en hij wist zich aanvankelijk dan ook geen raad met deze verdraaiing van feiten. Ignatieff zegt daarover: ‘Ik begreep op dat moment nog niet dat uitleg in de politiek altijd te laat komt. Je legt nooit uit en je klaagt nooit. Als je geluk hebt, krijg je ooit de kans je te wreken’ (p. 60).
Feit is dat Ignatieff zonder enige parlementaire ervaring leider werd van een oppositiepartij. Hij kreeg ook nauwelijks de tijd om zich in te werken als lid van het parlement. Had hij dat wel kunnen doen, dan had hij zich de basale, maar tegelijk ook essentiële, vaardigheden eigen kunnen maken waarover men in de politiek moet beschikken. De machiavellistische kant van politiek bedrijven maakte hij zich niet tijdig eigen, zoals hijzelf ook aangeeft (p. 55-57). Dat maakte dat Ignatieff zich bijna overal over verbaast, respectievelijk zich laat verrassen door de tactiek van zijn tegenstanders, en soms ook die van zijn partijgenoten. Dat alles maakt een naïeve indruk. Herhaaldelijk trekt hij lessen uit zijn ervaringen, maar die trekt hij in feite te laat.
***
Ignatieffs ervaringen hebben een buitengewoon boeiend en goed geschreven boek opgeleverd. De lessen die hij trekt uit zijn mislukte politieke avontuur zijn openhartig en leerzaam. Ook geeft hij aan zeer veel waardering te hebben voor allen die zich volledig inzetten voor de publieke zaak. Hij staat versteld van wat vrijwilligers in de politiek aan werk verzetten. Waardering heeft hij voor hen die controle weten te behouden over het imago van de politiek, die een politiek offensief juist weten te timen en die bij iedere burger de indruk weten te wekken dat zij één van hen zijn. Ignatieff heeft ook genoten van alle reizen en vooral van zijn contacten met kiezers. Hij doet verslag van heel warme menselijke contacten met kiezers in het land. Onmiskenbaar is dat een van de aantrekkelijke kanten van politiek. Ignatieff laat echter ook uitgebreid de hypocrisie, het gekonkel, het opportunisme en het gemanipuleer zien.
Ignatieff komt op de lezer over als een naïef politicus. Naïef is hij bijvoorbeeld bij de start van zijn carrière: hij stelt de ‘drie mannen in het zwart’ niet de vragen die men zou verwachten van iemand die een partijleiderschap krijgt aangeboden, zoals waarom men juist hem vroeg, wat de (ideologische) lijn van de partij is, en wat de sfeer in de fractie is.
Wat betreft de commotie over de uitleg van een aantal van zijn publicaties meent hij vooral feiten te presenteren. In de politiek gaat het echter over de waardering van de feiten op een heel andere manier. Dat verrast Ignatieff elke keer weer. Het valt echter niet uit te sluiten dat het om een politieke duiding ging door de oppositiepartijen.
Ook de rol van de media en campagnetechnieken en -tactieken roepen bij hem geen vragen op, laat staan dat hij een strategie heeft. Ignatieff verliest in de loop van de jaren wel iets van zijn naïviteit, maar hij blijft in essentie de intellectueel die het politieke metier analyseert en beschouwt.
Ignatieff komt klem te zitten tussen enerzijds zijn perspectief van de jurist die vanaf de zijlijn observeert en bewaker is van de beginselen van de rechtsstaat, en anderzijds zijn rol als politicus, die principes soms moet verloochenen om aan de macht te komen. Zelf zegt hij hierover: ‘Als je wilt overleven, moet je een filter tussen je brein en je mond aanbrengen’ (p. 107). Deze gespleten houding breekt hem uiteindelijk op. De spanning tussen zijn hoogstaande idealen en het gevecht om de macht vormt een rode draad in het boek. Maar wie wil regeren moet nu eenmaal compromissen sluiten. De prudentie vereist dat abstracte beginselen in gemedieerde vorm worden toegepast. Dat is niet alleen een kwestie van macht, maar juist gegeven met het bemiddelende karakter van de politiek zelf.
Deze in de politiek voor velen natuurlijke spanning, registreert hij wel, maar Ignatieff kan er als intellectueel niet mee uit de voeten. Ook de kiezers hadden feilloos door dat de kandidaat van de liberalen niet op zijn gemak was in de campagne. Het ontbrak Ignatieff aan wat Max Weber omschreef als de belangrijkste kwaliteit van een politiek leider: charisma.
Wie zich intellectueel wil voorbereiden op een politieke carrière dient een aantal standaardwerken te lezen. Mijns inziens zijn dat in ieder geval Verval en ondergang van het Romeinse Rijk van Edward Gibbon, De Heerser van Niccolò Machiavelli en The Years of Lyndon Johnson van Robert A. Caro. Het gaat te ver om Ignatieffs boek in dit rijtje te plaatsen, maar het dient uitstekend als basisliteratuur voor iedere aankomende politicus.
***
Aan het slot van i maakt Ignatieff de balans op. Ondanks zijn verlies en politieke misrekeningen is hij optimistisch over het politieke bestel. In zijn ogen zijn veel politici hardwerkende mensen met hart voor de goede zaak. Wat je als lezer raakt is dat Ignatieff ook laat zien dat beschaafdheid (beleefdheid) in de politieke arena snel afneemt. Het lijkt niet meer te gaan om de inhoud van de ideeën, maar over het beeld dat van de kandidaten bestaat: hoe worden die door de tegenstanders en de pers neergezet (profiling)? Beschaving in de politiek heeft Ignatieff zelf ooit omschreven als ‘fragiel’.2 In de New York Review of Books omschrijft schrijver Paul Wilson het als volgt: ‘Of all political systems, democracy is the easiest to pervert, because it depends far less on rules than on mutual respect among players. When that breaks down, as we have seen in the United States, good government itself breaks down, and no amount of reform measures can easily bring it back.’3
Bij de aankondiging van zijn vertrek stonden medewerkers met tranen in de ogen achter in de zaal. Canada heeft een unieke kans laten lopen om – geheel in Plato’s geest – een filosoof-koning als leider te krijgen. Het heeft niet zo mogen zijn, maar met dit boek laat Ignatieff wel een prachtige nalatenschap voor aanstaande politici achter.
Noten
- 1.De beste analyse van deze dramatische gang van zaken is: Peter C. Newman, When the Gods Changed. The Death of Liberal Canada. Toronto: Random House of Canada, 2012.
- 2.Zie Michael Ignatieff, Blood and Belonging, New York: Farrar Straus Giroux, 1995.
- 3.Paul Wilson, ‘The Road to Rejection’, New York Review of Books, 24 april 2014, p. 30.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.